NOx-heffing - Lne.be
NOx-heffing - Lne.be
NOx-heffing - Lne.be
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
ARCADIS Belgium – LDR Milieu-advocaten<br />
Operationalisering van een emissie<strong>heffing</strong> op <strong>NOx</strong> emissies naar de lucht met terugsluizing van de inkomsten –<br />
eindrapport<br />
3 EG-Verdrag tot uitvoering werd gebracht, met andere woorden zonder dat er werd aangemeld of zonder dat de<br />
<strong>be</strong>schikking tot goedkeuring werd afgewacht.<br />
Met <strong>be</strong>trekking tot de geschillen<strong>be</strong>slechting dient bijgevolg een onderscheid te worden gemaakt tussen enerzijds het<br />
aanvechten van onrechtmatige staatssteun, en anderzijds het aanvechten van een steunregime, dat bij <strong>be</strong>schikking van<br />
de Commissie werd goedgekeurd, of de daaruit voortvloeiende staatssteun.<br />
In <strong>be</strong>ide situaties zal steeds worden nagegaan welke procedures tot de mogelijkheden <strong>be</strong>horen, hetzij op Europees vlak,<br />
dan wel op nationaalrechtelijk vlak. Voor zover nodig wordt tevens aandacht <strong>be</strong>steed aan de hoedanigheid van de partij<br />
die de procedure kan inleiden, nu afhankelijk van de situatie zowel de lidstaat zelf, de <strong>be</strong>gunstigde als eventuele<br />
concurrenten of andere derden <strong>be</strong>lang kunnen heb<strong>be</strong>n bij het aanvechten van een steunregime of een specifieke<br />
steunmaatregel.<br />
Finaal dient te worden opgemerkt dat bij de handhaving van het EG-rechtelijke staatssteunrecht een taak rust op zowel<br />
de Europese instanties, d.i. voornamelijk de Europese Commissie, als op de nationale rechters. Binnen deze laatste<br />
categorie wordt vervolgens een onderscheid gemaakt tussen de burgerrechtelijke en de administratieve rechters. Het<br />
Hof van Justitie heeft herhaaldelijk <strong>be</strong>vestigd dat de nationale rechter en de Commissie een <strong>be</strong>langrijke doch<br />
verschillende rol spelen bij de handhaving van de staatssteunregels 85 . In hoofdlijnen komt het erop neer dat de<br />
Europese Commissie exclusief 86 <strong>be</strong>voegd is om te <strong>be</strong>oordelen of een voorgenomen maatregel een steunmaatregel<br />
inhoudt die (on)verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt op basis van de in artikel 87, leden 2 en 3, van het<br />
Verdrag vastgelegde criteria, terwijl de taak van de nationale rechter hoofdzakelijk <strong>be</strong>staat in het <strong>be</strong>schermen van de<br />
(subjectieve) rechten die individuen aan artikel 88, 3 e lid EG-Verdrag kunnen ontleden. Volgens vaste rechtspraak van<br />
het Hof van Justitie zijn de nationale rechterlijke instanties immers niet <strong>be</strong>voegd om een steunmaatregel verenigbaar<br />
met artikel 87, lid 2 of lid 3, van het Verdrag te verklaren 87 .<br />
Ondanks deze schijnbaar duidelijke taakverdeling, heeft het Europese Hof van Justitie deze taakverdeling reeds<br />
verschillende keren moeten verduidelijken in een aantal principiële arresten. Zo moet de nationale rechter het <strong>be</strong>grip<br />
‘steunmaatregel’ soms uitleggen om te kunnen <strong>be</strong>oordelen of de meldingsplicht werd geschonden, en in voorkomend<br />
geval actie ondernemen 88 . Daartegenover staat dat de Commissie niet de <strong>be</strong>voegdheid heeft om steunmaatregelen<br />
onwettig te verklaren op de enkele grond dat zij niet zijn aangemeld 89 . Merk wel op dat, indien de Commissie een<br />
steunregime verenigbaar acht met de gemeenschappelijke markt, terwijl dat regime aanvankelijk niet was aangemeld<br />
overeenkomstig artikel 88, 3 e lid EG-Verdrag, de steun die werd toegekend vóór deze <strong>be</strong>slissing onrechtmatig blijft en<br />
niet retroactief kan worden gedekt.<br />
Ook wat <strong>be</strong>treft de actoren heeft het Hof van Justitie reeds in het arrest Van Gend en Loos van 1963 onderkend dat ook<br />
particulieren, d.i. burgers en ondernemingen, een bijdrage kunnen leveren aan de handhaving van het EG-recht, naast<br />
het toezicht dat de (oude) artikelen 169 en 170 aan de Commissie en de lidstaten opdragen. Deze combinatie tussen<br />
publieke en private handhaving van EG-recht wordt in de literatuur aangeduid als ‘dual vigilance’, vrij vertaald als<br />
85 Zaak C-368/04, Transalpine Ölleitung in Österreich, reeds aangehaald in voetnoot 8, punt 37; gevoegde zaken C-261/01 en C-<br />
262/01, Van Calster en Cleeren, Jurispr. 2003, blz. I-12249, punt 74; en zaak C-39/94, SFEI e.a., reeds aangehaald in voetnoot 8,<br />
punt 41.<br />
86 Deze <strong>be</strong>oordeling van de verenigbaarheid is de uitsluitende <strong>be</strong>voegdheid van de Commissie en is onderworpen aan toetsing door<br />
de gemeenschapsrechters.<br />
87 Zaak C-199/06, CELF en Ministre de la Culture et de la Communication, Jurispr. 2008, blz. I-469, punt 38; zaak C-17/91, Lornoy<br />
e.a./Belgische Staat, Jurispr. 1992, blz. I-6523, punt 30; en zaak C-354/90, Fédération Nationale du Commerce Extérieur des<br />
Produits Alimentaires e.a./Frankrijk, reeds aangehaald in voetnoot 8, punt 14.<br />
88 Zaak C-354/90 (FNCEPA/Frankrijk).<br />
89 Vgl. Zaak C-301 (Boussac) en zaak C-142/87 (België/Commissie).<br />
146/167 07/13045/LF