Noodweer op 14 juli 2010 - Knmi

Noodweer op 14 juli 2010 - Knmi Noodweer op 14 juli 2010 - Knmi

29.08.2013 Views

NNO-lijke richting (022 graden). De westelijker echo heeft in diezelfde tijd 142 km afgelegd, in een iets meer noordelijker koers (013 graden). Op grond van de stromingen in de hogere luchtlagen trekt de westelijke echo met de snelheid van de stroming op 5 km hoogte (500 hPa), op dat niveau staat minder wind in het oosten. Op grond daarvan kan de snellere verplaatsing niet worden verklaard, het verschil tussen bovenstroming en treksnelheid, ongeveer 30 km/uur, vormt voor de oostelijke buien mede een aanwijzing voor de rear inflow jet, die op lagere hoogte in het buienlichaam is ontstaan (zie 9.13). Figuur 99. Radarbeeld, samengesteld uit de hoogste neerslagniveaus, tussen 1500 en 1700 UTC per tien minuten (Bron: KNMI) In de evolutie van de boogecho domineerde later op de avond de cyclonale mesovortex en de buienlijn krijgt de vorm van een komma boven Overijssel en het noorden van Gelderland. De structuur van het bowsegment, zoals we die zagen bij Neerkant en Vethuizen is dan verdwenen. Op de kop van de komma (zie rechterecho om 1700 UTC) kwam het tot de vorming van de windhoos in Friesland. 80

8.5 Theoretisch maximale windstoten Het temperatuurverschil tijdens de passage kan ook een indicatie zijn voor mogelijke windstoten. In figuur 100 is af te lezen dat in deze situatie maximale windstoten mogelijk kunnen zijn van 34-40 m/s (70-80 knopen). Figuur 100. Verband tussen het temperatuurverschil en de maximale windstoten (in knopen) bij buien (Bron: NN) De jongste generatie meteorologische modellen kunnen ook een indicatie geven van de mogelijke grootte van de windstoten. Het non-hydrostatische hoge resolutie model Arome van de Franse meteorologische dienst wordt in Nederland gebruikt bij de ontwikkeling van het Harmonie-model. Op basis van het Arome-model bleken op 14 juli maximale windstoten mogelijk tot 105 km/u, opvallend is dat de modelberekeningen ten oosten van ons land een indicatie geven voor maximale windstoten tot 135 km/u (figuur 101). De hoogste gemeten windstoot die dag was in Volkel, 123 km/u. Figuur 101. Maximale windstoten (in km/u) op 14 juli 2010 in het Arome-model (Bron: KNMI/MeteoFrance) 81

NNO-lijke richting (022 graden). De westelijker echo heeft in diezelfde tijd <strong>14</strong>2 km afgelegd, in een iets meer<br />

noordelijker koers (013 graden). Op grond van de stromingen in de hogere luchtlagen trekt de westelijke echo<br />

met de snelheid van de stroming <strong>op</strong> 5 km hoogte (500 hPa), <strong>op</strong> dat niveau staat minder wind in het oosten.<br />

Op grond daarvan kan de snellere verplaatsing niet worden verklaard, het verschil tussen bovenstroming en<br />

treksnelheid, ongeveer 30 km/uur, vormt voor de oostelijke buien mede een aanwijzing voor de rear inflow jet,<br />

die <strong>op</strong> lagere hoogte in het buienlichaam is ontstaan (zie 9.13).<br />

Figuur 99. Radarbeeld, samengesteld uit de hoogste neerslagniveaus, tussen 1500 en 1700 UTC per tien<br />

minuten (Bron: KNMI)<br />

In de evolutie van de boogecho domineerde later <strong>op</strong> de avond de cyclonale mesovortex en de buienlijn krijgt<br />

de vorm van een komma boven Overijssel en het noorden van Gelderland. De structuur van het bowsegment,<br />

zoals we die zagen bij Neerkant en Vethuizen is dan verdwenen. Op de k<strong>op</strong> van de komma (zie rechterecho<br />

om 1700 UTC) kwam het tot de vorming van de windhoos in Friesland.<br />

80

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!