Verkeersveiligheidsplan Vlaanderen - Mobiel Vlaanderen
Verkeersveiligheidsplan Vlaanderen - Mobiel Vlaanderen
Verkeersveiligheidsplan Vlaanderen - Mobiel Vlaanderen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
4.2 Bevorderen en afdwingen van intrinsiek veilig<br />
verkeersgedrag<br />
4.2.1 GEBRUIK VAN PERSOONLIJKE BEVEILIGINGSMIDDELEN<br />
Beveiligingsmiddelen voorkomen als dusdanig geen ongevallen, maar beperken de<br />
ernst van de afl oop ervan. We rekenen ze daarom bij de passieve veiligheidsmaatregelen,<br />
in tegenstelling tot de actieve veiligheidsmaatregelen die erop gericht zijn<br />
om ongevallen te voorkomen.<br />
Aangezien er steeds een bepaald ongevallenrisico zal blijven bestaan, is het belangrijk<br />
om het gebruik van geschikte beveiligingsmiddelen te bevorderen.<br />
Eén van de meest courante beveiligingsmiddelen is de veiligheidsgordel. Andere<br />
beveiligingsmiddelen zijn helmen voor (brom)fi etsers en motorrijders en veiligheidskledij.<br />
4.2.2 VEILIGHEIDSGORDEL<br />
Het dragen van de veiligheidsgordel is in België sinds 1975 verplicht voor de<br />
bestuurder en de passagier vooraan in personenwagens. Sinds 1991 is het dragen<br />
van de gordel ook achteraan verplicht. Sinds april 2003 moet ook in alle nieuw ingeschreven<br />
autocars een veiligheidsgordel voorzien en gedragen worden door elke<br />
inzittende. Ook in nieuwe vrachtwagens en schoolbussen moet de gordel voorzien<br />
en gedragen worden.<br />
Niettemin dragen Belgen en Vlamingen de gordel minder dan inwoners uit andere<br />
Europese landen, vooral dan in vergelijking met de verkeersveiligste landen. Zo verklaart<br />
slechts 73 % van de Belgen de gordel altijd te dragen op snelwegen tegenover<br />
90 % van de Nederlanders en 95 % van de Duitsers (Goldenbeld, 2003).<br />
Het dragen van de veiligheidsgordel is een eenvoudige, goedkope en effectieve<br />
maatregel. Het risico om gedood te worden bij een verkeersongeval daalt met om<br />
en bij de 40 % door het dragen van de veiligheidsgordel. Het Steunpunt Verkeersveiligheid<br />
rekende uit dat jaarlijks ongeveer 8 % minder verkeersdoden zouden<br />
vallen indien de Vlamingen de gordel net zo vaak zouden dragen als de Duitsers of<br />
de Britten (Daniels, 2004).<br />
Inspanningen om het gebruik van de veiligheidsgordel te verhogen zijn alleszins<br />
aangewezen. Doelstelling moet zijn om het percentage gordelgebruik te verhogen<br />
tot dat van de beste Europese landen. Een regelmatige handhaving is onontbeerlijk.<br />
Voor een belangrijk deel van de weggebruikers blijkt de schrik voor controles immers<br />
het belangrijkste motief te zijn om de gordel te dragen. Verhoogde handhaving<br />
zonder bijkomende sensibilisatie schiet zijn doel echter voorbij. Vanuit gedragswetenschappelijke<br />
hoek wordt het belang beklemtoond van een sterke bewustwording<br />
over het nut van de gordeldracht. Via campagnes en via verkeersopvoeding in het<br />
onderwijs zal gewerkt worden aan bewustwording. Daarbij moet ook doelgroepgericht<br />
(zakelijk verkeer, jongeren, …) worden gewerkt. Bovendien strekt de installatie<br />
van gordelverkliksystemen in personenwagens tot aanbeveling.<br />
4.2.3 KINDERZITJES<br />
Uit een ruime steekproef van het Steunpunt Verkeersveiligheid in 2005 bleek dat<br />
ruim één op drie kinderen volledig onbeveiligd in de auto wordt vervoerd (Vesentini,<br />
2006) . Van de kinderen die wel beveiligd zijn (door middel van de autogordel,<br />
<strong>Verkeersveiligheidsplan</strong> <strong>Vlaanderen</strong> - 99 -<br />
Deel 2 - Beleidsvisie en maatregelenpakket