NOx-heffing - Lne.be
NOx-heffing - Lne.be
NOx-heffing - Lne.be
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
ARCADIS Belgium – LDR Milieu-advocaten<br />
Operationalisering van een emissie<strong>heffing</strong> op <strong>NOx</strong> emissies naar de lucht met terugsluizing van de inkomsten –<br />
eindrapport<br />
Ten eerste kan het voor elk niveau van de terugdringing leiden tot een lagere kost van het terugdringen (dat zal vooral<br />
het geval zijn indien het gaat over investeringen die een complete reorganisatie van het productieproces<br />
teweegbrengen).<br />
Een tweede mogelijkheid is dat de investering leidt tot een verplaatsing naar links van het punt waar de marginale<br />
kosten curve verticaal wordt, zonder impact op de andere <strong>NOx</strong> eenheden.<br />
Voor didactische doeleinden is het echter aanvaardbaar om te stellen dat investeringen leiden tot een "verplaatsing naar<br />
links en <strong>be</strong>neden" van de marginale kostencurven.<br />
Naast de "korte termijn" marginale kostencurve (die dus wordt opgesteld voor een gegeven machinepark), <strong>be</strong>staat er<br />
ook een "lange termijn" marginale kostencurve (zoals in het MKM). Deze stelt de marginale kosten voor indien alle<br />
productiefactoren (met in<strong>be</strong>grip van het machinepark) varia<strong>be</strong>l zijn voor een gegeven stand van zaken van de<br />
technologie. Ook deze zal stijgend zijn: <strong>be</strong>drijven zullen immers eerst de goedkoopste maatregelen nemen om de<br />
emissies terug te dringen, en pas zwaardere uitgaven doen indien ze verplicht zijn om nog verder te gaan.<br />
In lange termijn marginale kostencurven zijn de investeringen endogeen. Daarom kunnen ze niet grafisch worden<br />
geanalyseerd.<br />
B. AANMELDING VAN EEN STEUNREGIME: BEOORDELING DOOR DE COMMISSIE<br />
Het EG-Verdrag stelt in art. 88, lid 3, dat de Commissie van elk voornemen tot invoering of wijziging van<br />
steunmaatregelen tijdig op de hoogte moet worden gebracht 75 . Daarom moeten de Lidstaten elke steunmaatregel<br />
aanmelden. Vervolgens zal de Commissie in een eerste onderzoeksfase nagaan of de voorgenomen maatregel<br />
verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt. Deze fase duurt in principe twee maanden, maar kan met instemming<br />
van de lidstaat worden verlengd, dan wel ingekort 76 . Deze inleidende fase heeft tot doel de Commissie in staat te stellen<br />
zich een eerste oordeel te vormen over de – gehele of gedeeltelijke - verenigbaarheid van de aangemelde<br />
steunmaatregel met de gemeenschappelijke markt, zonder dat zij hiervoor een diepgaand onderzoek moet voeren.<br />
Wanneer de Commissie geen duidelijkheid kon scheppen na de inleidende onderzoeksfase, moet de formele<br />
onderzoeksfase haar toelaten zich volledig te informeren over alle relevante gegevens van de zaak alvorens tot een<br />
eind<strong>be</strong>schikking te komen 77 . Er kan dus worden <strong>be</strong>sloten dat de Commissie een centrale rol speelt in de <strong>be</strong>oordeling van<br />
de verenigbaarheid van een voorgenomen steunmaatregelen met de gemeenschappelijke markt, ongeacht of het hierbij<br />
om <strong>be</strong>staande, dan wel nieuwe steun gaat. Op basis van de verkregen gegevens zal de Commissie dan tot een oordeel<br />
komen over de verenigbaarheid met de gemeenschappelijke markt, dat zij meedeelt aan de Lidstaat middels een<br />
positieve, negatieve of voorwaardelijke <strong>be</strong>schikking. Een voorwaardelijke <strong>be</strong>schikking verbindt voorwaarden of<br />
verplichtingen aan een positieve <strong>be</strong>oordeling (‘dienstige maatregelen’). Vaak komt dit neer op een aparte<br />
rapportageverplichting. Een negatieve <strong>be</strong>schikking <strong>be</strong>tekent dat de maatregel niet mag worden uitgevoerd. Indien dit<br />
toch is ge<strong>be</strong>urd (in het geval van onrechtmatige steun) moet alle steun, inclusief de rente, van de <strong>be</strong>gunstigden worden<br />
teruggevorderd (zie infra). De vraag die zich nu stelt, is evenwel op welke manier deze <strong>be</strong>oordeling ge<strong>be</strong>urt.<br />
Bij haar onderzoek is de Commissie gehouden alle relevante gegevens in acht te nemen, met in<strong>be</strong>grip van de wijze<br />
waarop de maatregel wordt gefinancierd en desgevallend de reeds in een eerdere <strong>be</strong>schikking onderzochte context en<br />
de verplichtingen die bij die eerdere <strong>be</strong>schikking aan een lidstaat zouden zijn opgelegd 78 . In dit verband kunnen dan ook<br />
75 Er <strong>be</strong>staan weliswaar een aantal uitzonderingen – en een algemene groepsvrijstellingsverordening – waardoor een<br />
steunmaatregel niet moet worden aangemeld, maar dit geldt enkel voor zover deze maatregel voldoet aan de gestelde voorwaarden.<br />
76 De eerste onderzoeksfase is geregeld in artikel 88, lid 3 EG-Verdrag en artikel 4 Procedureverordening.<br />
77 De formele onderzoeksfase is geregeld in artikel 88, lid 2, 1e alinea EG-Verdrag en artikel 6 Procedureverordening.<br />
78 Zaak C-261/89, Italië/Commissie, Jur. 1991, p. I-4437, nr. 20.<br />
136/167 07/13045/LF