Milieu-inspectieplan 2012 - Lne.be
Milieu-inspectieplan 2012 - Lne.be
Milieu-inspectieplan 2012 - Lne.be
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Voorwoord ..........................................................................................................................3<br />
1 Toelichting ......................................................................................................................5<br />
1.1 Uitvoeren van het <strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong>: de <strong>be</strong>langrijkste kernactiviteit van de<br />
afdeling <strong>Milieu</strong>-inspectie ...........................................................................................6<br />
1.2 Organisatie van de afdeling <strong>Milieu</strong>-inspectie ..........................................................9<br />
1.3 Planning van de handhavingsactiviteiten ............................................................. 10<br />
1.4 Totstandkoming van het <strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> .................................................... 11<br />
1.5 Het <strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> in de <strong>be</strong>leidscyclus ....................................................... 11<br />
1.6 Het <strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> in overleg met andere actoren ................................... 11<br />
1.7 Doelstellingen .......................................................................................................... 12<br />
1.8 Handhavingsactiviteiten ......................................................................................... 13<br />
1.9 Tijds<strong>be</strong>steding ......................................................................................................... 14<br />
1.10 Plannen en prioriteiten ........................................................................................... 15<br />
2 Specifieke handhavingscampagnes ............................................................................ 18<br />
2.1 Projecten .................................................................................................................. 18<br />
2.2 Acties ........................................................................................................................ 19<br />
2.3 Specifieke handhavingscampagnes vorige jaren .................................................. 19<br />
3 Routine ......................................................................................................................... 20<br />
4 Reactieve controles...................................................................................................... 20<br />
5 Voortgangscontrole (milieuhandhavingsinstrumentarium) .................................... 21<br />
6 Eigen initiatief .............................................................................................................. 21<br />
7 Seveso II-inspectieprogramma en GPBV-handhavingssyteem ............................. 22<br />
7.1 Toelichting bij het Seveso II-inspectieprogramma ............................................. 22<br />
7.2 Toelichting bij het GPBV-handhavingssysteem ................................................. 25<br />
8 Fiches en overzichtsta<strong>be</strong>l ........................................................................................... 28<br />
8.1 Fiches projecten ...................................................................................................... 28<br />
8.2 Fiches acties ............................................................................................................. 28<br />
8.3 Fiches routine .......................................................................................................... 29<br />
8.4 Overzichtsta<strong>be</strong>l ....................................................................................................... 79<br />
Gebruikte Afkortingen .................................................................................................... 80
Voorwoord<br />
Met het <strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> (MIP) <strong>2012</strong>, het zestiende in zijn soort, krijgt u een goed <strong>be</strong>eld van<br />
de manier waarop onze afdeling haar taak als Vlaamse handhavingsinstantie voor de<br />
milieuhygiëneregelgeving invult. Het MIP <strong>2012</strong> volgt de Aan<strong>be</strong>veling van het Europees Parlement en de<br />
Raad <strong>be</strong>treffende minimumcriteria voor milieu-inspecties en vormt de basis voor een doelmatig, deskundig,<br />
uniform, integraal en sturend handhavings<strong>be</strong>leid, dat moet leiden tot een hoog<br />
<strong>be</strong>schermingsniveau voor mens en milieu.<br />
In het MIP <strong>2012</strong> zijn alle handhavingsactiviteiten van de afdeling opgenomen. Het MIP <strong>2012</strong> is<br />
het resultaat van intensief intern overleg waarin alle milieu-inspecteurs hun stem konden laten<br />
horen. Heel wat inspectiecampagnes kaderen in of geven ondersteuning aan projecten van het<br />
MINA-plan 4 of geven uitvoering aan regionale, nationale en internationale verplichtingen.<br />
Opnieuw wil onze afdeling tijdens de uitvoering van het MIP nauw overleggen met andere<br />
handhavingsinstanties op lokaal, gewestelijk en federaal niveau.<br />
Het MIP <strong>2012</strong> geeft uitvoering aan de Beleidsnota Leefmilieu en Natuur 2009-2014 van Vlaams<br />
minister voor Leefmilieu, Joke Schauvliege, door bijzondere aandacht te <strong>be</strong>steden aan twee<br />
specifieke doelgroepen nl. Seveso<strong>be</strong>drijven enerzijds en GPBV-<strong>be</strong>drijven anderzijds en door ook<br />
een flink deel van de <strong>be</strong>schikbare inspectietijd te voorzien voor ketentoezicht op afvalstoffen.<br />
Ook emissiegerichte inspecties en controle van zelfcontroleactiviteiten van de <strong>be</strong>drijven worden<br />
in dit kader onverminderd verdergezet in verschillende acties van het MIP <strong>2012</strong>. Daarnaast is er<br />
in diverse acties ook aandacht voor andere accenten uit de Beleidsnota o.a. voor de<br />
fijnstofproblematiek.<br />
Net zoals in 2011, zullen de geplande handhavingsactiviteiten van het MIP <strong>2012</strong> geïntegreerd<br />
worden in het <strong>Milieu</strong>handhavingsprogramma van de Vlaamse Hoge Raad voor <strong>Milieu</strong>handhaving,<br />
<strong>be</strong>halve wat controles in het kader van de Seveso II-richtlijn <strong>be</strong>treft.<br />
Met de publicatie van de Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24<br />
novem<strong>be</strong>r 2010 inzake industriële emissies (geïntegreerde preventie en <strong>be</strong>strijding van<br />
verontreiniging) in het Publicatieblad van de Europese Unie op vrijdag 17 decem<strong>be</strong>r 2010,<br />
worden strikte eisen i.v.m. <strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong>ning aan de EU-lidstaten opgelegd. Voor het MIP<br />
van de afdeling <strong>Milieu</strong>-inspectie wachten dus nieuwe uitdagingen in de nabije toekomst. Zo zullen<br />
inspecties bij <strong>be</strong>drijven die onder de IE Richtlijn vallen (de GPBV-<strong>be</strong>drijven met uitbreiding) op<br />
een risicogebaseerde wijze moeten geprogrammeerd worden tegen 2013.<br />
Het MIP <strong>2012</strong> is, net als de vorige jaarplannen, erg ambitieus. Planmatig en systematisch werken<br />
vereist veel van een organisatie. Toch zijn we er meer dan ooit van overtuigd verder te gaan langs<br />
de ingeslagen weg van een systematische en gecoördineerde handhaving. Net zoals vorige <strong>Milieu</strong><strong>inspectieplan</strong>nen<br />
is dit plan unaniem goedgekeurd door de leden van de stafvergadering van de<br />
afdeling, nl. het afdelingshoofd, de diensthoofden en de stafmedewerkers. Samen, met alle<br />
medewerkers van de afdeling <strong>Milieu</strong>-inspectie streven we naar een zo volledig mogelijke<br />
uitvoering van dit plan.<br />
In het kader van een maximale transparantie en professionaliteit van de handhaving is de <strong>Milieu</strong>inspectie<br />
gewonnen voor een actieve openbaarheid van het jaarplan. De afdeling <strong>Milieu</strong>-inspectie<br />
zal het dan ook publiceren op haar website: www.milieu-inspectie.<strong>be</strong>.<br />
Dr. Sc. Ro<strong>be</strong>rt Baert<br />
Afdelingshoofd
1 Toelichting<br />
De afdeling <strong>Milieu</strong>-inspectie (MI) is een handhavingsentiteit. Haar opdracht is de handhaving van<br />
de milieuhygiënewetgeving. Om die taak te vervullen, zijn er een aantal kernactiviteiten die op een<br />
georganiseerde manier moeten worden uitgevoerd.<br />
De <strong>be</strong>langrijkste kernactiviteit van de afdeling is „het uitvoeren van het <strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong>‟<br />
(MIP). Haar <strong>be</strong>langrijkste doelgroep zijn de klasse 1- hinderlijke inrichtingen, haar <strong>be</strong>langrijkste<br />
doelstelling is het ver<strong>be</strong>teren van de leefmilieukwaliteit. De afdeling inspecteert klasse 1-<br />
<strong>be</strong>drijven en neemt maatregelen om de naleving van de milieuwetgeving af te dwingen. Na de<br />
hervorming van de Vlaamse overheid op 1 april 2006 speelt de afdeling ook een sleutelrol in het<br />
ketentoezicht op afvalstoffen. Vanaf dat ogenblik werd ook de uitvoering van controles op het<br />
transport van afvalstoffen een <strong>be</strong>langrijk actiepunt van de afdeling.<br />
Het <strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong>, het zestiende jaarplan van de afdeling <strong>Milieu</strong>-inspectie op rij,<br />
omvat alle activiteiten van de afdeling die te maken heb<strong>be</strong>n met het controleren van klasse 1inrichtingen<br />
en afvaltransporten en met de maatregelen die in dit kader worden genomen.<br />
Daarnaast voert de afdeling <strong>Milieu</strong>-inspectie nog een aantal andere kernactiviteiten uit. Deze<br />
vormen geen onderwerp van het <strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong>. De afdeling is er echter van overtuigd dat<br />
in de toekomst dit MIP zal uitgroeien tot een milieuhandhavingsplan voor de afdeling waarin alle<br />
kernactiviteiten van de afdeling zijn opgenomen. Het MIP <strong>2012</strong> zal ook worden geïntegreerd in<br />
het <strong>Milieu</strong>handhavingsprogramma van de Vlaamse Hoge Raad voor <strong>Milieu</strong>handhaving, <strong>be</strong>halve<br />
wat controles i.h.k.v. de Seveso II-richtlijn <strong>be</strong>treft.<br />
Het hoofd<strong>be</strong>standdeel van dit document is een bundeling van de controles voor het volgend<br />
werkjaar. Dit document schetst echter ook het kader waarbinnen de afdeling <strong>Milieu</strong>-inspectie<br />
opereert en licht de opties en randvoorwaarden van het plan toe. Op die manier stemmen we<br />
onze aanpak af op de Europese vereisten inzake inspectie van risicovolle en sterk<br />
milieu<strong>be</strong>lastende <strong>be</strong>drijven. Het uitvoeren van planmatige controles is namelijk een basiskeuze<br />
voor de <strong>Milieu</strong>-inspectie, die invloed heeft op de hele werking en organisatiestructuur van de<br />
afdeling.<br />
Een goed jaarplan moet helpen het werkvolume en de werkdruk te <strong>be</strong>heersen. Bovendien biedt<br />
planmatig werken de <strong>be</strong>ste garantie voor een uniforme en diepgaande aanpak. Toch leidt een<br />
goede planning niet altijd tot een goede uitvoering: er moeten ook prioriteiten worden gelegd.<br />
Binnen het plan krijgen de specifieke handhavingscampagnes alvast een zeer hoge prioriteit. Een<br />
gevolg kan zijn dat niet alle routineopdrachten en reactieve controles kunnen worden uitgevoerd<br />
zoals voorgenomen.<br />
Bij de opmaak van dit plan worden een aantal <strong>be</strong>ginselen van professioneel projectmanagement<br />
toegepast: doelstellingen en verantwoordelijkheden worden duidelijk vastgelegd, mijlpalenplannen<br />
worden uitgetekend, criteria voor succes worden <strong>be</strong>paald, … . Bovendien worden voor de<br />
uitvoering van het plan alle interne diensten en personeelsleden maximaal geresponsabiliseerd.<br />
Voorliggend jaarplan is zeer ambitieus en maximalistisch ingevuld. Dit jaarplan moet dan ook<br />
worden <strong>be</strong>schouwd als een uitdaging voor de ganse afdeling. Door de uitvoering ervan zullen<br />
heel wat <strong>be</strong>langrijke milieutechnische saneringen worden verwezenlijkt, of minstens dichterbij<br />
worden gebracht.<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 5
1.1 Uitvoeren van het <strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong>: de <strong>be</strong>langrijkste kernactiviteit van de<br />
afdeling <strong>Milieu</strong>-inspectie<br />
Naar aanleiding van de hervorming van de Vlaamse overheid op 1 april 2006 werden binnen het<br />
departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE) een aantal nieuwe <strong>be</strong>voegdheden opgenomen,<br />
andere werden afgestaan; ook werd de organisatiestructuur grondig gewijzigd. Dit had voor<br />
gevolg dat de strategische doelstellingen en de visie van het departement opnieuw moesten<br />
herzien worden. Ook de verschillende afdelingen moesten hun doelstellingen en kernactiviteiten<br />
herzien, aangezien deze moeten bijdragen aan de strategische doelstellingen van het departement.<br />
Als gevolg moest ook de personeelsinvulling aangepast worden. Alle afdelingen van het<br />
departement maakten in het voorjaar van 2007 deze grondige oefening, „Strategisch, Operationeel<br />
en Personeelsplan (SOP)‟ genaamd.<br />
Deze oefening werd hernomen in 2010. De implementatie van het <strong>Milieu</strong>handhavingsdecreet<br />
sinds 1 mei 2009 kreeg een vertaalslag in de operationele doelstellingen van het nieuwe SOP in<br />
die zin dat de rol van de afdeling <strong>Milieu</strong>-inspectie in de gehele handhavingsketen duidelijk wordt<br />
afgebakend t.o.v. die van de nieuwe afdeling <strong>Milieu</strong>handhaving, <strong>Milieu</strong>schade en Crisis<strong>be</strong>heer in<br />
het departement LNE. Het SOP 2010 vermeldt: de <strong>be</strong>staansreden van de afdeling <strong>Milieu</strong>inspectie<br />
is de milieuhandhaving (van de milieuhygiënewetgeving). Het milieuhandhavingsproces<br />
<strong>be</strong>staat uit: toezicht houden, <strong>be</strong>stuurlijke maatregelen nemen en sanctioneren. De sanctionering is<br />
geen taak van de afdeling <strong>Milieu</strong>-inspectie.<br />
Het SOP <strong>2012</strong> van de afdeling <strong>Milieu</strong>-inspectie gaat, net als in 2011 en 2010, uit van drie<br />
strategische doelstellingen voor de afdeling:<br />
1. Handhaving van de milieuhygiënewetgeving versterken voor een kwaliteitsvol leefmilieu<br />
2. Actieve wisselwerking met andere milieu(handhavings)actoren intensifiëren<br />
3. Versterken van de deskundigheid<br />
Deze strategische doelstellingen worden ingevuld door een aantal kernactiviteiten die de<br />
dagelijkse werking van de afdeling omvatten. De kernactiviteiten zijn:<br />
1. Planmatig toezicht houden en maatregelen nemen<br />
1.1. Opstellen van het milieu-inspectieprogramma (MIP)<br />
1.2. Uitvoeren MIP (specifieke handhavingscampagnes, routinecontroles, reactieve controles,<br />
voortgangscontroles en eigen initiatief)<br />
1.3. Implementeren van handhavingssystemen voor Seveso, GPBV en ketentoezicht<br />
afvalstromen<br />
1.4. Implementeren van een permanentie- en responssysteem voor oproepen, meldingen van<br />
voorvallen (incl. milieuschadegevallen) en crisissen (incl. milieu-incidenten), voor<br />
wintersmogperiodes en voor ondersteuning van ketentoezicht afvaloverbrengingen<br />
1.5. Optimaliseren van het milieuhandhavingsinstrumentarium<br />
1.6. Uitbouwen en <strong>be</strong>heren van een geïntegreerd informatie- en dossier<strong>be</strong>heersysteem<br />
1.7. Administratief ondersteunen (secretariaat, personeel, logistiek, financiën, ICT)<br />
2. Voortrekker zijn bij de <strong>be</strong>leidsvoor<strong>be</strong>reiding, -uitvoering en -evaluatie van de<br />
milieuhandhaving (toezicht houden en maatregelen nemen) van de milieuhygiënewetgeving<br />
2.1. Overleggen/samenwerken op intra-, inter- en supragewestelijk niveau met andere<br />
milieu(handhavings)actoren<br />
2.2. Uitdragen van handhaving naar overige handhavers in het Vlaamse Gewest<br />
2.3. Meten, evalueren en rapporteren: uitdragen en toelichten van de handhavingsactiviteiten<br />
en –resultaten (o.a. milieuhandhavingsrapport)<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 6
2.4. Terugkoppelen van de ervaringen uit het veld naar de <strong>be</strong>leidsmakers<br />
2.5. Pro-actief toetsen van de handhaafbaarheid en hanteerbaarheid van ontwerpregelgeving<br />
2.6. Beleidsvoor<strong>be</strong>reiding: bijdragen aan het opstellen en omzetten van Europese regelgeving<br />
3. Versterken van de deskundigheid<br />
3.1. Organiseren en volgen van vorming en training<br />
3.2. Opzoeken en verwerken van juridische, milieutechnische en <strong>be</strong>leidsinformatie<br />
De strategische doelstellingen en de kernactiviteiten zijn recurrent voor de afdeling. Elk jaar<br />
wordt aan een aantal kernactiviteiten extra aandacht <strong>be</strong>steed. Dit ge<strong>be</strong>urt zowel planmatig nl.<br />
onder de vorm van operationele doelstellingen voor de afdeling voor het <strong>be</strong>schouwde werkjaar<br />
als organisatorisch nl. door tijdelijke inzet van meer personele middelen. Belangrijkste<br />
aandachtspunt voor <strong>2012</strong> is de implementatie van een handhavingssysteem voor GPBV<strong>be</strong>drijven<br />
in uitvoering van de Richtlijn Industriële emissies.<br />
Kernactiviteit 2 „Uitvoeren MIP (specifieke handhavingscampagnes, routinecontroles, reactieve<br />
controles, voortgangscontroles en eigen initiatief)‟ <strong>be</strong>staat uit vier deelactiviteiten:<br />
- uitvoering<br />
- coördinatie en sturing<br />
- administratieve ondersteuning<br />
- juridische ondersteuning<br />
Dit MIP <strong>2012</strong> omvat enkel het deelaspect „uitvoering‟ van de kernactiviteit „Uitvoeren MIP<br />
(specifieke handhavingscampagnes, routinecontroles, reactieve controles, voortgangscontroles en<br />
eigen initiatief)‟, goed voor ongeveer twee derden van de tijds<strong>be</strong>steding van alle toezichthouders<br />
van de afdeling. Uiteraard zijn ook de andere kernactiviteiten gepland en <strong>be</strong>groot qua budget en<br />
tijd, alsook de andere deelactiviteiten van kernactiviteit 2, maar deze zijn niet het onderwerp van<br />
dit MIP.<br />
Het uitvoeren van het MIP <strong>be</strong>helst het uitvoeren van inspecties en het nemen van maatregelen<br />
binnen het kader van specifieke handhavingscampagnes, routinecontroles, reactieve controles,<br />
voortgangscontroles en ook op eigen initiatief. Verder in de tekst wordt het geheel van de<br />
<strong>be</strong>trokken activiteiten in dit kader voor de eenvoud „handhavingsactiviteiten‟ genoemd.<br />
Inspecteren houdt in:<br />
- toezicht houden (o.m. klachten <strong>be</strong>handelen);<br />
- ambtshalve controleren (o.m. toezicht op ingedeelde inrichtingen in hoofdzaak van klasse 1,<br />
controles in kader van ketentoezicht op afvalstoffen);<br />
- technische expertise verlenen bij gerechtelijk onderzoek.<br />
Maatregelen nemen houdt in:<br />
- processen-verbaal opmaken en doorsturen naar de Procureur des Konings;<br />
- verslagen van vaststelling opmaken en doorsturen naar de afdeling <strong>Milieu</strong>handhaving,<br />
<strong>Milieu</strong>schade en Crisis<strong>be</strong>heer<br />
- raadgevingen en aanmaningen geven, saneringsprojecten initiëren, volgen en evalueren;<br />
- <strong>be</strong>stuurlijke maatregelen opleggen;<br />
- verzoeken tot schorsing/opheffing van de milieuvergunning, verzoeken om<br />
milieuvergunningsvoorwaarden te wijzigen of aan te vullen.<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 7
Voor de uitvoering van deze kernactiviteit put de afdeling <strong>Milieu</strong>-inspectie haar <strong>be</strong>voegdheden<br />
uit artikel 21 van het <strong>be</strong>sluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van titel XVI van het decreet<br />
van 5 april 1995 houdende algemene <strong>be</strong>palingen inzake milieu<strong>be</strong>leid dd 12-12-2008:<br />
1° titel III, titel IV en titel XV van het decreet houdende algemene <strong>be</strong>palingen inzake<br />
milieu<strong>be</strong>leid;<br />
2° de wet Luchtverontreiniging;<br />
3° de wet Oppervlaktewateren;<br />
4° de wet Geluidshinder;<br />
4°/1 de wet <strong>be</strong>treffende de schadelijke effecten en de hinder van niet-ioniserende stralingen,<br />
infrasonen en ultrasonen;<br />
5° het Afvalstoffendecreet;<br />
6° het Grondwaterdecreet;<br />
7° het <strong>Milieu</strong>vergunningendecreet;<br />
8° de uitvoerings<strong>be</strong>sluiten van de wetten en decreten, vermeld in punt 1° tot en met 7°;<br />
9° verordening (EG) nr. 1005/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 septem<strong>be</strong>r<br />
2009 <strong>be</strong>treffende de ozonlaagafbrekende stoffen;<br />
10° verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees parlement en de Raad van 21 okto<strong>be</strong>r<br />
2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie<br />
<strong>be</strong>stemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening<br />
(EG) nr. 1774/2002; Verordening (EU) Nr. 142/2011 van de Commissie van 25 februari<br />
2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en<br />
de Raad tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke<br />
consumptie <strong>be</strong>stemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot uitvoering van<br />
Richtlijn 97/78/EG van de Raad wat <strong>be</strong>treft <strong>be</strong>paalde monsters en producten die vrijgesteld<br />
zijn van veterinaire controles aan de grens krachtens die richtlijn;<br />
11° verordening (EG) nr. 850/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004<br />
<strong>be</strong>treffende de persistente organische verontreinigde stoffen en tot wijziging van richtlijn<br />
97/117/EEG;<br />
12° verordening (EG) nr. 166/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 18 januari<br />
2006 <strong>be</strong>treffende de instelling van een Europees register inzake de uitstoot en overbrenging<br />
van verontreinigende stoffen en tot wijziging van de richtlijn 91/689/EEG en 96/61/EG<br />
van de Raad;<br />
13° verordening (EG) nr. 842/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006<br />
inzake <strong>be</strong>paalde gefluoreerde broeikasgassen;<br />
14° verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006<br />
<strong>be</strong>treffende de overbrenging van afvalstoffen;<br />
15° verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 decem<strong>be</strong>r<br />
2006 inzake de registratie van en de autorisatie en <strong>be</strong>perkingen ten aanzien van chemische<br />
stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen,<br />
houdende wijziging van richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van verordening<br />
(EEG) nr. 793/93 van de Raad en verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie<br />
alsmede richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de richtlijn 91/155/EEG, 93/67/EEG,<br />
93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie;<br />
16° verordening (EG) nr. 1418/2007 van de Commissie van 29 novem<strong>be</strong>r 2007 <strong>be</strong>treffende de<br />
uitvoer, met het oog op terugwinning, van <strong>be</strong>paalde afvalstoffen, vermeld in bijlage III of<br />
III A bij verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad, naar<br />
<strong>be</strong>paalde landen waarop het OESO-<strong>be</strong>sluit <strong>be</strong>treffende het toezicht op de<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 8
grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen niet van toepassing is;<br />
17° het Mestdecreet en de uitvoerings<strong>be</strong>sluiten ervan;<br />
18° het Oppervlaktedelfstoffendecreet en de uitvoerings<strong>be</strong>sluiten ervan;<br />
19° het decreet Diepe Ondergrond en de uitvoerings<strong>be</strong>sluiten ervan.<br />
Voor de controles i.h.k.v. de Seveso II-richtlijn put de afdeling haar <strong>be</strong>voegdheid uit artikel 5 §3.<br />
van het samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999 tussen de Federale Staat, het Vlaams, het Waals<br />
en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest <strong>be</strong>treffende de <strong>be</strong>heersing van de gevaren van zware<br />
ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn <strong>be</strong>trokken en uit artikel 4 van het <strong>be</strong>sluit van de<br />
Vlaamse regering van 22 juni 2001 tot aanwijzing van de <strong>be</strong>voegde diensten in het Vlaams<br />
Gewest ter uitvoering van het samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999 tussen de Federale Staat,<br />
het Vlaams, het Waals en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest <strong>be</strong>treffende de <strong>be</strong>heersing van de<br />
gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn <strong>be</strong>trokken.<br />
1.2 Organisatie van de afdeling <strong>Milieu</strong>-inspectie<br />
De organisatiestructuur van de afdeling <strong>Milieu</strong>-inspectie is tweeledig. Enerzijds is er de klassieke<br />
verticale, hiërarchische structuur van de afdeling, met een buitendienst per Vlaamse provincie en<br />
een Hoofd<strong>be</strong>stuur in Brussel, in 2006 aangevuld met een nieuwe dienst, Toezicht<br />
zwarerisico<strong>be</strong>drijven. Twee stafmedewerkers staan in voor de administratieve ondersteuning van<br />
de afdeling (personeel, logistiek, financiën, ICT).<br />
Daarnaast is er nog de horizontale, themagerichte structuur van de afdeling, die zijn oorsprong<br />
vond in de confrontatie met een veelheid en diversiteit aan regelgeving, te controleren activiteiten<br />
en te controleren <strong>be</strong>drijven. Per milieucompartiment werd een werkgroep opgericht: Afval,<br />
Bodem en Grondwater, Geluid en Trillingen, GGO‟s, Lucht en Geur, Ozonafbrekende stoffen<br />
en Gefluoreerde Broeikasgassen en Water. De GPBV-werkgroepen industrie & landbouw,<br />
bundelen de expertise bij de uitvoering van GPBV-controles (zie verder). Het „ketenteam‟, in<br />
2006 opgericht naar aanleiding van de hervormingen van de Vlaamse overheid, sluit aan bij de<br />
werkgroep Afval en spitst zich vooral toe op afvaltransportcontroles langs de weg en in de<br />
zeehavens. De leden van het ketenteam werken provinciegrensoverschrijdend.<br />
Een werkgroep is samengesteld uit vertegenwoordigers van de buitendiensten en één of twee<br />
vertegenwoordigers van het Hoofd<strong>be</strong>stuur, die fungeren als gangmaker. Bij de samenstelling van<br />
de werkgroepen is rekening gehouden met de ervaring en de specialismen van de <strong>be</strong>trokkenen.<br />
De werkgroepwerking moet garant staan voor een gecoördineerde en uniforme aanpak in het<br />
hele Vlaamse Gewest.<br />
De werkgroepen initiëren en <strong>be</strong>geleiden of ondersteunen de specifieke handhavingscampagnes.<br />
Het Hoofd<strong>be</strong>stuur vervult een ondersteunende taak en waakt over de diepgang, de uniforme<br />
uitvoering, de afstemming en integratie van de verschillende specifieke campagnes. Het<br />
Hoofd<strong>be</strong>stuur coördineert ook de opmaak van het <strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> en de evaluatie van de<br />
uitvoering ervan. De buitendiensten staan in hoofdzaak in voor de inspecties, het nemen van de<br />
maatregelen en de verdere voortgangscontrole van de <strong>be</strong>drijfsdossiers, en verzekeren de<br />
coördinatie van een aantal activiteiten. De <strong>be</strong>langrijkste taak van Toezicht zwarerisico<strong>be</strong>drijven is<br />
de planmatige en systematische controle van de zogenaamde Seveso<strong>be</strong>drijven. Elke dienst (de vijf<br />
buitendiensten, het Hoofd<strong>be</strong>stuur en Toezicht zwarerisico<strong>be</strong>drijven) wordt geleid door een<br />
diensthoofd. De algehele leiding van de afdeling <strong>be</strong>rust bij het afdelingshoofd.<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 9
Verder in dit document wordt nader toegelicht wat de precieze opdrachten zijn van de<br />
verschillende entiteiten in de onderscheiden handhavingsactiviteiten.<br />
1.3 Planning van de handhavingsactiviteiten<br />
In dit MIP wordt getracht al de handhavingsactiviteiten van de afdeling <strong>Milieu</strong>-inspectie van de<br />
kernactiviteit „Uitvoeren MIP‟ in kaart te brengen en te <strong>be</strong>groten qua budget en personeelsinzet.<br />
Daarvoor zijn verschillende redenen.<br />
Essentieel is dat alle handhavingsacties worden uitgevoerd op basis van een diepgaand inzicht.<br />
De uitdaging waar de Vlaamse handhavers voor staan is ervoor te zorgen dat het toezicht op de<br />
naleving van de milieuwetgeving evolueert van toevalstreffers naar een planmatige handhaving.<br />
Uitwerking kan via een jaarplan voor de handhaving, waarin de prioriteiten voor een <strong>be</strong>paald<br />
werkjaar worden vastgelegd en de handhavingsacties worden gepland.<br />
Ook <strong>be</strong>langrijk is de algemene Europese trend naar een meer systematische, planmatige,<br />
gecoördineerde en geïntegreerde handhaving. Enerzijds is er de op 27 april 2001 in het Europees<br />
Publicatieblad gepubliceerde aan<strong>be</strong>veling van het Europees Parlement en de Raad van 4 april<br />
2001 <strong>be</strong>treffende minimumcriteria voor milieu-inspecties in de lidstaten Anderzijds is er de<br />
nieuwe Richtlijn Industriële Emissies, PB EU 2010/334, op 17 decem<strong>be</strong>r 2010 gepubliceerd in<br />
het Europees Publicatieblad, die een risicogebaseerde inspectiefrequentie, via een<br />
inspectieprogramma en –plan, oplegt voor de onder deze richtlijn ressorterende installaties (dit<br />
zijn de installaties van de vroegere GPBV-richtlijn en geringe uitbreiding). Daarnaast is er de<br />
Seveso II-richtlijn 1 die specifieke eisen oplegt in verband met inspectie. De opmaak en uitvoering<br />
van een inspectieprogramma horen bij de <strong>be</strong>langrijkste daarvan. Zo‟n plan moet zeker de aard<br />
van de geplande onderzoeken, de toe te passen methodiek en de voorziene periodiciteit<br />
vermelden.<br />
In de aan<strong>be</strong>veling, die van de drie bovenvermelde regelgevingen het breedste toepassingsgebied<br />
heeft, zijn <strong>be</strong>langrijke <strong>be</strong>palingen opgenomen inzake planning. De aanhef verwoordt de noodzaak<br />
tot planning als volgt: “Om de doeltreffendheid van dit inspectiesysteem te garanderen, dienen de<br />
lidstaten erop toe te zien dat de milieu-inspectieactiviteiten van tevoren worden gepland.” Er<br />
wordt in de aan<strong>be</strong>veling een onderscheid gemaakt tussen routinematige en incidentele milieuinspecties.<br />
De eerste groep maakt deel uit van een vooraf vastgesteld <strong>inspectieplan</strong>. De tweede<br />
soort vindt plaats bijvoor<strong>be</strong>eld bij onderzoek naar ongevallen, incidenten of gevallen van nietnaleving<br />
van de voorschriften, of naar aanleiding van een klacht, e.a.<br />
Hoofdstuk IV werkt de milieu-<strong>inspectieplan</strong>nen verder uit. De lidstaten moeten ervoor zorgen<br />
dat de milieu-<strong>inspectieplan</strong>nen het hele grondgebied en de gecontroleerde installaties daarin<br />
omvatten, en dat de plannen onder andere op basis van een algemene evaluatie van de <strong>be</strong>langrijke<br />
milieuvraagstukken worden opgesteld. Verder wordt nog gesteld dat het plan tenminste de<br />
routinematige milieu-inspecties moet voorschrijven, en moet voorzien in procedures voor<br />
incidentele milieu-inspecties.<br />
Over het lopende Seveso II-inspectieprogramma en het concept van GPBV-handhavingssysteem<br />
(in uitvoering van de Richtlijn Industriële Emissies) kunt u meer lezen in hoofdstuk 7.<br />
1 Seveso II-richtlijn: richtlijn 96/82/EG van 9 decem<strong>be</strong>r 1996 <strong>be</strong>treffende de <strong>be</strong>heersing van de gevaren van zware<br />
ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn <strong>be</strong>trokken<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 10
1.4 Totstandkoming van het <strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong><br />
De opmaak van het MIP <strong>2012</strong> ge<strong>be</strong>urde gespreid over het hele jaar 2011. Het eerste kader<br />
ontstond bij het indienen van de <strong>be</strong>grotingsvoorstellen (voorjaar 2011).<br />
De werkgroepen stelden een aantal projecten, acties en handhavingsstudies (specifieke<br />
handhavingscampagnes) voor en gaven aan de hand van een aantal criteria hun voorkeuren aan.<br />
Na de zomer werkten de werkgroepgangmakers van het Hoofd<strong>be</strong>stuur deze voorstellen meer in<br />
detail uit en deden een inschatting van de <strong>be</strong>nodigde VTE en het budget. Deze voorstellen<br />
werden intern <strong>be</strong>sproken door de leden van de stafvergadering (diensthoofden, stafleden en<br />
afdelingshoofd) en prioriteiten werden gelegd.<br />
De leden van de stafvergadering aanvaardden het MIP <strong>2012</strong> principieel op 22 decem<strong>be</strong>r 2011.<br />
1.5 Het <strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> in de <strong>be</strong>leidscyclus<br />
Hoewel het uitvoeren van het MIP de <strong>be</strong>langrijkste kernactiviteit van de afdeling uitmaakt en dus<br />
veruit de meeste tijd in <strong>be</strong>slag neemt, <strong>be</strong>tekent dat niet dat de andere opdrachten van de afdeling<br />
worden veronachtzaamd. Ze worden echter niet opgenomen in dit <strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong>.<br />
Het feit dat het MIP zich <strong>be</strong>perkt tot het deelaspect „uitvoering‟ van deze kernactiviteit <strong>be</strong>tekent<br />
echter geenszins dat er geen verbanden <strong>be</strong>staan met andere <strong>be</strong>leidsinstrumenten en andere<br />
<strong>be</strong>leidsactoren. De meeste (nieuwe) specifieke handhavingscampagnes heb<strong>be</strong>n een link met het<br />
MINA-plan 4. Een overzicht wordt gegeven in de ta<strong>be</strong>l bij de volgende paragraaf.<br />
1.6 Het <strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> in overleg met andere actoren<br />
Naast de afdeling <strong>Milieu</strong>-inspectie zijn nog andere gewestelijke, federale en lokale actoren<br />
<strong>be</strong>trokken bij de handhaving van de milieuhygiënewetgeving. Elk van die instanties heeft hierbij<br />
een eigen rol, opdracht en inbreng. De verschillende invalshoeken, de kennis en de ervaring bij<br />
deze diensten kunnen een waardevolle bijdrage leveren aan het geheel van de handhaving. Met de<br />
implementatie van het <strong>Milieu</strong>handhavingsdecreet (mei 2009) wordt het formaliseren van de<br />
samenwerking tussen de verschillende handhavingsactoren één van de <strong>be</strong>langrijkste opdrachten<br />
van de Vlaamse Hoge Raad voor <strong>Milieu</strong>handhaving.<br />
In de ta<strong>be</strong>l op de volgende bladzijde wordt aangegeven met welke actoren wordt overlegd bij de<br />
realisatie van de projecten, acties en specifieke handhavingsstudies en wat de relatie is met het<br />
MINA-plan 4.<br />
Door de steeds verdergaande mondialisering <strong>be</strong>vindt de handhaving zich meer en meer in een<br />
internationale context. De afdeling <strong>Milieu</strong>-inspectie heeft daarom als taak gewestoverschrijdende<br />
en internationale contacten te leggen en actief deel te nemen aan de tot stand koming van<br />
internationale vernieuwingen en tendensen. Dit ge<strong>be</strong>urt in de eerste plaats binnen kernactiviteit 6<br />
„Samenwerken op intra-, inter- en supragewestelijk niveau met andere milieu(handhavings)actoren‟<br />
maar ook in het kader van een aantal specifieke handhavingsacties.<br />
Zo wordt onder meer overlegd met het Waalse gewest, het Brussels Hoofdstedelijk gewest en<br />
met de DREAL van de regio Nord - Pas de Calais in Frankrijk.<br />
Deze contacten moeten het de afdeling <strong>Milieu</strong>-inspectie o.a. mogelijk maken om<br />
gewestoverschrijdende (bv. geurproblematiek en luchtverontreiniging in de omgeving van<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 11
Moeskroen) en grensoverschrijdende (bv. dioxine- en PCB-contaminatie in de omgeving van<br />
Menen) milieuproblemen efficiënt en doelmatig aan te pakken.<br />
Projecten<br />
Acties<br />
Relatie met MINA-plan 4 Overleg met anderen<br />
Thema Titel Nr. Verwijzing naar thema MINA-plan 4<br />
Water Controle op de verwijdering van micropoluenten bij RWZI's P108 7.2.4. Goede toestand watersystemen<br />
B&G Controle van geothermische installaties P524 7.2.4. Goede toestand watersystemen VMM, ALBON, DOV<br />
Afval Controle op sortering van <strong>be</strong>drijfsafval P643 7.2.5. Minder absolute milieudruk<br />
7.2.6. <strong>Milieu</strong>verantwoorde productie en consumptie<br />
OVAM<br />
Controle op het wegtransport van afvalstromen P650 7.2.5. Minder absolute milieudruk OVAM, BIM, DPC, Federale<br />
autoriteiten (politie, FLI)<br />
Controle op de uitvoer van afvalstoffen via zeehavens P651 7.2.5. Minder absolute milieudruk OVAM, BIM, DPC, Federale<br />
autoriteiten (politie, FLI)<br />
Controles in het kader van ketentoezicht P654 7.2.5. Minder absolute milieudruk OVAM, BIM, DPC, Federale<br />
autoriteiten (politie, FLI)<br />
Controle op de sector van afgedankte voertuigen P655 7.2.5. Minder absolute milieudruk<br />
7.2.6. <strong>Milieu</strong>verantwoorde productie en consumptie<br />
OVAM, Scheepvaart- en lokale politie<br />
Controles van de as<strong>be</strong>stverwijderingsketen P990 7.2.1. Betere leefkwaliteit<br />
7.2.5. Minder absolute milieudruk<br />
OVAM<br />
GPBV Geïntegreerde controle van GPBV-landbouw<strong>be</strong>drijven (varkens- en P991 AMV, VLM<br />
pluimvee<strong>be</strong>drijven)<br />
Deze controles heb<strong>be</strong>n een relatie met zowat het hele<br />
Geïntegreerde controle van GPBV-<strong>be</strong>drijven uit de sectoren<br />
chemie en oppervlakte<strong>be</strong>handeling van metalen<br />
P998<br />
spectrum van thema's<br />
REACH Controle op de naleving van REACH P810 Forum Nationaal REACH<br />
Water Controle van RWZI's A111 7.2.4. Goede toestand watersystemen<br />
Controles op vraag van VMM A118 7.2.4. Goede toestand watersystemen VMM<br />
Voedings<strong>be</strong>drijven onder richtlijn 91/271 A217 7.2.4. Goede toestand watersystemen<br />
Lozing van gevaarlijke stoffen A237/8/9 7.2.4. Goede toestand watersystemen<br />
Controle van car- en truckwashes A242 7.2.4. Goede toestand watersystemen<br />
Lozen van verontreinigd hemelwater A243 7.2.4. Goede toestand watersystemen<br />
Lozen van koelwater A244 7.2.4. Goede toestand watersystemen<br />
Ecotoxiciteit van <strong>be</strong>drijfsafvalwater A245 7.2.4. Goede toestand watersystemen<br />
Veiligheid Uitvoering van het Seveso II-inspectieprogramma A316 4.6 Beheersen van risico's FOD WASO, FOD Economie, BIM,<br />
SPW DPA<br />
Controle van de veiligheidsaspecten bij koelinstallaties op<br />
ammoniak<br />
A340<br />
Controle van de opslag van gassen in vaste houders A342<br />
Geluid Geluid- en trillingsonderzoeken A407 7.2.1. Betere leefkwaliteit<br />
Kwaliteitscontrole akoestische onderzoeken A408 7.2.1. Betere leefkwaliteit AMV<br />
B&G Controle van grondwaterwinningen A519 7.2.4. Goede toestand watersystemen VMM<br />
Controle van de zelfcontrole grondwater A522 7.2.4. Goede toestand watersystemen VMM<br />
Afval Controles in het kader van de overeenkomst dierlijke bijproducten A621 7.2.1. Betere leefkwaliteit<br />
7.2.5. Minder absolute milieudruk<br />
OVAM, FAVV, VLM<br />
Inspecties verwerkers organisch-biologische afvalstoffen (OBA) en mest A639 7.2.5. Minder absolute milieudruk<br />
7.2.6. <strong>Milieu</strong>verantwoorde productie en consumptie<br />
OVAM, FAVV, VLM - Mestbank<br />
Lucht Controle op gefluoreerde ozonafbrekende stoffen en<br />
broeikasgassen<br />
A614 7.2.5 Minder absolute milieudruk ALHRMG<br />
Controle van de zelfcontrole lucht A733 7.2.1. Betere leefkwaliteit, 7.2.3. Schonere lucht en<br />
7.2.5. Minder absolute milieudruk<br />
Geuronderzoeken (Maasmechelen, Bavegem, Aarschot) A740 7.2.1. Betere leefkwaliteit <strong>be</strong>trokken gemeenten<br />
Fijn stof (PM10): aanpak van diffuse emissies in 'hot spot'-gebieden A751 7.2.1. Betere leefkwaliteit, 7.2.3. Schonere lucht en<br />
7.2.5. Minder absolute milieudruk<br />
VMM, AMV ALHRMG<br />
Emissiemetingen bij biomassa- en<br />
A755 7.2.1. Betere leefkwaliteit, 7.2.3. Schonere lucht en AMV, ALHRMG, OVAM, VEA, VREG<br />
houtafvalverbrandingsinstallaties<br />
7.2.5. Minder absolute milieudruk<br />
Acties ter <strong>be</strong>perking van de emissie en de verspreiding van zware A757 7.2.1. Betere leefkwaliteit, 7.2.3. Schonere lucht en VMM<br />
metalen naar de lucht<br />
7.2.5. Minder absolute milieudruk<br />
Leak Detection and Repair (LDAR) A759 7.2.3 Schonere lucht en 7.2.5 Minder absolute<br />
milieudruk<br />
ALHRMG<br />
Controle VOS-emissies bij solventverbruikende <strong>be</strong>drijven A760 7.2.3 Schonere lucht en 7.2.5 Minder absolute ALHRMG<br />
Damprecuperatie fase 2 A764 milieudruk<br />
Evaluatie van de implementatie van de stappenplannen bij<br />
A765 7.2.1. Betere leefkwaliteit, 7.2.3. Schonere lucht en VMM<br />
schrootverwerkende <strong>be</strong>drijven + <strong>be</strong>nchmark<br />
7.2.5. Minder absolute milieudruk<br />
GGO Controle van ingeperkt gebruik A850 4.6 Beheersen van risico's AMV, WIV-SBB, AZG-TOVO<br />
Ook het ketentoezicht op de afvalstoffen, waarvan de controles op de in- en uitvoer van<br />
afvalstoffen in de zeehavens en op de weg een <strong>be</strong>langrijk aandeel vormen, vraagt een vlotte<br />
samenwerking met de <strong>be</strong>voegde autoriteiten in de verschillende lidstaten van de Europese Unie.<br />
Naast het uitvoeren van het MIP zal de afdeling <strong>Milieu</strong>-inspectie ook sturen en <strong>be</strong>geleiden, o.a.<br />
door het aanreiken van inspectiemethodieken. Deze aanpak moet worden gezien in het kader van<br />
de integrale <strong>be</strong>nadering van het handhavings<strong>be</strong>leid. Om daaraan invulling te geven zal aan<br />
netwerkvorming moeten worden gedaan. De samenwerking die in dat netwerk kan ontstaan,<br />
moet een synergetisch effect genereren op het vlak van efficiëntie en doelmatigheid van de<br />
handhaving. Het opzetten van een systeem waarbij op een gestructureerde manier relevante<br />
informatie wordt uitgewisseld is hierin onont<strong>be</strong>erlijk.<br />
1.7 Doelstellingen<br />
De doelstellingen van het MIP situeren zich op verschillende niveaus.<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 12
Op het niveau van de organisatie heeft het plan een doelmatige, deskundige, uniforme, integrale<br />
en sturende aanpak van de controles tot doel.<br />
Een tweede <strong>be</strong>langrijke doelstelling situeert zich op het vlak van de effectiviteit van de controles:<br />
het plan moet diepgaande en zo mogelijk geïntegreerde controles voorzien bij klasse 1inrichtingen<br />
die sterk milieu<strong>be</strong>lastend zijn en/of een veiligheidsrisico voor de omgeving<br />
inhouden. Bij de selectie van de <strong>be</strong>drijven moet eveneens rekening worden gehouden met de<br />
milieureputatie van de <strong>be</strong>drijven: werden er in het verleden voldoende milieu- en/of<br />
veiligheidsmaatregelen getroffen?<br />
Ten slotte zijn er voor de verschillende handhavingsactiviteiten zelf nog een aantal<br />
resultaatgerichte doelstellingen. Die doelstellingen worden in de <strong>be</strong>treffende hoofdstukken<br />
toegelicht.<br />
De uitvoering van het plan is de <strong>be</strong>langrijkste kernactiviteit van de afdeling <strong>Milieu</strong>-inspectie. Het<br />
is daarbij <strong>be</strong>langrijk te noteren dat het MIP een uitdaging is voor de afdeling <strong>Milieu</strong>-inspectie en<br />
dus in principe maximalistisch. Allerlei omgevingsfactoren kunnen ervoor zorgen dat het plan<br />
niet volledig kan worden uitgevoerd.<br />
1.8 Handhavingsactiviteiten<br />
Dit plan is ambitieus. Er wordt getracht al de handhavingsactiviteiten van de afdeling <strong>Milieu</strong>inspectie<br />
te <strong>be</strong>groten qua middelen en tijd. Die activiteiten zijn echter talrijk en verscheiden. In<br />
het MIP worden ze gegroepeerd volgens hun aard en oorsprong.<br />
Allereerst zijn er de specifieke handhavingscampagnes, verdeeld in projecten, acties en<br />
handhavingsstudies. In de des<strong>be</strong>treffende hoofdstukken van het plan wordt nader toegelicht wat<br />
precies wordt verstaan onder die activiteiten. In het deel omtrent de specifieke<br />
handhavingscampagnes worden de activiteiten per werkgroep <strong>be</strong>handeld en wordt er een<br />
overzicht gegeven van de specifieke handhavingscampagnes die werden gestart in de voorbije<br />
jaren, maar nog niet werden afgerond.<br />
Naast de specifieke handhavingscampagnes is er nog een brede waaier aan andere<br />
handhavingsactiviteiten, die een <strong>be</strong>langrijke plaats innemen in de werkzaamheden van MI. In het<br />
MIP wordt een onderscheid gemaakt tussen routineopdrachten en reactieve controles.<br />
Bij routineopdrachten ligt het initiatief bij de afdeling <strong>Milieu</strong>-inspectie. Het is de toezichthouder<br />
die in samenspraak met zijn/haar diensthoofd en conform de prioriteitenlijst en andere gemaakte<br />
afspraken <strong>be</strong>slist of een <strong>be</strong>paalde controle wordt uitgevoerd.<br />
Reactieve controles impliceren een reactie op een appel dat wordt gedaan op de afdeling <strong>Milieu</strong>inspectie:<br />
klachten<strong>be</strong>handeling, optreden bij voorvallen, kantschriften van parketten,<br />
informatievraag vanuit de afdeling <strong>Milieu</strong>handhaving, <strong>Milieu</strong>schade en Crisis<strong>be</strong>heer in het kader<br />
van de <strong>be</strong>stuurlijke sanctionering, evaluatieverslagen (<strong>be</strong>oordeling van proefvergunningen, van<br />
nieuwe afvalverwerkings-inrichtingen, van werkplannen). Verdere toelichting wordt gegeven in de<br />
des<strong>be</strong>treffende delen.<br />
Het MIP wordt samengevat in een ta<strong>be</strong>l, waarin voor al de activiteiten zowel de geraamde<br />
tijds<strong>be</strong>steding als het voorziene budget zijn opgenomen.<br />
In de ta<strong>be</strong>l zijn er naast de bovenstaande groepen ook nog de rubrieken “Voortgangscontrole<br />
(milieuhandhavingsinstrumentarium)” en “eigen initiatief” opgenomen. Het is immers zo dat een<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 13
dossier uiterst zelden kan worden afgesloten na één inspectie. Verdere voortgangscontrole is<br />
vereist. Bovendien is het van <strong>be</strong>lang dat de toezichthouders tijd heb<strong>be</strong>n om op eigen initiatief<br />
zogenaamde ambtshalve controles uit te voeren. Dit plan vermeldt ook voor deze activiteiten een<br />
<strong>be</strong>groting qua budget en tijd.<br />
Het Seveso II-inspectieprogramma is in de ta<strong>be</strong>l opgenomen onder de vorm van actie A316.<br />
Aangezien het GPBV-handhavingssysteem nog moet geïmplementeerd worden, komt het nog<br />
niet tot uiting in de overzichtsta<strong>be</strong>l.<br />
1.9 Tijds<strong>be</strong>steding<br />
Aangezien al de handhavingsactiviteiten zijn opgenomen, is er bij de opmaak van het MIP zorg<br />
voor gedragen dat de <strong>be</strong>nodigde tijd zo zorgvuldig mogelijk wordt ingeschat.<br />
Het deelaspect „uitvoering‟ van de kernactiviteit „uitvoering MIP‟ wordt ingevuld door:<br />
- de „operationele‟ TA; dit zijn de toezichthouders van de buitendiensten en de dienst Toezicht<br />
zwarerisico<strong>be</strong>drijven; voor de „operationele‟ TA is de uitvoering van het MIP hun hoofdtaak.<br />
- de „coördinerende/sturende‟ TA; dit zijn het afdelingshoofd, de diensthoofden, de stafleden<br />
en de toezichthouders van het Hoofd<strong>be</strong>stuur; voor de „coördinerende/sturende‟ TA neemt de<br />
louter uitvoering van het MIP een kleiner deel van hun tijd in <strong>be</strong>slag aangezien het gros van<br />
hun tijd in een aantal andere kernactiviteiten vervat is.<br />
In het kader van het SOP is er een <strong>be</strong>groting van de tijd voor elke kernactiviteit ge<strong>be</strong>urd. Hieruit<br />
blijkt dat voor het deelaspect „uitvoering‟ van de kernactiviteit „Uitvoering MIP‟ ongeveer 80 %<br />
van de totale operationele VTE 2 wordt ingezet en ongeveer 20 % van het totaal aan<br />
coördinerende/sturende VTE.<br />
Het totale aantal operationele VTE wordt <strong>be</strong>paald uitgaand van het geschatte personeels<strong>be</strong>stand<br />
in <strong>2012</strong> (officiële VTE). Er worden daarop een aantal correcties uitgevoerd (gecorrigeerde VTE):<br />
voor de nieuwe personeelsleden wordt voor de duur van één jaar (de stageperiode) een<br />
inspectiecapaciteit van 50% gebruikt. Bij de site- en DOS 3 -verantwoordelijken wordt 20 % in<br />
mindering gebracht en er wordt rekening gehouden met speciale verloven. Het totale aantal<br />
operationele VTE komt overeen met het gecorrigeerde aantal VTE. Hiervan wordt de <strong>be</strong>nodigde<br />
tijd afgetrokken voor dienstvergaderingen, werkgroepvergaderingen en persoonlijke administratie.<br />
Verder wordt er nog tijd voorzien voor specifieke operationele SOP-doelstellingen waarin,<br />
tijdelijk, de hele afdeling veel tijd moet investeren: zo worden in <strong>2012</strong> voor het opzetten van het<br />
GPBV-handhavingssysteem 20 à 30 dagen per operationele dienst gereserveerd en ook voor de<br />
uitbouw van een nieuw informatie- en dossier<strong>be</strong>heersysteem zijn per operationele dienst 20<br />
dagen voorzien. Dit <strong>be</strong>tekent dat er in <strong>2012</strong> uiteindelijk 56,2 VTE van het totaal aantal<br />
operationele toezichthouders ingezet worden voor het deelaspect „uitvoering‟ van de<br />
kernactiviteit „uitvoering MIP‟.<br />
Voor de „coördinerende/sturende‟ toezichthouders wordt de tijd <strong>be</strong>steed aan de uitvoering van<br />
het MIP <strong>be</strong>groot op 20%, <strong>be</strong>halve voor het afdelingshoofd die 10% van zijn tijd aan de louter<br />
uitvoering van het MIP <strong>be</strong>steedt.<br />
2 VTE: voltijdsequivalent<br />
3 DOS: dossieropvolgingssysteem<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 14
Operationele VTE Coördinerende<br />
Sturende VTE<br />
Schatting VTE Antw. Limb. Oost- Vl.- West- TZR Staf + Totaal<br />
<strong>2012</strong><br />
Vl. Br. Vl. Hoofd<strong>be</strong>stuur<br />
Aantal TH‟s 16 12 17 11 12 13 19,5 100,5<br />
Gecorrigeerde VTE 12,1 10,6 15,2 9,8 10,2 12,1 17,6 87,5<br />
Beschikbare VTE<br />
„uitvoering MIP‟<br />
9,4 8,5 12,5 7,8 8,2 9,9 3,8 60,0<br />
Slechts een deel van de activiteiten kan effectief worden gepland op afdelingsniveau, met name<br />
de specifieke handhavingscampagnes. Voor deze campagnes kan de reikwijdte goed worden<br />
afgebakend: aantal dossiers, doelstelling, inhoud van de controles, …, en kan het traject voor de<br />
uitvoering ervan worden uitgetekend.<br />
De effectieve (tijds)planning van de andere activiteiten ge<strong>be</strong>urt op het niveau van de<br />
buitendiensten of zelfs op het niveau van de individuele inspecteur.<br />
Een aantal activiteiten kan zelfs niet gepland worden. Hun impact op de tijds<strong>be</strong>steding kan<br />
hooguit worden <strong>be</strong>groot op basis van de <strong>be</strong>schikbare gegevens van het voorbije jaar (de aantallen<br />
dossiers en inspecties) en een gemiddelde tijds<strong>be</strong>steding per dossier (tijdsregistratie).<br />
Daarbij wordt eveneens rekening gehouden met de gemiddelde tijds<strong>be</strong>steding voor de<br />
deelprocessen:<br />
- dossiervoor<strong>be</strong>reiding;<br />
- verplaatsing en vaststellingen op het terrein;<br />
- opmaak inspectieverslag en <strong>be</strong>oordeling vaststellingen;<br />
- verslaggeving aan het Openbaar Ministerie;<br />
- maatregelen nemen conform het MI-instrumentarium;<br />
- rapportering (intern/extern);<br />
- registratie in MI-dossieropvolgingssysteem.<br />
Voor de aantallen dossiers en inspecties wordt het DOS, het dossieropvolgingssysteem van MI,<br />
geraadpleegd.<br />
Het DOS speelt een cruciale rol in de werking van de afdeling. Het wordt op de buitendiensten<br />
gebruikt om de binnenkomende en uitgaande post, vergunnings- en weigerings<strong>be</strong>sluiten,<br />
klachten, vragen van de parketten en analyseresultaten van monsternames te registreren. De<br />
gegevens over de <strong>be</strong>drijven worden erin verzameld én alle informatie over de inspecties en de<br />
(straf- en <strong>be</strong>stuursrechtelijke) afhandeling van die inspecties. Door het gebruik van een<br />
coderingssysteem is het mogelijk om voor elke handhavingsactiviteit van het MIP cijfers te<br />
genereren over de uitgevoerde inspecties.<br />
1.10 Plannen en prioriteiten<br />
De grote verscheidenheid aan en vooral het zeer grote aantal te controleren <strong>be</strong>drijven maken het<br />
werkvolume van de afdeling <strong>Milieu</strong>-inspectie zeer groot.<br />
Bovendien moet een aantal van de handhavingsactiviteiten binnen <strong>be</strong>paalde termijnen worden<br />
uitgevoerd, waardoor de werkdruk erg groot is.<br />
Het opstellen van een plan is een manier om het werkvolume en de werkdruk te helpen<br />
<strong>be</strong>heersen.<br />
De ervaring leert echter dat, hoe nauwgezet een plan ook wordt opgemaakt, het werkvolume te<br />
groot blijft. Er moeten dus prioriteiten worden gelegd.<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 15
Een prioriteitenlijst moet een antwoord bieden op de vraag “Moet ik dit nu doen?” en is dus in<br />
eerste instantie een hulpmiddel voor de individuele toezichthouder.<br />
De afdeling <strong>Milieu</strong>-inspectie legde in 1998 een prioriteitenlijst vast door de verschillende<br />
activiteiten te rangschikken volgens hun <strong>be</strong>langrijkheid en dringendheid, aan de hand van een<br />
toetsing aan volgende criteria.<br />
Criterium Toelichting Aard<br />
<strong>Milieu</strong>-impact Hoe erg lijdt het leefmilieu en/of de mens eronder als wij deze <strong>be</strong>langrijk<br />
taak/opdracht niet (onmiddellijk) uitvoeren?<br />
Termijnen Worden er termijnen opgelegd of leggen wij onszelf termijnen dringend<br />
op?<br />
Beschikbare Zijn er voldoende financiële middelen, (gekwalificeerde) mensen, <strong>be</strong>langrijk<br />
middelen materiële middelen om deze taak/opdracht naar <strong>be</strong>horen uit te<br />
voeren?<br />
Hiërarchie van Over welke soort taak/opdracht gaat het of wie is de <strong>be</strong>langrijk en<br />
opdrachten of opdrachtgever?<br />
opdrachtgever<br />
dringend<br />
De toetsing heeft geleid tot een prioriteitenlijst waarin een aantal groepen taken/opdrachten<br />
worden onderscheiden:<br />
- hoogste prioriteit: taken/opdrachten die dadelijk moeten worden uitgevoerd. Totdat deze<br />
taak/opdracht is uitgevoerd, worden andere taken/opdrachten uitgesteld;<br />
- zeer hoge prioriteit: taken/opdrachten die zeker moeten worden uitgevoerd binnen de<br />
vastgestelde termijnen;<br />
- hoge prioriteit: taken/opdrachten die moeten worden uitgevoerd; desgevallend kunnen ze<br />
worden uitgesteld;<br />
- niet prioritair: taken/opdrachten die omwille van tijdsgebrek niet altijd kunnen uitgevoerd<br />
worden.<br />
De prioriteitenlijst werd <strong>be</strong>gin 2006 herzien tot de volgende. Binnen één categorie van<br />
prioriteiten zijn de opgesomde activiteiten gelijkwaardig en alfa<strong>be</strong>tisch gerangschikt.<br />
Hoogste prioriteit<br />
- Acute klachten in verband met klasse 1-<strong>be</strong>drijven.<br />
- Calamiteitenpermanentie conform draaiboek.<br />
- Heroverwegingsverzoeken aan parketten.<br />
- Mondelinge interpellaties van de minister, parlementaire vragen, vragen om uitleg.<br />
- Opdrachten van het afdelingshoofd of de leidend ambtenaar.<br />
Zeer hoge prioriteit<br />
- Beoordeling van door de exploitant ter goedkeuring aangeboden documenten waarvoor de<br />
regelgeving expliciet de goedkeuring van de toezichthoudende overheid vraagt.<br />
- Klachten in het kader van het klachtendecreet (infolijn, interne klachten<strong>be</strong>handeling,<br />
klachtenmanager van LNE, Vlaamse Ombudsdienst).<br />
- Uitvoering projecten en acties MIP + monsternames.<br />
- Vragen van parket om technische expertise.<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 16
Hoge prioriteit<br />
- Acute klachten over klasse 2- en 3-inrichtingen.<br />
- Controle bijzondere voorwaarden, weigerings<strong>be</strong>sluiten, proefvergunningen.<br />
- Inspecties hoog toezicht.<br />
- Kantschriften van de parketten op door MI opgestelde prioritaire PV's.<br />
- Klachten over klasse 1-inrichtingen.<br />
- Uitvoeren van ambtshalve controles (in overleg met diensthoofd).<br />
Niet prioritair<br />
- Kantschriften van de parketten over door MI opgestelde niet prioritaire PV's.<br />
- Kantschriften van de parketten over niet door MI opgestelde PV's.<br />
- Klachten over klasse 2- en 3- inrichtingen.<br />
- Klachten over niet ingedeelde inrichtingen.<br />
- Klachten over vrije velddelicten.<br />
Plannen en prioriteiten stellen heeft ook te maken met de mogelijkheid om in te spelen op de<br />
actualiteit.<br />
In geval er zich crisissen voordoen of er andere incidentele inspecties nodig zijn, of als<br />
vernieuwde (politieke) inzichten nopen tot dringende actie, <strong>be</strong>tekent dat automatisch dat er een<br />
prioriteitenafweging moet ge<strong>be</strong>uren en dat andere activiteiten (uit het MIP) niet kunnen worden<br />
uitgevoerd.<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 17
2 Specifieke handhavingscampagnes<br />
Onder de noemer “Specifieke handhavingscampagnes” vinden we projecten, acties en<br />
handhavingsstudies. Het <strong>be</strong>treft handhavingsactiviteiten die op een geplande en gecoördineerde<br />
manier worden uitgevoerd.<br />
De activiteiten zijn gerangschikt per milieucompartiment. Er wordt gestreefd naar de aanpak van<br />
sectoren met een hoge milieurelevantie, een evenwichtige spreiding van de dossiers over de<br />
buitendiensten en een uniforme strategie voor het hele Vlaamse Gewest.<br />
Er gaat grote aandacht naar de <strong>be</strong>drijven die onder het toepassingsgebied van de Europese<br />
richtlijnen (GPBV, Seveso II, …) vallen.<br />
Er is bovendien getracht, bij sommige projecten en acties, om de activiteiten in de verschillende<br />
milieucompartimenten op mekaar af te stemmen en te laten resulteren in multidisciplinaire of<br />
geïntegreerde controles. Dat geeft expliciet invulling aan de doelstellingen van de GPBV-richtlijn,<br />
namelijk het streven naar een hoog <strong>be</strong>schermingsniveau voor mens en milieu.<br />
Bij het uitwerken van het plan werd er over gewaakt dat vele campagnes kaderen in of<br />
ondersteuning geven aan één of meerdere projecten van het MINA-plan 4.<br />
2.1 Projecten<br />
Om te worden <strong>be</strong>schouwd als project, moet een activiteit voldoen aan een aantal criteria. Een<br />
project is eenmalig, vernieuwend, heeft een goed afgelijnde inhoud en een goed afgebakend <strong>be</strong>gin<br />
en einde.<br />
Bij de projecten spelen de werkgroepen een hoofdrol. Via de aanwezige expertise in de<br />
werkgroep en desgevallend door het aantrekken van externe deskundigheid worden de controles<br />
op een hoger niveau gebracht.<br />
De kennis en de ervaring die in de werkgroepen wordt opgebouwd, verspreidt zich zo<br />
systematisch, en wordt maximaal <strong>be</strong>nut in de buitendiensten van de afdeling.<br />
Aangezien afzonderlijke initiatieven ter <strong>be</strong>strijding van emissies in de lucht, het water of de<br />
bodem ertoe kunnen leiden dat verontreiniging van het ene milieucompartiment naar het andere<br />
wordt overgeheveld (in plaats dat het milieu in zijn geheel wordt <strong>be</strong>schermd), wordt getracht om<br />
de handhavingsactiviteiten in de verschillende milieucompartimenten op elkaar af te stemmen om<br />
tot een geïntegreerde controle van hoog niveau te komen.<br />
Met de GPBV-projecten P991 en P998 wordt hieraan invulling gegeven. In <strong>2012</strong> krijgen zowel de<br />
geïntegreerde controles bij <strong>be</strong>drijven uit de varkens- en pluimveesector als in de chemie- en de<br />
galvanosector een vervolg.<br />
Bij GPBV-controles vormen de processen van de <strong>be</strong>drijven het uitgangspunt. De doelstelling is<br />
na te gaan of de <strong>be</strong>drijven de nodige maatregelen treffen om, rekening houdend met het <strong>be</strong>heer<br />
van de afvalstoffen, emissies in de lucht, in het water en in de bodem te voorkomen of tot een<br />
minimum te <strong>be</strong>perken.<br />
Voor een aantal projecten wordt geopteerd voor een aanpak met ankerpunten op de<br />
buitendiensten. De ankerpunten bouwen, in team, de nodige expertise op, voeren de inspecties<br />
zelf uit (al dan niet samen met de dossierhouder) en geven de nodige bijstand aan de<br />
dossierhouders.<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 18
Op die manier wordt een efficiëntere en effectievere handhaving en informatiedoorstroming<br />
nagestreefd.<br />
De geselecteerde <strong>be</strong>drijven of sectoren moeten sterk <strong>be</strong>lastend zijn voor de omgeving. Ze<br />
kunnen worden ingedeeld in drie categorieën:<br />
- <strong>be</strong>drijven/sectoren met een negatieve tot twijfelachtige milieureputatie: “zijn gekend als grote<br />
milieuvervuilers en/of risico<strong>be</strong>drijven en heb<strong>be</strong>n tot op heden nagenoeg geen<br />
milieutechnische of veiligheidsmaatregelen genomen”;<br />
- <strong>be</strong>drijven/sectoren met een twijfelachtige milieureputatie: “waren gekend als grote<br />
milieuvervuilers en/of risico<strong>be</strong>drijven, maar heb<strong>be</strong>n wel al milieutechnische of<br />
veiligheidsmaatregelen genomen”;<br />
- <strong>be</strong>drijven/sectoren met een goede milieureputatie: “zijn gekend als <strong>be</strong>drijven met een goed<br />
milieu- en/of veiligheids<strong>be</strong>leid”.<br />
Per project is een projectfiche opgenomen en een mijlpalenplan. De projectfiche vermeldt de<br />
noodzaak of milieurelevantie van een project, een omschrijving, de doelstellingen, het budget en<br />
de personeelsinzet, en een <strong>be</strong>gin- en streefdatum.<br />
De vermelde criteria voor succes zijn het antwoord op de vragen: “Wanneer is het project<br />
geslaagd? Wat moet er zeker worden <strong>be</strong>reikt?”. De externe randvoorwaarden zijn<br />
omstandigheden waarop de afdeling geen vat heeft en die mee<strong>be</strong>palend zijn voor het succes van<br />
een project.<br />
In het mijlpalenplan worden de <strong>be</strong>langrijkste tussentijdse mijlpalen van een project aangegeven<br />
met hun streefdatum.<br />
Er is eveneens aangegeven wie <strong>be</strong>trokken is als uitvoerder, als verantwoordelijke of voor het<br />
nemen van de noodzakelijke <strong>be</strong>slissingen.<br />
2.2 Acties<br />
Acties zijn gecoördineerde opdrachten in een <strong>be</strong>paalde sector. Een actie wordt gedefinieerd door<br />
de werkgroepen en is vooral uitvoerend.<br />
Er wordt duidelijk vastgelegd wie instaat voor de coördinatie van een actie en wie de nodige<br />
ondersteuning moet bieden.<br />
Ook voor een aantal acties wordt geopteerd voor een aanpak met ankerpunten op de<br />
buitendiensten.<br />
Voor elke actie is een actiefiche opgenomen met vrijwel dezelfde informatie als op een<br />
projectfiche.<br />
2.3 Specifieke handhavingscampagnes vorige jaren<br />
De afdeling <strong>Milieu</strong>-inspectie stelt al sinds enige tijd een jaarplan op. Een aantal van de specifieke<br />
handhavingscampagnes van de voorbije jaren heb<strong>be</strong>n een looptijd van langer dan een jaar of<br />
werden om de ene of de andere reden niet binnen de voorziene termijn afgerond.<br />
In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de specifieke handhavingscampagnes die<br />
werden gestart in de voorbije jaren en die ook in <strong>2012</strong> nog een zekere tijd zullen in <strong>be</strong>slag nemen.<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 19
3 Routine<br />
Routineopdrachten zijn activiteiten die worden gecoördineerd op de buitendiensten. Een aantal<br />
routineopdrachten heb<strong>be</strong>n specifiek <strong>be</strong>trekking op één milieucompartiment, bijvoor<strong>be</strong>eld het<br />
nemen van afval- en waterstalen of het laten uitvoeren van emissiemetingen door een erkend lab.<br />
Voor deze routineopdrachten is een fiche opgenomen met een omschrijving, het voorziene<br />
budget en een schatting van de personeelsinzet.<br />
Andere routineopdrachten heb<strong>be</strong>n <strong>be</strong>trekking op de exploitatie van hinderlijke inrichtingen in het<br />
algemeen, zoals de controle van milieuvergunningen (R015). Deze controles kunnen ge<strong>be</strong>uren<br />
naar aanleiding van nieuwe vergunnings<strong>be</strong>sluiten of weigerings<strong>be</strong>sluiten en kunnen een volledige<br />
toets van de realiteit in het <strong>be</strong>drijf aan de voorwaarden van de milieuvergunning <strong>be</strong>slaan ofwel<br />
enkel een controle van de bijzondere voorwaarden. Het diensthoofd van de buitendienst heeft de<br />
<strong>be</strong>langrijke taak om de prioriteiten bij deze controles vast te leggen.<br />
Aangezien het naleven van de voorwaarden van de milieuvergunning door de <strong>be</strong>drijven een<br />
basisvoorwaarde is voor een kwaliteitsvol leefmilieu, worden de inspanningen voor de controle<br />
hierop <strong>be</strong>groot op minimum 10 % van de <strong>be</strong>schikbare VTE.<br />
De routinematige aanpak van controle van de zelfcontrole lucht en afvalwater is vervat in R025.<br />
Daarnaast zijn er ook de specifieke handhavingscampagnes over deze materie.<br />
In het MIP <strong>2012</strong> wordt de routinematige controle op de legale afbraak en verwerking van as<strong>be</strong>st<br />
verdergezet. Deze controles ge<strong>be</strong>uren binnen het kader van de normale <strong>be</strong>drijfscontroles.<br />
In de samenvattende ta<strong>be</strong>l werd voor al de routineopdrachten personeelsinzet en budget voor<br />
<strong>2012</strong> <strong>be</strong>groot.<br />
4 Reactieve controles<br />
Reactieve controles worden uitgevoerd naar aanleiding van een appel dat wordt gedaan op de<br />
afdeling <strong>Milieu</strong>-inspectie. Aangezien er pas een optreden kan komen, nadat daarvoor een oproep<br />
werd gelanceerd, is het bijzonder moeilijk om reactieve controles effectief te plannen.<br />
In dit plan werd aan de hand van de <strong>be</strong>schikbare gegevens van de voorbije jaren een poging<br />
gedaan om de nodige tijd in te schatten.<br />
Volgende groepen worden onderscheiden: <strong>be</strong>handeling van klachten, optreden bij voorvallen,<br />
rapportering n.a.v. kantschriften, opmaken van evaluatieverslagen en hoog toezicht.<br />
De reactie op het appel en de termijn waarbinnen wordt gereageerd, worden in <strong>be</strong>langrijke mate<br />
<strong>be</strong>paald door de prioriteitenlijst.<br />
Voor de kantschriften van de parketten wordt in de rubriek “Reactieve controles” alleen de<br />
rapporteringstijd in rekening gebracht. De inspecties die eventueel ge<strong>be</strong>uren naar aanleiding van<br />
een kantschrift worden meegeteld in de rubriek “Voortgangscontrole (handhavingsinstrumentarium)”.<br />
Het is erg <strong>be</strong>langrijk om aan te geven dat het plannen van reactieve controles niet <strong>be</strong>tekent dat op<br />
elk appel zal kunnen worden gereageerd. Zeker bij de reactieve controles, maar ook bij de<br />
routinecontroles, speelt de prioriteitenlijst een erg <strong>be</strong>langrijke rol. In principe moet voor elk<br />
dossier de prioriteitsafweging worden gemaakt.<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 20
5 Voortgangscontrole (milieuhandhavingsinstrumentarium)<br />
“Het werk van een toezichthouder <strong>be</strong>gint pas als de inspectie is afgelopen.” Het is een ietwat<br />
boude <strong>be</strong>wering die meer dan een grond van waarheid <strong>be</strong>vat.<br />
Tijdens een inspectie worden allerhande vaststellingen gedaan, die steeds moeten worden getoetst<br />
aan de vigerende regels.<br />
Uit de cijfers van de handhavingsrapporten van de voorbije jaren kan worden afgeleid dat<br />
ongeveer 5 à 6% van de inspecties aanleiding geeft tot het opstellen van een proces-verbaal dat<br />
wordt <strong>be</strong>zorgd aan het Openbaar Ministerie.<br />
Tegelijkertijd wordt ook de <strong>be</strong>stuurlijke afhandeling van een dossier gestart, via het treffen van<br />
maatregelen conform het milieuhandhavingsinstrumentarium.<br />
Bij de opmaak van dit MIP is ervoor geopteerd om bij de inschatting van de <strong>be</strong>nodigde tijd voor<br />
een handhavingsactiviteit de volgende deelprocessen te <strong>be</strong>schouwen: dossiervoor<strong>be</strong>reiding,<br />
verplaatsing en vaststellingen ter plaatse, inspectieverslag en <strong>be</strong>oordeling vaststellingen,<br />
verslaggeving aan het Openbaar Ministerie en geven van een eerste aanmaning en rapportering<br />
(intern/extern).<br />
Aangezien de voortgangscontrole erg dossiergebonden is, is het erg moeilijk om de daarvoor<br />
nodige tijd in te schatten per handhavingsactiviteit (project, actie, reactieve controle, …). Bij de<br />
opmaak van dit plan wordt voor voortgangscontroles 27 % van de <strong>be</strong>schikbare tijd gereserveerd.<br />
De voor<strong>be</strong>houden tijd is in de samenvattende ta<strong>be</strong>l terug te vinden onder de rubriek<br />
“Voortgangscontrole (milieuhandhavingsinstrumentarium)”.<br />
6 Eigen initiatief<br />
In het MIP <strong>2012</strong> wordt er ook een rubriek “Eigen initiatief” voorzien, omdat het erg <strong>be</strong>langrijk is<br />
dat het plan tijd reserveert voor de zogenaamde ambtshalve controles op eigen initiatief van de<br />
toezichthouder. Voor deze controles wordt 5 % van de <strong>be</strong>schikbare tijd voorzien.<br />
De voor<strong>be</strong>houden tijd is in de samenvattende ta<strong>be</strong>l terug te vinden onder de rubriek “Eigen<br />
initiatief”.<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 21
7 Seveso II-inspectieprogramma en GPBV-handhavingssyteem<br />
Hieronder worden het reeds jaren lopend Seveso II-inspectieprogramma, vervat in actie A316, en<br />
het concept van GPBV-handhavingssysteem toegelicht en gekaderd.<br />
7.1 Toelichting bij het Seveso II-inspectieprogramma<br />
Algemeen<br />
Op 26 juni 2001 werd het Samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999 tussen de federale staat, het<br />
Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest <strong>be</strong>treffende de<br />
<strong>be</strong>heersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen <strong>be</strong>trokken zijn<br />
(verder kortweg Samenwerkingsakkoord) van kracht. Daarmee werd in <strong>be</strong>langrijke mate de<br />
omzetting van de zogenaamde Seveso II-richtlijn gerealiseerd.<br />
Het doel van die richtlijn is de realisatie van een hoog <strong>be</strong>schermingsniveau voor mens en milieu.<br />
Omdat volgens de Europese Unie verschillen in de regelingen voor inspecties door de <strong>be</strong>voegde<br />
autoriteiten tot verschillende <strong>be</strong>schermingsniveaus kunnen leiden, stelt de richtlijn ook hoge eisen<br />
aan de inspectie door de overheid.<br />
Het Samenwerkingsakkoord vertaalt de vereisten van de richtlijn naar de Belgische situatie met<br />
gedeelde <strong>be</strong>voegdheden voor de federale staat (ar<strong>be</strong>ids<strong>be</strong>scherming) en de gewesten<br />
(<strong>be</strong>scherming van de omgeving, mens én milieu). Per gewest werd een inspectieteam opgericht<br />
met alle <strong>be</strong>trokken inspectiediensten, op basis van gelijkwaardigheid en met <strong>be</strong>houd van alle<br />
<strong>be</strong>voegdheden. Op die manier zijn er per gewest twee inspectiediensten <strong>be</strong>voegd voor een<br />
<strong>be</strong>paalde inrichting: de gewestelijke milieu-inspectie (MI in Vlaanderen) en de federale<br />
inspectiedienst die <strong>be</strong>voegd is voor de <strong>be</strong>scherming van de werknemers. Binnen de afdeling<br />
<strong>Milieu</strong>-inspectie is het de dienst Toezicht zwarerisico<strong>be</strong>drijven (TZR) die instaat voor de<br />
uitvoering van het Samenwerkingsakkoord. De <strong>be</strong>langrijkste federale inspectiedienst is de<br />
Afdeling van het toezicht op de chemische risico‟s (ACR) van de FOD Werkgelegenheid, Ar<strong>be</strong>id<br />
en Sociaal Overleg.<br />
De <strong>be</strong>langrijkste taak van het inspectieteam is de uitbouw van een inspectiesysteem dat voldoet<br />
aan de gestelde eisen: een inspectieprogramma voor álle Seveso II-inrichtingen, een rapport van<br />
elke inspectie en terugkoppeling naar de <strong>be</strong>drijfsleiding. De inspectieteams heb<strong>be</strong>n ook taken<br />
inzake ongevallenonderzoek, de rapportering daarvan aan de Europese Commissie en het<br />
verzoeken aan de vergunningverlener tot het stopzetten van de exploitatie (schorsing of<br />
opheffing van de vergunning) als blijkt dat de exploitant duidelijk onvoldoende maatregelen heeft<br />
getroffen om zware ongevallen te voorkomen en de gevolgen voor mens en milieu te <strong>be</strong>perken.<br />
Seveso II-inspectieprogramma<br />
Volgens het Samenwerkingsakkoord moet, in onderling overleg tussen de aangeduide<br />
inspectiediensten, een inspectiesysteem worden opgezet met onder meer een<br />
inspectieprogramma, dat moet worden opgesteld voor alle Seveso-inrichtingen en op gezette<br />
tijden geactualiseerd.<br />
Het inspectieprogramma maakt ten minste melding van:<br />
de aard van de geplande onderzoeken, de toe te passen methodiek en de voorziene<br />
periodiciteit<br />
de inspectiedienst die wordt <strong>be</strong>last met de concrete uitvoering van elk onderzoek.<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 22
De inspecties moeten gericht zijn op een hoog <strong>be</strong>schermingsniveau voor mens en milieu. Dat<br />
veronderstelt onder meer dat de Seveso<strong>be</strong>drijven met een gepaste frequentie en met de gepaste<br />
diepgang worden geïnspecteerd.<br />
Om de <strong>be</strong>schikbare inspectiecapaciteit zo efficiënt en effectief mogelijk in te zetten, wordt een<br />
meersporen<strong>be</strong>leid gevoerd.<br />
Frequentie van de inspecties<br />
De Seveso II-richtlijn en het Samenwerkingsakkoord eisen dat ten minste één inspectie per jaar<br />
wordt uitgevoerd in de hogedrempelinrichtingen. Door het grote aantal Seveso<strong>be</strong>drijven is zelfs<br />
een afgebakende inspectie met die frequentie niet altijd haalbaar. Daarom wordt de tweede optie<br />
die de richtlijn en het Samenwerkingsakkoord voorzien in de praktijk gebracht: het<br />
inspectieprogramma wordt gesteund op een systematische evaluatie van de gevaren van zware<br />
ongevallen.<br />
Voor elk <strong>be</strong>drijf (hoge drempel en lage drempel) wordt een aangepaste basisinspectiefrequentie<br />
<strong>be</strong>paald met een gevarenindexeringsmethodiek.<br />
Na <strong>be</strong>rekening van de brand- en explosie-index (F) en de toxiciteitsindex (T) kan elke installatie<br />
met risico‟s van zware ongevallen worden ingedeeld in een <strong>be</strong>paalde gevarencategorie, gaande van<br />
categorie I (met een laag gevarenpotentieel) tot categorie III (met een hoog gevarenpotentieel).<br />
De gevarencategorie van de ganse inrichting (die doorgaans meerdere installaties omvat) is dan<br />
gelijk aan de hoogste gevarencategorie die binnen de inrichting voorkomt.<br />
De basisinspectiefrequentie is als volgt vastgelegd:<br />
Gevarencategorie minimale inspectiefrequentie<br />
voor eenvoudige inrichtingen 1<br />
minimale inspectiefrequentie<br />
voor de andere inrichtingen<br />
Categorie I eens om de 3 jaar eens om de 3 jaar<br />
Categorie II eens om de 3 jaar eens om de 2 jaar<br />
Categorie III eens om de 2 jaar eens per jaar<br />
1<br />
Eenvoudige inrichtingen zijn inrichtingen waar enkel opslag en/of overslag ge<strong>be</strong>urt van<br />
gevaarlijke stoffen en inrichtingen waar geen reactieprocessen plaatsgrijpen.<br />
De inspecteurs kunnen de frequentie aanpassen in functie van de grootte en complexiteit van de<br />
inrichting en rekening houdend met <strong>be</strong>schikbare informatie (veiligheidsrapport, inspectieervaringen,<br />
ervaringen met (bijna-)ongevallen in de inrichting of gelijkaardige inrichtingen en<br />
veranderingen zoals overname en wijziging preventie<strong>be</strong>leid, …).<br />
Aangezien de gevarenindices een inschatting geven van het gevarenpotentieel (voor brand en<br />
explosie en toxische emissies), <strong>be</strong>tekent deze frequentie<strong>be</strong>paling de facto een prioriteitenstelling<br />
op basis van objectieve gegevens zoals de aanwezige hoeveelheden en de eigenschappen van de<br />
gevaarlijke stoffen en een aantal parameters van de proces- en/of opslagomstandigheden.<br />
Het <strong>be</strong>langrijkste nadeel van deze techniek is dat het gevarenpotentieel voor het milieu niet wordt<br />
<strong>be</strong>schouwd. Daarom werden een ecotoxiciteitsindex (E-index) en bij<strong>be</strong>horende<br />
gevarencategorieën uitgewerkt, zodat de inspectiefrequentie in de toekomst ook door het<br />
milieugevaar van de inrichting zal kunnen worden gestuurd.<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 23
Doel en reikwijdte van de inspecties<br />
Het is van groot <strong>be</strong>lang dat het doel en de reikwijdte van de inspecties goed worden vastgelegd.<br />
Volgens het Samenwerkingsakkoord moeten de inspecties zo worden opgezet dat een planmatig<br />
en systematisch onderzoek van de technische, organisatorische en <strong>be</strong>drijfskundige systemen<br />
wordt uitgevoerd, om na te gaan of:<br />
de exploitant (kan aantonen dat hij) de passende preventieve maatregelen heeft getroffen<br />
de exploitant (kan aantonen dat hij) de passende mitigerende maatregelen heeft getroffen<br />
het veiligheidsrapport de situatie in de inrichting getrouw weergeeft.<br />
De inspecties moeten met andere woorden door onderzoek van de <strong>be</strong>drijfsinterne systemen een<br />
totaal<strong>be</strong>eld geven van de risico‟s van de <strong>be</strong>drijven en de <strong>be</strong>heersing ervan. Het is echter niet<br />
mogelijk per inspectie voldoende tijd te voorzien om alle <strong>be</strong>drijfsinterne systemen te<br />
onderzoeken en dat totaal<strong>be</strong>eld te verkrijgen.<br />
Daarom worden voor elke inspectie doel en reikwijdte vastgelegd, en wordt een deelaspect<br />
gecontroleerd. In de loop der jaren wordt door de uitvoering van de jaarprogramma‟s het<br />
totaal<strong>be</strong>eld verkregen.<br />
Het systeem gaat uit van „inspectiedomeinen‟, de verschillende technische, organisatorische en<br />
<strong>be</strong>drijfskundige systemen die moeten worden onderzocht en die toelaten om per <strong>be</strong>drijf de<br />
aspecten die <strong>be</strong>langrijk zijn voor de preventie van zware ongevallen gestructureerd in kaart te<br />
brengen. Bij het plannen van inspecties kan dan <strong>be</strong>ter rekening gehouden worden met volgende<br />
vragen:<br />
Welke aspecten kwamen in het verleden nog niet of onvoldoende aan bod?<br />
Welke aspecten moeten prioritair <strong>be</strong>handeld worden (bijvoor<strong>be</strong>eld in functie van een<br />
algemene strategie van de inspectiediensten of in functie van <strong>be</strong>paalde ervaringen in het<br />
<strong>be</strong>drijf)?<br />
Het is met andere woorden de <strong>be</strong>doeling om op termijn alle inspectiedomeinen aan bod te laten<br />
komen en bij de planning prioriteiten te stellen onder de inspectiedomeinen.<br />
Volgende inspectiedomeinen worden voor elk <strong>be</strong>drijf gedefinieerd:<br />
Sevesostatus/initiële inspectie<br />
procesinstallatie<br />
operationeel personeel<br />
gevaarlijk werk<br />
noodplanning<br />
ongevallen en incidenten<br />
preventie<strong>be</strong>leid zware ongevallen<br />
Inspectiedomeinen kunnen opgesplitst worden in functie van de <strong>be</strong>drijfsstructuur (productieeenheden,<br />
verantwoordelijke afdelingen, …).<br />
Allereerst zijn er de controle van de Sevesostatus en de initiële controle. In principe is de eerste<br />
systematische inspectie bij een Seveso<strong>be</strong>drijf de initiële controle (toelichting, verificatie van de<br />
Sevesostatus, vergunningstoestand en de <strong>be</strong>langrijkste voorwaarden m.b.t. omgevingsveiligheid,<br />
evaluatie van de stand van zaken van het preventie<strong>be</strong>leid en het veiligheidsrapport).<br />
De controle van de Sevesostatus kan voorafgaan aan de initiële controle, maar kan ook worden<br />
uitgevoerd bij aanzienlijke wijzigingen. Tijdens een controle van de Sevesostatus worden, aan de<br />
hand van de <strong>be</strong>schikbare gegevens, de aanwezige gevaarlijke stoffen getoetst aan de<br />
drempelwaarden die het toepassingsgebied afbakenen.<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 24
Eens de Sevesostatus is <strong>be</strong>paald, kan voor het <strong>be</strong>drijf een inspectieprogramma worden opgesteld,<br />
dat rekening houdt met de basisinspectiefrequentie en in principe start met een initiële controle.<br />
De andere domeinen laten toe de vereiste tot planmatig en systematisch onderzoek van de<br />
<strong>be</strong>drijfsinterne systemen in te vullen.<br />
Bij het vastleggen van het inspectieprogramma per <strong>be</strong>drijf wordt rekening gehouden met de<br />
<strong>be</strong>schikbare gegevens: vergunningen, kennisgeving, veiligheidsrapporten, gegevens uit eerdere<br />
inspecties, milieutechnische historiek, <strong>be</strong>langrijke wijzigingen, voorvallen in eigen <strong>be</strong>drijf of in<br />
gelijkaardige <strong>be</strong>drijven.<br />
Er wordt over gewaakt dat de verschillende <strong>be</strong>drijfsinterne systemen aan bod komen (technisch,<br />
organisatorisch, <strong>be</strong>heer). Daarbij wordt bijzondere aandacht <strong>be</strong>steed aan de installaties met het<br />
grootste risico, aan de systemen die ontoereikend of onvoldoende performant zijn en aan de<br />
verantwoordelijkheidszin van de <strong>be</strong>drijfsleiding.<br />
Een <strong>be</strong>langrijk kenmerk van het inspectieprogramma is het dynamische karakter ervan: indien de<br />
actualiteit dat vereist (wijzigingen, voorvallen, nieuwe inzichten, …) wordt het programma<br />
aangepast.<br />
In de inspectieprogramma's kunnen ook inspectiecampagnes worden opgenomen, die gericht zijn<br />
op <strong>be</strong>paalde thema's. Voor elke campagne kan een projectgroep worden opgericht, die wordt<br />
<strong>be</strong>last met de voor<strong>be</strong>reiding, uitvoering en voortgangscontrole van de inspecties.<br />
Voor de verschillende inspectiedomeinen staan verschillende inspectiemethoden ter <strong>be</strong>schikking.<br />
Verificatie van maatregelen die staan <strong>be</strong>schreven in de <strong>be</strong>schikbare informatie<br />
(veiligheidsrapporten, risicostudies, …) kan in alle inspectiedomeinen.<br />
Voor het inspectiedomein „Procesinstallaties‟ <strong>be</strong>staan er inspectie-instrumenten die gebaseerd zijn<br />
op generieke risicostudies (technische checklists voor „standaard‟installaties) en inspectieinstrumenten<br />
die specifieke maatregelen in detail <strong>be</strong>oordelen, en kunnen er specifieke risico‟s<br />
worden onderzocht. Voor de inspectiecampagnes ontwikkelen de projectgroepen meestal<br />
specifieke vragenlijsten. De campagnes kunnen ook aanleiding geven tot informatienota‟s voor de<br />
exploitanten waarin aan<strong>be</strong>velingen i.v.m. de <strong>be</strong>heersing van de specifieke risico‟s worden<br />
geformuleerd.<br />
Andere inspectie-instrumenten laten de <strong>be</strong>oordeling toe van de organisatorische en<br />
<strong>be</strong>drijfskundige activiteiten en structuren.<br />
Het is <strong>be</strong>langrijk om te noteren dat een inspectie-instrument een leidraad is voor de inspecteurs.<br />
Dat <strong>be</strong>tekent dat er vragen en aandachtspunten worden gesuggereerd, die steeds kunnen worden<br />
afgestemd op de specifieke <strong>be</strong>drijfssituatie en de vaststellingen ter plaatse.<br />
Ook voortgangscontrole is mogelijk voor elk inspectiedomein. Naar aanleiding van de inspecties<br />
worden immers actieplannen gegenereerd, waarvan de tijdige en effectieve uitvoering moet<br />
worden nagegaan.<br />
7.2 Toelichting bij het GPBV-handhavingssysteem<br />
Algemeen<br />
In 1996 stelde de Raad de GPBV-richtlijn vast (voluit: richtlijn 96/61/EG van de Raad van 24<br />
septem<strong>be</strong>r 1996 inzake de geïntegreerde preventie en <strong>be</strong>strijding van verontreiniging). Begin 2008<br />
werd deze richtlijn vervangen door een gecodificeerde versie (richtlijn 2008/1/EG van het<br />
Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 inzake geïntegreerde preventie en <strong>be</strong>strijding<br />
van verontreiniging). De <strong>be</strong>palingen van deze richtlijnen werden in Vlaanderen omgezet in het<br />
milieuvergunningsdecreet en zijn uitvoerings<strong>be</strong>sluiten Vlarem I en II.<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 25
Het doel van de richtlijn is te zorgen voor een geïntegreerde preventie en <strong>be</strong>strijding van<br />
verontreiniging bij een breed scala aan industriële processen en landbouwactiviteiten én het<br />
<strong>be</strong>reiken van een hoog niveau van <strong>be</strong>scherming van het milieu in zijn geheel. Het onderliggende<br />
<strong>be</strong>ginsel van de richtlijn is dat zowel exploitanten als regelgevers een geïntegreerde, algehele<br />
<strong>be</strong>oordeling zullen uitvoeren van elke installatie en de milieueffecten ervan, alvorens <strong>be</strong>sluiten te<br />
nemen over eventuele kostenefficiënte maatregelen die nodig zijn voor het <strong>be</strong>reiken van een<br />
hoog niveau van milieu<strong>be</strong>scherming. De richtlijn is sinds okto<strong>be</strong>r 1999 van toepassing op zowel<br />
nieuwe installaties als <strong>be</strong>staande installaties waarin wijzigingen zullen worden aangebracht die<br />
aanzienlijke negatieve gevolgen voor de volksgezondheid of het milieu kunnen heb<strong>be</strong>n. Voor de<br />
lidstaten was er een overgangsperiode tot okto<strong>be</strong>r 2007 om ervoor te zorgen dat andere<br />
<strong>be</strong>staande installaties volledig in overeenstemming met de richtlijn zijn.<br />
Geïntegreerde preventie en <strong>be</strong>strijding van verontreiniging heeft plaats binnen het kader van een<br />
vergunningstelsel voor installaties. Het vergunningstelsel is erop gericht ervoor te zorgen dat de<br />
exploitanten van installaties preventieve maatregelen tegen verontreiniging nemen, in het<br />
bijzonder door de <strong>be</strong>ste <strong>be</strong>schikbare technieken toe te passen, dat er geen grote verontreiniging<br />
wordt veroorzaakt, dat het afval dat niet kan worden vermeden wordt teruggewonnen of veilig<br />
wordt verwijderd, dat er efficiënt gebruik wordt gemaakt van energie, dat ongevallen worden<br />
voorkomen en de gevolgen ervan worden <strong>be</strong>perkt en dat het exploitatieterrein weer in een<br />
<strong>be</strong>vredigende toestand wordt gebracht wanneer de installatie wordt gesloten. Deze geïntegreerde,<br />
holistische aanpak dient ervoor te zorgen dat met de vele milieuaangelegenheden die voor een<br />
installatie relevant kunnen zijn rekening wordt gehouden, dat de juiste prioriteiten worden gesteld<br />
en dat met de kosten en de voordelen van de verschillende opties rekening wordt gehouden.<br />
In concrete <strong>be</strong>woordingen <strong>be</strong>tekent dit dat de richtlijn onder meer de volgende milieuaspecten<br />
aanpakt:<br />
verzuring als gevolg van emissies in de lucht;<br />
eutrofiëring van bodem en water als gevolg van emissies in de lucht of het water;<br />
zuurstofdepletie in water;<br />
algemene stijging van de temperatuur;<br />
stratosferische ozondepletie;<br />
emissies van vaste deeltjes in de lucht, waaronder microdeeltjes en metalen;<br />
vorming van fotochemisch ozon;<br />
emissies van persistente, bioaccumuleerbare en giftige vervuilende stoffen in het water of de<br />
bodem;<br />
productie van gevaarlijk en niet-gevaarlijk afval;<br />
geluid en stank;<br />
verbruik van grondstoffen en water<br />
.<br />
GPBV-handhavingssysteem<br />
De GPBV-richtlijn overstijgt de traditionele mono- of multidisciplinaire aanpak bij de <strong>be</strong>strijding<br />
van verontreiniging en legt daarnaast ook de klemtoon op een geïntegreerde en preventieve<br />
aanpak.<br />
Deze richtlijn <strong>be</strong>vat ook een verplichting voor de lidstaten om maatregelen te nemen zodat zij<br />
ervoor zorgen dat de vergunningsvoorwaarden door de exploitant in zijn installatie worden<br />
vervuld. Deze vrij algemene <strong>be</strong>paling werd onlangs vervangen door gedetailleerde verplichtingen<br />
in verband met het opzetten van een inspectiesysteem, het opstellen van <strong>inspectieplan</strong>nen en<br />
inspectieprogramma‟s, het <strong>be</strong>palen van minimale frequenties voor inspecties ter plaatse en de<br />
verplichte uitvoering van routine- en niet-routine-inspecties. Deze aanpassingen zijn een gevolg<br />
van de publicatie van de Richtlijn Industriële Emissies, PB EU 2010/334, in het Europees<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 26
Publicatieblad op 17 decem<strong>be</strong>r 2010. Deze nieuwe richtlijn integreert de vroegere GPBV-richtlijn<br />
met de afvalverbrandingsrichtlijn, de VOS-richtlijn, de LCP-richtlijn en 3 richtlijnen m.b.t. TiO 2.<br />
Om te zorgen voor een volledige en effectieve implementatie van de <strong>be</strong>palingen m.b.t. het<br />
opzetten van een inspectiesysteem in Vlaanderen, heeft de afdeling <strong>Milieu</strong>-inspectie in 2008 al<br />
een aanvang genomen met het opstellen van een concept voor het handhavingssysteem van<br />
GPBV-<strong>be</strong>drijven. Een dergelijk handhavingssysteem moet leiden tot een planmatig en<br />
gecoördineerd toezicht bij en handhaving van GPBV-<strong>be</strong>drijven. In dit systeem zullen op termijn<br />
alle relevante milieuaspecten van alle GPBV-<strong>be</strong>drijven aan bod komen.<br />
Na <strong>be</strong>spreking en goedkeuring van het concept voor het handhavingssysteem van GPBV<strong>be</strong>drijven<br />
werd in 2009 gestart met de implementatie van dit systeem. Hiervoor ge<strong>be</strong>urde een<br />
inventarisatie van alle GPBV-<strong>be</strong>drijven en van alle relevante milieuaspecten bij deze individuele<br />
<strong>be</strong>drijven. Verder zullen er diverse controletypes gedefinieerd worden en gelinkt worden met de<br />
diverse milieuaspecten. Een bundeling van alle gegevens en een prioritering van de uit te voeren<br />
activiteiten moet tenslotte leiden tot het opstellen van een jaarprogramma.<br />
Controles bij GPBV-<strong>be</strong>drijven in <strong>2012</strong><br />
In afwachting van de operationalisering van het hiervoor vermelde handhavingssysteem zal er in<br />
<strong>2012</strong> gewerkt worden zoals dat ook al in de voorbije jaren ge<strong>be</strong>urde. Dit <strong>be</strong>tekent dat:<br />
er heel wat routinecontroles (bv. monsternames afvalwater, metingen luchtemissies,<br />
ambtshalve controles van de milieuvergunning, …) bij GPBV-<strong>be</strong>drijven zullen uitgevoerd<br />
worden;<br />
er bij GPBV-<strong>be</strong>drijven ook heel wat reactieve controles (vnl. na klachten of incidenten) zullen<br />
uitgevoerd worden;<br />
GPBV-<strong>be</strong>drijven ook deel uitmaken van de <strong>be</strong>drijven die in het kader van specifieke<br />
handhavingscampagnes zullen gecontroleerd worden;<br />
in <strong>2012</strong> opnieuw een <strong>be</strong>perkt aantal GPBV-audits zullen uitgevoerd worden. Zoals u kan<br />
vaststellen in de individuele projectfiches, is er voor <strong>2012</strong> opnieuw gekozen voor de<br />
geïntegreerde controle van GPBV-<strong>be</strong>drijven uit de sectoren chemie en<br />
oppervlakte<strong>be</strong>handeling van metalen en van GPBV-landbouw<strong>be</strong>drijven (zowel varkens- als<br />
pluimvee<strong>be</strong>drijven). In <strong>2012</strong> wordt het aantal geïntegreerde controles in de sectoren chemie<br />
en oppervlakte<strong>be</strong>handeling van metalen gehalveerd t.o.v vorige jaren. De reden is dat er tijd<br />
dient vrijgemaakt te worden voor het finaliseren van het GPBV-handhavingssysteem dat<br />
vanaf 2013 in werking zou moeten treden.<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 27
8 Fiches en overzichtsta<strong>be</strong>l<br />
8.1 Fiches projecten<br />
P108 Controle op de verwijdering van micropolluenten bij RWZI‟s ............................................................ 30<br />
P524 Controle van geothermische installaties .................................................................................................... 31<br />
P643 Controle op de sortering van <strong>be</strong>drijfsafval ............................................................................................... 32<br />
P650 Controle op het wegtransport van afvalstromen ..................................................................................... 33<br />
P651 Controle op de uitvoer van afvalstoffen via zeehavens .......................................................................... 34<br />
P654 Controles in het kader van ketentoezicht ................................................................................................. 35<br />
P655 Controle op de sector van afgedankte voertuigen .............................................................................. 36<br />
P990 Controles van de as<strong>be</strong>stverwijderingsketen ........................................................................................ 37<br />
P991 Geïntegreerde controles van GPBV-landbouw<strong>be</strong>drijven (varkens- en pluimvee<strong>be</strong>drijven) ............ 38<br />
P998 Geïntegreerde controles van GPBV-<strong>be</strong>drijven, in hoofdzaak uit de sectoren chemie en<br />
oppervlakte<strong>be</strong>handeling van metalen ................................................................................................... 39<br />
P810 Controle op de naleving van REACH .................................................................................................. 40<br />
8.2 Fiches acties<br />
A111 Controle van RWZI‟s ................................................................................................................................... 41<br />
A117 Controles op vraag van VMM .................................................................................................................... 42<br />
A217 Voedings<strong>be</strong>drijven onder richtlijn 91/271 ............................................................................................... 43<br />
A237/8/9 Lozing van gevaarlijke stoffen ............................................................................................................... 44<br />
A242 Controle van car- en truckwashes .............................................................................................................. 45<br />
A243 Lozen van verontreinigd regenwater ......................................................................................................... 46<br />
A244 Lozen van koelwater .................................................................................................................................... 47<br />
A245 Ecotoxiciteit van <strong>be</strong>drijfsafvalwater........................................................................................................... 48<br />
A316 Uitvoering van het Seveso II-inspectieprogramma ................................................................................. 49<br />
A340 Controle van de veiligheidsaspecten bij koelinstallaties op ammoniak ................................................ 50<br />
A342 Controle van de opslag van gassen in vaste houders .............................................................................. 51<br />
A407 Geluids- en trillingsonderzoeken ............................................................................................................... 52<br />
A408 Kwaliteitscontrole van akoestische onderzoeken .................................................................................... 53<br />
A519 Controle van grondwaterwinningen .......................................................................................................... 54<br />
A522 Controle van de zelfcontrole grondwater ................................................................................................. 55<br />
A621 Controles in het kader van de overeenkomst dierlijke bijproducten .................................................... 56<br />
A639 Inspecties bij verwerkers van organisch-biologische afvalstoffen (OBA) en mest ............................ 57<br />
A614 Controle op gefluoreerde ozonafbrekende stoffen en broeikasgassen ................................................ 58<br />
A733 Controle van de zelfcontrole lucht ............................................................................................................ 59<br />
A740 Geuronderzoeken ......................................................................................................................................... 60<br />
A751 Fijn stof (PM10): aanpak van diffuse emissies in „hot spot‟ gebieden ................................................. 61<br />
A755 Emissiemetingen bij biomassa- en houtafvalverbrandingsinstallaties .................................................. 62<br />
A757 Acties ter <strong>be</strong>perking van de emissie en de verspreiding van zware metalen naar de lucht ............... 63<br />
A759 Leak Detection and Repair (LDAR) .......................................................................................................... 64<br />
A760 Controle VOS-emissies bij solventverbruikende <strong>be</strong>drijven ................................................................... 65<br />
A764 Damprecuperatie fase 2 ............................................................................................................................... 66<br />
A765 Evaluatie van de implementatie van de stappenplannen bij schrootverwerkende <strong>be</strong>drijven ........... 67<br />
A850 Controle ingeperkt gebruik bij inrichtingen met gekende toelating .................................................... 68<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 28
8.3 Fiches routine<br />
M200 Routine- en ad hoc monsternames water ................................................................................................. 69<br />
M400 Ad hoc geluids- en trillingsmetingen ......................................................................................................... 70<br />
M600 Routinemonsters afvalstoffen bodem en grondwater ............................................................................ 71<br />
M700 Routine-emissiemetingen lucht .................................................................................................................. 72<br />
M750 Ad hoc immissiemetingen lucht ................................................................................................................. 73<br />
M980 Breedbandmetingen van elektromagnetische straling van zendantennes ............................................ 74<br />
R015 Controle van milieuvergunningen .............................................................................................................. 75<br />
R025 Controle van de zelfcontrole (m.u.v. projecten en acties) ..................................................................... 76<br />
R634 Controles afvalverwerkende <strong>be</strong>drijven ...................................................................................................... 77<br />
R641 Controles as<strong>be</strong>st ............................................................................................................................................ 78<br />
8.4 Overzichtsta<strong>be</strong>l ............................................................................................................. 79<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 29
Project<br />
P108<br />
Projectleiding:<br />
Kernteam:<br />
Controle op de verwijdering van<br />
micropolluenten bij RWZI’s<br />
Rita Van Ham<br />
Werkgroep Water<br />
Noodzaak / <strong>Milieu</strong>relevantie:<br />
De RWZI‟s zijn ontworpen om het grootste gedeelte van de organische <strong>be</strong>lasting te verwijderen.Van een<br />
aantal micropolluenten is <strong>be</strong>kend dat ze, zelfs in zeer lage concentraties, een grote invloed heb<strong>be</strong>n op de<br />
ecologie van het watersysteem. In hoeverre deze RWZI‟s de micropolluenten uit het huishoudelijke<br />
afvalwater of <strong>be</strong>drijfsafvalwater zuiveren zal worden gecontroleerd.<br />
Omdat micropolluenten een verzamelnaam is voor alle (gevaarlijke) stoffen die in hele kleine<br />
concentraties voorkomen in het milieu zal er voor deze controle een selectie gemaakt worden van enkele<br />
polluenten die verwacht kunnen worden in het afvalwater afkomstig van huishoudens en enkele<br />
micropolluenten die te linken zijn aan een <strong>be</strong>paalde <strong>be</strong>drijfsector.<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
In <strong>2012</strong> zal voor een <strong>be</strong>perkte groep van micropolluenten zoals hormoonverstorende stoffen, medicijn-<br />
of drugsrestanten en enkele pesticiden worden nagegaan in hoeverre ze de RWZI ongewijzigd verlaten.<br />
Er zullen 3 RWZI‟s worden geselecteerd waarvan: 1 met een verwerkingscapaciteit tussen 2000-10000<br />
IE, 1 met een verwerkingscapaciteit tussen 10.000-100.000 IE en 1 met een verwerkingscapaciteit<br />
>100.000 IE.<br />
Maandelijks (of tweemaal per maand) zal er op elke geselecteerde RWZI een monster genomen worden<br />
van zowel influent als effluent door MI.<br />
Hierbij wordt rekening gehouden met de Vlarem II voorwaarden voor debiets- of tijdsevenredige<br />
mengmonsters op RWZI‟s (op vaste plaatsen in inlaat en uitlaat). De parameters van de zelfcontrole die<br />
vermeld zijn in de Vlarem worden meegenomen bij analyse van de monsters. Zij kunnen nuttige<br />
informatie <strong>be</strong>vatten voor de interpretatie van de analyseresultaten van de micropolluenten.<br />
Criterium voor succes:<br />
1. Uitvoering van geplande acties.<br />
2. De data moeten statistisch correct interpreteerbaar zijn.<br />
Begindatum: 1 januari <strong>2012</strong> Personeelsinzet: 37 dagen<br />
Streefdatum: 31 decem<strong>be</strong>r <strong>2012</strong> Budget: € 12.660<br />
Externe randvoorwaarden:<br />
Betrouwbare analysetechniek is <strong>be</strong>schikbaar voor de selectie van micropolluenten.<br />
Is niet in het project vervat:<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 30
Project<br />
P524<br />
Projectleider:<br />
Kernteam:<br />
Controle van geothermische<br />
installaties<br />
Jeroen Novem<strong>be</strong>r<br />
Werkgroep Bodem & Grondwater<br />
Noodzaak / <strong>Milieu</strong>relevantie:<br />
Het aantal geothermische installaties in Vlaanderen vertoont o.w.v. de opmars en promotie van „groene<br />
energie‟ de laatste jaren een sterke stijging. Dit geldt zowel voor de open systemen (koude-warmteopslag<br />
of KWO) als de gesloten systemen (boorgatenergieopslag of BEO). Het aantal <strong>be</strong>drijven dat deze<br />
systemen in de ondergrond installeert neemt ook toe. Ten einde de kwantiteit en de kwaliteit van het<br />
grondwater te vrijwaren is het relevant om deze recente technologie apart en meer in detail op terrein te<br />
controleren, dit zowel tijdens de installatie als de exploitatie. Om dezelfde reden zijn er ook bijkomende<br />
sectorale voorwaarden in opmaak (rubrieken 53 en 55) waarvan, zodra ze van toepassing worden, de<br />
naleving op terrein zal worden gecontroleerd.<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
Het doel van het project is om bij minimum 10 geothermische installaties (2 per buitendienst) een<br />
uitgebreide controle op het terrein uit te voeren. De selectie zal ge<strong>be</strong>uren op basis van gerapporteerde<br />
nieuwe/<strong>be</strong>staande vergunningen, meldingen van externe instanties of de soms verplichte voorafgaande<br />
melding aan de toezichthouders van de aanleg van de installatie. Het tijdstip van opstarten van dit<br />
project kan mogelijk afhankelijk gesteld worden van de inwerkingtreding van de bijkomende sectorale<br />
wetgeving, maar hiervoor is momenteel nog geen concrete timing <strong>be</strong>schikbaar.<br />
Bij de aanleg van de installaties (boringen) zal gecontroleerd worden of de technische voorschriften uit<br />
de verplichte code van goede praktijk uit VlaremII correct wordt gevolgd. Deze zijn immers gericht op<br />
het adequaat <strong>be</strong>schermen van de verschillende watervoerende lagen. De controles tijdens de aanleg<br />
vormen daarenboven het quasi enige moment waarop gebreken in de diepere ondergrond op eenduidige<br />
wijze kunnen worden vastgesteld. Daarnaast zullen tijdens deze controles de vigerende sectorale<br />
voorwaarden uit rubrieken 53 en 55 voor respectievelijk de open en de gesloten systemen worden<br />
gecontroleerd.<br />
Bij installaties die reeds in gebruik zijn zullen de specifieke eigenschappen van de afzonderlijke systemen<br />
worden gecontroleerd. Bij de open systemen, waar effectief grote volumes grondwater worden<br />
verpompt, zal het aspect grondwaterkwantiteit, grondwaterkwaliteit en de daarbij horende monitoring<br />
worden opgevolgd. Bij de gesloten systemen zal de nadruk vooral liggen op grondwaterkwaliteit<br />
aangezien de energie hierbij wordt opgewekt via een secundair systeem en er aldus geen grondwater<br />
wordt onttrokken of geïnjecteerd in de ondergrond.<br />
Criterium voor succes:<br />
Goede selectie van de inrichtingen en initiatie van de afhandeling van de inbreuken.<br />
Begindatum: 1 januari <strong>2012</strong> Personeelsinzet: 28 dagen<br />
Streefdatum: 31 decem<strong>be</strong>r <strong>2012</strong> Budget: Nihil<br />
Externe randvoorwaarden:<br />
Tijdige voorafgaande melding van de aanleg van de geothermische installaties.<br />
Is niet in het project vervat:<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 31
Project<br />
P643<br />
Projectleider:<br />
Kernteam:<br />
Controle op de sortering van<br />
<strong>be</strong>drijfsafval<br />
Hans Delcourt, Bart Palmans<br />
Werkgroep Afval en Ketenteam<br />
Noodzaak / <strong>Milieu</strong>relevantie:<br />
Vlaamse sorteer<strong>be</strong>drijven exporteren gemengd stedelijk afval voor verbranding in het buitenland, meer<br />
<strong>be</strong>paald Nederland en Duitsland. OVAM keurt de kennisgevingen voor dergelijk “brandbaar restafval”<br />
enkel goed onder de volgende voorwaarden:<br />
- het materiaal dat enkel afkomstig is van inzameling bij <strong>be</strong>drijven, en niet bij huishoudens<br />
(toepassing van het zelfvoorzieningsprincipe);<br />
- recycleerbare en gevaarlijke afvalstoffen op voorhand uitgesorteerd werden.<br />
De Vlaamse overheid wil hiermee tegengaan dat slecht gesorteerd afval in het buitenland verbrand<br />
wordt, en de maximale sortering in Vlaanderen promoten.<br />
Deze maximale sortering geldt ook voor <strong>be</strong>drijfsafval dat in Vlaams ovens verbrand wordt. Het<br />
ontwerp-uitvoerings<strong>be</strong>sluit bij het ontwerp-Materialendecreet voorziet in die zin een verbrandingsverbod<br />
voor gemengde afvalstoffen die overeenkomstig een code van goede praktijk in aanmerking komen voor<br />
uitsortering.<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
1. Inspecties bij sorteer<strong>be</strong>drijven<br />
- fysiek: controle van sorteertechnieken, partijen die klaarliggen voor export, organisatie van de<br />
aan- en afvoer op de site;<br />
- administratief: controle van massabalansen, facturatie, interne controleprocedures;<br />
- evaluatie en eventueel aanpassing van het werkplan.<br />
2. Inspecties bij verbrandingsinstallaties: fysieke controle van partijen gemengd <strong>be</strong>drijfsafval die<br />
aangeleverd worden voor verbranding (R1/D10), administratieve controle van de interne<br />
controleprocedures en evaluatie van het werkplan<br />
3. Transportcontroles<br />
Criterium voor succes:<br />
Bedrijfsinspecties en transportcontroles zijn uitgevoerd en optreden is geïnitieerd waar nodig.<br />
Begindatum: 1 januari <strong>2012</strong> Personeelsinzet: 88 dagen<br />
Streefdatum: 31 decem<strong>be</strong>r 2013 Budget: Nihil<br />
Externe randvoorwaarden:<br />
Opleiding administratief toezicht kan plaatsvinden zoals gepland (voorjaar <strong>2012</strong>).<br />
Is niet in het project vervat:<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 32
Project<br />
P650<br />
Projectleiding:<br />
Kernteam:<br />
Controle op het wegtransport van<br />
afvalstromen<br />
Bart Palmans en Hans Delcourt<br />
Ketenteam en werkgroep Afval<br />
Noodzaak / <strong>Milieu</strong>relevantie:<br />
Het vervoer van afvalstoffen is strikt geregeld. Overbrengers moeten door de overheid erkend zijn en<br />
vervoerders moeten zich laten registreren. Bovendien moet elk afvaltransport vergezeld zijn van officiële<br />
documenten die het moeten mogelijk maken om op elk moment van het transport te kunnen<br />
achterhalen waar de partij vervoerde afvalstoffen vandaan komt en wat haar <strong>be</strong>stemming is. Het in- en<br />
uitvoeren van afvalstoffen gaat gepaard met extra administratie.<br />
Met de uitvoering van een aantal controles op het wegtransport van afvalstoffen, wil MI de illegale<br />
verwerking van afvalstoffen (in binnen- of buitenland) helpen <strong>be</strong>strijden. Het is aangewezen om de<br />
controles, zoals in 2011, te organiseren in grensstreken en op grote (internationale) verbindingswegen,<br />
om zo vooral de controle op transportdocumenten voor grensoverschrijdende transportdocumenten te<br />
<strong>be</strong>nadrukken.<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
Voor het toezicht op de overbrenging van afvalstoffen over de weg zal de afdeling <strong>Milieu</strong>-inspectie<br />
samenwerken met de Federale Politie, de Federale Leefmilieu-inspectie en de <strong>be</strong>voegde inspectiediensten<br />
van het Brussels Hoofdstedelijk en het Waalse Gewest. In onderling overleg zullen een aantal<br />
onaangekondigde gerichte acties worden uitgevoerd in het Vlaamse Gewest waarbij het vrachtverkeer<br />
dat (vermoedelijk) afval vervoert, selectief zal worden tegengehouden. Indien het gaat om<br />
afvaltransporten zullen de lading en de documenten worden geïnspecteerd en getoetst aan de vereisten<br />
van Vlaamse en Europese afvalwetgeving.<br />
Speciale aandacht zal gaan naar de volledigheid en de correctheid van de <strong>be</strong>geleidende documenten<br />
(kennisgevings- + overbrengingsformulier, bijlage VII, identificatieformulier).<br />
Analyses van afvalmonsters die tijdens de acties worden genomen, worden gebudgetteerd op het<br />
labocontract afval.<br />
Een aantal van de transportcontroles zal eveneens kaderen binnen het IMPEL-TFS Enforcement<br />
Actions III Project.<br />
Criterium voor succes:<br />
1. Uitvoering van geplande acties.<br />
2. Aantal overbrengingen waarbij overtredingen tegen de afvalstoffenwetgeving werden geverbaliseerd.<br />
3. Hoeveelheid onderschepte afvalstoffen die illegaal werden vervoerd, of een illegale <strong>be</strong>stemming<br />
hadden.<br />
Begindatum: 1 januari <strong>2012</strong> Personeelsinzet: 64 dagen<br />
Streefdatum: 31 decem<strong>be</strong>r <strong>2012</strong> Budget: Nihil<br />
Externe randvoorwaarden:<br />
Ondersteuning van de politiediensten (stoppen van vrachtverkeer).<br />
Is niet in het project vervat:<br />
De inspecties die worden uitgevoerd in het kader van ketentoezicht naar aanleiding van<br />
transportcontroles.<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 33
Project<br />
P651<br />
Projectleiding:<br />
Kernteam:<br />
Controle op de uitvoer van<br />
afvalstoffen via zeehavens<br />
Bart Palmans en Hans Delcourt<br />
Ketenteam<br />
Noodzaak / <strong>Milieu</strong>relevantie:<br />
De export van afvalstoffen naar derdewereldlanden ge<strong>be</strong>urt voor een groot deel via de Antwerpse en<br />
Zeebrugse havens. Het <strong>be</strong>treft hier vooral gemengd kunststofafval, al dan niet verontreinigd schroot,<br />
afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA), afgedankte voertuigen, papier/karton en<br />
lompen. In het kader van verordening 1013/2006 dient er voor de export van niet-gevaarlijke<br />
afvalstoffen naar verscheidene niet-OESO-landen een kennisgeving gedaan te worden aan de <strong>be</strong>trokken<br />
autoriteiten en <strong>be</strong>staat er een exportverbod voor gevaarlijk afval.<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
De controleacties worden gepland in overleg met de Federale Leefmilieu-inspectie, de Scheepvaartpolitie<br />
en de douanediensten en worden georganiseerd in de havens van Zeebrugge, Antwerpen Rechteroever,<br />
en de Waaslandhaven. Ter hoogte van de containerkaaien worden douane-uitvoerdocumenten en<br />
boekingslijsten gecontroleerd van ladingen met <strong>be</strong>stemming niet-OESO-landen. Steekproefsgewijs<br />
worden containers geselecteerd waarvan wordt vermoed dat ze met afval geladen zijn, om deze vrij te<br />
laten zetten en visueel te inspecteren. Indien het een illegale uitvoer <strong>be</strong>treft wordt de container<br />
geblokkeerd en het dossier wordt verder afgehandeld door de <strong>be</strong>voegde dienst (MI, BIM, DPC of FLI).<br />
De afhandeling van een illegale uitvoer afkomstig uit het Vlaamse gewest kan inhouden dat de containers<br />
worden leeggestort en dat de organisatie van het transport uitgebreid wordt onderzocht.<br />
De aandacht zal in de eerste plaats gaan naar afvalstromen die (a) in grote hoeveelheden worden<br />
uitgevoerd en waarvan de totale milieu-impact dus <strong>be</strong>langrijk is, en (b) effectief te controleren zijn (de<br />
inspectie-inspanning staat in verhouding tot het gewenste effect). Hierbij wordt gedacht aan vervuild<br />
metaalschroot, kunststoffen (vooral gemengde partijen) en elektroschroot. Voor de controle op de<br />
uitvoer van AEEA naar Afrika zullen in <strong>2012</strong> een aantal terminals gecontroleerd worden die in deze<br />
trafiek gespecialiseerd zijn.<br />
Een aantal van de havencontroles zal kaderen binnen het IMPEL-TFS Enforcement Actions III-project,<br />
het Demeter II-project van de douane, en het samenwerkingsproject tussen douane, politie, de parketten<br />
van Antwerpen en Dendermonde en de milieu-administraties verantwoordelijk voor de havencontroles<br />
in de Antwerpse haven en de Waaslandhaven.<br />
Criterium voor succes:<br />
1. Uitvoering van geplande acties.<br />
2. Partijen die illegaal zouden worden uitgevoerd, zijn opgehouden en MI heeft toezicht gehouden op<br />
de correcte verwerking.<br />
3. Strafrechtelijk optreden is geïnitieerd.<br />
Begindatum: 1 januari <strong>2012</strong> Personeelsinzet: 89 dagen<br />
Streefdatum: 31 decem<strong>be</strong>r <strong>2012</strong> Budget: Nihil<br />
Externe randvoorwaarden:<br />
Ondersteuning van de Federale Leefmilieu-inspectie, scheepvaartpolitie, douane en parket voor<br />
gezamenlijke acties.<br />
Is niet in het project vervat:<br />
1. De inspecties die worden uitgevoerd in het kader van ketentoezicht naar aanleiding van<br />
havencontroles.<br />
2. Reactieve controles naar aanleiding van douanemeldingen.<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 34
Project<br />
P654<br />
Projectleiding:<br />
Kernteam:<br />
Controles in het kader van<br />
ketentoezicht<br />
Bart Palmans en Hans Delcourt<br />
Ketenteam en werkgroep Afval<br />
Noodzaak / <strong>Milieu</strong>relevantie:<br />
Wanneer inspecties zich enkel <strong>be</strong>perken tot vaststellingen ter hoogte van inrichtingen (producenten,<br />
overbrengers, verwerkers) zonder de partijen afvalstoffen te volgen over de hele verwerkingsketen,<br />
kunnen <strong>be</strong>paalde vormen van illegaal gedrag nooit worden vastgesteld. Het toezicht kan zich hierop<br />
richten d.m.v. controles van documenten, registers, ophaalprocedures, … stroomop en –afwaarts in de<br />
keten. Dit kan in de eerste plaats op een aspecifieke manier ge<strong>be</strong>uren, door vaststellingen binnen<br />
willekeurige afvalstromen verder te onderzoeken. Bij een meer gestructureerde aanpak worden de<br />
controles <strong>be</strong>perkt tot één afvalstroom, en op elkaar afgestemd.<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
Het project wordt verdeeld in vier groepen van controles:<br />
a) Controles bij exporteurs van afvalstoffen, op basis van de analyse van douanedeclaraties. Uit de<br />
analyse van deze aangiftes zullen een aantal <strong>be</strong>drijven naar voor komen die verdachte of illegale of<br />
transporten georganiseerd heb<strong>be</strong>n, en dus voor inspectie in aanmerking komen.<br />
b) Controles van overbrengingen van olie-watermengsels in de Antwerpse en Waaslandhaven. Dit<br />
omvat controles van de registers van havenontvangstinstallaties en bunker<strong>be</strong>drijven. Doel is het<br />
ontwikkelen van een toezichtstrategie voor deze sector.<br />
c) Controles op de ophaling van afgedankte GSM‟s via het internet. Dit omvat controles van de<br />
erkenning en het register van overbrengers, en de controle van eventuele opslagplaatsen.<br />
Operationele gegevens worden uitgewisseld met OVAM.<br />
d) Controles bij producenten, verwerkers, overbrengers en vervoerders: naar aanleiding van weg-,<br />
haven- of <strong>be</strong>drijfscontroles zullen „verdachte‟ partijen afvalstoffen die ergens op het traject tussen<br />
hun ontstaan en hun definitieve verwerking werden vastgesteld, worden onderzocht. Meer <strong>be</strong>paald<br />
zal worden nagegaan waar de partij afvalstoffen werd geproduceerd en of ze vanaf het moment van<br />
de productie correct werd opgeslagen, vervoerd, verwerkt (aspecifiek ketenonderzoek).<br />
Criterium voor succes:<br />
1. De opgestarte ketenonderzoeken zijn afgerond, of er is een timing opgesteld voor het tijdig afronden.<br />
2. Analyse van douanegegevens is afgerond.<br />
3. Strafrechtelijk onderzoek is geïnitieerd waar nodig.<br />
Begindatum: 1 januari <strong>2012</strong> Personeelsinzet: 258 dagen<br />
Streefdatum: 31 decem<strong>be</strong>r <strong>2012</strong> Budget: Nihil<br />
Externe randvoorwaarden:<br />
Data over douaneaangiftes in 2011 worden door douane ter <strong>be</strong>schikking gesteld.<br />
Is niet in het project vervat:<br />
Reactieve controles naar aanleiding van meldingen van derden.<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 35
Project<br />
P655<br />
Projectleiding:<br />
Kernteam:<br />
Controle op de sector van<br />
afgedankte voertuigen<br />
Bart Palmans en Hans Delcourt<br />
Ketenteam en werkgroep Afval<br />
Noodzaak / <strong>Milieu</strong>relevantie:<br />
Het ontwerp van milieu<strong>be</strong>leidsovereenkomst afgedankte voertuigen 2010-2015 werd op 23 juli 2010<br />
goedgekeurd. In artikels 31 en 33 engageert het Vlaamse Gewest zich om “de handhaving uit te voeren<br />
op de naleving van de wetgeving op export van afgedankte voertuigen”. Van de voertuigen die in België<br />
jaarlijks in aanmerking komen voor verwerking als afgedankt voertuig, zou 40% niet in het legale<br />
verwerkingscircuit terechtkomen. Een gedeelte wordt uitgevoerd als tweedehandsvoertuig, o.a. via de<br />
Antwerpse haven. Andere voertuigen worden illegaal ontmanteld, waarna de onderdelen ook<br />
geëxporteerd woren. De controles zullen zich in <strong>2012</strong> <strong>be</strong>perken tot deze laatste categorie.<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
Controle op de vergunningstoestand bij <strong>be</strong>drijven die voertuigen ontmantelen om de onderdelen te<br />
recupereren voor export. Het MHHI wordt toegepast om de activiteiten stop te zetten of in<br />
overeenstemming te brengen met de regelgeving. De aandacht gaat vooral naar de grotere <strong>be</strong>drijven, die<br />
onvoldoende vergund zijn, en die in de voorgaande jaren nog niet door MI gecontroleerd werden. Dit<br />
controleluik <strong>be</strong>perkt zich tot Vlaams-Brabant, i.h.b. de Brusselse rand.<br />
Criterium voor succes:<br />
1. Uitvoering van geplande acties.<br />
2. Aantal vaststellingen van illegale uitvoer van afgedankte voertuigen.<br />
3. Aantal geregulariseerde depollutiecentra.<br />
Begindatum: 1 januari <strong>2012</strong> Personeelsinzet: 20 dagen<br />
Streefdatum: 31 decem<strong>be</strong>r <strong>2012</strong> Budget: Nihil<br />
Externe randvoorwaarden:<br />
Is niet in het project vervat:<br />
Controles van export van afgedankte voertuigen of onderdelen naar aanleiding van andere vaststellingen<br />
(o.a. douanemeldingen).<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 36
Project<br />
P990<br />
Projectleider:<br />
Kernteam:<br />
Controles van de<br />
as<strong>be</strong>stverwijderingsketen<br />
Hans Delcourt, Bart Palmans, Jeroen Novem<strong>be</strong>r, Roel Vaneerdeweg<br />
Werkgroep Afval<br />
Noodzaak / <strong>Milieu</strong>relevantie:<br />
Op 24 januari 2007 stelde de toenmalig minister van Leefmilieu Kris Peeters het actieplan As<strong>be</strong>st voor.<br />
Actie 23 van dit plan houdt in “Zorgen voor meer controle op het vervoer van as<strong>be</strong>sthoudende<br />
afvalstoffen opdat deze stroom nauwgezet zou worden opgevolgd van op de plaats van ontstaan tot<br />
eindverwerking”. De as<strong>be</strong>stproblematiek is maatschappelijk een zeer gevoelig thema waar regelmatig<br />
parlementaire vragen worden over gesteld en waarover een relevant aantal klachten MI <strong>be</strong>reiken.<br />
As<strong>be</strong>st kan voorkomen in verschillende afvalstromen, waarvan bouwpuin en metaalschroot de<br />
<strong>be</strong>langrijkste zijn. Uiteindelijk moet alle as<strong>be</strong>stafval verwijderd worden op een stortplaats. Het<br />
as<strong>be</strong>stprobleem wordt <strong>be</strong>st op verschillende fronten gelijktijdig aangepakt om een effectief optreden te<br />
<strong>be</strong>werkstelligen. Het project zal over meerdere jaren lopen en kan verschillende milieucompartimenten<br />
omvatten.<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
MI wenst op die plaatsen in de afvalketen op te treden waar het effect het grootst is en waar haar<br />
expertise een meerwaarde <strong>be</strong>tekent ten opzichte van andere handhavende instanties.<br />
In 2010 werd de aanwezigheid van as<strong>be</strong>st bij brekers van bouwpuin gecontroleerd met de <strong>be</strong>doeling de<br />
verspreiding van as<strong>be</strong>st in puin op dit niveau te kunnen inschatten. De controles wezen uit dat de<br />
huidige norm van 100 mg/kg d.s. met een doorgedreven en aangehouden acceptatiecontrole bij de<br />
brekers haalbaar is. Vooral bij puinbrekers die ook kleine hoeveelheden bouw- en sloopafval aanvaarden<br />
van particulieren en kleine zelfstandigen worden normoverschrijdingen vastgesteld.<br />
In 2011 werden relevante <strong>be</strong>drijven en activiteiten geselecteerd waar bouwpuin ontstaat en/of een<br />
verwerking ondergaat. Er werden gerichte inspecties uitgevoerd bij containerparken,<br />
grondreinigings<strong>be</strong>drijven en tussentijdse opslagplaatsen voor uitgegraven bodem, bij aannemers en bij<br />
grotere afbraakwerven.<br />
MI wenst in <strong>2012</strong> nog een <strong>be</strong>perkt aantal inspecties uit te voeren bij puinbrekers.<br />
Criterium voor succes:<br />
1. Inspecties op diverse locaties zijn voltooid en optreden is geïnitieerd waar nodig.<br />
2. Interventiestrategieën zijn ontwikkeld.<br />
Begindatum: 1 januari <strong>2012</strong> Personeelsinzet: 81 dagen<br />
Streefdatum: 31 septem<strong>be</strong>r <strong>2012</strong> Budget: € 3.350<br />
Externe randvoorwaarden:<br />
Is niet in het project vervat:<br />
De inspecties in het kader van R641 maken geen deel uit van dit project.<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 37
Project<br />
P991<br />
Projectleider:<br />
Kernteam:<br />
Geïntegreerde controles van GPBVlandbouw<strong>be</strong>drijven<br />
(varkens- en<br />
pluimvee<strong>be</strong>drijven)<br />
Jeroen Novem<strong>be</strong>r<br />
Werkgroep GPBV- landbouw<br />
Noodzaak / <strong>Milieu</strong>relevantie:<br />
De Europese richtlijn 2008/1/EG van 15 januari 2008 inzake geïntegreerde preventie en <strong>be</strong>strijding van<br />
verontreiniging (IPPC-richtlijn) maakt een selectie van potentieel (zwaar) milieu<strong>be</strong>lastende <strong>be</strong>drijven en<br />
onderwerpt deze <strong>be</strong>drijven aan extra maatregelen. De implementatie van deze richtlijn is een <strong>be</strong>langrijk<br />
aandachtspunt voor de afdeling <strong>Milieu</strong>-inspectie. Daarbij spelen o.a. volgende overwegingen een rol:<br />
- afzonderlijke initiatieven ter <strong>be</strong>strijding van emissies in de lucht, het water of de bodem kunnen<br />
ertoe leiden dat verontreiniging van het ene milieucompartiment naar het andere wordt<br />
overgeheveld, in plaats dat het milieu in zijn geheel wordt <strong>be</strong>schermd;<br />
- een geïntegreerde aanpak van de <strong>be</strong>strijding van verontreiniging is erop gericht waar mogelijk en<br />
rekening houdend met het <strong>be</strong>heer van de afvalstoffen, emissies in de lucht, in het water en in de<br />
bodem te voorkomen en waar dat niet haalbaar is deze tot een minimum te <strong>be</strong>perken met het<br />
oog op het <strong>be</strong>reiken van een hoog <strong>be</strong>schermingsniveau voor het milieu in zijn geheel;<br />
- de toepassing van het <strong>be</strong>ginsel van duurzame ontwikkeling wordt <strong>be</strong>vorderd door een<br />
geïntegreerde aanpak van de <strong>be</strong>strijding van verontreiniging;<br />
- de vergunningsvoorwaarden moeten geregeld worden getoetst en zo nodig bijgesteld; in<br />
<strong>be</strong>paalde gevallen moet de toetsing in elk geval plaatsvinden.<br />
De milieurelevantie bij de selectie van GPBV-landbouw<strong>be</strong>drijven (zowel varkens- als pluimvee<strong>be</strong>drijven)<br />
is voornamelijk gebaseerd op de potentieel <strong>be</strong>langrijke impact op bodem en grondwater, de emissies naar<br />
de lucht (vnl. ammoniak), het grote verbruik aan grondwater en de mestproblematiek.<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
Een GPBV-inspectie start met een grondige voor<strong>be</strong>reiding. Alle <strong>be</strong>schikbare documentatie<br />
(vergunningsaanvragen, vergunnings<strong>be</strong>sluiten, milieujaarverslagen, resultaten van de zelfcontrole,<br />
MER‟s, VR‟s, decretale audits, enz…) wordt hiervoor gebruikt.<br />
De inspectie ge<strong>be</strong>urt a.d.h.v. een handleiding waarin volgende thema‟s aan bod komen:<br />
vergunningstoestand, preventie (algemeen en geïntegreerd), duurzaam gebruik van natuurlijke<br />
hulpbronnen, preventie en <strong>be</strong>heer van afval, preventie en <strong>be</strong>heer van emissies naar lucht, preventie en<br />
<strong>be</strong>heer van emissies naar water, preventie en <strong>be</strong>heer van emissies naar bodem en grondwater,<br />
zorgsystemen en mest. Er zullen geïntegreerde controles worden uitgevoerd bij 24 GPBVlandbouw<strong>be</strong>drijven<br />
(gespreid over varkens- en kippen<strong>be</strong>drijven). De resultaten worden gebundeld in een<br />
<strong>be</strong>oordelingsverslag. Desgevallend worden aanmaningen, raadgevingen en processen-verbaal opgesteld.<br />
Daarnaast zullen er NH3-rendements<strong>be</strong>palingen uitgevoerd worden op 10 ammoniakemissiearme stallen<br />
met luchtwassers. Andere monsternames, metingen en analyses zullen zeer <strong>be</strong>perkt zijn en vallen<br />
desgevallend onder de MI-labocontracten voor afval, lucht en water. In de mate van het mogelijke zullen<br />
deze metingen worden gecombineerd met geurrendementsmetingen.<br />
Criterium voor succes:<br />
1. Geïntegreerde controle van de geselecteerde <strong>be</strong>drijven + NH3- en geurrendements<strong>be</strong>palingen.<br />
2. Opstart van de afhandeling van inbreuken en/of mogelijke ver<strong>be</strong>teringen.<br />
Begindatum: 1 januari <strong>2012</strong> Personeelsinzet: 168 dagen<br />
Streefdatum: 31 decem<strong>be</strong>r <strong>2012</strong> Budget: € 87.000<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 38
Project<br />
P998<br />
Projectleider:<br />
Kernteam:<br />
Geïntegreerde controles van GPBV<strong>be</strong>drijven,<br />
in hoofdzaak uit de<br />
sectoren chemie en oppervlakte<strong>be</strong>handeling<br />
van metalen<br />
Martine Blondeel<br />
Werkgroep GPBV- industrie<br />
Noodzaak / <strong>Milieu</strong>relevantie:<br />
De Europese richtlijn 2008/1/EG van 15 januari 2008 inzake geïntegreerde preventie en <strong>be</strong>strijding van<br />
verontreiniging (IPPC-richtlijn) maakt een selectie van potentieel (zwaar) milieu<strong>be</strong>lastende <strong>be</strong>drijven en<br />
onderwerpt deze <strong>be</strong>drijven aan extra maatregelen. De implementatie van deze richtlijn is een <strong>be</strong>langrijk<br />
aandachtspunt voor de afdeling <strong>Milieu</strong>-inspectie. Daarbij spelen o.a. volgende overwegingen een rol:<br />
- afzonderlijke initiatieven ter <strong>be</strong>strijding van emissies in de lucht, het water of de bodem kunnen<br />
ertoe leiden dat verontreiniging van het ene milieucompartiment naar het andere wordt<br />
overgeheveld, in plaats dat het milieu in zijn geheel wordt <strong>be</strong>schermd;<br />
- een geïntegreerde aanpak van de <strong>be</strong>strijding van verontreiniging is erop gericht waar mogelijk en<br />
rekening houdend met het <strong>be</strong>heer van de afvalstoffen, emissies in de lucht, in het water en in de<br />
bodem te voorkomen en waar dat niet haalbaar is deze tot een minimum te <strong>be</strong>perken met het<br />
oog op het <strong>be</strong>reiken van een hoog <strong>be</strong>schermingsniveau voor het milieu in zijn geheel;<br />
- de toepassing van het <strong>be</strong>ginsel van duurzame ontwikkeling wordt <strong>be</strong>vorderd door een<br />
geïntegreerde aanpak van de <strong>be</strong>strijding van verontreiniging;<br />
- de vergunningsvoorwaarden moeten geregeld worden getoetst en zo nodig bijgesteld; in<br />
<strong>be</strong>paalde gevallen moet de toetsing in elk geval plaatsvinden.<br />
De milieurelevantie bij de selectie van GPBV-<strong>be</strong>drijven uit de sectoren chemie en<br />
oppervlakte<strong>be</strong>handeling van metalen of bij de selectie van GPBV-<strong>be</strong>drijven waar mogelijk een specifieke<br />
problematiek is ontstaan, is voornamelijk gebaseerd op de potentieel <strong>be</strong>langrijke emissies naar water en<br />
lucht, de omvang van de opslag van gevaarlijke stoffen, de productie van afval en de potentiële impact<br />
op bodem en grondwater.<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
Een GPBV-inspectie start met een grondige voor<strong>be</strong>reiding. Alle <strong>be</strong>schikbare documentatie<br />
(vergunningsaanvragen, vergunnings<strong>be</strong>sluiten, milieujaarverslagen, resultaten van de zelfcontrole,<br />
MER‟s, VR‟s, decretale audits, enz…) wordt hiervoor gebruikt.<br />
De inspectie ge<strong>be</strong>urt aan de hand van een handleiding waarin volgende thema‟s aan bod komen:<br />
vergunningstoestand, milieuzorg, preventie (algemeen en geïntegreerd), duurzaam gebruik van<br />
natuurlijke hulpbronnen, preventie en <strong>be</strong>heer van afval, preventie en <strong>be</strong>heer van emissies naar lucht,<br />
preventie en <strong>be</strong>heer van deposities in de omgeving via de lucht, preventie en <strong>be</strong>heer van emissies naar<br />
water, preventie en <strong>be</strong>heer van emissies naar bodem en grondwater en <strong>be</strong>heersing van ongevallen. Er<br />
zullen geïntegreerde controles worden uitgevoerd bij 5 <strong>be</strong>drijven uit de sectoren chemie en<br />
oppervlakte<strong>be</strong>handeling van metalen of bij <strong>be</strong>drijven waar mogelijk een specifieke problematiek is<br />
ontstaan. De resultaten worden gebundeld in een <strong>be</strong>oordelingsverslag. Desgevallend worden<br />
aanmaningen, raadgevingen en processen-verbaal opgesteld.<br />
Monsternames, metingen en analyses vallen onder de MI-labocontracten voor afval, lucht en water<br />
(tenzij speciale metingen of analyses nodig zijn. Hiervoor wordt dan een specifiek contract afgesloten).<br />
Criterium voor succes:<br />
1. Geïntegreerde controle van de geselecteerde <strong>be</strong>drijven.<br />
2. Opstart van de afhandeling van inbreuken en/of mogelijke ver<strong>be</strong>teringen.<br />
Begindatum: 1 januari <strong>2012</strong> Personeelsinzet: 121 dagen<br />
Streefdatum: 31 decem<strong>be</strong>r <strong>2012</strong> Budget: € 51.250<br />
Is niet in het project vervat:<br />
Sevesocontrole in het kader van het Samenwerkingsakkoord preventie zware ongevallen.<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 39
Project<br />
P810<br />
Projectleider:<br />
Kernteam:<br />
Controle op de naleving van<br />
REACH<br />
Paul Cuypers<br />
Paul Cuypers, Saartje Swinnen<br />
Noodzaak / <strong>Milieu</strong>relevantie:<br />
REACH <strong>be</strong>oogt een hoog niveau van <strong>be</strong>scherming van de gezondheid van de mens en het milieu.<br />
Alle <strong>be</strong>schikbare en relevante informatie over stoffen als zodanig, in preparaten of voorwerpen moet<br />
worden bijeengebracht om te helpen bij het in kaart brengen van gevaarlijke eigenschappen, en<br />
aan<strong>be</strong>velingen <strong>be</strong>treffende risico<strong>be</strong>heersmaatregelen moeten stelselmatig via toeleveringsketens worden<br />
doorgegeven, als redelijkerwijs noodzakelijk, om negatieve gevolgen voor de menselijke gezondheid en<br />
het milieu te voorkomen.<br />
Er gelden <strong>be</strong>perkingen <strong>be</strong>treffende het produceren, op de markt brengen en het gebruik van gevaarlijke<br />
stoffen, preparaten en voorwerpen.<br />
REACH legt op dat een systeem van officiële controles en andere op de situatie afgestemde activiteiten<br />
moet worden onderhouden. In 2015 zal MI gevraagd worden te rapporteren over de door haar jaarlijks<br />
uitgevoerde handhaving.<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
MI zal <strong>be</strong>drijfscontroles organiseren die worden aan<strong>be</strong>volen door het Nationaal Forum REACH binnen<br />
haar <strong>be</strong>voegdheidsdomein.<br />
Dit Nationaal Forum streeft naar prioritaire en maximale implementatie van de aan<strong>be</strong>velingen van het<br />
ECHA Forum.<br />
De <strong>be</strong>drijfscontroles focusseren zich op:<br />
• de registratieplicht van vervaardigers van stoffen als zodanig en stoffen in preparaten of in<br />
voorwerpen;<br />
• de naleving van de verbods<strong>be</strong>palingen voorgeschreven door Bijlage 17 REACH.<br />
Criterium voor succes:<br />
25 <strong>be</strong>drijfscontroles zijn uitgevoerd en waar nodig is de sanering van non-conformiteiten opgelegd.<br />
Begindatum: 1 januari <strong>2012</strong> Personeelsinzet: 200 dagen<br />
Streefdatum: 31 decem<strong>be</strong>r <strong>2012</strong> Budget: € 25.000<br />
Externe randvoorwaarden:<br />
1. Beschikbaarheid van aan<strong>be</strong>volen analysemethodes en operationele laboratoria (<strong>be</strong>komen van<br />
materieel <strong>be</strong>wijs).<br />
2. Verkrijgen van informatie van <strong>be</strong>voegde instanties (ECHA, Competent Authority België).<br />
Is niet in het project vervat:<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 40
Actie<br />
A111<br />
Coördinatie:<br />
Ondersteuning:<br />
Controle van RWZI’s<br />
Diensthoofden van de buitendiensten + Rita Van Ham<br />
Werkgroep Water<br />
Noodzaak / <strong>Milieu</strong>relevantie:<br />
De afdeling <strong>Milieu</strong>-inspectie volgt verder de werking en de exploitatie van de<br />
rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI‟s). Alle rioolwaterzuiveringsinstallaties, met in<strong>be</strong>grip van het lozen<br />
van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie, voor de <strong>be</strong>handeling van<br />
afvalwater aangevoerd via openbare riolen en/of collectoren, met een zuiveringscapaciteit van meer dan<br />
500 vervuilingseenheden, zijn klasse 1-inrichtingen. MI wil deze inrichtingen op een uniforme en<br />
gecoördineerde manier opvolgen. In <strong>2012</strong> zal de aandacht voornamelijk gaan naar de verderzetting van de<br />
in 2002 geïnitieerde aanpak.<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
In Vlaanderen zijn momenteel ongeveer 200 RWZI‟s in werking. De afgelopen jaren heeft MI diverse<br />
aspecten van de werking en de exploitatie van deze RWZI‟s gecontroleerd. In <strong>2012</strong> wordt deze aanpak<br />
verdergezet, met speciale aandacht voor volgende aspecten:<br />
- de controle van de zelfcontrole: de volledige uitvoering van het zelfcontroleprogramma + de<br />
resultaten van het zelfcontroleprogramma;<br />
- voortgangscontrole van de renovatieprogramma‟s: alle actoren worden aangesproken om hun<br />
bijdrage te leveren tot het zo snel mogelijk <strong>be</strong>halen van de lozingsnormen bij alle RWZI‟s. Daarbij<br />
wordt bijzondere aandacht <strong>be</strong>steed aan de nog lopende renovaties;<br />
- de aanvoer en verwerking van externe stromen (waaronder septisch materiaal): er zal in <strong>2012</strong><br />
verder gecontroleerd worden of deze aanvoer en verwerking geen bijkomende hinderpaal vormt<br />
voor het <strong>be</strong>halen van de lozingsnormen; er wordt speciale aandacht gegeven aan de werkplannen<br />
en aan de voortgangscontrole bij geweigerde ladingen. MI zal deze meldingen van AQF bij de<br />
weigering van een lading septisch materiaal snel en effectief opvolgen. Daarbij zal een controle<br />
uitgevoerd worden van de <strong>be</strong>trokken ruimer en zal de lading gevolgd worden tot de definitieve<br />
verwerking in een daartoe vergunde installatie;<br />
- controle van <strong>be</strong>drijven die aanleiding gaven tot een incident op een RWZI: MI zal controles<br />
uitvoeren bij <strong>be</strong>drijven die vermeld worden in de AQF-incidentenmeldingen en gepast optreden<br />
met het oog op het voorkomen van dergelijke incidenten.<br />
Criterium voor succes:<br />
1. Volledige uitvoering van de zelfcontrole bij alle RWZI‟s; het voldoen aan de lozingsnormen, rekening<br />
houdend met de nog lopende renovatieprogramma‟s.<br />
2. Aanvoer en verwerking van externe stromen enkel op RWZI‟s die deze stromen voldoende kunnen<br />
verwerken.<br />
3. Voortgangscontrole van de geweigerde ladingen septisch materiaal en <strong>be</strong>wustwording bij de ruimers<br />
van septisch materiaal.<br />
4. Controle bij <strong>be</strong>drijven die aanleiding gaven tot een incident.<br />
Begindatum: 1 januari <strong>2012</strong> Personeelsinzet: 23 dagen<br />
Streefdatum: 31 decem<strong>be</strong>r <strong>2012</strong><br />
Externe randvoorwaarden:<br />
Is niet in de actie <strong>be</strong>grepen:<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 41
Actie<br />
A118<br />
Coördinatie:<br />
Ondersteuning:<br />
Controles op vraag van VMM<br />
Diensthoofden van de buitendiensten + Rita Van Ham<br />
Werkgroep Water<br />
Noodzaak / <strong>Milieu</strong>relevantie:<br />
VMM leverde reeds een lijst van 103 <strong>be</strong>drijven (ANT 26, LIM 13, OVL 30, VBR 11, WVL 23) waarvoor,<br />
op basis van de expertise van het oppervlakte- en afvalwatermeetnet, een inspectie aangevraagd wordt. De<br />
selectie is ge<strong>be</strong>urd op basis van de volgende motivaties:<br />
- het <strong>be</strong>drijf voldoet niet aan de vergunde voorwaarden (meetconstructie en/of<br />
lozingsvoorwaarden);<br />
- de lozing van het <strong>be</strong>drijf heeft een meetbare negatieve impact op de waterkwaliteit;<br />
- de heffing op het afvalwater <strong>be</strong>rekend volgens de meetresultaten komt niet overeen met de<br />
werkelijke impact;<br />
- <strong>be</strong>drijven voldoen niet aan de contractvoorwaarden voor lozing op RWZI (niet naleven van de<br />
vergunning).<br />
- herhaaldelijk vaststellen/meldingen van calamiteiten.<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
MI zal voor al deze <strong>be</strong>drijven eerst een evaluatie uitvoeren van de huidige stand van zaken van deze<br />
dossiers (mede rekening houdend met recente meetresultaten en desgevallend met reeds opgelegde MImaatregelen).<br />
Uit deze evaluatie zal een voorstel opgesteld worden voor de controle van deze <strong>be</strong>drijven in<br />
<strong>2012</strong>. MI zal dit voorstel uitvoeren, terugkoppeling naar VMM over deze uitvoering is voorzien in 2013.<br />
Wel zal <strong>be</strong>gin <strong>2012</strong> een terugkoppeling ge<strong>be</strong>uren over de controles in het kader van A117 van het<br />
MIP2011.<br />
Indien er monsters worden genomen, ge<strong>be</strong>urt dit via de procedures/ het budget van het labocontract<br />
afvalwater.<br />
Criterium voor succes:<br />
1. Uitvoering van de controles en initiatie van de afhandeling van de vastgestelde inbreuken.<br />
2. Evaluatie van de actie uit 2011 (A117).<br />
Begindatum: 1 januari <strong>2012</strong> Personeelsinzet: 105 dagen<br />
Streefdatum: 31 decem<strong>be</strong>r <strong>2012</strong><br />
Externe randvoorwaarden:<br />
Optimaal overleg (minstens 2 maal /jaar in de decentrale werkgroepen en een algemeen centraal overleg).<br />
Is niet in de actie <strong>be</strong>grepen:<br />
Voortgangscontrole (na de eerste aanmaning) van de vastgestelde overschrijdingen.<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 42
Actie<br />
A217<br />
Coördinatie:<br />
Ondersteuning:<br />
Voedings<strong>be</strong>drijven onder richtlijn<br />
91/271<br />
Diensthoofden van de buitendiensten + Rita Van Ham<br />
Werkgroep Water<br />
Noodzaak / <strong>Milieu</strong>relevantie:<br />
De Europese richtlijn 91/271 inzake de <strong>be</strong>handeling van stedelijk afvalwater vermeldt in artikel 13<br />
paragraaf 1: De Lidstaten zorgen ervoor dat biologisch afbreekbaar industrieel afvalwater van installaties<br />
van de in bijlage III genoemde <strong>be</strong>drijfstakken, dat niet via stedelijke waterzuiveringsinstallaties in<br />
ontvangende wateren wordt geloosd, uiterlijk op 31 decem<strong>be</strong>r 2000 vóór de lozing voldoet aan de<br />
voorwaarden die in voorafgaande voorschriften en/of bijzondere vergunningen door de <strong>be</strong>voegde<br />
autoriteit of instantie zijn vastgesteld, indien het lozingen <strong>be</strong>treft van installaties die ten minste 4.000 IE<br />
vertegenwoordigen.<br />
BEDRIJFSTAKKEN<br />
1. Zuivelindustrie<br />
2. Vervaardiging van producten op basis van groenten en fruit<br />
3. Bereiding en botteling van frisdranken<br />
4. Verwerking van aardappelen<br />
5. Vleesindustrie<br />
6. Brouwerijen<br />
7. Bereiding van alcohol en alcoholhoudende dranken<br />
8. Vervaardiging van diervoeder uit plantaardige producten<br />
9. Vervaardiging van gelatine en lijm op basis van huiden en <strong>be</strong>enderen<br />
10. Mouterijen<br />
11. Visverwerkingsindustrie<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
MI zal de lozing van de <strong>be</strong>trokken <strong>be</strong>drijven verder van nabij controleren (geschatte aantallen: 16 in ANT,<br />
10 in LIM, 18 in OVL, 12 in VBR en 28 in WVL: totaal = 84, naar analogie met de aanpak in de voorbije<br />
jaren (met volgende uitzondering: er kan een vermindering zijn van de basisfrequentie tot 2/j bij deze<br />
<strong>be</strong>drijven die het afgelopen jaar telkens voldeden). De controles ge<strong>be</strong>uren enkel bij die voedings<strong>be</strong>drijven<br />
(en aanverwante sectoren) die niet aangesloten zijn op RWZI.<br />
Deze actie moet de aandacht vestigen op het naleven van de lozingsnormen van het effluent: bij alle<br />
<strong>be</strong>trokken <strong>be</strong>drijven wordt normaliter minstens twee of drie keer per jaar een controle van het geloosde<br />
afvalwater uitgevoerd. Deze actie moet tevens de toezichthoudende ambtenaren ondersteunen zodat de<br />
nodige maatregelen getroffen worden opdat deze <strong>be</strong>drijven zo snel mogelijk alle toepasselijke wettelijke<br />
lozings<strong>be</strong>palingen naleven.<br />
Een gecoördineerde en uniforme aanpak is noodzakelijk. Vlaanderen moet zo snel mogelijk kunnen<br />
melden dat aan deze <strong>be</strong>paling van de Europese richtlijn voldaan is.<br />
Monsters worden genomen volgens de voorschriften en op het budget van het labocontract afvalwater.<br />
Criterium voor succes:<br />
1. Alle afgesproken <strong>be</strong>monsteringen werden uitgevoerd, geëvalueerd en opgevolgd.<br />
2. Alle <strong>be</strong>trokken <strong>be</strong>drijven voldoen aan alle toepasselijke <strong>be</strong>palingen of volgen een saneringsplan<br />
waarmee ze zo snel mogelijk aan al deze <strong>be</strong>palingen zullen voldoen.<br />
Begindatum: 1 januari <strong>2012</strong> Personeelsinzet: 91 dagen<br />
Streefdatum: 31 decem<strong>be</strong>r <strong>2012</strong><br />
Externe randvoorwaarden:<br />
Is niet in de actie <strong>be</strong>grepen:<br />
Andere aspecten dan de lozing van <strong>be</strong>drijfsafvalwater.<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 43
Actie<br />
A237/8/9<br />
Coördinatie:<br />
Ondersteuning:<br />
Lozing van gevaarlijke stoffen<br />
Diensthoofden van de buitendiensten + Rita Van Ham<br />
Werkgroep Water<br />
Noodzaak / <strong>Milieu</strong>relevantie:<br />
Deze actie wordt uitgevoerd naar aanleiding van de onderrichting i.v.m. de lozing van gevaarlijke stoffen<br />
en aansluitend bij de plandoelstelling van het milieu<strong>be</strong>leidsplan 2011-2015 “7.2.5. Minder absolute<br />
milieudruk”. MI gaat actief op zoek naar de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen in de lozing van<br />
afvalwater.<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
Bij het actief zoeken naar de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen in de lozing van afvalwater, is er in het<br />
verleden al verhoogde aandacht geweest voor PAK‟s, vluchtige en minder vluchtige<br />
halogeenkoolwaterstoffen, (zware) metalen, N, P, MAK‟s en fenolen (+alkylfenolen). Daarnaast waren er<br />
ook al acties i.v.m. dioxinen, furanen, PCB‟s, broomhoudende brandvertragers en perfluortensiden.<br />
In <strong>2012</strong> zal de aandacht uitgaan naar:<br />
1. De controle op (zware) metalen. Sinds 11 januari 2011 is de bijlage 2.3.1. van Vlarem II van kracht.<br />
Bij alle <strong>be</strong>drijven zal worden nagegaag of de concentraties aan metalen in het afvalwater voldoen aan<br />
de indelingscriteria voor <strong>be</strong>drijfsafvalwater. Bij alle <strong>be</strong>drijven zal bij een eerste monstername de reeks<br />
van metalen* van bijlage 2.3.1. worden geanalyseerd (code m200).<br />
2. Dioxinen en furanen in afvalwater** (vervolg van 2008-2011): minstens controle bij alle <strong>be</strong>trokken<br />
(afval)verbrandingsinstallaties met rookgasreiniging, maar daarnaast ook de mogelijkheid tot controle<br />
in andere sectoren (o.a. chemie);<br />
3. broomhoudende brandvertragers: controle bij een aantal geselecteerde <strong>be</strong>drijven, vnl. textiel en<br />
afvalverwerkers (en enkele plasticverwerkers);<br />
4. PFT in afvalwater: controle bij een aantal geselecteerde <strong>be</strong>drijven;<br />
* Voor Hg zal een analyse ge<strong>be</strong>uren bij de relevante sectoren en bij de <strong>be</strong>drijven waar de meetwaarde<br />
van de campagne 2007-2008 hoger was dan het huidige indelingscriterium.<br />
** Dioxine-achtige PCB‟s en PCB‟s worden onder M200 voorzien.<br />
Criterium voor succes:<br />
Uitvoering van deze controles en initiatie van de afhandeling van de vastgestelde inbreuken.<br />
Begindatum: 1 januari <strong>2012</strong> Personeelsinzet: 60 dagen<br />
Streefdatum: 31 decem<strong>be</strong>r <strong>2012</strong><br />
Externe randvoorwaarden:<br />
Is niet in de actie <strong>be</strong>grepen:<br />
Voortgangscontrole (na de eerste aanmaning) van de vastgestelde overschrijdingen.<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 44
Actie<br />
A242<br />
Coördinatie:<br />
Ondersteuning:<br />
Controle van car- en truckwashes<br />
Diensthoofden van de buitendiensten + Rita Van Ham<br />
Werkgroep Water<br />
Noodzaak / <strong>Milieu</strong>relevantie:<br />
Deze actie wordt uitgevoerd naar aanleiding van de nieuwe sectorale voorwaarden opgenomen in de<br />
ontwerpwijziging voor Vlarem.<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
Car- en truckwash<strong>be</strong>drijven zijn inrichtingen vermeld in rubriek 15.4 van de indelingslijst.<br />
Aan hoofdstuk 5.15 van Vlarem II wordt een artikel 5.15.0.9 tot en met 5.15.0.11 toegevoegd, die luiden<br />
als volgt:<br />
“Art. 5.15.0.9. Waterverbruik:<br />
1° voor een automatische bus- of truckwash:<br />
de wasinstallatie is voorzien van een zuiverings- of recyclageunit die toelaat minstens 70% van het totale<br />
debiet was- en spoelwater te hergebruiken in de wasinstallatie;<br />
2° voor een automatische wasstraat ofcarwashinstallatie:<br />
de wasinstallatie is voorzien van een zuiverings- of recyclageunit die toelaat de toevoer van vers water te<br />
<strong>be</strong>perken tot maximaal 80 liter per voertuig dat gewassen wordt.<br />
Art. 5.15.0.10. Afvalwater van inrichtingen, vermeld in rubriek 15.4 van de indelingslijst.<br />
Alle verontreinigde afvalwaters worden, voor ze geloosd worden, verzameld en afgevoerd naar een<br />
<strong>be</strong>zink- en koolwaterstofverwijderingsinstallatie. Wanneer wordt geloosd in oppervlaktewater wordt deze<br />
bijkomend uitgerust met een coalescentiefilter. De koolwaterstofafscheiders worden zo dikwijls geledigd<br />
en gereinigd als nodig is om de goede werking ervan te waarborgen. De afvalstoffen die daarbij vrijkomen,<br />
worden opgehaald door een daartoe erkende overbrenger. De exploitant inspecteert daarvoor om de drie<br />
maanden de afscheider en houdt van die inspecties een logboek bij.<br />
Art. 5.15.0.11. Voor inrichtingen die voor 1 januari <strong>2012</strong> vergund zijn, gelden de<br />
verplichtingen, vermeld in artikel 5.15.0.9 en 5.15.0.10, vanaf 1 januari 2015.<br />
De nieuwe sectorale voorwaarden zullen normen <strong>be</strong>vatten voor pH, T, zwevende stoffen, <strong>be</strong>zinkbare<br />
stoffen, perchloorethyleen extraheerbare apolaire stoffen, detergenten, olie en vet, BZV, CZV, P, N en<br />
voor de metalen Cu, Pb, Zn, Cr en Ni bij lozing op oppervlaktewater. Voor rioollozers zijn normen<br />
voorzien voor pH, T, zwevende stoffen, petroleumether extraheerbare stoffen, olie en vet, en voor de<br />
metalen Cu, Pb, Zn, Cr en Ni.<br />
In elke provincie worden de 3 grootste car- en truckwash<strong>be</strong>drijven gecontroleerd op de toepassing van de<br />
BBT en zal een monster worden genomen en vergeleken worden met de sectorale voorwaarden die vanaf<br />
2015 van toepassing zullen zijn. Er zal een checklist worden opgemaakt op basis van de BBT-studie.<br />
Criterium voor succes:<br />
Uitvoering van deze controles en initiatie van de afhandeling van de vastgestelde inbreuken.<br />
Begindatum: 1 januari <strong>2012</strong> Personeelsinzet: 15 dagen<br />
Streefdatum: 31 decem<strong>be</strong>r <strong>2012</strong><br />
Externe randvoorwaarden:<br />
Definitieve goedkeuring van Vlaremwijziging voor car- en truckwashes.<br />
Is niet in de actie <strong>be</strong>grepen:<br />
Voortgangscontrole van de vastgestelde overschrijdingen.<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 45
Actie<br />
A243<br />
Coördinatie:<br />
Ondersteuning:<br />
Lozen van verontreinigd hemelwater<br />
Diensthoofden van de buitendiensten + Rita Van Ham<br />
Werkgroep Water<br />
Noodzaak / <strong>Milieu</strong>relevantie:<br />
In de algemene <strong>be</strong>palingen die van toepassing zijn op de inrichtingen vooor de verwerking van<br />
afvalstoffen is vermeld onder art.5.2.1.7. §4. De afwatering van de gebouwen, de installatie en het terrein<br />
wordt zó uitgevoerd dat de verontreiniging van het hemelwater zoveel mogelijk wordt voorkomen en dat<br />
het niet verontreinigd hemelwater kan afvloeien of worden weggepompt. Niet verontreinigd hemelwater<br />
mag in geen geval worden gemengd met ander nog te <strong>be</strong>handelen afvalwater. Daar waar mogelijk wordt<br />
het hemelwater gebruikt voor de water<strong>be</strong>voorrading van de inrichting. Het opgevangen hemelwater wordt<br />
daartoe gestockeerd. Overtollig hemelwater wordt geloosd in oppervlaktewater. De lozing in riool kan<br />
slechts worden aanvaard indien geen lozing in oppervlaktewater mogelijk is en op voorwaarde dat het in<br />
de milieuvergunning is toegelaten.§ 5. Verontreinigd hemelwater moet worden opgevangen en <strong>be</strong>handeld<br />
zoals het overige afvalwater van de inrichting.<br />
Onder §1 wordt vermeld dat de afvalstoffen niet buiten de daartoe <strong>be</strong>stemde <strong>be</strong>handelings- en<br />
opslagruimte worden opgeslagen.<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
Per provincie worden er 5 <strong>be</strong>drijven uitvoerig gecontroleerd op gebied van waterhuishouding.<br />
De selectie van de <strong>be</strong>drijven die zullen worden gecontroleerd, ge<strong>be</strong>urt op basis van type activiteit (bvb.<br />
vergisters, glas afvalverwerkende <strong>be</strong>drijven, opslag kolen, non-ferro, containerdiensten, opslag en<br />
verwerking van bouw- en sloopafval… ) in samenspraak met de oppervlakte van het <strong>be</strong>drijfsterrein en met<br />
een opslag in open lucht. Daarnaast is het relevant om te kijken of er hergebruik is van hemelwater, of er<br />
een buffer<strong>be</strong>kken in gebruik is en of er al dan niet een lozing op oppervlaktewater is. De focus ligt bij<br />
<strong>be</strong>drijven waar het geloosde afvalwater vooral afkomstig is van potentieel verontreinigd hemelwater.<br />
Indien geloosd wordt op oppervlaktewater zal er een afvalwatermonster worden genomen.<br />
Criterium voor succes:<br />
Planning van monstername aan lozingspunt afstemmen op weersomstandigheden (na regenbui).<br />
Uitvoering van deze controles en initiatie van de afhandeling van de vastgestelde inbreuken.<br />
Begindatum: 1 januari <strong>2012</strong> Personeelsinzet: 27 dagen<br />
Streefdatum: 31 decem<strong>be</strong>r <strong>2012</strong><br />
Externe randvoorwaarden:<br />
Is niet in de actie <strong>be</strong>grepen:<br />
Voortgangscontrole van de vastgestelde overschrijdingen.<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 46
Actie<br />
A244<br />
Coördinatie:<br />
Ondersteuning:<br />
Lozen van koelwater<br />
Diensthoofden van de buitendiensten + Rita Van Ham<br />
Werkgroep Water<br />
Noodzaak / <strong>Milieu</strong>relevantie:<br />
Aan het water in open- en gesloten industriële koelsystemen worden stoffen toegevoegd voor de optimale<br />
werking van het systeem.<br />
Emissies naar het oppervlaktewater door koelsystemen worden veroorzaakt door :<br />
- koelwateradditieven en de reactanten daarvan<br />
- uit de lucht afkomstige stoffen die via de koeltoren binnenkomen<br />
- corrosieproducten die ontstaan door corrosie van de koelsysteemapparatuur<br />
- het lekken van proceschemicaliën (product) en hun reactieproducten.<br />
De BBT lijst de stoffen op die gebruikt worden om koelwater te <strong>be</strong>handelen in open en gesloten<br />
recirculatiesystemen.<br />
Door het niet toepassen van de BBT voor industriële koelingssystemen kunnen in het te lozen koelwater<br />
mogelijk stoffen aanwezig zijn die niet meer zijn toegelaten zoals bvb chroomhoudende stoffen,<br />
kwikhoudende stoffen, organometalen en mercapto<strong>be</strong>nzothiazole.<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
Bij de planning van de routinemonsternames zal extra aandacht gaan naar de <strong>be</strong>monstering van afvalwater<br />
dat geloosd wordt op oppervlaktewater en dat vooral <strong>be</strong>staat uit koelwater.<br />
Afhankelijk van het gebruikte koelsysteem zullen andere parameters geanalyseerd worden.<br />
Zowel het opgenomen water als het geloosde water worden op dezelfde parameters geanalyseerd.<br />
Aantal <strong>be</strong>drijven: minimaal 2, bij voorkeur diegene met een groot debiet, koelwater op basis van zoetwater<br />
en met een lozingspunt op oppervlaktewater (bvb. kanalen of rivieren met drinkwater<strong>be</strong>stemming;<br />
<strong>be</strong>vaarbare rivieren en on<strong>be</strong>vaarbare rivieren klasse 1 of klasse 2).<br />
Criterium voor succes:<br />
Uitvoering van deze controles en initiatie van de afhandeling van de vastgestelde inbreuken.<br />
Begindatum: 1 januari <strong>2012</strong> Personeelsinzet: 10 dagen<br />
Streefdatum: 31 decem<strong>be</strong>r <strong>2012</strong><br />
Externe randvoorwaarden:<br />
Is niet in de actie <strong>be</strong>grepen:<br />
Voortgangscontrole van de vastgestelde overschrijdingen.<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 47
Actie<br />
A245<br />
Coördinatie:<br />
Ondersteuning:<br />
Ecotoxiciteit van <strong>be</strong>drijfsafvalwater<br />
Diensthoofden van de buitendiensten + Rita Van Ham<br />
Werkgroep Water<br />
Noodzaak / <strong>Milieu</strong>relevantie:<br />
De KRW legt op dat de milieudoelstellingen voor oppervlaktewater <strong>be</strong>trekking moeten heb<strong>be</strong>n op de<br />
chemische en de ecologische toestand of potentieel en voor grondwater de kwantitatieve en de chemische<br />
toestand. Het <strong>be</strong>staande <strong>be</strong>oordelingskader wordt uitgebreid en een aantal <strong>be</strong>staande normen worden<br />
aangepast.<br />
In dit kader werd door VITO in samenwerking met de VMM een studie uitgewerkt. In een aantal<br />
milieuvergunningen werd als bijzondere voorwaarde opgenomen dat een ecotoxiciteitsstudie moet<br />
worden uitgevoerd op het geloosde afvalwater.<br />
Hierbij wordt het geloosde afvalwater blootgesteld aan 4 organismen. De reactie van het organisme op de<br />
stoffen in het afvalwater <strong>be</strong>paald de toxiciteit.<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
Relatie met: Kaderrichtlijn Water en decreet integraal water<strong>be</strong>leid.<br />
Ecotoxiciteitstesten zijn relevant voor het diepgaander karakteriseren van complexe afvalwaters en de<br />
mogelijke gevolgen voor het aquatische milieu.<br />
Situatie 1: de studie is opgelegd via de bijzondere voorwaarden en wordt uitgevoerd door het <strong>be</strong>drijf.<br />
De TH zal nagaan of de studie werd uitgevoerd. In hoeverre de studie een waarheidgetrouw <strong>be</strong>eld geeft<br />
van de toxiciteit van het afvalwater zal worden gecontroleerd door een eigen monstername.<br />
Situatie 2: het diepgaander karakteriseren van probleemlozingen (= lozingen die geruime tijd niet voldoen<br />
aan de lozingsnormen), met het oog op het <strong>be</strong>palen van het verdere handhavingstraject (bv. prioritisering<br />
van lozingen met hogere ecotoxiciteit).<br />
Aantal <strong>be</strong>drijven: minimum 2 per provincie, bij voorkeur die <strong>be</strong>drijven met een voorwaarde voor een<br />
studie naar ecotoxiciteit van het afvalwater in hun vergunning.<br />
Criterium voor succes:<br />
Uitvoering van deze controles en initiatie van de afhandeling van de vastgestelde inbreuken.<br />
Begindatum: 1 januari <strong>2012</strong> Personeelsinzet: 20 dagen<br />
Streefdatum: 31 decem<strong>be</strong>r <strong>2012</strong><br />
Externe randvoorwaarden:<br />
Is niet in de actie <strong>be</strong>grepen:<br />
Voortgangscontrole (na de eerste aanmaning) van de vastgestelde overschrijdingen.<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 48
Actie<br />
A316<br />
Coördinatie:<br />
Uitvoering:<br />
Uitvoering van het Seveso IIinspectieprogramma<br />
Inge Delvaux<br />
Toezicht zwarerisico<strong>be</strong>drijven<br />
Noodzaak / <strong>Milieu</strong>relevantie:<br />
In het kader van het Samenwerkingsakkoord preventie zware ongevallen moet het inspectieteam een<br />
inspectiesysteem opzetten dat de inspectie van alle Seveso II-<strong>be</strong>drijven met gepaste frequentie en op de<br />
geëigende manier borgt.<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
Het inspectieprogramma (in functie van de verschillende inspectiedomeinen van de <strong>be</strong>drijven) wordt in<br />
onderling overleg tussen de <strong>be</strong>voegde inspectiediensten opgesteld, regelmatig geëvalueerd en<br />
geactualiseerd. Ook de <strong>be</strong>paling van de basisinspectiefrequentie ge<strong>be</strong>urt in overleg.<br />
Voor de uitvoering van en de rapportering over de inspecties voorzien in het programma worden<br />
eveneens de nodige afspraken gemaakt met de federale collega‟s.<br />
Het Seveso II-inspectieprogramma wordt in meer detail geduid in de toelichting bij dit MIP onder<br />
hoofdstuk 7.<br />
Volgende groepen inspecties zijn in<strong>be</strong>grepen: geprogrammeerde inspecties (m.b.v. <strong>be</strong>staande inspectieinstrumenten),<br />
inspecties naar aanleiding van voorvallen, … . Het programma omvat eveneens de<br />
voortgangscontroles. Naar aanleiding van de inspecties worden actieplannen gegenereerd, waarvan de<br />
tijdige en effectieve uitvoering moet worden nagegaan. Daardoor zullen heel wat inspecties <strong>be</strong>staan uit een<br />
combinatie van voortgangscontrole en de controle van een nieuw aspect. De nodige tijd voor<br />
voortgangscontrole wordt echter niet in rekening gebracht bij deze actie, maar zit <strong>be</strong>grepen in de algemene<br />
rubriek „Voortgangscontrole‟.<br />
Een <strong>be</strong>langrijke eigenschap van het inspectieprogramma is het dynamische karakter ervan: indien de<br />
actualiteit dat vereist wordt het programma aangepast.<br />
In het licht van het van kracht worden van de CLP-verordening blijft ook de verdere inventarisatie van<br />
Seveso<strong>be</strong>drijven <strong>be</strong>langrijk.<br />
Volgens een Europese interpretatie moeten ook doorvoeropslagplaatsen waar gevaarlijke stoffen aanwezig<br />
zijn in hoeveelheden boven de drempels worden <strong>be</strong>schouwd als Seveso-inrichtingen. Extra aandacht zal<br />
worden <strong>be</strong>steed aan de inventarisatie van dergelijke doorvoeropslagplaatsen.<br />
Een ander aandachtspunt blijft de gasopslag in vaste houders (cfr. A342).<br />
Criterium voor succes:<br />
Het inspectieprogramma is uitgevoerd.<br />
Begindatum: 1 januari <strong>2012</strong> Personeelsinzet: 1.125 dagen<br />
Streefdatum: 31 decem<strong>be</strong>r <strong>2012</strong><br />
Externe randvoorwaarden:<br />
Is niet in de actie <strong>be</strong>grepen:<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 49
Actie<br />
A340<br />
Coördinatie:<br />
Ondersteuning:<br />
Controle van de veiligheidsaspecten<br />
bij koelinstallaties op ammoniak<br />
Inge Delvaux<br />
Toezicht zwarerisico<strong>be</strong>drijven<br />
Noodzaak / <strong>Milieu</strong>relevantie:<br />
Naar aanleiding van enkele incidenten met toxische ammoniakwolken bij <strong>be</strong>drijven met koelinstallaties op<br />
ammoniak stelt zich de vraag naar de veiligheid bij de exploitatie van dergelijke inrichtingen.<br />
De problematiek hieromtrent is nog niet goed in kaart gebracht en in het verleden werden daarop nog<br />
geen gerichte controles uitgevoerd.<br />
Koelinstallaties op ammoniak worden gebruikt in <strong>be</strong>drijven en inrichtingen uit uiteenlopende sectoren,<br />
vooral de voedingssector (groenten, bakkerijen, veilingen, zuivelfabrieken, fruitsappen, …) en de<br />
recreatieve sector (ijsbanen, skipistes, ...). Er zijn de voorbije jaren verschillende incidenten ge<strong>be</strong>urd met<br />
dergelijke installaties, waarbij soms omwonenden of werknemers in buur<strong>be</strong>drijven moesten geëvacueerd<br />
worden omwille van klachten van irritaties. Ongevallen met zware gevolgen zijn niet uitgesloten gezien het<br />
acuut toxisch karakter van ammoniak.<br />
In de eerste plaats moeten incidenten met vrijzetting van ammoniak vermeden worden en moeten bouw<br />
en onderhoud van dergelijke installaties goed opgevolgd worden. Tweede <strong>be</strong>langrijke aandachtspunt is de<br />
controle op het <strong>be</strong>staan van een noodplan dat met dergelijk ongevalscenario rekening houdt en dat<br />
geactualiseerd en ingeoefend is.<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
Deze actie is een verderzetting van de actie A340 van het MIP 2010 en het MIP 2011. In 2010 werd een<br />
leidraad ontwikkeld voor de systematische inspecties.<br />
Doel van deze actie is de systematische inspectie van minstens 10 <strong>be</strong>drijven met een koelinstallatie op<br />
ammoniak m.b.v. de leidraad.<br />
Criterium voor succes:<br />
De systematische controles bij een selectie van grote koelinstallaties op ammoniak zijn uitgevoerd.<br />
Begindatum: 1 januari <strong>2012</strong> Personeelsinzet: 50 dagen<br />
Streefdatum: 31 decem<strong>be</strong>r <strong>2012</strong><br />
Externe randvoorwaarden:<br />
Is niet in de actie <strong>be</strong>grepen:<br />
Voortgangscontrole van de inspecties die worden uitgevoerd in het kader van deze actie.<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 50
Actie<br />
A342<br />
Coördinatie:<br />
Ondersteuning:<br />
Controle van de opslag van gassen in<br />
vaste houders<br />
Inge Delvaux<br />
Toezicht zwarerisico<strong>be</strong>drijven<br />
Noodzaak / <strong>Milieu</strong>relevantie:<br />
Naar aanleiding van de recente wijzigingen in het Vlarem, zijn ook de voorwaarden voor de opslag van<br />
gassen in vaste houders veranderd.<br />
Afdeling 5.16.1 van Vlarem II (Algemene <strong>be</strong>palingen) is grondig aangepast aan de <strong>be</strong>palingen van de<br />
PED-richtlijn, waardoor de voorwaarden met <strong>be</strong>trekking tot de periodieke onderzoeken gewijzigd zijn.<br />
Meer <strong>be</strong>paald werd de verplichting ingevoerd tot het uitvoeren van een inwendig onderzoek in <strong>be</strong>paalde<br />
gevallen en dit met een wel<strong>be</strong>paalde periodiciteit.<br />
Verschillende exploitanten voorzagen in het verleden geen periodiek inwendig onderzoek in hun<br />
inspectieprogramma voor gastanks.<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
In 2011 werden relevante <strong>be</strong>drijven voor de opslag van gassen in vaste houders geïnventariseerd en werd<br />
een onderzoek van de vereisten inzake constructie uitgevoerd. Als inventarisatiecriterium werd een<br />
waterinhoudsvermogen van meer dan 13.000 l gehanteerd, aangezien dit voor LPG-houders de<br />
ondergrens is voor de verplichting tot het uitvoeren van een inwendig onderzoek.<br />
Op basis van een onderzoek van de reglementaire <strong>be</strong>palingen en relevante codes en normen werd een<br />
leidraad opgesteld die toelaat op een systematische manier na te gaan of de opslag voldoet aan de vereisten<br />
inzake constructie en onderworpen wordt aan de noodzakelijke periodieke onderzoeken.<br />
Er werd in 2011 reeds gestart met de systematische controle bij een selectie van tien <strong>be</strong>drijven met opslag<br />
van gassen in vaste houders.<br />
In <strong>2012</strong> wordt deze systematische controle verdergezet a rato van 2 geselecteerde <strong>be</strong>drijven per<br />
buitendienst.<br />
Bij deze controles zullen tevens de praktische bruikbaarheid en toepasbaarheid van de opgestelde leidraad<br />
worden geëvalueerd. Indien nodig zal de leidraad worden bijgestuurd.<br />
Criterium voor succes:<br />
De systematische controles bij de geselecteerde <strong>be</strong>drijven zijn uitgevoerd.<br />
Begindatum: 1 januari <strong>2012</strong> Personeelsinzet: 50 dagen<br />
Streefdatum: 31 decem<strong>be</strong>r <strong>2012</strong><br />
Externe randvoorwaarden:<br />
Is niet in de actie <strong>be</strong>grepen:<br />
Voortgangscontrole van de inspecties die worden uitgevoerd in het kader van deze actie.<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 51
Actie<br />
A407<br />
Coördinatie:<br />
Ondersteuning:<br />
Geluids- en trillingsonderzoeken<br />
Diensthoofden van de buitendiensten + Paul Cuypers<br />
Werkgroep Geluid & Trillingen<br />
Noodzaak / <strong>Milieu</strong>relevantie:<br />
Lawaai en trillingen tasten de kwaliteit van het leven en de omgeving van mensen aan. De hinder die zo<br />
ontstaat leidt ook tot klachten die bij MI worden ingediend.<br />
MI onderzoekt zelf of de klachten terecht en gegrond zijn, door middel van waarnemingen (zie M400).<br />
Bij ingewikkelde klachten echter, bijvoor<strong>be</strong>eld wanneer hinder door meer dan één <strong>be</strong>drijf veroorzaakt<br />
wordt en het niet zonder meer mogelijk is om de verschillende bijdragen van elk <strong>be</strong>drijf afzonderlijk te<br />
<strong>be</strong>palen, kan MI <strong>be</strong>roep willen doen op erkende deskundigen.<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
Geluids- en/of trillingsonderzoeken uit<strong>be</strong>steden aan erkende milieudeskundigen ter ondersteuning van<br />
het inspecteren en maatregelen nemen (<strong>be</strong>handeling van klachten; afdwingen van saneringen).<br />
Criterium voor succes:<br />
Geluids- en/of trillingsonderzoeken zijn uitgevoerd.<br />
Begindatum: 1 januari <strong>2012</strong> Personeelsinzet: 22 dagen<br />
Streefdatum: 31 decem<strong>be</strong>r <strong>2012</strong><br />
Externe randvoorwaarden:<br />
Is niet in de actie <strong>be</strong>grepen:<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 52
Actie<br />
A408<br />
Coördinatie:<br />
Ondersteuning:<br />
Kwaliteitscontrole van akoestische<br />
onderzoeken<br />
Diensthoofden van de buitendiensten + Paul Cuypers<br />
Werkgroep Geluid & Trillingen<br />
Noodzaak / <strong>Milieu</strong>relevantie:<br />
Jaarlijks worden in Vlaanderen vele akoestische onderzoeken uitgevoerd. Die kunnen zijn opgelegd aan<br />
exploitanten door de overheid, of exploitanten kunnen zelf het initiatief heb<strong>be</strong>n genomen om zulk een<br />
onderzoek uit te voeren. Het blijkt te vaak dat de kwaliteit van die onderzoeken te wensen overlaat,<br />
hoewel goede onderzoeken zeer <strong>be</strong>langrijk zijn ter voorkoming van geluidshinder.<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
De doelstelling is in eerste instantie het ver<strong>be</strong>teren van de kwaliteit van die akoestische onderzoeken<br />
waar MI de exploitanten toe heeft aangemaand.<br />
Om de evaluatie uniform uit te voeren maakt MI gebruik van haar “Handleiding bij de <strong>be</strong>oordeling van<br />
een volledig akoestisch onderzoek”. Het is niet enkel de <strong>be</strong>doeling om rapporten goed of af te keuren<br />
maar ook om te <strong>be</strong>palen hoe een afgekeurd onderzoek had moeten ge<strong>be</strong>uren.<br />
In tweede instantie wordt de werkervaring teruggekoppeld naar de erkenningverlenende overheid, al dan<br />
niet op eigen initiatief.<br />
Criterium voor succes:<br />
De door MI opgelegde akoestische onderzoeken zijn geëvalueerd.<br />
Begindatum: 1 januari <strong>2012</strong> Personeelsinzet: 69 dagen<br />
Streefdatum: 31 decem<strong>be</strong>r <strong>2012</strong><br />
Externe randvoorwaarden:<br />
Is niet in de actie <strong>be</strong>grepen:<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 53
Actie<br />
A519<br />
Coördinatie:<br />
Ondersteuning:<br />
Controle van grondwaterwinningen<br />
Diensthoofden van de buitendiensten + Jeroen Novem<strong>be</strong>r<br />
Werkgroep Bodem & Grondwater<br />
Noodzaak / <strong>Milieu</strong>relevantie:<br />
In Vlaanderen wordt grondwater in grote hoeveelheden uit de verschillende watervoerende lagen<br />
onttrokken. Dit zowel voor de industrie, landbouw, drinkwatermaatschappijen als particulieren. Het<br />
duurzaam omspringen met en het <strong>be</strong>schermen van de grondwaterreserves, zowel kwantitatief als<br />
kwalitatief is noodzakelijk.<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
Het doel van het project is om bij 23 <strong>be</strong>drijven verspreid in Vlaanderen een grondige controle uit te<br />
voeren van de grondwaterwinning(en). Voor de <strong>be</strong>drijfskeuze zal er gewerkt worden met een mix van<br />
winningen zoals:<br />
- grootste winningen waaronder een aantal productiecentra van drinkwatermaatschappijen;<br />
- <strong>be</strong>drijven / sectoren met een twijfelachtige reputatie wat <strong>be</strong>treft grondwaterwinning;<br />
- <strong>be</strong>drijven waarbij uit de zelfcontrole grondwater (A522) ernstige tekortkomingen blijken;<br />
- potentieel klasse 1-ingedeelde inrichtingen, maar slechts klasse 2 vergund;<br />
- illegale grondwaterwinningen (vb. melding VMM, andere watervoerende laag, …);<br />
- grondwaterwinningen in overgeëxploiteerde watervoerende lagen en/of die onttrekken boven<br />
het vergunde volume;<br />
- <strong>be</strong>drijven waar nieuwe grondwaterwinningen wordt aangelegd;<br />
- grondwaterwinningen die recent nog niet aan een controle zijn onderworpen.<br />
De inspecties bij de vergunde grondwaterwinningen worden uitgevoerd aan de hand van specifieke<br />
checklists met aandacht voor het boren in de ondergrond, het gebruik van het grondwater, de<br />
vergunningstoestand, de administratieve verplichtingen zoals de debietregistratie, de peilregistratie,<br />
analyses en heffingen, de bijzondere voorwaarden, het herboren, het wijzigen van <strong>be</strong>staande putten, de<br />
buiten dienst gestelde grondwaterwinningen en de uitrusting van de peil- en de boorputten. Bij de<br />
controle van boringen wordt nagegaan of de code van goede praktijk uit bijlage 5.53.1 van VlaremII<br />
correct wordt gevolgd.<br />
Tijdens de inspecties zal er voldoende aandacht <strong>be</strong>steed worden aan de kwaliteit en de kwantiteit van het<br />
aanwezige grondwater. Er kunnen monsters van het grondwater genomen worden en peilmetingen<br />
uitgevoerd worden. De analyses van de monsters ge<strong>be</strong>uren binnen het budget van het labocontract<br />
„Afvalstoffen, Bodem en Grondwater‟.<br />
De door MI uit te voeren monsternames en peilmetingen vormen een effectieve terreincontrole op de<br />
zelfcontroleverplichtingen van de exploitant.<br />
Criterium voor succes:<br />
Goede selectie van de <strong>be</strong>drijven en initiatie van de afhandeling van de inbreuken.<br />
Begindatum: 1 januari <strong>2012</strong> Personeelsinzet: 75 dagen<br />
Streefdatum: 31 decem<strong>be</strong>r <strong>2012</strong><br />
Externe randvoorwaarden:<br />
Voldoende medewerking van externe diensten (melden van probleemdossiers, illegale winningen, aanleg<br />
van nieuwe grondwaterwinningen,…).<br />
Is niet in de actie <strong>be</strong>grepen:<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 54
Actie<br />
A522<br />
Coördinatie:<br />
Ondersteuning:<br />
Controle van de zelfcontrole<br />
grondwater<br />
Diensthoofden van de buitendiensten + Jeroen Novem<strong>be</strong>r<br />
Werkgroep Bodem & Grondwater<br />
Noodzaak / <strong>Milieu</strong>relevantie:<br />
In Vlaanderen wordt grondwater in grote hoeveelheden uit de verschillende watervoerende lagen<br />
onttrokken. Dit zowel voor de industrie, landbouw, drinkwatermaatschappijen als particulieren. Het<br />
duurzaam omspringen met en het <strong>be</strong>schermen van de grondwaterreserves, zowel kwantitatief als<br />
kwalitatief is noodzakelijk.<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
Naast de controles ter plaatse van de grondwaterwinningen, die ge<strong>be</strong>uren via A519, is het ook <strong>be</strong>langrijk<br />
om na te gaan of de exploitanten voldoen aan de administratieve verplichtingen zoals debietregistratie,<br />
peilregistratie en analyses van het grondwater. Deze zijn immers indicatief voor de kwantitatieve en<br />
kwalitatieve toestand van de grondwatersystemen ter plekke en het correct opvolgen van de sectorale<br />
en/of bijzondere voorwaarden.<br />
Bij de <strong>be</strong>drijven zullen de volgende gegevens opgevraagd worden:<br />
- overzicht van het aantal winningsputten;<br />
- debietregistratie over een periode van vijf jaar;<br />
- ijkingsattesten van de debietmeters;<br />
- peilregistratie over een periode van vijf jaar;<br />
- grondwateranalyses van het afgelopen jaar.<br />
Aan de hand van deze gegevens zal <strong>be</strong>oordeeld worden of de exploitant voldoende let op het vergund<br />
debiet, de mogelijke <strong>be</strong>perking van het afpompingsniveau zodanig dat er geen risico is op aantasting van<br />
de grondwaterlagen door over<strong>be</strong>maling. De resultaten van de grondwateranalyse kunnen worden<br />
getoetst aan de gangbare kwaliteit van de <strong>be</strong>treffende watervoerende laag en zo ook een signaal zijn voor<br />
mogelijke verontreiniging of andere onregelmatigheden.<br />
Bij vaststelling van ernstige tekortkomingen kan het gecontroleerde <strong>be</strong>drijf nadien worden opgenomen<br />
voor diepgaandere controle via A519.<br />
Criterium voor succes:<br />
1. Uitvoering van de controles.<br />
2. Initiatie van de afhandeling van de vastgestelde inbreuken.<br />
Begindatum: 1 januari <strong>2012</strong> Personeelsinzet: 29 dagen<br />
Streefdatum: 31 decem<strong>be</strong>r <strong>2012</strong><br />
Externe randvoorwaarden:<br />
Is niet in de actie <strong>be</strong>grepen:<br />
Terreincontrole op de zelfcontrole grondwater.<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 55
Actie<br />
A621<br />
Coördinatie:<br />
Ondersteuning:<br />
Controles in het kader van de<br />
overeenkomst dierlijke bijproducten<br />
Diensthoofden van de buitendiensten + Roel Vaneerdeweg<br />
Werkgroep Afval<br />
Noodzaak / <strong>Milieu</strong>relevantie:<br />
Op 28/10/05 verleende de Vlaamse Regering haar goedkeuring aan de overeenkomst tussen de Federale<br />
Staat en de Gewesten inzake niet voor menselijke consumptie <strong>be</strong>stemde dierlijke bijproducten (uitvoering<br />
verordening (EG) Nr. 1774/2002 van 3/10/2002 – B.S. 12/12/05). De taken voor de federale staat en de<br />
gewesten worden duidelijk afgebakend. Elke <strong>be</strong>trokken instantie (dus ook MI) moet jaarlijks een<br />
controleprogramma organiseren voor inrichtingen die de in de verordening <strong>be</strong>doelde dierlijke<br />
bijproducten voortbrengen. Jaarlijks moet hierover gerapporteerd worden aan een evaluatiecommissie.<br />
In 2011 is verordening (EC) Nr. 1069/2009 in werking getreden. De overeenkomst tussen de Federale<br />
overheid en de Gewesten wordt aangepast aan deze nieuwe regelgeving en zal in <strong>2012</strong> gesloten worden.<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
1. Gerichte inspectie van een aantal actoren gevat door de verordening. De gecontroleerde <strong>be</strong>drijven zijn<br />
hetzij 1069-erkende <strong>be</strong>drijven, hetzij ophalers van dierlijk afval, hetzij <strong>be</strong>drijven die producenten<br />
kunnen zijn van dierlijke bijproducten. De verwerkte dierlijke bijproducten worden opnieuw<br />
gecontroleerd op hun microbiële kwaliteit. De <strong>be</strong>drijfskeuze van de 1069-erkende <strong>be</strong>drijven ge<strong>be</strong>urt<br />
enerzijds op basis van terreinervaring van MI en anderzijds worden <strong>be</strong>drijven die geruime tijd niet of<br />
nog nooit geïnspecteerd werden in deze actie gevat.<br />
2. Controles op in- en uitvoer van dierlijke bijproducten n.a.v. meldingen door OVAM of FAVV van<br />
risicovolle of verdachte partijen, die via Traces werden aangemeld.<br />
3. Rapporteren van de uitgevoerde controles aan de evaluatiecommissie.<br />
Er zal in <strong>2012</strong> bijzondere aandacht worden <strong>be</strong>steed aan controles bij de ophalers van dierlijk afval.<br />
De <strong>be</strong>monsteringen en analyses vallen binnen het contract „afvalstoffen, bodem en grondwater‟<br />
Criterium voor succes:<br />
1. Inspecties zijn uitgevoerd.<br />
2. Administratief- en strafrechtelijk optreden werd geïnitieerd waar nodig.<br />
3. Rapport voor de evaluatiecommissie Dierlijke Bijproducten is geschreven.<br />
Begindatum: 1 januari <strong>2012</strong> Personeelsinzet: 133 dagen<br />
Streefdatum: 31 decem<strong>be</strong>r <strong>2012</strong><br />
Externe randvoorwaarden:<br />
Is niet in de actie <strong>be</strong>grepen:<br />
De <strong>be</strong>monstering van afvalwater bij de slachthuizen.<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 56
Actie<br />
A639<br />
Coördinatie:<br />
Ondersteuning:<br />
Inspecties bij verwerkers van<br />
organisch-biologische afvalstoffen<br />
(OBA) en mest<br />
Diensthoofden van de buitendiensten<br />
Werkgroep Afval<br />
Noodzaak / <strong>Milieu</strong>relevantie:<br />
In het verleden heb<strong>be</strong>n enkele dossiers aangetoond dat schadelijke afvalstromen mee verwerkt werden<br />
tot organische bodemver<strong>be</strong>teraars. Het opmengen van afvalstromen die in feite niet in aanmerking<br />
kwamen voor toepassing in of als secundaire grondstof, heeft er in <strong>be</strong>paalde gevallen toe geleid dat<br />
landbouwpercelen vervuild werden, met grote economische schade tot gevolg. Het is niet ondenkbaar<br />
dat op deze manier ook de voedselketen <strong>be</strong>smet kan worden.<br />
Daarnaast wil MI ook waken over de correcte uitvoering van de vele mestverwerkingsprojecten die<br />
opgestart worden bij landbouwers. In dergelijke mestverwerkingsinstallaties wordt samen met de mest<br />
dikwijls ander organisch materiaal verwerkt (bv. snijmais). Omdat organisch materiaal meer en meer<br />
wordt ingezet als biobrandstof stijgt de prijs ervan en loopt de mestverwerkingskost op. Dit zou kunnen<br />
leiden tot de verwerking van goedkopere organisch-biologische afvalstoffen (OBA) van slechte kwaliteit.<br />
Een streng toezicht is hier aangewezen.<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
Tijdens de inspecties de voorbije jaren zijn hier en daar twijfelachtige stromen ontdekt. Sommige<br />
stromen komen rechtstreeks van afvalverwerkings<strong>be</strong>drijven. Deze stromen verdienen extra aandacht. De<br />
actie zal worden <strong>be</strong>perkt tot de inspectie van een klein aantal <strong>be</strong>drijven die hetzij organisch-biologische<br />
afvalstoffen verwerken, hetzij toeleveren aan composterings- en/of vergistingsinstallaties.<br />
Doel van het project is na te gaan of de verwerking van mest en van OBA tot secundaire grondstof (als<br />
meststof of bodemver<strong>be</strong>terend middel) correct verloopt, door:<br />
1. tijdens <strong>be</strong>drijfsinspecties na te gaan of de aanwezige afvalstoffen aan de invoerzijde aanvaard mogen<br />
worden volgens de milieuvergunning en het goedgekeurde werkplan;<br />
2. aan de uitvoerzijde na te gaan of het eindproduct voldoet aan alle toepasselijke VLAREA-<strong>be</strong>palingen;<br />
3. de geregistreerde gegevens van een lange periode kritisch te onderzoeken. Stromen die vermoedens<br />
van onregelmatigheden doen rijzen of afkomstig zijn van risico-<strong>be</strong>drijven, en waarover de exploitant<br />
onvoldoende informatie kan verschaffen, worden aan een grondig onderzoek onderworpen.<br />
4. minstens één toeleverancier grondig door te lichten.<br />
MI treedt op indien bij <strong>be</strong>paalde invoerstromen of afvoerstromen vervuiling of onregelmatigheden<br />
worden vastgesteld.<br />
Criterium voor succes:<br />
1. Administratief- en strafrechtelijk optreden bij verwerkers is geïnitieerd.<br />
2. Eventuele ketenonderzoeken zijn opgestart.<br />
Begindatum: 1 januari <strong>2012</strong> Personeelsinzet: 43 dagen<br />
Streefdatum: 31 okto<strong>be</strong>r <strong>2012</strong><br />
Externe randvoorwaarden:<br />
Is niet in het project vervat:<br />
1. Verwerkers van uitsluitend <strong>be</strong>drijfseigen OBA‟s.<br />
2. Mestverwerkingsinstallaties die enkel <strong>be</strong>staan uit een scheiding in een dunne en dikke fractie,<br />
gevolgd door een specifieke biologische waterzuiveringsstap.<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 57
Actie<br />
A614<br />
Coördinatie:<br />
Ondersteuning:<br />
Controle op gefluoreerde<br />
ozonafbrekende stoffen en<br />
broeikasgassen<br />
Diensthoofden van de buitendiensten + Krista Thomas<br />
Werkgroep OAS BKG<br />
Noodzaak / <strong>Milieu</strong>relevantie:<br />
Inspectie op de verordening 1005/2009 (OAS) inzake lekkage van installaties en illegale handel is<br />
verplicht. Vanaf januari 2010 mogen alleen gerecupereerde of gerecycleerde HCFK’s (waaronder R22)<br />
verder gebruikt worden (tot 2015). Maar niet alleen de aantasting van de stratosferische ozonlaag, ook<br />
de verandering van het klimaat maken dat deze actie zéér <strong>be</strong>langrijk blijft. De impact van de gefluoreerde<br />
gassen in koelinstallaties op de ozonlaag daalt door de vervanging van HCFK’s naar HFK’s, maar<br />
gelijktijdig nam het ‘global warming potential’ toe. Het gebruik van HFK’s wordt verwacht te<br />
verviervoudigen binnen de 20 jaar en zo de andere inspanningen tegen de klimaatswijziging te vertragen.<br />
Inspecties op het onderhoud van koelgasinstallaties ter voorkoming van lekken blijft daarom van zeer<br />
groot <strong>be</strong>lang.<br />
De certificering van koeltechnische <strong>be</strong>drijven en koeltechnici moet leiden tot een <strong>be</strong>tere uitbating van<br />
koelinstallaties, maar ook hier is een controle op zowel het <strong>be</strong>zit van een certificaat (definitief certificaat<br />
verplicht sinds juli 2011) als op de vereiste maatregelen bij de <strong>be</strong>drijven nodig.<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
De inspectie bij exploitanten waar koelinstallaties in gebruik zijn, blijven onverminderd verder gezet in<br />
<strong>2012</strong>. Enerzijds zal een controle op de logboeken duidelijkheid verschaffen over de historiek van<br />
specifieke installaties, hun relatieve lekverlies, verplichte lekdichtheidscontroles en certificaten, anderzijds<br />
zullen met <strong>be</strong>hulp van een koeltechnicus mogelijke huidige koelgaslekken op de installaties gedetecteerd<br />
worden. De focus van de lekdetectie is gericht op oudere installaties en op installaties met R22; voor<br />
nieuwere installaties zal voornamelijk het noodzakelijke attest van de opbouw van de installatie volgens<br />
de PED-richtlijn nagekeken worden.<br />
Tevens zal dit jaar voor een eerste maal een inspectie bij een 5-tal koeltechnische <strong>be</strong>drijven plaatsvinden.<br />
Via de controle bij exploitanten, selecteren we een aantal <strong>be</strong>drijven waarvan bleek dat ze onvoldoende<br />
zorg dragen voor een goed onderhoud van koelinstallaties en niet voldoen aan de vereiste verplichtingen.<br />
Anderzijds kan de controle van de koelmiddelboekhouding bij een koeltechnisch <strong>be</strong>drijf ons toelaten op<br />
een risico-gebaseerde manier exploitanten te vinden waar bv. veel bijvullingen plaats vinden.<br />
Criterium voor succes:<br />
1. 50 ‘nieuwe’ inrichtingen, naast de eventuele herhalingsinspecties bij andere inrichtingen, zijn<br />
gecontroleerd.<br />
2. Bij 5 koeltechnische <strong>be</strong>drijven werd de koelmiddelboekhouding gecontroleerd.<br />
Begindatum: 1 januari <strong>2012</strong> Personeelsinzet: 76 dagen<br />
Streefdatum: 1 decem<strong>be</strong>r <strong>2012</strong><br />
Externe randvoorwaarden:<br />
Is niet in de actie <strong>be</strong>grepen:<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 58
Actie<br />
A733<br />
Coördinatie:<br />
Ondersteuning:<br />
Controle van de zelfcontrole lucht<br />
Diensthoofden van de buitendiensten + Karel De<strong>be</strong>uf<br />
Werkgroep Lucht<br />
Noodzaak / <strong>Milieu</strong>relevantie:<br />
De controle van de uitstoot van verontreinigende stoffen naar de lucht is hoofdzakelijk gebaseerd op de<br />
uitvoering van het Vlarem II programma inzake zelfcontrole. Dit kan, naargelang het geval, <strong>be</strong>staan uit<br />
continue metingen met vast opgestelde meetapparatuur, puntmetingen door een erkend laboratorium of<br />
door het <strong>be</strong>drijf zelf of door het toepassen van een aantal alternatieve <strong>be</strong>palingswijzen (<strong>be</strong>rekeningen,<br />
massabalansen, …). De praktijk wijst uit dat een regelmatige controle van deze zelfcontrole <strong>be</strong>langrijk is<br />
om de <strong>be</strong>drijven ertoe aan te zetten hun emissies met de vereiste frequentie en de vereiste<br />
nauwkeurigheid te blijven <strong>be</strong>palen. In overeenstemming met het compendium lucht dient ook bij de<br />
schouwen vanaf 1.1m te worden nagegaan of er een homogeniteits<strong>be</strong>paling is ge<strong>be</strong>urd, indien<br />
éénpuntsmetingen worden uitgevoerd voor gasvormige componenten. Zoniet dient overgegaan tot<br />
rastermetingen.<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
Voortzetting van de evaluatie van de zelfcontrole bij de volgende sectoren (aantal <strong>be</strong>drijven):<br />
- afvalverbrandingsinstallaties (s.s.): huishoudelijk afval, <strong>be</strong>drijfs- en gevaarlijke afvalstoffen (21)<br />
- houtafvalverbranding en spaanplaat<strong>be</strong>drijven (112)<br />
- kleiverwerkende nijverheid (steenbakkerijen) (24)<br />
- crematoria (7)<br />
- gieterijen, smelterijen (19)<br />
- asfaltcentrales (17)<br />
- elektriciteitscentrales (11)<br />
Bij de <strong>be</strong>drijven uit deze sectoren wordt nagegaan of en hoe het verplichte zelfcontroleprogramma in<br />
2011 werd uitgevoerd. Dit ge<strong>be</strong>urt volgens de principes vermeld in de geactualiseerde MI-onderrichting<br />
2002-07. Indien er overtredingen van Vlarem II worden vastgesteld, wordt conform deze onderrichting<br />
opgetreden. Bij de (grote) afvalverbrandingsinstallaties, alsook bij de elektriciteitscentrales dient ook een<br />
controle te ge<strong>be</strong>uren van de keuringen van de vast opgestelde meetapparatuur door erkende<br />
deskundigen. Bij de <strong>be</strong>drijven die over één of meer schouwen ≥ 1.1 m <strong>be</strong>schikken, wordt nagegaan of<br />
voldaan is aan de vereisten i.v.m. de homogeniteit van de meetsecties. Alle resultaten worden<br />
samengebracht in de geactualiseerde overzichtsta<strong>be</strong>llen.<br />
De inventaris van de overzichtsta<strong>be</strong>llen wordt verder uitgebouwd met in <strong>2012</strong> bijzondere aandacht voor<br />
<strong>be</strong>drijven die gebruik maken van vast opgestelde meetapparatuur.<br />
Criterium voor succes:<br />
Uitvoering zelfcontrole 2011 is geëvalueerd bij genoemde sectoren. De nodige maatregelen zijn<br />
genomen. Keuringen van de vast opgestelde meetapparatuur bij afvalverbrandingsinstallaties en<br />
elektriciteitscentrales en de <strong>be</strong>oordeling van de homogeniteitsvereisten zijn nagegaan en <strong>be</strong>oordeeld.<br />
Overzichtsta<strong>be</strong>llen zijn aangevuld.<br />
Begindatum: 1 januari <strong>2012</strong> Personeelsinzet: 127 dagen<br />
Streefdatum: 31 decem<strong>be</strong>r <strong>2012</strong><br />
Externe randvoorwaarden:<br />
Is niet in de actie <strong>be</strong>grepen:<br />
1. Controle van de zelfcontrole lucht bij de andere sectoren en bij de <strong>be</strong>drijven in het kader van P998.<br />
2. Terreincontroles op de zelfcontrole lucht.<br />
3. Homogeniteits<strong>be</strong>palingen uitgevoerd in opdracht van MI.<br />
4. Voortgangscontrole van de maatregelen bij niet-conformiteit met de Vlarem-<strong>be</strong>palingen.<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 59
Actie<br />
A740<br />
Coördinatie:<br />
Ondersteuning:<br />
Geuronderzoeken<br />
Diensthoofden van de buitendiensten + Geert Keppens<br />
Werkgroep Lucht<br />
Noodzaak / <strong>Milieu</strong>relevantie:<br />
Jaarlijks ontvangt MI honderden klachten over geurhinder. Sommige klachten zijn terecht, sommige<br />
onterecht. Sommige geuren zijn aanvaardbaar hinderlijk, andere onaanvaardbaar. Het is aan de<br />
toezichthouder van MI om klachten op te volgen, de nodige vaststellingen te doen en te oordelen over<br />
de gegrondheid, hinderlijkheid en aanvaardbaarheid.<br />
Het vaststellen van geurhinder kan een complex gegeven zijn dat niet altijd op eenvoudige wijze vast te<br />
stellen is. Zo is bij een bronnencomplex niet altijd duidelijk welke <strong>be</strong>drijven de oorzaak zijn van de<br />
geurhinder. Zo kan een objectief uitgevoerd geuronderzoek een uitbater ervan overtuigen dat z‟n <strong>be</strong>drijf<br />
geurhinder veroorzaakt. Zo kan op een wetenschappelijke wijze de effectieve hinder bij de omwonenden<br />
<strong>be</strong>paald worden.<br />
De doelstelling van het uitvoeren van het geuronderzoek is op een objectieve manier vast te stellen of<br />
een <strong>be</strong>drijf al dan niet onaanvaardbare geurhinder veroorzaakt. Hiertoe worden zowel in de omgeving<br />
van het <strong>be</strong>drijf (omgevingsonderzoek) als in het <strong>be</strong>drijf (brononderzoek) verschillende onderzoeken<br />
uitgevoerd waarbij verschillende aspecten met <strong>be</strong>trekking tot de emissies, immissies en hinder<br />
onderzocht worden. Het hanteren van deze veelzijdige <strong>be</strong>nadering waarbij de conclusies niet op één<br />
enkel onderdeel van de studie gebaseerd worden, maar op het geheel van de resultaten van de<br />
verschillende onderdelen, levert de grootste zekerheid i.v.m. het eindresultaat.<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
Uitvoeren van een geuronderzoek om de gegrondheid, herkomst, aanvaardbaarheid en hinderlijkheid<br />
van de geurhinder te <strong>be</strong>palen bij :<br />
Nieuwe geuronderzoeken:<br />
1. Industrieterrein Oude Bunders in Maasmechelen (omgevingsonderzoek)<br />
2. Bedrijf Comin<strong>be</strong>l in Bavegem (omgevings- en bronnenonderzoek)<br />
3. Bedrijf LPW Fi<strong>be</strong>rglass Pools in Aarschot (omgevingsonderzoek)<br />
Opvolging geurstudies voorgaande jaren:<br />
1. Bedrijf Rendac in Denderleeuw – omgevings- en bronnenonderzoek<br />
De geuronderzoeken worden uit<strong>be</strong>steed aan een erkend deskundige lucht en <strong>be</strong>staat uit het uitvoeren<br />
van snuffelmetingen en/of olfactometrische metingen, gevolgd door modellering en toetsing aan het af<br />
te leiden aanvaardbaarheidscriterium.<br />
Criterium voor succes:<br />
De geuronderzoeken zijn opgestart; Geuronderzoeken uit voorgaande jaren zijn afgerond<br />
Begindatum: 1 januari <strong>2012</strong> Personeelsinzet: 44 dagen<br />
Streefdatum: 31 decem<strong>be</strong>r <strong>2012</strong><br />
Externe randvoorwaarden:<br />
Is niet in de actie <strong>be</strong>grepen:<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 60
Actie<br />
A751<br />
Coördinatie:<br />
Ondersteuning:<br />
Fijn stof (PM10): aanpak van diffuse<br />
emissies in ‘hot spot’ gebieden<br />
Diensthoofden van de buitendiensten + Roel Vaneerdeweg<br />
Werkgroep Lucht<br />
Noodzaak / <strong>Milieu</strong>relevantie:<br />
Fijn stof is momenteel naast ozon één van de <strong>be</strong>langrijkste aspecten in de luchtvervuiling. Fijn stof heeft<br />
een directe en indirecte negatieve impact op de menselijke gezondheid. De aanpak van fijn stof staat<br />
centraal in het Europees <strong>be</strong>leid tegen luchtverontreiniging. De jaargrenswaarden voor PM 10 en PM 2,5<br />
(EU Richtlijn 1999/30/EG) worden in Vlaanderen gerespecteerd, maar de afgelopen jaren is Vlaanderen<br />
er niet in geslaagd de dagnormen van PM 10 te <strong>be</strong>halen. Inspanningen op het vlak van fijn stof blijven<br />
dus noodzakelijk.<br />
Naast een hoge bijdrage van het verkeer spelen ook industriële emissies t.g.v. op- en overslagactiviteiten,<br />
metaalverwerking e.a. een rol. In 2007 werd een actieplan fijn stof in industriële „hot spot‟ zones<br />
opgesteld voor de Gentse Kanaalzone, Ruisbroek, Roeselare en Oostroze<strong>be</strong>ke. In novem<strong>be</strong>r 2008 werd<br />
een nieuw plan voor de Antwerpse Haven voorgesteld door de Vlaamse minister van Leefmilieu. Deze<br />
plannen heb<strong>be</strong>n reeds geleid tot specifieke acties in <strong>be</strong>paalde <strong>be</strong>drijven gelegen in de „hot spot‟ zones. In<br />
een recent afgeronde studie werden enkele „hot spot‟ zones geherevalueerd en werden ook op enkele<br />
nieuwe plaatsen metingen verricht.<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
De acties die in de voorgaande jaren gestart werden in de hot spot gebieden zullen verder opgevolgd<br />
worden. Daarnaast zullen er ook nieuwe acties worden gestart. Mogelijk nieuwe probleemlocaties zullen<br />
ook aangepakt worden.<br />
MI zal in alle „hot spot‟ zones werken aan:<br />
- het opleggen van stofactieplannen aan <strong>be</strong>drijven die een <strong>be</strong>langrijke bijdrage leveren aan de fijn<br />
stof problematiek in deze zones;<br />
- het toetsen of deze <strong>be</strong>drijven de maatregelen, die in de stofactieplannen zijn opgenomen, ook<br />
heb<strong>be</strong>n uitgevoerd;<br />
- gemotiveerde verzoeken voor de vergunningverlenende overheid voor het laten opnemen van<br />
bijzondere voorwaarden in de MV;<br />
- het controleren van de in de MV opgenomen bijzondere voorwaarden.<br />
Er ge<strong>be</strong>urt geregeld overleg m.b.t. de uitvoering van het fijn stof actieplan tussen de afdelingen MI,<br />
ALHRMG, AMV en VMM.<br />
Criterium voor succes:<br />
1. Het volledig uitvoeren van alle acties opgenomen in de actieplannen fijn stof in de provincie<br />
Antwerpen, Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen.<br />
2. Daling van de gemeten PM10-waarden in de omgevingslucht in de hot spot gebieden door de<br />
genomen maatregelen.<br />
Begindatum: 1 januari <strong>2012</strong> Personeelsinzet: 80 dagen<br />
Streefdatum: 31 decem<strong>be</strong>r <strong>2012</strong><br />
Externe randvoorwaarden:<br />
Is niet in de actie <strong>be</strong>grepen:<br />
Voortgangscontrole na initieel strafrechtelijk en <strong>be</strong>stuurlijk optreden.<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 61
Actie<br />
A755<br />
Coördinatie:<br />
Ondersteuning:<br />
Emissiemetingen bij biomassa- en<br />
houtafvalverbrandingsinstallaties<br />
Diensthoofden van de buitendiensten + Karel De<strong>be</strong>uf<br />
Werkgroep Lucht<br />
Noodzaak / <strong>Milieu</strong>relevantie:<br />
Sinds 28 decem<strong>be</strong>r 2005 zijn voor de houtafvalverbrandingsinstallaties strengere emissiegrenswaarden<br />
van kracht en geldt een nieuwe indeling van het houtafval, met bijzondere aandacht voor de indeling in<br />
verontreinigd en niet-verontreinigd houtafval.<br />
In de periode 2006-2011 zijn er bij ruim 100 houtafvalverbrandingsinstallaties emissiemetingen<br />
uitgevoerd, zowel bij grotere verbrandingsinstallaties als bij kleinschalige houtverbrandingsinstallaties (<<br />
5 MW) ongeacht of het om een klasse 1 of klasse 2 <strong>be</strong>drijf gaat. De selectie van<br />
houtverbrandingsinstallaties is daarbij vooral ge<strong>be</strong>urd op basis van emissieresultaten waar in het recente<br />
verleden (bijna-)overschrijdingen van de emissiegrenswaarden zijn vastgesteld. Bij een aantal van deze<br />
installaties, waar ernstige problemen werden vastgesteld, werden over deze periode meerdere<br />
meetcampagnes uitgevoerd. Er werden ook telkens monsters genomen en geanalyseerd van het<br />
houtafval om te kunnen uitmaken welke emissiegrenswaarden gelden. MI heeft in 2009 een interne<br />
onderrichting op voor de controle van deze kleinschalige houtafvalverbrandingsinstallaties<br />
geactualiseerd. Uit de resultaten van deze meerjarige acties kan worden geconcludeerd dat er bij<br />
houtverbrandingsinstallaties nog steeds heel wat problemen zijn m.b.t. geldende regelgeving. Bovendien<br />
zal voortaan ook bij grootschalige installaties voor de productie van elektriciteit een controle worden<br />
uitgevoerd.<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
Uitvoering van emissiemetingen bij een selectie van een 52-tal houtafvalverbrandingsinstallaties. Deze<br />
emissiemetingen ge<strong>be</strong>uren deels bij <strong>be</strong>drijven die in de periode 2006-2011 nog niet aan bod kwamen en<br />
bij grootschalige installaties voor de productie van elektriciteit.<br />
Om te kunnen uitmaken welke emissiegrenswaarden gelden, moet ook de chemische samenstelling van<br />
het verbrande houtafval gekend zijn (al dan niet verontreinigd?). Om die reden zullen er ook opnieuw<br />
telkens monsters worden genomen van het houtafval voor analyse en dit volgens de nieuwe interne<br />
onderrichting M2010/17 voor de <strong>be</strong>monstering houtafval.<br />
De emissiemetingen ge<strong>be</strong>uren binnen het budget van de laboratoriumcontracten „lucht‟.<br />
Er wordt na afloop van de actie een evaluatienota opgemaakt voor terugkoppeling naar de<br />
<strong>be</strong>leidsmakers.<br />
Criterium voor succes:<br />
1. Bemonsteringen/analyses van verbrand houtafval en emissiemetingen zijn uitgevoerd bij 52<br />
installaties.<br />
2. Meetresultaten zijn getoetst aan de voorwaarden.<br />
3. Eerste stappen in de strafrechtelijke/administratiefrechtelijke afhandeling zijn genomen.<br />
4. Evaluatienota is opgemaakt.<br />
Begindatum: 1 januari <strong>2012</strong> Personeelsinzet: 101 dagen<br />
Streefdatum: 31 januari <strong>2012</strong><br />
Externe randvoorwaarden:<br />
Is niet in de actie <strong>be</strong>grepen:<br />
Voortgangscontrole na eerste stappen in de strafrechtelijke en administratiefrechtelijke afhandeling.<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 62
Actie<br />
A757<br />
Coördinatie:<br />
Ondersteuning:<br />
Acties ter <strong>be</strong>perking van de emissie<br />
en de verspreiding van zware<br />
metalen naar de lucht<br />
Diensthoofden van de buitendiensten + Roel Vaneerdeweg<br />
Werkgroep Lucht<br />
Noodzaak / <strong>Milieu</strong>relevantie:<br />
De VMM verzamelt doelgericht informatie over zware metalen in zwevend en neervallend stof in<br />
woonkernen nabij industriegebieden. In het verleden werden op <strong>be</strong>paalde plaatsen verhoogde<br />
concentraties vastgesteld van deze zware metalen. Hoewel er door inspanningen van de industrie en de<br />
overheid een positieve evolutie merkbaar is in deze meetwaarden, blijven er voor enkele types metalen<br />
op <strong>be</strong>paalde locaties problemen <strong>be</strong>staan.<br />
Voor een aantal zware metalen zijn er grens-, richt- en/of streefwaarden in de milieuwetgeving<br />
opgenomen (Vlarem II en bijlagen, Europese RL 1999/30/EG en RL 2004/107/EG). De<br />
streefwaarden die vermeld zijn in deze Europese richtlijn dienen vanaf eind <strong>2012</strong> te worden<br />
gerespecteerd. Voor een aantal zware metalen heeft de WHO richtwaarden <strong>be</strong>paald met als doel de<br />
<strong>be</strong>volking te <strong>be</strong>schermen tegen ongunstige effecten op hun gezondheid.<br />
De opname van zware metalen in het organisme ge<strong>be</strong>urt via ademhaling en voeding. Zware metalen<br />
kunnen ernstige schade toebrengen aan de gezondheid van levende wezens.<br />
In het kader van actie A757 werden in het verleden bij de <strong>be</strong>trokken <strong>be</strong>drijven de zelfcontroleresultaten<br />
van de laatste jaren gecontroleerd, werden emissiemetingen uitgevoerd en werd het <strong>be</strong>lang van de diffuse<br />
emissies ingeschat en bronnen die hiertoe bijdragen geïdentificeerd. Bij een aantal <strong>be</strong>drijven werd een<br />
stof<strong>be</strong>heersingsplan opgelegd. Bovendien lopen er specifieke dossiers „zware metalen in de<br />
omgevingslucht‟ te Genk (Ni), in de Noorderkempen (As) en in Beerse (As en Cd). De inspanningen die<br />
in het verleden geleverd zijn heb<strong>be</strong>n tot een duidelijke ver<strong>be</strong>tering in de meetresultaten geleid, maar<br />
naast een continue opvolging zijn extra inspanningen noodzakelijk om op <strong>be</strong>paalde plaatsen de<br />
Europese streefwaarden, vooropgezet voor eind <strong>2012</strong> te <strong>be</strong>halen.<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
De VMM-meetresultaten in de omgevingslucht voor zware metalen op PM10- stof worden verder goed<br />
opgevolgd. Indien er op nieuwe locaties overschrijdingen of verhoogde waarden worden vastgesteld,<br />
worden maatregelen opgelegd aan de <strong>be</strong>trokken <strong>be</strong>drijven. Er kunnen ook emissiemetingen in opdracht<br />
van MI worden uitgevoerd, <strong>be</strong>groot op de labocontracten „lucht‟.<br />
De voortgangscontrole van de uitvoering van de lopende stofactieplannen in het kader van de dossiers<br />
„zware metalen in de omgevingslucht‟ en de andere <strong>be</strong>drijven <strong>be</strong>trokken bij A757 zal in <strong>2012</strong> nog verder<br />
tijd vergen.<br />
Criterium voor succes:<br />
De concentraties in de omgevingslucht voor zware metalen in de omgeving van de <strong>be</strong>trokken <strong>be</strong>drijven<br />
is significant gedaald door de genomen maatregelen.<br />
Begindatum: 1 januari <strong>2012</strong> Personeelsinzet: 16 dagen<br />
Streefdatum: 31 decem<strong>be</strong>r <strong>2012</strong><br />
Externe randvoorwaarden:<br />
De meetresultaten van de VMM in de omgevingslucht voor het jaar 2011 moeten <strong>be</strong>schikbaar zijn.<br />
Is niet in de actie <strong>be</strong>grepen:<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 63
Actie<br />
A759<br />
Coördinatie:<br />
Ondersteuning:<br />
Leak Detection and Repair<br />
Diensthoofden van de buitendiensten + Krista Thomas<br />
Werkgroep VOS<br />
Noodzaak / <strong>Milieu</strong>relevantie:<br />
Raffinaderijen en <strong>be</strong>paalde chemische <strong>be</strong>drijven (met geschatte diffuse VOS-emissie boven <strong>be</strong>paalde<br />
drempel) moesten vanaf 2010 een Leak Detection and Repair programma uitvoeren om de fugitieve<br />
emissies via lekken in leidingen, flenzen, pompen te inventariseren, te meten en te <strong>be</strong>perken door<br />
herstellingen. Door deze LDAR maatregel bij chemie en raffinage moet 3.7 kton gereduceerd worden<br />
om het „nationale emissieplafond‟ te halen.<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
In <strong>2012</strong> zal de aandacht gericht worden op de concrete uitvoering van het jaarlijkse programma bij de<br />
<strong>be</strong>drijven die LDAR-plichtig zijn. Worden de metingen uitgevoerd, voldoen de metingen aan de vereiste<br />
verplichtingen, ge<strong>be</strong>uren de herstellingen binnen de termijn, … Ook al doet een erkend labo de vereiste<br />
metingen in het kader van LDAR, het is de plicht van het <strong>be</strong>drijf om de vastgestelde lekken binnen de<br />
maand (of 3 maand) te herstellen. Vanaf <strong>2012</strong> is ook het herstelcriterium verstrengd (10.000 ppm wordt<br />
1000 ppm) en na herstel moet een nieuwe meting ge<strong>be</strong>uren. De controle hierop zal administratief<br />
(opvragen rapporten van erkende deskundigen) en d.m.v. een plaats<strong>be</strong>zoek ge<strong>be</strong>uren bij twee <strong>be</strong>drijven<br />
per provincie.<br />
Of LDAR-metingen al dan niet werden uitgevoerd kan vrij snel worden gecontroleerd. Of hierbij<br />
voldaan wordt aan alle <strong>be</strong>palingen, vraagt een vrij grondige controle. De meeste relevante <strong>be</strong>drijven<br />
<strong>be</strong>vinden zich in Antwerpen, Oost-Vlaanderen en Limburg.<br />
Criterium voor succes:<br />
De correcte uitvoering van het LDAR-programma bij 8 <strong>be</strong>drijven werd gecontroleerd.<br />
Begindatum: 1 januari <strong>2012</strong> Personeelsinzet: 40 dagen<br />
Streefdatum: 31 decem<strong>be</strong>r <strong>2012</strong><br />
Externe randvoorwaarden:<br />
Is niet in de actie <strong>be</strong>grepen:<br />
Voortgangscontrole na initieel strafrechtelijk en administratiefrechtelijk optreden.<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 64
Actie<br />
A760<br />
Coördinatie:<br />
Ondersteuning:<br />
Controle VOS-emissies bij<br />
solventverbruikende <strong>be</strong>drijven<br />
Krista Thomas<br />
Werkgroep VOS<br />
Noodzaak / <strong>Milieu</strong>relevantie:<br />
De luchtkwaliteit in Vlaanderen <strong>be</strong>hoort tot de slechtste in Europa. Vluchtige organische stoffen spelen<br />
een <strong>be</strong>langrijke rol in de vorming van ozon, en heb<strong>be</strong>n in sommige gevallen ook rechtstreekse effecten<br />
op de gezondheid. Controle op de solventboekhouding en emissies van VOS bij <strong>be</strong>drijven met een<br />
<strong>be</strong>langrijk oplosmiddelenverbruik (Vlarem 5.59) blijft daarom essentieel.<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
Controle van de Vlarem-<strong>be</strong>palingen (5.59) die voortvloeien uit de solventrichtlijn is geen eenvoudige<br />
zaak, deels omwille van de zeer verschillende sectoractiviteiten (drukproces, oppervlaktereiniging,<br />
coating, lijmen,…bij zowel autoconstructeurs als zaadextractie) die hieronder vallen. Gebruik makend<br />
van de <strong>be</strong>staande handleiding voor de controle, en d.m.v. samenwerking binnen de werkgroep bij de<br />
<strong>be</strong>handeling van elk dossier, zal in <strong>2012</strong> de focus gericht zijn op één tot twee specifieke sectoren<br />
(subrubrieken binnen 5.59).<br />
De selectie van de <strong>be</strong>drijven binnen een specifieke sector zal ge<strong>be</strong>uren op basis van de hoeveelheid<br />
gebruikte solventen en/of aanwezigheid van R-stoffen (gevaarlijke stoffen, kankerverwekkend,<br />
mutageen…). Indien actief koolfilters gebruikt worden, zal de noodzakelijke tijdige vervanging hiervan<br />
nagegaan worden. Een kostendrukkende praktijk van zo min mogelijke vervanging leidt immers tot een<br />
veel grotere uitstoot dan correct gebruik van deze filters.<br />
Criterium voor succes:<br />
1. Van min. 10 nieuwe <strong>be</strong>drijven werd de solventboekhouding grondig doorgelicht.<br />
2. Waar nodig is strafrechtelijk en administratiefrechtelijk optreden geïnitieerd.<br />
Begindatum:<br />
Streefdatum:<br />
Externe randvoorwaarden:<br />
1 januari <strong>2012</strong> Personeelsinzet: 50 dagen<br />
31 decem<strong>be</strong>r <strong>2012</strong><br />
Is niet in de actie <strong>be</strong>grepen:<br />
Voortgangscontrole na initieel strafrechtelijk en administratiefrechtelijk optreden.<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 65
Actie<br />
A764<br />
Coördinatie:<br />
Ondersteuning:<br />
Damprecuperatie fase 2<br />
Krista Thomas<br />
Werkgroep VOS en Hoofd<strong>be</strong>stuur<br />
Noodzaak / <strong>Milieu</strong>relevantie:<br />
In Vlaanderen moeten de <strong>be</strong>nzineverdeelpompen sinds een aantal jaren voorzien zijn van een<br />
dampretoursysteem fase 2 (Vlarem Subafdeling 5.17.4.2). Uit onderzoek is gebleken dat in sommige<br />
gevallen toch te hoge concentraties <strong>be</strong>nzeen en andere VOS worden opgemeten bij het tanken van<br />
<strong>be</strong>nzine. In 2011 heeft MI meer dan 200 <strong>be</strong>nzinestations gecontroleerd waaruit bleek dat bij een kwart<br />
van de stations het systeem geheel of deels defect was. Zelfcontrole op de correcte werking was tot op<br />
heden niet verplicht, maar de omzetting van de Europese richtlijn 2009/126 inzake fase 2<strong>be</strong>nzinedampterugwinning<br />
in Vlarem, zal daar verandering in brengen.<br />
.<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
De inspectie ge<strong>be</strong>urt d.m.v. een sneltester, een metalen ring, die op het vulpistool kan geschoven<br />
worden. Een duidelijke fluittoon tijdens het tanken geeft aan dat het systeem werkt. Indien geen<br />
fluittoon kan gehoord worden, is dit voldoende indicatie dat het niet werkt. Het wél fluiten geeft geen<br />
garantie op de goede werking inzake volume teruggevoerde dampen t.o.v. aangevoerde <strong>be</strong>nzinevloeistof,<br />
maar het ontbreken van enige fluittoon is wel een indicatie waarmee MI de exploitant kan aanmanen een<br />
volledige controle op het systeem te laten uitvoeren.<br />
Criterium voor succes:<br />
Inspectie van de werking van het damprecuperatiesysteem fase 2 op minstens 150 <strong>be</strong>nzinestations.<br />
Begindatum:<br />
Streefdatum:<br />
Externe randvoorwaarden:<br />
1 januari <strong>2012</strong> Personeelsinzet: 20 dagen<br />
31 decem<strong>be</strong>r <strong>2012</strong><br />
Is niet in de actie <strong>be</strong>grepen:<br />
Voortgangscontrole na initieel strafrechtelijk en administratiefrechtelijk optreden.<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 66
Actie<br />
A765<br />
Coördinatie:<br />
Ondersteuning:<br />
Evaluatie van de implementatie van<br />
de stappenplannen bij<br />
schrootverwerkende <strong>be</strong>drijven<br />
Diensthoofden van de buitendiensten + Karel De<strong>be</strong>uf en Roel Vaneerdeweg<br />
Werkgroep Lucht<br />
Noodzaak / <strong>Milieu</strong>relevantie:<br />
Studies en vaststelling door de VMM tonen aan dat op en rond de terreinen van schrootverwerkende<br />
<strong>be</strong>drijven dioxineachtige PCB‟s voorkomen in neervallend stof. Via opname door grazende dieren of<br />
pluimvee in de omgeving kunnen deze verbindingen in de voedselketen terecht komen. Uit een verdere<br />
analyse van deze problematiek door MI is gebleken dat het voorkomen en <strong>be</strong>heersen van stofemissie bij<br />
deze <strong>be</strong>drijven van het grootste <strong>be</strong>lang is, zeker wat de diffuse bronnen <strong>be</strong>treft.<br />
Bij verschillende <strong>be</strong>trokken <strong>be</strong>drijven werden door MI actieplannen opgelegd voor de preventie en<br />
<strong>be</strong>heersing van stofvorming en van de emissie van dioxineachtige PCB‟s.<br />
De controle op de uitvoering van deze acties, alsook op de uitvoering van de stof<strong>be</strong>heersplannen en de<br />
opvolging van de depositiemeetresultaten rond shredder<strong>be</strong>drijven blijven <strong>be</strong>langrijke aandachtspunten<br />
voor de afdeling <strong>Milieu</strong>-inspectie.<br />
De resultaten van de depositiemetingen door VMM worden verder opgevolgd. Op verschillende plaatsen<br />
is er ondanks grote inspanningen die de laatste jaren geleverd zijn geen duidelijk dalende tendens in de<br />
meetresultaten waar te nemen.<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
De voortgangscontrole van de uitvoering van de actieplannen bij de shredder<strong>be</strong>drijven loopt verder.<br />
Daarnaast zal de terreinervaring die de afgelopen tijd in de diverse dossiers werd opgebouwd worden<br />
verzameld en vergeleken met de depositieresultaten die <strong>be</strong>schikbaar worden gesteld door VMM. Door dit<br />
op een gecoördineerde manier uit te voeren wordt een kwaliteitsvolle en uniforme handhaving<br />
nagestreefd en wordt verwacht dat het inzicht in het verband tussen de uitvoering van de actieplannen en<br />
de invloed daarvan op de depositieresultaten verder kan toenemen.<br />
Deze actie zal worden uitgevoerd in nauw overleg met de werkgroep afval en de VMM.<br />
Criterium voor succes:<br />
1. Door een verdere opvolging en implemantie van de actieplannen wordt de verspreiding van<br />
dioxineactive PCB‟s naar de omgeving zo veel als mogelijk vermeden.<br />
2. Door op een gecoördineerde manier terreinervaring te verzamelen en te vergelijken met<br />
depositieresultaten vergroot het inzicht in de problematiek wat in <strong>be</strong>paalde dossiers aanleiding kan<br />
geven tot verdere acties.<br />
Begindatum: 1 januari <strong>2012</strong> Personeelsinzet: 30 dagen<br />
Streefdatum: 31 decem<strong>be</strong>r <strong>2012</strong><br />
Externe randvoorwaarden:<br />
Is niet in de actie <strong>be</strong>grepen:<br />
Verdere voortgangscontrole van de dossiers na de start van de uitvoering van de eigen actieplannen door<br />
de <strong>be</strong>drijven.<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 67
Actie<br />
A850<br />
Coördinatie:<br />
Ondersteuning:<br />
Controle ingeperkt gebruik GGO’s<br />
en pathogene organismen<br />
Diensthoofden van de buitendiensten + Geert Keppens<br />
Werkgroep GGO<br />
Noodzaak / <strong>Milieu</strong>relevantie:<br />
Activiteiten met genetisch gemodificeerde en pathogene organismen brengen <strong>be</strong>paalde risico‟s voor de<br />
menselijke gezondheid en het leefmilieu met zich mee. Inrichtingen waar dergelijke organismen<br />
doel<strong>be</strong>wust worden gekweekt, opgeslagen, getransporteerd, vernietigd, verwijderd of gebruikt, moeten<br />
<strong>be</strong>paalde inperkingsmaatregelen nemen om te vermijden dat mens en leefmilieu worden blootgesteld aan<br />
deze organismen.<br />
Afhankelijk van het risico voor de menselijke gezondheid en het leefmilieu worden deze activiteiten<br />
ingedeeld in vier risiconiveaus. Naarmate het risiconiveau van de activiteit stijgt moeten er meer en<br />
stringentere inperkingsmaatregelen genomen worden. Bij gerichte controles van inrichtingen zonder<br />
gekende toelating tijdens voorgaande jaren wordt vastgesteld dat een aanzienlijk deel van hen wel<br />
degelijk een vergunning en toelating nodig heb<strong>be</strong>n voor het ingeperkt gebruik van GGO‟s of pathogene<br />
organismen.<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
Een eerste luik omvat de controle van volgende aspecten in de inrichtingen waar gekende activiteiten<br />
van ingeperkt gebruik plaatsvinden:<br />
- zijn alle activiteiten vergund en toegelaten?<br />
- is er een juiste inschatting van het risiconiveau?<br />
- worden de inperkingsmaatregelen opgelegd in de milieuwetgeving of de toelating toegepast?<br />
- neemt de gebruiker alle nodige maatregelen om schadelijke gevolgen voor de menselijke<br />
gezondheid en het leefmilieu te voorkomen?<br />
Een tweede luik omvat de controle van inrichtingen die vermoedelijk activiteiten uitvoeren met GGO‟s<br />
of pathogene organismen, maar die hiervoor geen toelating noch een vergunning heb<strong>be</strong>n.<br />
Sectoren waar in 2011 bijkomende aandacht zal aan <strong>be</strong>steed worden zijn dierenartsenpraktijken en<br />
veevoeder<strong>be</strong>drijven.<br />
Een totaal van 36 inrichtingen zal in <strong>2012</strong> gecontroleerd worden.<br />
Criterium voor succes:<br />
Alle controles uitgevoerd en gestart met de eventuele administratief en straf rechtelijke afhandeling.<br />
Begindatum: 1 januari <strong>2012</strong> Personeelsinzet: 93 dagen<br />
Streefdatum: 31 decem<strong>be</strong>r <strong>2012</strong><br />
Externe randvoorwaarden:<br />
Is niet in de actie <strong>be</strong>grepen:<br />
Voortgangscontrole na initieel strafrechtelijk en administratiefrechtelijk optreden.<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 68
Routine<br />
M200<br />
Coördinatie:<br />
Ondersteuning:<br />
Routine- en ad hoc monsternames<br />
afvalwater<br />
Diensthoofden van de buitendiensten + Rita Van Ham<br />
Werkgroep Water<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
Uitvoering van de planning van de routinemonsternames, die opgesteld werd in functie van de aard van<br />
de lozing (met of zonder gevaarlijke stoffen; lozing naar oppervlaktewater of naar RWZI), het debiet van<br />
de lozing en de historiek van het <strong>be</strong>drijf. Deze routinemonsternames <strong>be</strong>staan uit schepmonsters en<br />
mengmonsters van afvalwater en koelwater en monsters van het opgenomen water.<br />
In een aantal gevallen zal ook de monstername door het laboratorium uitgevoerd worden<br />
(debietsproportionele monsternamecampagne en monsternames van schepmonsters).<br />
De analyses en desgevallend <strong>be</strong>paalde monsternames worden uitgevoerd door daartoe erkende<br />
laboratoria.<br />
Bij het opstellen van de planning van de routinemonsternames wordt het <strong>be</strong>grip „basisfrequentie‟<br />
gebruikt. De basisfrequentie is de frequentie die minimaal per jaar moet gehaald worden bij de<br />
<strong>be</strong>monstering van de des<strong>be</strong>treffende lozingen (indien voldoende budget <strong>be</strong>schikbaar). Daarbij gelden<br />
voor <strong>2012</strong> de richtlijnen zoals vastgesteld in 2011. Deze houden rekening met de potentiële milieu-impact<br />
van een <strong>be</strong>paalde lozing.<br />
Naast de routinemonsternames zijn er heel wat <strong>be</strong>drijven die een verhoogde frequentie heb<strong>be</strong>n als gevolg<br />
van hun aanwezigheid in een project of actie en/of als gevolg van de (negatieve) historiek t.g.v. de<br />
<strong>be</strong>komen resultaten tijdens vorige monsternames en de problemen van deze <strong>be</strong>drijven bij het naleven van<br />
de lozingsvoorwaarden.<br />
Personeelsinzet: 749 dagen<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 69
Routine<br />
M400<br />
Coördinatie:<br />
Ondersteuning:<br />
Ad hoc geluids- en trillingsmetingen<br />
Diensthoofden van de buitendiensten + Paul Cuypers<br />
Werkgroep Geluid & Trillingen<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
Klachten omtrent geluid of trillingen worden door MI zelf onderzocht op gegrondheid door het<br />
zelfstandig verrichten van metingen met eigen apparatuur.<br />
In voorkomend geval wordt <strong>be</strong>perking van geluids- of trillingshinder afgedwongen.<br />
Personeelsinzet: 85 dagen<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 70
Routine<br />
M100, M500,<br />
M600<br />
Coördinatie:<br />
Ondersteuning:<br />
Routinemonsters afvalstoffen,<br />
bodem en grondwater<br />
Diensthoofden + Hans Delcourt, Bart Palmans en Jeroen Novem<strong>be</strong>r<br />
Werkgroepen Afval en Bodem & Grondwater<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
De afdeling <strong>Milieu</strong>-inspectie heeft een contract met laboratoria die voor de afdeling analyses uitvoeren<br />
op monsters van afvalstoffen, bodem en grondwater. Bovendien kan ook een <strong>be</strong>roep gedaan worden op<br />
deze laboratoria indien de <strong>be</strong>oogde <strong>be</strong>monsteringen omwille van de hoeveelheden, moeilijkheidsgraad,<br />
specialisatiegraad, … niet kunnen worden uitgevoerd door de toezichthoudende ambtenaren van de<br />
<strong>Milieu</strong>-inspectie zelf.<br />
In het kader van de lopende laboratoriumcontracten kunnen de volgende analysepakketten aangevraagd<br />
worden:<br />
- Aanvaardingscriteria voor categorie 1 stortplaatsen<br />
- Aanvaardingscriteria voor categorie 2 stortplaatsen<br />
- Aanvaardingscriteria voor categorie 3 stortplaatsen<br />
- Vlarebo-parameters bodem<br />
- Vlarebo-parameters grondwater<br />
- Vlarea-parameters meststof /bodemver<strong>be</strong>terend middel<br />
- Vlarea-parameters niet-vormgegeven bouwstof<br />
- Vlarea-parameters bodem<br />
- Microbiële kwaliteit verwerkte dierlijke bijproducten<br />
- Verbrandingsparameters houtafval<br />
- Vlarem-parameters grondwater<br />
Elk van de parameters uit deze analysepakketten kan ook individueel aangevraagd worden. Bovendien<br />
<strong>be</strong>staat de mogelijkheid om op on<strong>be</strong>kende stoffen een screening uit te voeren op organische stoffen, op<br />
metalen, op minerale oliën, …<br />
De spreiding van de routinemonsternames over de verschillende <strong>be</strong>drijfssectoren en afvalstromen<br />
worden jaarlijks vastgelegd in een planning die rekening houdt met het <strong>be</strong>schikbare budget.<br />
Personeelsinzet: 237 dagen<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 71
Routine<br />
M700<br />
Coördinatie:<br />
Ondersteuning:<br />
Routine-emissiemetingen lucht<br />
Diensthoofden van de buitendiensten + Karel De<strong>be</strong>uf<br />
Werkgroep Lucht<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
Op een snelle en flexi<strong>be</strong>le manier emissiemetingen laten uitvoeren op rookgas- of afgaskanalen van<br />
verbrandingsinrichtingen en industriële procesinstallaties ter controle van de naleving van de wettelijke<br />
emissiegrenswaarden.<br />
Volgende soorten emissiemetingen kunnen ge<strong>be</strong>uren:<br />
perceel I: volledig parameterpakket (inclusief PCDD/PCDF);<br />
perceel II: geen PCDD/PCDF<br />
- emissiemetingen bij verbrandingsinrichtingen en procesinstallaties met een grote diameter (> 2m)<br />
van de rookgasleidingen (parameters stookinstallaties);<br />
- emissiemetingen bij verbrandingsinrichtingen en procesinstallaties met een kleinere diameter van<br />
de rookgasleidingen en met potentieel verzurende emissies;<br />
- emissiemetingen bij verbrandingsinstallaties met een kleinere diameter van de rookgasleidingen en<br />
gevoed met biomassa en bij naverbranders;<br />
- emissiemetingen van vluchtige organische stoffen.<br />
Voor de metingen is er 1 meetdag per meetcampagne voorzien. De pakketten onderscheiden zich<br />
verder qua meetduur en/of gemeten parameters.<br />
Onder meer volgende omstandigheden kunnen aanleiding geven tot „ad hoc‟ emissiemetingen in dit<br />
kader:<br />
- een potentiële dioxine-uitstoot, die nog niet of onvoldoende is gekend;<br />
- emissies die leiden tot hinder en/of klachten vanuit de omgeving;<br />
- de exploitant liet geen of onvoldoende eigen metingen uitvoeren;<br />
- de toezichthoudend ambtenaar wenst een uitgebreidere set parameters te laten <strong>be</strong>palen dan<br />
wettelijk verplicht bij zelfcontrole;<br />
- de procesomstandigheden of ingezette grondstoffen/reststoffen kunnen aanleiding geven tot<br />
sterke fluctuaties van de uitstoot;<br />
- de toezichthoudend ambtenaar wenst emissies van specifieke organische parameters te<br />
controleren;<br />
- er <strong>be</strong>staat discussie <strong>be</strong>treffende de representativiteit van de meetresultaten van de exploitant.<br />
De keuze van de installaties ge<strong>be</strong>urt door de toezichthouders van de buitendiensten, die zo sneller en<br />
flexi<strong>be</strong>ler kunnen inspelen op hun eigen noden en vaststellingen.<br />
Er werd een nieuw contract gegund voor 1 jaar voor <strong>be</strong>ide percelen in okto<strong>be</strong>r 2008, 3 maal verlengbaar<br />
voor 1 jaar. In septem<strong>be</strong>r 2011 is een derde verlenging voor <strong>be</strong>ide percelen gegund.<br />
Naast dit meerjarencontract wordt ook nog een budget vrijgehouden voor specifieke metingen op vraag<br />
van toezichthouders (d.m.v. „ad hoc‟ gunningen):<br />
- geleide emissies van organische stoffen (incl. <strong>be</strong>oordeling van te meten parameters):<br />
- doorlichting om te <strong>be</strong>palen welke parameters er in een <strong>be</strong>drijf moeten gemeten worden (ev. met<br />
verkennende metingen)<br />
- alle organische parameters<br />
- GCMS-analyses, emissiemetingen voor specifieke geurverbindingen (S- en N-verbindingen)<br />
- geuremissies:<br />
- olfactometrische metingen en rendements<strong>be</strong>paling zuiveringsinstallaties (wasser, biofilter)<br />
- verspreidings<strong>be</strong>rekeningen<br />
Personeelsinzet: 179 dagen<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 72
Routine<br />
M750<br />
Coördinatie:<br />
Ondersteuning:<br />
Ad hoc immissiemetingen lucht<br />
Diensthoofden van de buitendiensten + Roel Vaneerdeweg<br />
Werkgroep Lucht<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
Stofhinder en geurhinder zijn vaak moeilijk vast te stellen, laat staan te kwantificeren.<br />
Immissiemetingen over langere termijn kunnen een bijdrage leveren tot het <strong>be</strong>palen van de impact van<br />
een hinderlijke activiteit (emissie) en op die manier bijdragen tot de aanpak van de sanering.<br />
Op vraag van de toezichthouders kunnen er in de omgeving van (potentiële) emissiebronnen<br />
immissiemetingen ge<strong>be</strong>uren met toetsing van de meetwaarden aan de geldende luchtkwaliteitsnormen<br />
door de VMM of door een erkend labo lucht, evenals het uitvoeren van een impactmodellering.<br />
Enkele mogelijkheden zijn:<br />
- stofhinder: plaatsen van kruiken voor de <strong>be</strong>paling van de hoeveelheid neervallend stof en/of<br />
metingen van zwevend stof; naast de kwantificering van de hoeveelheid stof, kan ook de<br />
samenstelling ervan worden <strong>be</strong>paald (bv. zware metalen);<br />
- metingen „ad hoc‟ van BTEX en naftaleen, bv. rond asfaltcentrales;<br />
- meting van HF en <strong>be</strong>nzeen, bv. rond steenbakkerijen;<br />
- as<strong>be</strong>stmetingen, bv. rond brekers;<br />
- dioxine- en PCB-depositiemetingen rondom specifieke installaties/<strong>be</strong>drijven (shredders, …);<br />
- opstellen van een IFDM model.<br />
Personeelsinzet: 8 dagen<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 73
Routine<br />
M980<br />
Coördinatie:<br />
Ondersteuning:<br />
Routinemeting niet-ioniserende<br />
elektromagnetische straling<br />
Geert Keppens<br />
Hoofd<strong>be</strong>stuur<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
Met een breedbandmeting kan het elektromagnetische veld (immissiemeting) <strong>be</strong>paald worden van alle<br />
elektromagnetische zendantennes in de omgeving.<br />
MI zal breedbandmetingen uitvoeren, de meetresultaten toetsen aan de cumulatieve immissienorm en<br />
inschatten of de individuele norm per zendantenne voor telecommunicatie (lees gsm-masten) wordt<br />
gerespecteerd.<br />
Indien MI een overschrijding van de individuele norm vermoedt, dient met een smalbandmeting de<br />
bijdrage van elke individuele zendantenne te worden gemeten.<br />
Waarschijnlijk zal slechts een <strong>be</strong>perkt aantal smalbandmetingen aanleiding geven tot het vaststellen van<br />
overschrijdingen van de individuele immissienorm.<br />
De Samenwerkingsovereenkomst tussen LNE-BIPT voorziet dat het BIPT de<br />
smalbandmetingen op vraag van MI zal uitvoeren.<br />
MI zal enkel breedbandmetingen uitvoeren op vraag van een burger/klager, met als voornaamste doel<br />
te voorkomen dat de burger blootgesteld wordt aan elektromagnetische velden die krachtiger zijn dan<br />
de Vlaamse normen toelaten.<br />
Personeelsinzet: 121 dagen<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 74
Routine<br />
R015<br />
Coördinatie:<br />
Ondersteuning:<br />
Controle van milieuvergunningen<br />
Diensthoofden van de buitendiensten<br />
Dossierhouders<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
De afdeling <strong>Milieu</strong>-inspectie controleert jaarlijks routinematig de opgelegde voorwaarden bij klasse 1vergunningsplichtige<br />
<strong>be</strong>drijven. In het verleden richtten deze controles zich vooral op bijzondere<br />
voorwaarden opgelegd in de milieuvergunning, alsook op aspecten in de vergunning die geweigerd<br />
werden. Zie het MIP in de voorgaande jaren, resp. R020 en R010.<br />
In <strong>2012</strong> zal er meer aandacht gaan naar <strong>be</strong>drijven met een nieuwe milieuvergunning. Deze controles<br />
zullen niet <strong>be</strong>perkt zijn tot de bijzondere voorwaarden, maar ook de algemene <strong>be</strong>drijfsvoering zal onder<br />
de loep genomen worden. Door een systematische controle van nieuwe vergunningen zal MI ook een<br />
<strong>be</strong>ter <strong>be</strong>eld krijgen van de kwaliteit van vergunningen die door de verschillende provincies worden<br />
afgeleverd.<br />
De te inspecteren <strong>be</strong>drijven zullen geselecteerd worden op basis van hun mogelijke impact op de<br />
omgeving:<br />
- nieuwe <strong>be</strong>drijven met <strong>be</strong>langrijke lozingen;<br />
- vergunningen van <strong>be</strong>drijven met klachten;<br />
- vergunningen met <strong>be</strong>langrijke bijzondere voorwaarden (opgelegde studies, emissie<strong>be</strong>perkende<br />
maatregelen, opgelegde metingen, geur<strong>be</strong>perkende maatregelen, …), al dan niet<br />
termijngebonden.<br />
Personeelsinzet: 981 dagen<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 75
Routine<br />
R025<br />
Coördinatie:<br />
Ondersteuning:<br />
Controle van de zelfcontrole (m.u.v.<br />
projecten en acties)<br />
Diensthoofden van de buitendiensten<br />
Werkgroepen Lucht en Water<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
In <strong>2012</strong> zal verder bijzondere aandacht <strong>be</strong>steed worden aan de controle van de uitvoering van de<br />
zelfcontrolemeetprogramma‟s voor lucht en afvalwater bij klasse 1-<strong>be</strong>drijven.<br />
De MI-taak „controle van de zelfcontrole‟ werd in dit MIP op twee manieren ingevuld:<br />
- de controle van de zelfcontrole voor alle <strong>be</strong>drijven van <strong>be</strong>paalde <strong>be</strong>drijfssectoren via een<br />
specifieke actie bv. A733 voor wat <strong>be</strong>treft het aspect “lucht;<br />
- de meer routineuze en steekproefsgewijze controle bij klasse 1-<strong>be</strong>drijven allerlei; R025 geeft<br />
hieraan invulling.<br />
Dergelijke controle van de zelfcontrole <strong>be</strong>staat uit een vraag naar de zelfcontrolegegevens van het vorige<br />
jaar in april <strong>2012</strong>, gevolgd door een „papieren‟ controle van deze gegevens, en, indien nodig, een<br />
strafrechtelijke of <strong>be</strong>stuurlijke afhandeling.<br />
Personeelsinzet: 98 dagen<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 76
Routine<br />
R634<br />
Coördinatie:<br />
Ondersteuning:<br />
Controles afvalverwerkende<br />
<strong>be</strong>drijven<br />
Diensthoofden van de buitendiensten<br />
Werkgroep Afval<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
De reguliere overbrenging en verwerking van afvalstoffen is een substantiële kost voor producenten,<br />
overbrengers en verwerkers van die afvalstoffen. Het risico is reëel dat om economische redenen<br />
afvalstoffen onzorgvuldig of illegaal worden verwijderd. Dit kan leiden tot milieuhinder of –schade, tot<br />
illegaal verkregen vermogensvoordeel of tot ontduiking van heffingen op de verwijdering van<br />
afvalstoffen. MI heeft tussen 2005 en 2009 in haar milieu-<strong>inspectieplan</strong> 5 jaar lang jaarlijks een<br />
gecoördineerde actie opgenomen waarbij een 25-tal afvalverwerkende <strong>be</strong>drijven grondig werden<br />
geïnspecteerd.<br />
De inspectie van afvalverwerkende <strong>be</strong>drijven ge<strong>be</strong>urt dit jaar niet in het kader van een gecoördineerde<br />
actie. Deze inspectiecode omvat de inspecties bij <strong>be</strong>drijven ingedeeld onder Vlarem-rubriek 2 (opslag en<br />
verwerking van afvalstoffen) waarbij één of meerdere van de volgende items aan bod komen:<br />
1. een grondige inspectie van de naleving van de rubriek 2-voorwaarden;<br />
2. de volledigheid en doeltreffendheid van het goedgekeurd werkplan nagaan;<br />
3. een uitgebreide <strong>be</strong>vraging over de aanvaardingsprocedure van de afvalstromen;<br />
4. een doeltreffende controle op de registratie en de traceerbaarheid van de aangeboden en afgevoerde<br />
afvalstoffen;<br />
5. een controle op verdunning en/of menging van de afvalstoffen.<br />
De aanleiding tot controle van afvalverwerkende <strong>be</strong>drijven kan verschillend zijn: ambtshalve inspecties,<br />
controles naar aanleiding van een vraag van derden of de uitvoering van het<br />
routinemonsternameprogramma. Voor de inspecties kan worden gebruik gemaakt van een checklist die<br />
eerder werd ontwikkeld.<br />
Relatie met:<br />
A621 – specifieke actie bij verwerkers van dierlijke afvalstoffen. Inspecties bij verwerkings<strong>be</strong>drijven<br />
voor dierlijke afvalstoffen krijgen ENKEL code A621;<br />
A639 – specifieke actie voor de inspecties bij verwerkers van organisch-biologische afvalstoffen en<br />
mest. Inspecties bij deze <strong>be</strong>drijven krijgen ENKEL code P639;<br />
P654 – specifiek project voor de uitoefening van ketentoezicht op de verwerking van afvalstoffen.<br />
Deze inspecties kunnen het gevolg zijn van een inspectie in het kader van R634. Inspecties bij<br />
afvalverwerkende <strong>be</strong>drijven in het kader van ketentoezicht krijgen ENKEL code P654;<br />
P990 – specifiek project voor de inspecties op de legale verwerking van as<strong>be</strong>sthoudend bouw- en<br />
sloopafval.. Inspecties bij afvalverwerkende <strong>be</strong>drijven in het kader van P990 krijgen ENKEL<br />
code P990;<br />
M600 – monsters van afvalstoffen worden genomen in het kader van R634 krijgen ENKEL<br />
code R634.<br />
Personeelsinzet: 53 dagen<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 77
Routine<br />
R641<br />
Coördinatie:<br />
Ondersteuning:<br />
Controle as<strong>be</strong>st<br />
Diensthoofden van de buitendiensten + Hans Delcourt en Bart Palmans<br />
Werkgroep Afval<br />
Omschrijving / Doelstellingen:<br />
In het VLAREA wordt <strong>be</strong>paald dat de as<strong>be</strong>stcementhoudende <strong>be</strong>drijfsafvalstoffen gescheiden moeten<br />
worden aangeboden. Aannemers moeten ze bij het slopen dus ook apart houden om ze gescheiden te<br />
kunnen aanbieden. Het VLAREM <strong>be</strong>paalt dat tijdens de sloop van as<strong>be</strong>st<strong>be</strong>vattende gebouwen,<br />
constructies en installaties en het verwijderen van as<strong>be</strong>st of as<strong>be</strong>sthoudende materialen daaruit, er moet<br />
worden voor gezorgd dat geen as<strong>be</strong>stvezels of as<strong>be</strong>ststof vrijkomen in het milieu.<br />
Op 24 januari 2007 stelde de toenmalig minister van Leefmilieu Kris Peeters het actieplan As<strong>be</strong>st voor.<br />
Actie 23 van dit plan houdt in “Zorgen voor meer controle op het vervoer van as<strong>be</strong>sthoudende<br />
afvalstoffen opdat deze stroom nauwgezet zou worden opgevolgd van op de plaats van ontstaan tot<br />
eindverwerking”.<br />
De controles door MI op de legale afbraak en verwerking van as<strong>be</strong>st ge<strong>be</strong>uren binnen het kader van de<br />
normale <strong>be</strong>drijfscontroles. Omdat de inspectie van sloopwerven moeilijk te plannen is (niet altijd op<br />
voorhand <strong>be</strong>kend) stelde de werkgroep in 2007 een intern achtergronddocument op voor TA‟s zodat die<br />
snel hun weg vinden in de <strong>be</strong>staande wetgeving rond as<strong>be</strong>st als zij met as<strong>be</strong>stdossiers of vragen over<br />
as<strong>be</strong>st worden geconfronteerd.<br />
Relatie met:<br />
P990 – specifiek project over de handhaving van de as<strong>be</strong>stregelgeving in de bouw- en sloopsector.<br />
Enkel inspecties die niet onder P990 ressorteren krijgen code R641.<br />
Personeelsinzet: 16 dagen<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 78
Handhavingsactiviteiten <strong>2012</strong><br />
Aard Thema Titel Nr. Dagen VTE<br />
Water Controle op de verwijdering van micropoluenten bij RWZI's P108 37 0,19<br />
Routine Specifieke handhavingscampagnes<br />
Reactief<br />
Projecten<br />
Acties<br />
B&G Controle van geothermische installaties P524 28 0,14<br />
Afval Controle op de sortering van <strong>be</strong>drijfsafval P643 88 0,44<br />
GPBV<br />
Beschrijving<br />
Controle op het wegtransport van afvalstromen P650 64 0,32<br />
Controle op de uitvoer van afvalstoffen via zeehavens P651 89 0,45<br />
Controles in het kader van ketentoezicht P654 258 1,29<br />
Controle op de sector van afgedankte voertuigen P655 20 0,10<br />
Controles van de as<strong>be</strong>stverwijderingsketen P990 81 0,40<br />
Geïntegreerde controle van GPBV-landbouw<strong>be</strong>drijven (varkens- en pluimvee<strong>be</strong>drijven)<br />
P991 168 0,84<br />
Geïntegreerde controle van GPBV-<strong>be</strong>drijven, in hoofzaak uit de sectoren chemie en<br />
oppervlakte<strong>be</strong>handeling van metalen<br />
P998 121 0,61<br />
REACH Controle op de naleving van REACH P810 200 1,00<br />
Water Controle van RWZI's A111 23 0,11<br />
Controles op vraag van VMM A118 105 0,53<br />
Voedings<strong>be</strong>drijven onder richtlijn 91/271 A217 91 0,45<br />
Lozing van gevaarlijke stoffen A237/8/9 60 0,30<br />
Controle van car- en truckwashes A242 15 0,08<br />
Lozen van verontreinigd hemelwater A243 27 0,13<br />
Lozen van koelwater A244 10 0,05<br />
Ecotoxiciteit van <strong>be</strong>drijfsafvalwater A245 20 0,10<br />
Veiligheid Uitvoering van het Seveso II-inspectieprogramma A316 1.125 5,63<br />
Controle van de veiligheidsaspecten bij koelinstallaties op ammoniak A340 50 0,25<br />
Controle van de opslag van gassen in vaste houders A342 50 0,25<br />
Geluid Geluid- en trillingsonderzoeken A407 22 0,11<br />
Kwaliteitscontrole akoestische onderzoeken A408 69 0,34<br />
B&G Controle van grondwaterwinningen A519 75 0,38<br />
Controle van de zelfcontrole grondwater A522 29 0,14<br />
Afval Controles in het kader van de overeenkomst dierlijke bijproducten A621 133 0,67<br />
Inspecties verwerkers organisch-biologische afvalstoffen (OBA) en mest A639 43 0,22<br />
Lucht Controle op gefluoreerde ozonafbrekende stoffen en broeikasgassen A614 76 0,38<br />
Controle van de zelfcontrole lucht A733 127 0,64<br />
Geuronderzoeken (Maasmechelen, Bavegem, Aarschot) A740 44 0,22<br />
Fijn stof (PM10): aanpak van diffuse emissies in 'hot spot'-gebieden A751 80 0,40<br />
Emissiemetingen bij biomassa- en houtafvalverbrandingsinstallaties A755 101 0,51<br />
Acties ter <strong>be</strong>perking van de emissie en de verspreiding van zware metalen naar de lucht A757 16 0,08<br />
Leak Detection and Repair (LDAR) A759 40 0,20<br />
Controle VOS-emissies bij solventverbruikende <strong>be</strong>drijven A760 50 0,25<br />
Damprecuperatie fase 2 A764 20 0,10<br />
Evaluatie van de implementatie van de stappenplannen bij schrootverwerkende <strong>be</strong>drijven A765 30 0,15<br />
GGO Controle van ingeperkt gebruik GGO's en pathogene organismen A850 93 0,46<br />
Som van de specifieke handhavingscampagnes 3779 18,89<br />
Water Routine- en ad hoc monsternames afvalwater M200 749 3,74<br />
Geluid Ad hoc geluids- en trillingsmetingen M400 85 0,42<br />
Afval Routine-monsternames afvalstoffen, bodem, grondwater M600 237 1,18<br />
Lucht Routine-emissiemetingen lucht M700 179 0,89<br />
Ad hoc immissiemetingen lucht M750 8 0,04<br />
EMS Breedbandmetingen van elektromagnetische straling van zendantennes M980 121 0,60<br />
Exploitatie Controle van milieuvergunningen R015 981 4,90<br />
Controle van de zelfcontrole (m.u.v. projecten en acties) R025 98 0,49<br />
Controles afvalverwerkende <strong>be</strong>drijven R634 53 0,26<br />
Controle as<strong>be</strong>st R641 16 0,08<br />
Som van de routine 2.371 11,86<br />
Klachten R03x 1.714 8,57<br />
Voorvallen R04x 91 0,46<br />
Evaluatieverslag proefvergunning R050 38 0,19<br />
Evaluatie werkplan + andere documenten R051 114 0,57<br />
Rapportering 'kantschriften' R06x 82 0,41<br />
Som van de reactieve controles 2.039 10,20<br />
Voortgangscontrole (handhavingsinstrumentarium) 3242 16,21<br />
Eigen initiatief 786 3,93<br />
TOTAAL gepland 12217 61,1<br />
TOTAAL gepland (VTE) 61,1<br />
Personeelsinzet<br />
TOTAAL <strong>be</strong>schikbaar (VTE) 12008 60,0<br />
totaal<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 79
Gebruikte Afkortingen<br />
AMV afdeling <strong>Milieu</strong>vergunningen (van het departement LNE)<br />
BIM Brussels Instituut voor <strong>Milieu</strong><strong>be</strong>heer<br />
DPC Département de la Police et de Contrôles (Wallonië)<br />
DREAL Direction Régionale de l‟Environnement, de l‟Aménagement et du Logement<br />
(Nord-Pas-de- Calais)<br />
GGO Genetisch Gemodificeerd Organisme<br />
GPBV Geïntegreerde Preventie en Bestrijding van Verontreiniging<br />
FAVV Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen<br />
FLI Federale Leefmilieu-inspectie<br />
FOD Federale Overheidsdienst<br />
ALHRMG afdeling Lucht, Hinder, Risico<strong>be</strong>heer, <strong>Milieu</strong> & Gezondheid (van het departement<br />
LNE)<br />
LNE departement Leefmilieu, Natuur en Energie<br />
MI afdeling <strong>Milieu</strong>-inspectie<br />
OVAM Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij<br />
TOVO afdeling Toezicht Volksgezondheid (van het agentschap Zorg en Gezondheid)<br />
VITO Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek<br />
VLM Vlaamse Landmaatschappij<br />
VMM Vlaamse <strong>Milieu</strong>maatschappij<br />
WASO FOD Werkgelegenheid, Ar<strong>be</strong>id en Sociaal Overleg<br />
<strong>Milieu</strong>-<strong>inspectieplan</strong> <strong>2012</strong> 80