Ausgabe 1/2006 - merenpoortclub
Ausgabe 1/2006 - merenpoortclub
Ausgabe 1/2006 - merenpoortclub
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
vast te stellen door de grootval strak langs de geleiderail van het grootzeil op de mast<br />
te houden. Bij 7/8 getuide schepen wordt vaak een geringe zijdelingse buiging<br />
aangebracht om het grootzeil in het midden vlakker te kunnen spannen. Op onze<br />
torengetuigde schepen moet dit echter beslist vermeden worden. De zijdelingse<br />
buiging resulteert altijd in een grotere kromming van de voorstag. Juist bij een stevige<br />
wind wordt de fok dan boller, hetgeen we juist niet willen. Bij harde wind kan het<br />
zelfs gevaarlijk worden; de zijdelingse buiging vermindert de hoek tussen de mast en<br />
het topwant boven aan de mast. Als deze hoek minder dan 19 graden wordt, wordt de<br />
zijwaartse steun van de stag te gering en kan de mast breken. Een merenpoort moet zo<br />
getrimd worden dat de mast geen zijdelingse buiging heeft.<br />
Tijdens de voorbereiding hebben we al uitgemeten of de verstaging aan SB en BB<br />
gelijke lengten hebben. Om de mast recht te houden, moesten we door middel van<br />
meten vaststellen of de stagspanners aan beide zijden evenver ingedraaid zijn. Als de<br />
staglengten niet gelijk zijn, kan met de spanners de lengte gelijk gemaakt worden. Als<br />
de mast staat kunnen we met de grootval op twee precies gelijke punten aan<br />
weerskanten van het schip (punten die hopelijk ook op een merenpoort voorkomen)<br />
kontroleren of de mast echt rechtop in het midden staat. De grootval wordt zover<br />
gevierd tot de zeilhaak precies bij de putting van het topwant aan SB komt. Daarna<br />
wordt deze lengte ook aan de tegenovergestelde zijde op gelijke wijze getest.<br />
Masthoek bepalen:<br />
Iedere mast moet een lichte achterwaartse helling<br />
hebben. De hoek ligt doorgaans tussen de 1° en 3°.<br />
Een houten mast kan niet zoveel hebben als een<br />
moderne aluminium mast, zoals veel<br />
sportievelingen met doorgaans veel masthoek<br />
zeilen. Deze masthoek wordt bepaald door de<br />
lengte van de voorstag. Om de hellingshoek en de<br />
daarbij behorende voorstag lengte te meten en te<br />
bepalen, wordt er een gewicht aan de grootval<br />
gedaan. Dit fungeert dan als schietlood. Op de<br />
hoogte van de giekbevestiging (lummel) wordt de<br />
afstand van de val t.o.v. de mast gemeten. Deze<br />
afstand moet bij een torentuig (merenpoort) tussen<br />
de 1 à 2 % van de hoogte v het voorzeil driehoek<br />
bedragen.<br />
De hoogte van de voorzeil driehoek is de afstand van de mastvoet tot de tophoek van de<br />
fok. Bij een merenpoort is dit ongeveer de lengte van de mast zelf. Bij een verlenging<br />
van de voorstag verplaatst het zeilzwaartepunt zich naar achteren (het schip wordt dan<br />
meer loefgierig). Voor onze merenpoorten gebruiken we een gemiddelde<br />
masthellingshoek (8 à 10 cm).<br />
Aldus is de basis trim instelling van de mast een feit.<br />
23