Verkeersveiligheidsplan Vlaanderen - Mobiel Vlaanderen
Verkeersveiligheidsplan Vlaanderen - Mobiel Vlaanderen Verkeersveiligheidsplan Vlaanderen - Mobiel Vlaanderen
4.2 Daytime Running Lights (DRL) OMSCHRIJVING VAN DE MAATREGEL • Korte inhoud Onderzoek naar de effecten van DRL op de verkeersveiligheid in Vlaanderen, met bijzondere aandacht voor de kwetsbare weggebruikers. • Aanleiding Motorrijders zijn volgens de wegcode reeds verplicht om ook overdag verlichting te voeren. Een Europese aanbeveling stelt voor dit voor alle voertuigen in te voeren (EC, 2006). Veel ongevallen gebeuren omdat weggebruikers elkaar niet tijdig opmerken. Dit geldt zowel voor ongevallen bij nacht als overdag. Voertuigzichtbaarheid is daarom één van de factoren die het aantal ongevallen beïnvloedt. Niet iedereen is echter overtuigd dat DRL voor alle weggebruikers goed is. Vooral een verminderde zichtbaarheid van zwakke weggebruikers en motorrijders wordt vaak aangehaald als tegenargument. • Doel Het primaire doel van DRL is een verhoging van de zichtbaarheid en daarmee een vermindering van het aantal ongevallen overdag waarbij verkeersdeelnemers elkaar niet opmerken. Het onderzoek moet klaarheid brengen in de effecten van DRL op de verschillende weggebruikers. • Doelgroep De maatregel heeft een rechtstreekse impact op de bestuurders van auto’s en vrachtwagens. Indirect zijn ook de andere weggebruikers betrokken omdat zij mogelijk minder zichtbaar worden. Dat is alvast de opvatting van motorrijders en fi etsers. • Detailbeschrijving Twee manieren zijn mogelijk. De eerste is het wettelijk verplicht maken van verlichting vooraan en/of achteraan. De tweede houdt in dat alle nieuwe voertuigen worden uitgerust met een voorziening die de verlichting automatisch ontsteekt bij het starten van het voertuig. We kunnen aannemen dat fabrikanten zullen overgaan tot een dergelijk systeem wanneer DRL verplicht wordt. Bijkomend onderzoek is nodig naar de effecten op kwetsbare weggebruikers. Er mag dan globaal een vermindering van het aantal ongevallen verwacht worden, maar in hoeverre geldt dit ook voor de kwetsbare weggebruikers (fi etsers, bromfi etsers, voetgangers, motorrijders)? Wordt het comfort van deze kwetsbare weggebruikers verminderd (bv. langere wachttijden vooraleer over te steken, grotere dreiging, …)? Bovendien is veel van het onderzoek afkomstig uit Scandinavische landen. Het onderzoek dient dan ook na te gaan in hoeverre de resultaten die daar gevonden werden, ook opgaan voor Vlaanderen. EFFECTEN OP VERKEERSVEILIGHEID Een autobestuurder die gebruikmaakt van DRL heeft 13 % minder kans op een ongeval tussen meerdere weggebruikers (Elvik & Vaa, 2004). - 212 - Verkeersveiligheidsplan Vlaanderen Deel 2 - Beleidsvisie en maatregelenpakket
De verplichting tot DRL gaf volgende resultaten: 15 % minder voetgangers aangereden door auto’s, 10 % minder fi etsers aangereden door auto’s, 10 % minder ‘front or side’-aanrijdingen, 9 % meer kop-staartbotsingen en 8 % minder meervoudige ongevallen overdag. Deze cijfers gelden voor een toename van het gebruik van DRL van 35-40 % tot 85-90 %, zoals gevonden in de Scandinavische landen. De baten van de maatregel worden drie keer hoger geschat dan de kosten. De introductie van DRL in de EU-landen zou goed zijn voor een jaarlijkse reductie van 2.800 doden. De kosten-batenverhouding bedraagt 1:4,4 (of 1:6,4 bij het voorzien van speciale lampjes). Onderzoek toont aan dat DRL een positieve bijdrage levert aan de ongevalsreductie, reductie van letsels bij auto-inzittenden en kwetsbare weggebruikers, ongeacht de breedtegraad van het onderzochte land. Bij de verplichtstelling van DRL werden 8 tot 15% minder meerzijdige ongevallen vastgesteld. Een Noorse meta-analyse gaf 5 tot 10 % minder meerzijdige ongevallen. Een Nederlandse review vond 12 % minder meerzijdige ongevallen overdag, 25 % minder doden en 20 % minder gewonden. Er is geen empirisch bewijs dat motorrijders minder zichtbaar zouden worden bij DRL voor alle weggebruikers. Het is wel mogelijk dat weggebruikers zich meer gaan richten op verlichting. Al wie verlichting voert, wordt dan opgemerkt. Weggebruikers zonder verlichting (fi etsers en voetgangers vooral) worden in dat geval minder snel opgemerkt. Het is dus goed mogelijk dat de geconstateerde vermindering van het aantal slachtoffers bij fi etsers en voetgangers een gevolg is van zwakke weggebruikers die voorzichtiger zijn en vlugger geneigd zijn om auto’s te laten passeren. SECUNDAIRE EFFECTEN Zachte weggebruikers worden mogelijk meer afgeschrikt door de koplampen en zullen daardoor vlugger geneigd zijn hun voorrang af te staan. De maatregel is in dat geval wel voordelig vanuit verkeersveiligheid, maar niet vanuit het comfort van de zachte weggebruiker. Bijkomend brandstofverbruik (1 tot 2 %) is nadelig in het kader van de milieudoelstellingen in het algemeen en de Kyoto-doelstellingen in het bijzonder. Vooral de NOx-uitstoot neemt toe (+14 %). Door het gebruik van specifi eke lampen kan dit nadeel beperkt worden. VERANTWOORDELIJKEN De invoering van DRL is vooralsnog een federale materie, waar Europa een sterk sturende rol speelt. De automobielnijverheid kan hier bovendien snel op inspringen. Een eventuele sensibilisering hieromtrent is een Vlaamse bevoegdheid. HAALBAARHEID Momenteel is DRL voor auto’s verplicht in negen Europese landen. De EU overweegt een invoering in alle EU-landen. Invoering van de maatregel op korte termijn is mogelijk tegen een minieme meerkost voor de autobezitter voor zover er politieke consensus is. De maatregel is wel gecontesteerd door verschillende gebruikersorganisaties (motorrijders, fi etsers). Verkeersveiligheidsplan Vlaanderen - 213 - Deel 2 - Beleidsvisie en maatregelenpakket
- Page 163 and 164: ) Eén van de belangrijkste determi
- Page 165 and 166: • Berekening potentieel van de ma
- Page 167 and 168: • Scheers, M., Verstraete, A., Ad
- Page 169 and 170: EFFECTEN OP VERKEERSVEILIGHEID •
- Page 171 and 172: 2.5 Handhaving zwaar vervoer OMSCHR
- Page 173 and 174: VERANTWOORDELIJKEN Controleactivite
- Page 175 and 176: 2.6 Snelheidscontroles OMSCHRIJVING
- Page 177 and 178: zonder al te grote repercussies op
- Page 179 and 180: 3.1 Uitbouw van een veilig fi etsro
- Page 181 and 182: fi etsen de conditie en vermindert
- Page 183 and 184: Fiets. Ministerie van de Vlaamse Ge
- Page 185 and 186: fi che 3.3) op het terrein duidelij
- Page 187 and 188: KRITISCHE SUCCESFACTOREN De inricht
- Page 189 and 190: In de eerste plaats wordt een Vlaam
- Page 191 and 192: aantal gemeenten dat meewerkt aan d
- Page 193 and 194: Om ook projecten van gemeenten en p
- Page 195 and 196: KRITISCHE SUCCESFACTOREN De invoeri
- Page 197 and 198: de verlichting en 1 % in een sterke
- Page 199 and 200: door overdreven snelheid terug te d
- Page 201 and 202: 3.7 Dynamische signalisatie OMSCHRI
- Page 203 and 204: Zo kunnen autobestuurders verwezen
- Page 205 and 206: 22 ESP= = Electronic Stability Prog
- Page 207 and 208: SECUNDAIRE EFFECTEN Een aantal syst
- Page 209 and 210: EFFECTEN OP VERKEERSVEILIGHEID Desi
- Page 211 and 212: Toch is snelheidsverlaging meer dan
- Page 213: OUTPUTINDICATOREN Als indicator kan
- Page 217 and 218: 4.3 Administratieve afhandeling boe
- Page 219 and 220: ters (gemeenteambtenaren of bediend
- Page 221 and 222: aanvullende reglementen betreffende
- Page 223 and 224: ieven. Een gegevensbank binnen een
- Page 225 and 226: Wetenschappelijk onderzoek kan help
- Page 227 and 228: 4.6 Doorvoeren maatregelen gemeente
- Page 229 and 230: De effectiviteit van organisatorisc
- Page 231 and 232: 5.1 Verplicht kenteken voor bromfi
- Page 233 and 234: REFERENTIES • Gysen, G. & Daniels
- Page 235 and 236: drie dode fi etsers, 25 fi etsers e
- Page 237 and 238: 5.3 Alternatieven voor auto op risi
- Page 239 and 240: tief aan te kunnen bieden, is onder
- Page 241 and 242: Voor vrachtwagenbestuurders moet he
- Page 243 and 244: 6.1 Onderzoek OMSCHRIJVING VAN DE M
- Page 245 and 246: 6.2 Data OMSCHRIJVING VAN DE MAATRE
- Page 247 and 248: 6.3. Monitoring aan de hand van ind
- Page 249: SECUNDAIRE EFFECTEN Niet van toepas
De verplichting tot DRL gaf volgende resultaten: 15 % minder voetgangers aangereden<br />
door auto’s, 10 % minder fi etsers aangereden door auto’s, 10 % minder ‘front<br />
or side’-aanrijdingen, 9 % meer kop-staartbotsingen en 8 % minder meervoudige<br />
ongevallen overdag. Deze cijfers gelden voor een toename van het gebruik van DRL<br />
van 35-40 % tot 85-90 %, zoals gevonden in de Scandinavische landen. De baten<br />
van de maatregel worden drie keer hoger geschat dan de kosten.<br />
De introductie van DRL in de EU-landen zou goed zijn voor een jaarlijkse reductie<br />
van 2.800 doden. De kosten-batenverhouding bedraagt 1:4,4 (of 1:6,4 bij het<br />
voorzien van speciale lampjes).<br />
Onderzoek toont aan dat DRL een positieve bijdrage levert aan de ongevalsreductie,<br />
reductie van letsels bij auto-inzittenden en kwetsbare weggebruikers, ongeacht<br />
de breedtegraad van het onderzochte land. Bij de verplichtstelling van DRL werden<br />
8 tot 15% minder meerzijdige ongevallen vastgesteld. Een Noorse meta-analyse gaf<br />
5 tot 10 % minder meerzijdige ongevallen. Een Nederlandse review vond<br />
12 % minder meerzijdige ongevallen overdag, 25 % minder doden en 20 % minder<br />
gewonden. Er is geen empirisch bewijs dat motorrijders minder zichtbaar zouden<br />
worden bij DRL voor alle weggebruikers. Het is wel mogelijk dat weggebruikers<br />
zich meer gaan richten op verlichting. Al wie verlichting voert, wordt dan opgemerkt.<br />
Weggebruikers zonder verlichting (fi etsers en voetgangers vooral) worden in<br />
dat geval minder snel opgemerkt. Het is dus goed mogelijk dat de geconstateerde<br />
vermindering van het aantal slachtoffers bij fi etsers en voetgangers een gevolg is<br />
van zwakke weggebruikers die voorzichtiger zijn en vlugger geneigd zijn om auto’s<br />
te laten passeren.<br />
SECUNDAIRE EFFECTEN<br />
Zachte weggebruikers worden mogelijk meer afgeschrikt door de koplampen en<br />
zullen daardoor vlugger geneigd zijn hun voorrang af te staan. De maatregel is in<br />
dat geval wel voordelig vanuit verkeersveiligheid, maar niet vanuit het comfort van<br />
de zachte weggebruiker.<br />
Bijkomend brandstofverbruik (1 tot 2 %) is nadelig in het kader van de milieudoelstellingen<br />
in het algemeen en de Kyoto-doelstellingen in het bijzonder. Vooral de<br />
NOx-uitstoot neemt toe (+14 %). Door het gebruik van specifi eke lampen kan dit<br />
nadeel beperkt worden.<br />
VERANTWOORDELIJKEN<br />
De invoering van DRL is vooralsnog een federale materie, waar Europa een sterk<br />
sturende rol speelt. De automobielnijverheid kan hier bovendien snel op inspringen.<br />
Een eventuele sensibilisering hieromtrent is een Vlaamse bevoegdheid.<br />
HAALBAARHEID<br />
Momenteel is DRL voor auto’s verplicht in negen Europese landen. De EU overweegt<br />
een invoering in alle EU-landen.<br />
Invoering van de maatregel op korte termijn is mogelijk tegen een minieme meerkost<br />
voor de autobezitter voor zover er politieke consensus is. De maatregel is wel<br />
gecontesteerd door verschillende gebruikersorganisaties (motorrijders, fi etsers).<br />
<strong>Verkeersveiligheidsplan</strong> <strong>Vlaanderen</strong> - 213 -<br />
Deel 2 - Beleidsvisie en maatregelenpakket