HISTORISCH ONDERZOEK STEENHOVE 16 JULI 2010 STICHTING PHB Afb. 4.2 veilingbiljet verkoop 1713. Zeeuws Archief, toegang 157, inv.nr. 500. Afb. 4.3 Kaart van <strong>het</strong> eiland Walcheren, D.C.W. Hattinga en A. Hattinga, 1753. Legenda: 1. de Wilde dreef; 2. de nieuwe dreef; 3. grand canal; 4. Klein S<strong>te</strong>enhove. 16
HISTORISCH ONDERZOEK STEENHOVE 16 JULI 2010 STICHTING PHB ers de wilde dreeve <strong>te</strong>n wes<strong>te</strong>n van de plantage en tot aan de landtwegh strekkende, groot <strong>te</strong>saamen 22 geme<strong>te</strong>n of daar ontrent.”. 14 Het echtpaar Vel<strong>te</strong>rs-Schorer verkocht alleen de bui<strong>te</strong>nplaats met boerderij Groot S<strong>te</strong>enhove en 22 gemet en behoudt de <strong>om</strong>liggende gronden met een oppervlak<strong>te</strong> van 54 gemet. In de verkoop is dan ook sprake dat de koper “uijt de annexe landen vanden Hr. Vercooper toegemee<strong>te</strong>n worden ront<strong>om</strong> tot de halve scheisloot”. In 1713 was de bui<strong>te</strong>nplaats 15 gemet groot, in 1717 ruim 22 gemet. Onder de uitbreiding bevonden zich “eenige weien gelegen aan de oostkant van de nieuwe dreeve, als mede een weitje gelegen aan de westcant van de voorn. Nieuwe dreeve, groot ontrent de twee geme<strong>te</strong>n” en de aanleg van de “wilde dreef” langs de westzijde van S<strong>te</strong>enhove. Hiermee is de gro<strong>te</strong> laan, begeleid door een kanaal aan weerszijden, die de S<strong>te</strong>enhove aan de westzijde verbond met de Groeneweg aangelegd tussen 1713 en 1717. Uit bovenstaande kan geconcludeerd worden, dat ondanks <strong>het</strong> kor<strong>te</strong> bezit van S<strong>te</strong>enhove door <strong>het</strong> echtpaar Vel<strong>te</strong>rs-Schorer, zij een gro<strong>te</strong> invloed heeft gehad op de aanleg. Op de kaart van D.C.W. Hattinga en A. Hattinga uit 1753 (afb. 4.3) is duidelijk zichtbaar dat de aanleg van de “Nieuwe dreeve” niet op zichzelf stond maar deel uitmaakt van een grootschalige verandering in de tuin- en parkaanleg. Waar rond 1680 de aanleg nog aan de zuidzijde aan <strong>het</strong> einde van <strong>het</strong> grand canal nog begrensd werd door een tuinkoepel (mogelijk Nehalennia<strong>te</strong>mpel) of poort met daarach<strong>te</strong>r afslui<strong>te</strong>nde beplanting is tussen 1713 en 1717 de hoofdas op monumentale wijze verdubbeld in leng<strong>te</strong>. In <strong>het</strong> verlengde van <strong>het</strong> grand canal ligt de nieuwe laan die uitgeeft op <strong>het</strong> landschap. Op <strong>het</strong> scharnierpunt van grand canal en laan is een ronde k<strong>om</strong> aangelegd en heeft de aanleg een exedravormige besluiting gekregen. De aanleg van de “wilde dreeve” langs de westzijde van S<strong>te</strong>enhove was bedoeld <strong>om</strong> de bezoekers/eigenaren vanaf de Groeneweg via de Nieuwe dreef bui<strong>te</strong>n <strong>om</strong> S<strong>te</strong>enhove naar de Koudekerkseweg <strong>te</strong> leiden. In 1732 overlijdt Pie<strong>te</strong>r Boddaert waarna de erfgenamen S<strong>te</strong>enhove verkopen. Het veilingbiljet uit 1733 meldt dat op 22 april verkocht zal worden “een aansienelyk en seer vermakelyke BUYTEN- PLAATS Van ouds genaamd STEENHOVEN met syn HEEREN HUYSINGE Daar op een Cierlyken Thoren met een Horologie wysende de ueyren ende Maan, en slaande Klocke voorts s<strong>om</strong>erhuys, stallingen, koetshuys, boere wooninge, een fraaye plantagie, par<strong>te</strong>eres, vischryke vyvers, als anders (…) groot 20 Geme<strong>te</strong>n 45 roeden (…) mitsgaders de volgende landen zynde meest plantagie en eenige weye”. 15 Opvallend genoeg is nu weer wel sprake van <strong>het</strong> uurwerk in de toren. Koper van S<strong>te</strong>enhove was de uit Vlissingen afk<strong>om</strong>stige mr. Cornelis Lampsins (1709-ca. 1756) die een jaar <strong>te</strong>voren (1732) gehuwd was met Elisabeth Arnaudina Helvetius (1700-1754). 16 In <strong>het</strong> daaraanvolgende voorlopige koopcontract zijn een aantal in<strong>te</strong>ressan<strong>te</strong> bepalingen opgen<strong>om</strong>en. Zo wordt de bui<strong>te</strong>nplaats verkocht “mede met <strong>het</strong> genen hand en palmslag sal volgen alle de beelden, waaronder 2 van Dea Nealennia, voorts pot<strong>te</strong>n, pedestallen, meubelen en luijken, gereedschappen, wagen, paard etc. in generali<strong>te</strong>it alles niets uijtgesonderd of<strong>te</strong> gereserveerd”. Alleen de kamerbehangsels werden apart voor 100 ponden Vlaamse verkocht aan Lampsins. De door Smallegange en Gargon genoemde twee Nehalennia-altaren blijken dus in 1733 nog s<strong>te</strong>eds op S<strong>te</strong>enhove aanwezig. Een verdere bepaling was “tot gerustheijt” van Cornelis Lampsins was dat Hillegonda Catharina Vel<strong>te</strong>rs- Schorer, die nog s<strong>te</strong>eds de <strong>om</strong>liggende landerijen bezat, “geen drift of uijtweg meer soude hebben over dese hofs<strong>te</strong>ede of<strong>te</strong> Zuyddreven maar sullen alle over de andere landen gemel<strong>te</strong> vrouw Vel<strong>te</strong>rs aank<strong>om</strong>end of gec<strong>om</strong>pe<strong>te</strong>erd hebbende.” Met andere woorden mevrouw Vel<strong>te</strong>rs-Schorer mocht geen gebruik (meer) maken van de Wilde dreef. Lampsins verkocht S<strong>te</strong>enhove al na 4 jaar. In 1737 wordt de bui<strong>te</strong>nplaats gekocht door mr. Johan Lantsheer (1692-1742) die kort <strong>te</strong>voren <strong>te</strong>rug was gekeerd uit Oost-Indië waar hij de functie van resident van Cheribon bekleedde. Kort na de aankoop van S<strong>te</strong>enhove laat Lantsheer in 1739 aan de Middelburgse Korendijk een aanzienlijk huis, genaamd Cheribon, bouwen. 17 Uit de rekeningen van Jan Pe<strong>te</strong>r van Baurscheit blijkt dat hij werk<strong>te</strong> aan onderdelen voor S<strong>te</strong>enhove en aan <strong>het</strong> stadshuis Cheribon. In de rekeningen is sprake van een hards<strong>te</strong>nen poort en een ijzeren hek, uitgevoerd door smid Cornelis Markcx <strong>te</strong> Kontich in 1737 en vijf piëdestals die in 1738 werden geleverd voor de bui<strong>te</strong>nplaats. Dit alles <strong>te</strong>zamen voor ruim 700 gulden. Andere via Van Baurscheit geleverde onderdelen, zoals enkele schoors<strong>te</strong>enman<strong>te</strong>ls in 1742, een door de Antwerpse schilder Eyckens gemaak<strong>te</strong> sc<strong>het</strong>s voor een plafond en een ijzeren balustrade waren vermoedelijk voor <strong>het</strong> stadshuis bedoeld. 18 17