Basisvoorschriften huisstijl Rapport extern - LNE.be
Basisvoorschriften huisstijl Rapport extern - LNE.be
Basisvoorschriften huisstijl Rapport extern - LNE.be
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
86<br />
Na volledige montage moet een koelinstallatie onderworpen worden aan druktesten, en<br />
indien deze testen succesvol zijn uitgevoerd, moet de installatie worden gevacumeerd. Bij<br />
het vacumeren wordt ook een vacuümtest uitgevoerd. Deze test <strong>be</strong>staat erin de installatie<br />
onder vacuüm te brengen en voor een <strong>be</strong>paalde tijd onder vacuüm te houden. Er dient<br />
vervolgens nagegaan te worden of dit vacuüm blijft, of met de tijd degradeert. De<br />
vacuümtest is gevoeliger voor lekken dan de druktest.<br />
De vacuümtest dient te gaan tot een vacuüm dat toelaat dat alle water in de kring verdampt<br />
bij de omgevingstemperatuur van de installatie, <strong>be</strong>trokken op haar koudste punt, en dat alle<br />
ijs sublimeert.<br />
In Nederland eist het STEK 270 Pa, dit kan even goed 300 of 250 Pa zijn, maar hoe lager de<br />
druk, hoe moeilijker het vacuüm te <strong>be</strong>reiken is. Elk miniem lek, ook in de vacuümpomp,<br />
speelt nu een rol.<br />
De vacumeersnelheid neemt daarenboven sterk af met de dichtheid van de gassen, die bij<br />
dergelijke drukken meer dan duizend keer ijler zijn dan bij een werkende installatie.<br />
In principe is de installatie (<strong>be</strong>halve het carter van de compressor) olievrij. Indien dit niet<br />
het geval is, dan is het <strong>be</strong>kend dat een kleine waterdruppel onder een oliefilm niet verdampt<br />
in het vacuüm. Er blijft vocht in de installatie, dat eventueel gedeeltelijk of volledig kan<br />
worden verwijderd door de verdachte plaatsen kunstmatig op te warmen. Het<br />
achterge<strong>be</strong>leven vocht komt terug vrij bij het in<strong>be</strong>drijf stellen van de installatie en de<br />
migratie van de olie.<br />
Dit vacuüm is niet af te lezen met een wijzermanometer of met een kwikzuilmanometer.<br />
Alleen een elektronische vacuümmeter die bijvoor<strong>be</strong>eld werkt op de warmteverliezen van<br />
een ntc of ptc weerstand, is gevoelig genoeg om dergelijk vacuüm aan te duiden.<br />
Na de vacuümtest wordt het vacuüm gebroken met koudemiddel, tot ca. 0.2 bar overdruk<br />
(doel: de stikstof uit de installatie verwijderen en alleen gas, geen vloeistof, in het<br />
koelsysteem laten ; bij omgevingstemperaturen van –40°C zouden andere regels gelden !),<br />
en wordt er een nieuwe vacumering uitgevoerd. Vervolgens wordt de installatie gevuld met<br />
koudemiddel.<br />
20 Ontluchten van een installatie<br />
Bij een gebrekkig vacumeren blijven in de installatie niet-condenserende gassen, lucht of<br />
stikstof achter. Deze zorgen voor een stijging van de condensatiedruk, en vooral van de<br />
condensatietemperatuur, voor een fel verhoogd energiegebruik en voor een aantal<br />
ongewenste chemische reacties die de koelinstallatie, het koudemiddel en de olie mettertijd<br />
schade zullen toebrengen. Tussenkomsten zullen noodzakelijk zijn. Vandaar dat deze<br />
gassen door het ontluchten van de installatie moeten verwijderd worden<br />
De niet-condenserende gassen hopen zich bij een stilstaande installatie op op het hoogste<br />
punt van de hogedrukzijde; meestal in de condensor of het vloeistofvat. Wanneer de<br />
stilstaande installatie tot rust wordt gebracht (ca. 10 minuten stilstand), kunnen deze gassen<br />
worden verwijderd door via een restrictie en een (hopelijk) aanwezige kraan op een hoog<br />
punt, eerst het niet-condenserend gas uit de kring te laten ontsnappen, en, zodra wordt