NOx-heffing - Lne.be
NOx-heffing - Lne.be
NOx-heffing - Lne.be
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
ARCADIS Belgium – LDR Milieu-advocaten<br />
Operationalisering van een emissie<strong>heffing</strong> op <strong>NOx</strong> emissies naar de lucht met terugsluizing van de inkomsten –<br />
eindrapport<br />
Het grootste aandeel van de totale reguleringskosten <strong>be</strong>staat uit eenmalige kosten, die hoofdzakelijk samenhangen met<br />
de normstellingsfase. Vooral de studiekosten zijn verantwoordelijk voor een grote hap uit het budget van de overheid.<br />
Het resterende deel van de totale reguleringskosten slaat op de kosten die periodiek terugkeren. Een aantal van deze<br />
kosten, zoals de tijds<strong>be</strong>stedingskost van het op de hoogte komen van de NOX-subsidieregeling, zijn wel eenmalig voor<br />
de onderneming, maar hiervoor geldt voor de economie in haar geheel dat er zich elk jaar ondernemingen zullen<br />
informeren. Per subsidieaanvraag <strong>be</strong>draagt deze structurele reguleringskost gemiddeld 2.040 €. Ta<strong>be</strong>l 35 toont tevens<br />
aan hoe deze kost kan verschillen tussen <strong>be</strong>ide scenario´s en actoren.<br />
Ta<strong>be</strong>l 35: Overzicht van de structurele reguleringskosten per subsidieaanvraag<br />
Minimumscenario Maximumscenario Gemiddeld<br />
Overheid 823 € 774 € 799 €<br />
Bedrijven 1.096 € 1.388 € 1.242 €<br />
Totaal 1.919 € 2.162 € 2.040 €<br />
Om de kosten van het invoeren van het steunregime of het aanvragen van een <strong>NOx</strong>-subsidie tegen de baten hiervan af<br />
te kunnen wegen, is het voor de overheid respectievelijk de <strong>be</strong>drijven <strong>be</strong>langrijk om de verhouding te kennen tussen de<br />
totale reguleringskost en het totale subsidie<strong>be</strong>drag.<br />
Omdat het resultaat van de simulatie met het MKM is weergegeven in jaarlijkse subsidie<strong>be</strong>dragen per <strong>be</strong>drijf, heeft de<br />
Cel Milieu-economie deze <strong>be</strong>dragen eerst geactualiseerd op basis van de formule voor het <strong>be</strong>rekenen van periodiek<br />
terugkerende uitgaven. De private discontovoet <strong>be</strong>draagt hierbij 8 % en het aantal perioden 15. Dit is namelijk de<br />
gemiddelde levensduur van de <strong>NOx</strong>-reductietechnieken. Rekening houdende met de maximale steunpercentages die de<br />
Europese Commissie in het kader van de Vrijstellingsverordening toestaat, geeft dit voor het minimumscenario een<br />
totaal subsidie<strong>be</strong>drag van bijna 13 miljoen €, ofwel 223.822 € per techniek. Het maximumscenario daarentegen<br />
veronderstelt dat het Departement van Leefmilieu, Natuur en Energie de <strong>NOx</strong>-subsidieregeling zal aanmelden bij de<br />
Europese Commissie, waardoor ze op basis van de Communautaire richtsnoeren inzake staatssteun voor<br />
milieu<strong>be</strong>scherming 25 % hogere subsidies mag toekennen. Het totale subsidie<strong>be</strong>drag stijgt dan tot iets meer dan 19<br />
miljoen €. Dit is een gemiddelde van 319.282 € per techniek.<br />
Hieruit volgt dat de totale reguleringskosten in verhouding met het totale uit te keren subsidie<strong>be</strong>drag 2,37 % <strong>be</strong>dragen in<br />
het minimum- en 2,27 % in het maximumscenario. De overheid kan haar aandeel van de reguleringskost bovendien ruim<br />
dragen door de inkomsten uit de <strong>NOx</strong>-<strong>heffing</strong>. Op jaarbasis overtreffen deze inkomsten de uit te keren subsidies namelijk<br />
ruimschoots.<br />
Voor de <strong>be</strong>drijven komt de reguleringskost van de <strong>NOx</strong>-subsidieregeling overeen met een gemiddelde van 0,62 % van<br />
de te ontvangen subsidies. Bedrijven die investeren in goedkopere <strong>NOx</strong>-reductietechnieken heb<strong>be</strong>n in verhouding echter<br />
een grotere reguleringskost te verwerken, waardoor deze verhouding van sector tot sector kan verschillen. Daarom heeft<br />
de Cel Milieu-economie voor elke sector afzonderlijk het aandeel van zowel de totale als de structurele<br />
reguleringskosten ten opzichte van de te ontvangen subsidies nagegaan. De structurele reguleringskosten werden apart<br />
onderzocht omdat de Cel Milieu-economie er van uit gaat dat een <strong>be</strong>drijf voornamelijk op basis van dit aandeel van de<br />
reguleringskosten de <strong>be</strong>slissing zal nemen om al dan niet te investeren in een <strong>NOx</strong>-reductietechniek. De eenmalige<br />
reguleringskosten zijn immers voornamelijk kosten uit het verleden die deze <strong>be</strong>slissing niet kan veranderen. Deze<br />
‘gezonken kosten’ worden hierdoor als irrelevant <strong>be</strong>schouwd in het <strong>be</strong>slissingsproces.<br />
98/167 07/13045/LF