29.08.2013 Views

NOx-heffing - Lne.be

NOx-heffing - Lne.be

NOx-heffing - Lne.be

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

ARCADIS Belgium – LDR Milieu-advocaten<br />

Operationalisering van een emissie<strong>heffing</strong> op <strong>NOx</strong> emissies naar de lucht met terugsluizing van de inkomsten –<br />

eindrapport<br />

zal moeten doen én desgevallend zelf steun van zal willen verkrijgen op basis van eenzelfde steunregime of een andere<br />

steunregeling. Ondanks het feit dat er geen uitgebreide Belgische rechtspraak <strong>be</strong>staat met <strong>be</strong>trekking tot staatssteun,<br />

wordt hierna ingegaan op de situatie waarin enerzijds concurrenten van de steun<strong>be</strong>gunstigde een schending van artikel<br />

88, lid 3 EG-Verdrag inroepen en anderzijds de situatie waarin deze <strong>be</strong>paling wordt ingeroepen door de<br />

<strong>heffing</strong>splichtigen van bijdragen die dienen ter financiering van de onrechtmatige staatssteun. In <strong>be</strong>ide gevallen wordt<br />

een onderscheid gemaakt tussen procedures voor de burgerlijke rechter en procedures voor de administratieve rechter.<br />

Concurrenten van steunverkrijgende ondernemingen heb<strong>be</strong>n vooreerst de mogelijkheid om een burgerlijke<br />

procedure in te leiden voor de Rechtbank van Koophandel, en meer in het bijzonder een stakingsvordering op grond<br />

van de Wet Handelspraktijken 101 (hierna WHPC), omwille van een (vermeende) strijdigheid met de eerlijke<br />

handelspraktijken door het gebruik van onrechtmatige staatssteun. In het kader van dergelijke vordering is de rechter<br />

enkel <strong>be</strong>voegd de staking te <strong>be</strong>velen van een daad die een inbreuk maakt op de WHPC. In dit verband <strong>be</strong>vestigde de<br />

voorzitter van de Rechtbank van Koophandel te Brussel een eerder uitgevaardigd stakings<strong>be</strong>vel ten aanzien van de<br />

Italiaanse onderneming BFM om, in concurrentie met anderen, een bod te doen in het kader van een aan<strong>be</strong>steding, nu<br />

BFM steun genoot die niet was aangemeld bij, noch goedgekeurd door de Commissie 102 . Het feit dat BFM op die manier<br />

een abnormaal laag bod kon doen, werd strijdig geacht met de eerlijke handelspraktijken. In een tweede zaak oordeelt<br />

het Hof van Beroep te Brussel dat, ondanks de <strong>be</strong>voegdheid van de nationale rechter op grond van artikel 88, lid 3 EG-<br />

Verdrag, er geen juridische basis is voor de vordering tot staken van de activiteiten van de ziekenfondsen op het vlak<br />

van hospitalisatieverzekeringen 103 . Het voegt eraan toe dat door de stopzetting van alle activiteiten inzake<br />

hospitalisatieverzekeringen te eisen, de (eisende en concurrerende) verzekeringsondernemingen niet het herstel van de<br />

normale concurrentievoorwaarden op de markt <strong>be</strong>ogen, maar wel de eliminatie van een concurrent op die markt. Vermits<br />

er geen andere maatregelen werden gevraagd, <strong>be</strong>sloot het Hof dat niet verder diende te worden onderzocht of er sprake<br />

was van staatssteun.<br />

In België (of Vlaanderen) is voor <strong>be</strong>sluiten van administratieve overheden tot toekenning van staatssteun (vb.<br />

subsidies) geen georganiseerd (willig) administratief <strong>be</strong>roep voorzien. Dit houdt in dat concurrenten van een<br />

steunontvangend <strong>be</strong>drijf het steun<strong>be</strong>sluit rechtstreeks kunnen aanvechten voor de Raad van State, zonder dat zij<br />

hiervoor eerst het administratief <strong>be</strong>roep moeten uitputten (bij gebrek aan administratieve <strong>be</strong>roeps- of<br />

<strong>be</strong>zwaarprocedure). Op die manier kan een nietigheids<strong>be</strong>roep (al dan niet in combinatie met een schorsings<strong>be</strong>roep)<br />

worden aangetekend bij de Raad van State wegens een schending van artikel 88, lid 3 EG-Verdrag. Indien de<br />

ontvankelijksheidsvoorwaarden zijn vervuld (onder meer wat <strong>be</strong>treft het <strong>be</strong>lang), is de Raad verplicht om het <strong>be</strong>sluit te<br />

toetsen aan artikel 88, lid 3 EG-Verdrag, en dien desgevallend de schorsing of nietigheid te worden uitgesproken, wat in<br />

het laatste geval een herstel in de oorspronkelijke toestand impliceert. Als voor<strong>be</strong>eld kan worden verwezen naar een<br />

verwerping van een schorsings<strong>be</strong>roep door de Raad van State omdat de Raad de mening was toe<strong>be</strong>deeld dat de<br />

onmiddellijke toekenning van de steun niet de uiterst dringende noodzakelijkheid van de vordering tot schorsing<br />

rechtvaardigt, nu de concurrenten niet heb<strong>be</strong>n aangetoond dat het om een moeilijk te herstellen ernstig nadeel gaat 104 .<br />

Immers, de aanmeldings- en standstill-verplichtingen doen geen afbreuk aan de regels van <strong>be</strong>voegdheid, noch van<br />

procedure die de nationale rechtbanken moeten toepassen.<br />

Ook <strong>heffing</strong>splichtige ondernemingen kunnen de schending van artikel 88, lid 3 EG-Verdrag inroepen, nu de wijze<br />

van financiering van de steunmaatregelen eveneens onderhevig is aan de aanmeldingsplicht. Bijgevolg gelden de<br />

gevolgen van de niet-inachtneming ervan zowel voor de steunmaatregel an sich als voor de maatregelen ter financiering<br />

101 Wet van 14 juli 1991 <strong>be</strong>treffende de handelspraktijken en de voorlichting en <strong>be</strong>scherming van de consument, BS 29 augustus<br />

1991. Hierna WHPC.<br />

102 Voorz. Kh. Brussel 13 februari 1995, Jaarboek Handelspraktijken & Mededinging 1995, 728, noot P. DE VROEDE.<br />

103 Brussel 23 mei 2003, IT.B.H. 2004, 285.<br />

104 RvSt nr. 41.036, 12 novem<strong>be</strong>r 1992, R.A.C.E. 1992.<br />

152/167 07/13045/LF

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!