Verkeersveiligheidsplan Vlaanderen - Mobiel Vlaanderen
Verkeersveiligheidsplan Vlaanderen - Mobiel Vlaanderen
Verkeersveiligheidsplan Vlaanderen - Mobiel Vlaanderen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2.1 Gordel en kinderzitjes<br />
OMSCHRIJVING VAN DE MAATREGEL<br />
• Korte inhoud<br />
Deze maatregelenfi che beoogt een verhoging van het draagpercentage van de<br />
gordel en van het gebruik van aangepaste kinderbeveiligingsmiddelen tot dat van<br />
de beste Europese landen, om op die manier te komen tot een vermindering van het<br />
aantal verkeersslachtoffers. Om dit doel te bereiken, wordt in deze fi che een combinatie<br />
van sensibilisering en handhaving voorgesteld.<br />
• Aanleiding<br />
Volgens de meest recente gordeltellingen van het BIVV werd in België in 2006<br />
de gordel door 76,9 % van de bestuurders en 72,5 % van de passagiers voorin<br />
de wagen gedragen. Vrouwelijke bestuurders blijken zich vaker dan mannelijke<br />
bestuurders vast te klikken (81,5 % vrouwen versus 75,1 % mannen) (BIVV, 2006).<br />
Meer mensen blijken zich vast te klikken naarmate de snelheidslimieten hoger liggen,<br />
hoewel de gordel ook een betere bescherming geeft bij lage en gemiddelde<br />
snelheden. Uit diverse onderzoeken blijkt dat er een relatie is tussen ongevalsbetrokkenheid<br />
en gordeldracht: bestuurders die de gordel niet dragen, zijn vaker betrokken<br />
bij ongevallen (Vesentini & Cuyvers, 2003).<br />
Wat het gebruik van kinderzitjes betreft, is het bekend dat verkeersongevallen een<br />
erg belangrijke doodsoorzaak zijn bij kinderen: uit de Vlaamse ongevallencijfers<br />
van 2005 blijkt dat er dat jaar 36 kinderen tussen 0 en 4 jaar gedood of ernstig<br />
gewond geraakten als passagier in een personenauto. Bij de 5- tot 9-jarigen ging<br />
het over 18 kinderen. Om het aantal dodelijk gewonde kinderen in het verkeer te<br />
verminderen is het belangrijk dat kinderen in geschikte beveiligingsmiddelen worden<br />
vervoerd. Recent onderzoek (Vesentini & Willems, 2006) toonde aan dat bijna<br />
37 % van de kinderen tussen 0 en 12 jaar los in de wagen zit, en meer dan de<br />
helft van de kinderen die wel beveiligd zijn, met een ongeschikt beveiligingsmiddel<br />
worden vervoerd. Het is dan ook dringend nodig actie te ondernemen.<br />
• Doel<br />
Percentage gordeldracht en gebruik van aangepaste kinderbeveiligingsmiddelen<br />
verhogen.<br />
• Doelgroep<br />
Hoewel het belangrijk is om gordelgebruik en het gebruik van aangepaste kinderbeveiligingsmiddelen<br />
te stimuleren bij alle bestuurders en passagiers van gemotoriseerde<br />
voertuigen in heel <strong>Vlaanderen</strong>, is het vanuit communicatieoogpunt ten zeerste<br />
aangewezen om te starten met het afbakenen van duidelijke doelgroepen, waarop<br />
de sensibilisering gericht kan worden:<br />
- voor gordelgebruik is het aanbevolen de sensibilisering in eerste plaats op jongeren<br />
en mannen te richten, aangezien in België de gordel minder wordt gedragen<br />
door deze doelgroepen (Vesentini & Cuyvers, 2003);<br />
- betreffende het gebruik van aangepaste kinderbeveiligingsmiddelen spreekt het<br />
voor zich dat aanbevolen wordt dergelijke sensibilisering in eerste instantie te<br />
richten op de ouders en familie van gezinnen met kinderen die zich regelmatig<br />
inzetten voor het vervoeren van kinderen.<br />
- 150 - <strong>Verkeersveiligheidsplan</strong> <strong>Vlaanderen</strong><br />
Deel 2 - Beleidsvisie en maatregelenpakket