Verkeersveiligheidsplan Vlaanderen - Mobiel Vlaanderen
Verkeersveiligheidsplan Vlaanderen - Mobiel Vlaanderen Verkeersveiligheidsplan Vlaanderen - Mobiel Vlaanderen
Het goederenvervoer over de weg neemt nog steeds toe. Sinds 1990 steeg het aantal tonkilometer op de Vlaamse wegen met 75 %. Het aantal voertuigkilometer voor vrachtwagens groeide in mindere mate, met 32 % , omwille van de stijgende beladingsgraad van vrachtwagens (VRIND, 2006). Op termijn is een harmonisatie van snelheidslimieten voor vrachtwagens op Europees vlak wenselijk. De discussie over de verkeersveiligheid voor vrachtwagens kan niet los gezien worden van de meer fundamentele verhouding tussen de verschillende transportmodi in het goederenvervoer. Het Mobiliteitsplan Vlaanderen spitst zich toe op een modal shift van het wegvervoer naar het vervoer per trein en binnenvaart (MVG, 2001). Toepassing van de principes van functionaliteit en homogeniteit van het wegennetwerk moet ervoor zorgen dat goederenstromen over de weg zoveel mogelijk afgewikkeld worden op wegen die daartoe goed uitgerust zijn. Het gaat dan in het bijzonder om autosnelwegen en primaire wegen. Initiatieven bij bedrijven en bedrijfssectoren ter bevordering van een veiligheidscultuur bij het goederenvervoer zullen verder ondersteund worden. Tot slot mag ook heil verwacht worden van verdere technologische vernieuwingen bij vrachtwagens zoals zichtveldverbeterende systemen (bv. dodehoekcamera’s) en in de toekomst toepassingen die de rijsnelheid beheersen als Intelligente Snelheidsaanpassing, Intelligent Cruise Control, antibotssystemen en hulpmiddelen voor koers houden (ETSC, 2006; Heijer, 1996; Verlaak, 2005). 4.5.5 MOTORRIJDERS Van alle vervoerwijzen is motorrijden de gevaarlijkste. Het risico voor een motorrijder om gedood te worden per afgelegde kilometer is zowat 18 keer groter dan voor een automobilist en zelfs meer dan 70 keer groter dan voor een vrachtwagenbestuurder (zie deel 1). Dit gegeven vormt een belangrijke uitdaging voor het beleid. Dat is trouwens niet alleen het geval in Vlaanderen, maar overal ter wereld (Van Vlierden, 2005). Motorrijden wint niettemin aan populariteit: het jaarlijks aantal afgelegde kilometer met motoren in België is op iets meer dan tien jaar tijd verdrievoudigd: van 350 miljoen kilometer in 1990 tot meer dan 1 miljard kilometer in 2004 (NIS, 2006b). In 2004 werden in België 25.007 nieuwe motorfi etsen ingeschreven, bijna drie keer meer dan in 1990 (9.276) (NIS-ECODATA, 2006). Uit een bevraging van 1.000 Vlaamse motorrijders is gebleken dat één op drie van de ondervraagde motorrijders in de periode van vijf jaar voorafgaand aan de bevraging met de motor in een verkeersongeval betrokken was (Gysen, 2006a). Een serieuze risicoverlaging voor motorrijders (bijvoorbeeld tot op het niveau van het risico van fi etsers of autobestuurders) wordt niet voor mogelijk gehouden zonder draconische maatregelen (Wegman, 2005). En het draagvlak voor echt ingrijpende maatregelen (bijvoorbeeld een systematische snelheidsverlaging) lijkt niet voorhanden te zijn. Maatregelen dienen dus elders gezocht, bijvoorbeeld in het bevorderen van een correct rijgedrag, het verhogen van de rijvaardigheid bij beginnende en occasionele rijders en het veralgemeend dragen van de veiligheidskledij. Ook verbete- - 118 - Verkeersveiligheidsplan Vlaanderen Deel 2 - Beleidsvisie en maatregelenpakket
ingen en aanpassingen aan de weginfrastructuur kunnen een bijdrage leveren: obstakelvrije zones in buitenbochten, vermijden van gladde wegmarkeringen en het voorzien van motorvriendelijke beveiligingsconstructies. 4.6 Onderzoek en betrouwbare data als basis voor een doeltreffend beleid In verschillende recente beleidsdocumenten zoals de beleidsnota Mobiliteit (Van Brempt, 2004), het Pact van Vilvoorde (SERV, 2005) en in het recente sociaaleconomisch beleidsplan (VlReg, 2006) heeft de Vlaamse regering het belang van objectieve indicatoren als basis voor het beleid beklemtoond. Het succes van genomen beleidsinitiatieven wordt zoveel mogelijk afgemeten aan de hand van indicatoren en internationale benchmarking. Op termijn moet het mogelijk zijn om de verschillende objectieven zo kwantitatief mogelijk te vertalen, en om vervolgens het al dan niet succesvolle verloop ervan cijfermatig op te volgen aan de hand van een scorebord. Eén van de dragende maatregelen voor de ontwikkeling, de uitvoering en de evaluatie van het verkeersveiligheidsbeleid is de ontwikkeling van betrouwbare indicatoren en de uitvoering van beleidsondersteunend wetenschappelijk onderzoek. België heeft jarenlang te kampen gehad met een uiterst moeizame registratie van verkeersongevallen waardoor ongevallencijfers slechts zeer onvolledig en laattijdig beschikbaar waren. Sinds korte tijd is daarin verbetering opgetreden, met name door de graduele invoering van een vernieuwd informatieverwerkingssysteem bij de politiediensten. Daarbij verloopt de verwerking van gegevens grotendeels geautomatiseerd en werd de zogenaamde eenmalige vatting geïntroduceerd 17 . In de toekomst is het wenselijk dat de verschillende gebruikers (politiediensten, wegbeheerders, onderzoeksinstellingen, parketten, …) zo direct en volledig mogelijk over deze ongevallengegevens kunnen beschikken. Langs de kant van de wegbeheerders zijn nieuwe inspanningen nodig in verband met de fysieke aanduiding van hectometerpunten op de genummerde wegen. Experimenten met de locatiebepaling op basis van gps zijn nodig zodat op termijn alle plaatsbepalingen uitsluitend digitaal kunnen gebeuren. Het verkeersveiligheidsbeleid dient wetenschappelijk ondersteund te worden op een aantal vlakken: detectie en analyse van probleemvelden, uitvoeren van trendprognoses, ex ante- en ex post-evaluatie van beleidsmaatregelen. Binnen de Vlaamse administratie zal een kenniscel verkeersveiligheid worden opgericht. In samenhang daarmee wordt het beleidsrelevant wetenschappelijk onderzoek over verkeersveiligheid aan Vlaamse hogescholen en universiteiten gestimuleerd. Handboeken en codes van goede praktijk zullen worden ontwikkeld zodat kennis kan worden 17 De eenmalige vatting houdt in dat gegevens slechts eenmaal worden verzameld. Concreet betekent dit dat de informatie die in het procesverbaal wordt opgenomen ook wordt gebruikt voor de statistische informatieverwerking. Bij elk verkeersongeval met gewonden komt de politie ter plaatse en wordt een proces-verbaal opgemaakt. Door de eenmalige vatting worden de nodige verwerkingstijd en werklast gevoelig verminderd ten opziche van het vroegere systeem waarbij het proces-verbaal en het verkeersongevallenformulier (voluit: analyseformulier voor verkeersongevallen met doden of gewonden) los van elkaar werden ingevuld. Ook de kwaliteit van de gegevensverzameling verbetert. Een ander gevolg is dat de registratiegraad (aantal ongevallen dat wordt geregistreerd ten opzichte van het totaal aantal ongevallen) van de verkeersongevallen verhoogt. Verkeersveiligheidsplan Vlaanderen - 119 - Deel 2 - Beleidsvisie en maatregelenpakket
- Page 69 and 70: De Fietsersbond voerde in 2003 snel
- Page 71 and 72: meer uitgesproken op autosnelwegen.
- Page 73 and 74: 9. GEBRUIKTE AFKORTINGEN ASW Autosn
- Page 75 and 76: • Lammar, P. & Hens, L. (2004). O
- Page 77 and 78: VERKEERSVEILIGHEIDSPLAN VLAANDEREN
- Page 79 and 80: INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING DEEL 2 .
- Page 81 and 82: 1. INLEIDING Deel 2 Het Vlaams Verk
- Page 83 and 84: TABEL1: DE HADDON-MATRIX: 9 AANGRIJ
- Page 85 and 86: FIGUUR 2: HET PIZZA-MODEL. Bron: (R
- Page 87 and 88: kingen van de mens. De verantwoorde
- Page 89 and 90: MAATREGELEN VISION ZERO - ZWEDEN Na
- Page 91 and 92: 3. OPERATIONELE DOELSTELLINGEN VAN
- Page 93 and 94: FIGUUR 5: EVOLUTIE AANTAL VERKEERSD
- Page 95 and 96: kan waarschijnlijk verklaard worden
- Page 97 and 98: 4. UITWERKING BELEIDSVISIE IN MAATR
- Page 99 and 100: lingsdoelen in dat ze leren op welk
- Page 101 and 102: 4.2 Bevorderen en afdwingen van int
- Page 103 and 104: (bromfi etsers en motorrijders) en
- Page 105 and 106: invloeding. Daarbij zal een gericht
- Page 107 and 108: evenals een doeltreffende bestraffi
- Page 109 and 110: Hoewel de beginsituatie in Vlaander
- Page 111 and 112: Bij de aanleg of omvorming van infr
- Page 113 and 114: ontwikkeling die een grote impact h
- Page 115 and 116: 4.4.2 EEN DOELTREFFEND ORGANISATORI
- Page 117 and 118: zodat de doorlooptijd voor de aanle
- Page 119: Niet alleen in het kader van de ber
- Page 123 and 124: 5. REFERENTIES • K.B. 23/03/1998,
- Page 125 and 126: • MVG, 2002. Ontwerp Vlaams Totaa
- Page 127 and 128: 6. BIJLAGE: MAATREGELFICHES Als bij
- Page 129 and 130: VERKEERSVEILIGHEIDSPLAN VLAANDEREN
- Page 131 and 132: Volgende maatregelfi ches werden op
- Page 133 and 134: 1.1 Verkeersveiligheid in het secun
- Page 135 and 136: jongeren versterkt te worden, om zo
- Page 137 and 138: - Communicatie van koepelorganisati
- Page 139 and 140: toepassen op de GDE-matrix, blijkt
- Page 141 and 142: stappen’; - slaagpercentage van b
- Page 143 and 144: (CROW, 2003) onderwerpen die zich g
- Page 145 and 146: • de Rome, L., Stanford, G. & Woo
- Page 147 and 148: werden in totaal 4.483 leerlingen i
- Page 149 and 150: 1.5 Veiligheidscultuur bedrijven OM
- Page 151 and 152: SECUNDAIRE EFFECTEN Het stellen van
- Page 153 and 154: • Detailbeschrijving Door het per
- Page 155 and 156: BIVV lijkt hierbij aangewezen, aang
- Page 157 and 158: 2.2 Beschermingskledij OMSCHRIJVING
- Page 159 and 160: HAALBAARHEID Om de nodige sensibili
- Page 161 and 162: waarin bestuurders onder invloed va
- Page 163 and 164: ) Eén van de belangrijkste determi
- Page 165 and 166: • Berekening potentieel van de ma
- Page 167 and 168: • Scheers, M., Verstraete, A., Ad
- Page 169 and 170: EFFECTEN OP VERKEERSVEILIGHEID •
ingen en aanpassingen aan de weginfrastructuur kunnen een bijdrage leveren:<br />
obstakelvrije zones in buitenbochten, vermijden van gladde wegmarkeringen en het<br />
voorzien van motorvriendelijke beveiligingsconstructies.<br />
4.6 Onderzoek en betrouwbare data als basis voor een<br />
doeltreffend beleid<br />
In verschillende recente beleidsdocumenten zoals de beleidsnota Mobiliteit (Van<br />
Brempt, 2004), het Pact van Vilvoorde (SERV, 2005) en in het recente sociaaleconomisch<br />
beleidsplan (VlReg, 2006) heeft de Vlaamse regering het belang<br />
van objectieve indicatoren als basis voor het beleid beklemtoond. Het succes van<br />
genomen beleidsinitiatieven wordt zoveel mogelijk afgemeten aan de hand van<br />
indicatoren en internationale benchmarking. Op termijn moet het mogelijk zijn om<br />
de verschillende objectieven zo kwantitatief mogelijk te vertalen, en om vervolgens<br />
het al dan niet succesvolle verloop ervan cijfermatig op te volgen aan de hand van<br />
een scorebord.<br />
Eén van de dragende maatregelen voor de ontwikkeling, de uitvoering en de<br />
evaluatie van het verkeersveiligheidsbeleid is de ontwikkeling van betrouwbare<br />
indicatoren en de uitvoering van beleidsondersteunend wetenschappelijk<br />
onderzoek.<br />
België heeft jarenlang te kampen gehad met een uiterst moeizame registratie van<br />
verkeersongevallen waardoor ongevallencijfers slechts zeer onvolledig en laattijdig<br />
beschikbaar waren. Sinds korte tijd is daarin verbetering opgetreden, met name<br />
door de graduele invoering van een vernieuwd informatieverwerkingssysteem bij de<br />
politiediensten. Daarbij verloopt de verwerking van gegevens grotendeels geautomatiseerd<br />
en werd de zogenaamde eenmalige vatting geïntroduceerd 17 . In de<br />
toekomst is het wenselijk dat de verschillende gebruikers (politiediensten, wegbeheerders,<br />
onderzoeksinstellingen, parketten, …) zo direct en volledig mogelijk over<br />
deze ongevallengegevens kunnen beschikken. Langs de kant van de wegbeheerders<br />
zijn nieuwe inspanningen nodig in verband met de fysieke aanduiding van hectometerpunten<br />
op de genummerde wegen. Experimenten met de locatiebepaling op<br />
basis van gps zijn nodig zodat op termijn alle plaatsbepalingen uitsluitend digitaal<br />
kunnen gebeuren.<br />
Het verkeersveiligheidsbeleid dient wetenschappelijk ondersteund te worden op een<br />
aantal vlakken: detectie en analyse van probleemvelden, uitvoeren van trendprognoses,<br />
ex ante- en ex post-evaluatie van beleidsmaatregelen. Binnen de Vlaamse<br />
administratie zal een kenniscel verkeersveiligheid worden opgericht. In samenhang<br />
daarmee wordt het beleidsrelevant wetenschappelijk onderzoek over verkeersveiligheid<br />
aan Vlaamse hogescholen en universiteiten gestimuleerd. Handboeken<br />
en codes van goede praktijk zullen worden ontwikkeld zodat kennis kan worden<br />
17 De eenmalige vatting houdt in dat gegevens slechts eenmaal worden verzameld. Concreet betekent dit dat de informatie die in het procesverbaal<br />
wordt opgenomen ook wordt gebruikt voor de statistische informatieverwerking. Bij elk verkeersongeval met gewonden komt de politie<br />
ter plaatse en wordt een proces-verbaal opgemaakt. Door de eenmalige vatting worden de nodige verwerkingstijd en werklast gevoelig<br />
verminderd ten opziche van het vroegere systeem waarbij het proces-verbaal en het verkeersongevallenformulier (voluit: analyseformulier voor<br />
verkeersongevallen met doden of gewonden) los van elkaar werden ingevuld. Ook de kwaliteit van de gegevensverzameling verbetert. Een<br />
ander gevolg is dat de registratiegraad (aantal ongevallen dat wordt geregistreerd ten opzichte van het totaal aantal ongevallen) van de<br />
verkeersongevallen verhoogt.<br />
<strong>Verkeersveiligheidsplan</strong> <strong>Vlaanderen</strong> - 119 -<br />
Deel 2 - Beleidsvisie en maatregelenpakket