29.08.2013 Views

NOx-heffing - Lne.be

NOx-heffing - Lne.be

NOx-heffing - Lne.be

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

ARCADIS Belgium – LDR Milieu-advocaten<br />

Operationalisering van een emissie<strong>heffing</strong> op <strong>NOx</strong> emissies naar de lucht met terugsluizing van de inkomsten –<br />

eindrapport<br />

7. Kan het instrument ook toegepast worden op kleine <strong>be</strong>drijven<br />

Indien een groot deel van de emissies afkomstig is van veel kleine <strong>be</strong>drijven (met kleine emissies) dan is het <strong>be</strong>langrijk<br />

dat het instrument ook kan toegepast worden op deze vele kleine vervuilers.<br />

3. JURIDISCHE HAALBAARHEID<br />

De juridische haalbaarheid van het instrument werd uitgebreid onderzocht door LDR Milieuadvocaten in het eerste<br />

tussentijds verslag van dit project. We verwijzen de lezer naar dit verslag voor meer details en <strong>be</strong>perken ons hier tot een<br />

samenvatting van de <strong>be</strong>langrijkste conclusies. In wat volgt verwijzen de paragraafnummers altijd naar de indeling van<br />

het juridisch rapport.<br />

In de juridische studie werd nagegaan in hoeverre een <strong>NOx</strong>-<strong>heffing</strong> met <strong>be</strong>paalde vrijstellingsdrempels, waaraan<br />

<strong>be</strong>paalde terugsluissystemen worden gekoppeld, in overeenstemming is met de Europese regelgeving inzake<br />

staatssteun. Dit ge<strong>be</strong>urde na een grondige analyse van de regeling inzake staatssteun (sectie 2.2. en Bijlage 1) - waarin<br />

meer specifiek is ingegaan op de vraag welke steun juist kan worden <strong>be</strong>schouwd als staatssteun, welke procedurele<br />

aspecten in acht moet worden genomen – en de overige relevante regelgeving (art. 90 EG-verdrag, grondwettelijke<br />

<strong>be</strong>perkingen, enz.). Daarna volgde een uitgebreide screening van de specifieke Europese richtsnoeren inzake<br />

milieusteun (deel 2.3. en Bijlage 3) en werd in detail nagegaan welke van de voorgestelde terugsluisopties verenigbaar<br />

kunnen zijn met het Europese kader (deel 3).<br />

Voorliggend onderzoek had op de eerste plaats uitgewezen dat het werken met <strong>be</strong>drijfsspecifieke<br />

vrijstellingdrempels bij een <strong>NOx</strong>-<strong>heffing</strong> verenigbaar is met het Europese recht. Deze conclusie leek gewettigd in het<br />

licht van een uitspraak van het Gerecht van Eerste Aanleg uit 2006. Het Gerecht van Eerste Aanleg heeft onder meer in<br />

het arrest T-210/02 van 13 septem<strong>be</strong>r 2006 duidelijk gesteld dat het feit dat sommige ondernemingen of sectoren meer<br />

dan andere van een aantal <strong>be</strong>lastingsmaatregelen profiteren, niet noodzakelijk tot gevolg heeft dat deze binnen de<br />

werkingssfeer van de mededingingsregels voor staatssteun komen te vallen 11 . Ook de Commissie verdedigde in deze<br />

zaak de stelling dat een zogenaamde “uitzonderlijke <strong>heffing</strong>” – i.e. een regeling waarbij een bijzondere last aan een<br />

<strong>be</strong>paalde sector wordt opgelegd - geen staatssteun is. Een lidstaat is in <strong>be</strong>ginsel vrij om te <strong>be</strong>palen welke goederen of<br />

diensten zij aan een milieu<strong>heffing</strong> onderwerpen. Dit valt in <strong>be</strong>ginsel binnen de <strong>be</strong>voegdheid van de lidstaten om<br />

sectorale milieu<strong>heffing</strong>en in te voeren teneinde <strong>be</strong>paalde doelstellingen te <strong>be</strong>reiken, voor zover dit verenigbaar is met de<br />

ratio en doelstellingen van het <strong>heffing</strong>sregime 12 . Het voorzien van <strong>be</strong>paalde vrijstellingsdrempels lijkt dan ook in <strong>be</strong>ginsel<br />

11 Zie overweging 115 arrest Gerecht Eerste Aanleg 13 septem<strong>be</strong>r 2006, zaak T-210/02: “Dienaangaande dient te<br />

worden <strong>be</strong>nadrukt dat het de lidstaten – die bij de huidige stand van het gemeenschapsrecht door het ontbreken van<br />

coördinatie op dit gebied <strong>be</strong>voegd blijven ter zake van het milieu<strong>be</strong>leid – vrij staat sectorale milieu<strong>heffing</strong>en in te<br />

voeren teneinde <strong>be</strong>paalde milieudoelstellingen die in het vorige punt zijn vermeld, te <strong>be</strong>reiken. Zo zijn de lidstaten vrij<br />

om de bij de afweging van de diverse aan de orde zijnde <strong>be</strong>langen hun prioriteiten ter zake van milieu<strong>be</strong>scherming te<br />

definiëren en om bijgevolg te <strong>be</strong>palen welke goederen of diensten zij aan een milieu<strong>heffing</strong> zullen onderwerpen.<br />

Derhalve volstaat de omstandigheid dat een milieu<strong>heffing</strong> een gerichte maatregel vormt, die <strong>be</strong>paalde specifieke<br />

goederen of diensten treft en geen deel uitmaakt van een algemeen stelsel van <strong>heffing</strong> over alle gelijkaardige activiteiten<br />

met een vergelijkbare milieu-impact, in <strong>be</strong>ginsel niet om te oordelen dat gelijkaardige activiteiten, die niet aan deze<br />

milieu<strong>heffing</strong> zijn onderworpen, een selectief voordeel genieten”.<br />

12 Zie overweging 128 arrest Gerecht Eerste Aanleg 13 septem<strong>be</strong>r 2006, zaak T-210/02: “In de eerste plaats maken<br />

materialen die verhandeld worden met het oog op een ander gebruik dan dat van aggregaat geen deel uit van de aan de<br />

AGL onderworpen sector. Anders dan verzoekster <strong>be</strong>weert; wordt met de vrijstelling ervan dus niet afgeweken van het<br />

stelsel van de <strong>be</strong>trokken milieu<strong>heffing</strong>. In het bijzonder <strong>be</strong>hoort de <strong>be</strong>slissing, alleen een milieu<strong>heffing</strong> in te voeren in de<br />

aggregaatsector in plaats van in alle sectoren van exploitatie van steengroeven en mijn met dezelfde milieu-impact als<br />

de winning van aggregaat, tot de <strong>be</strong>voegdheid van de <strong>be</strong>trokken lidstaat ter zake van de vaststelling van zijn prioriteiten<br />

bij het economisch, fiscaal en milieu<strong>be</strong>leid. Bijgevolg is die keuze, ook al is zij ingegeven door de wil om het<br />

22/167 07/13045/LF

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!