De ozonlaag - Knmi
De ozonlaag - Knmi
De ozonlaag - Knmi
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>De</strong> <strong>ozonlaag</strong><br />
<strong>De</strong> beschermer beschermd<br />
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut
<strong>ozonlaag</strong><br />
<strong>De</strong> 16 e september is door de Verenigde Naties uitgeroepen<br />
tot Wereldozondag. Die datum herinnert aan de dag<br />
waarop in 1987 het Montreal Protocol van kracht werd.<br />
Dit verdrag voorziet in het geleidelijk verdwijnen van ozonafbrekende<br />
stoffen uit de atmosfeer.<br />
Sindsdien is de productie van ozonafbrekende stoffen<br />
sterk afgenomen en sinds enkele jaren neemt ook de totale<br />
hoeveelheid ozonafbrekende stoffen in de atmosfeer af.<br />
In de loop van de eeuw zal naar verwachting deze<br />
hoeveelheid verder afnemen en zal de <strong>ozonlaag</strong> geleidelijk<br />
herstellen. Dit herstel wordt echter vertraagd door de<br />
klimaatverandering die het gevolg is van de toename van<br />
broeikasgassen.<br />
1 <strong>De</strong> <strong>ozonlaag</strong><br />
<strong>De</strong> <strong>ozonlaag</strong><br />
<strong>De</strong> beschermer beschermd<br />
januari<br />
februari<br />
t <strong>De</strong> <strong>ozonlaag</strong><br />
Het leven op aarde wordt<br />
beschermd door de <strong>ozonlaag</strong><br />
tegen schadelijke ultraviolet<br />
(uv) zonlicht. Ozon is een<br />
speciale vorm van zuurstof<br />
en komt van nature voor in de<br />
atmosfeer. <strong>De</strong> <strong>ozonlaag</strong><br />
bevindt zich tussen 15 en 30<br />
km hoogte en bevat op iedere<br />
miljoen delen lucht gemiddeld<br />
ongeveer drie delen ozon.<br />
Sinds het begin van de jaren<br />
tachtig is de <strong>ozonlaag</strong> wereldwijd,<br />
uitgezonderd de tropen,<br />
dunner geworden. Dit is<br />
grotendeels het gevolg van de<br />
uitstoot van chloorfluorkoolstoffen<br />
(cfk’s) en soortgelijke<br />
stoffen, die werden gebruikt<br />
in spuitbussen en koelkasten.<br />
In de loop der tijd zijn deze<br />
maart<br />
stoffen terechtgekomen in de<br />
atmosferische laag tussen<br />
ongeveer 10 en 50 km hoogte<br />
(de stratosfeer), waar ze door<br />
het intense uv-licht worden<br />
ontleed. Hierbij komt chloor<br />
of broom vrij, waarvan ieder<br />
atoom vervolgens duizenden<br />
ozonmoleculen kan afbreken.<br />
Een internationale erkenning<br />
en aanpak van dit probleem<br />
leidde tot het Montreal Protocol<br />
van de Verenigde Naties<br />
en daaropvolgende aanpassingen<br />
ter bescherming van<br />
de <strong>ozonlaag</strong>. Inmiddels<br />
wordt onze beschermer hierdoor<br />
al meer dan 15 jaar<br />
beschermd.<br />
april<br />
t Verdragen hebben effect<br />
Het Montreal Protocol voorziet<br />
in een productiestop van<br />
cfk’s in de geïndustrialiseerde<br />
landen sinds 1996. Een<br />
alternatief voor cfk’s zijn de<br />
chloorfluorkoolwaterstoffen<br />
(hcfk’s). <strong>De</strong>ze zijn veiliger<br />
voor de <strong>ozonlaag</strong> omdat ze,<br />
in tegenstelling tot de cfk’s,<br />
al kunnen worden afgebroken<br />
in de luchtlaag tussen de<br />
grond en de stratosfeer (de<br />
troposfeer). Helaas bereikt<br />
een klein deel ervan toch de<br />
stratosfeer waar ze net als<br />
cfk’s ozon kunnen afbreken.<br />
Daarom legt het Montreal<br />
Protocol de geïndustrialiseerde<br />
landen ook voor hcfk’s<br />
een afname van het gebruik<br />
op, naar 65% onder het 1989gebruik<br />
in 2004, naar 10% in<br />
2015 en naar 0% in 2030.<br />
<strong>De</strong>ze internationale verdragen<br />
hebben hun uitwerking niet<br />
gemist. <strong>De</strong> wereldwijde productie<br />
van cfk’s begon te<br />
dalen in 1987 en was in 2000<br />
minder dan 5% van het 1986niveau<br />
(Figuur 1). Het wereldwijde<br />
gebruik van hcfk’s<br />
daalt daarentegen nog niet.<br />
<strong>De</strong> maat voor de totale hoeveelheid<br />
ozonafbrekende<br />
stoffen in de atmosfeer met<br />
chloor of broom is het zogeheten<br />
‘effectief equivalent<br />
chloor’ (eecl). Hierbij is voor<br />
elke stof apart de ozonafbrekende<br />
werking in rekening
mei<br />
kiloton/jaar<br />
450<br />
400<br />
350<br />
300<br />
250<br />
200<br />
150<br />
100<br />
50<br />
0<br />
1980 1982 1984 1986 1988 1990 1992 1994 1996 1998 2000<br />
j<br />
Figuur 1. <strong>De</strong> wereldwijde productie van CFK’s en soortgelijke ozonafbrekende<br />
stoffen. (Bron: AFEAS)<br />
ppb<br />
2.3<br />
2.2<br />
2.1<br />
gebracht. <strong>De</strong> hoeveelheid<br />
eecl in de atmosfeer neemt<br />
sinds 1994 langzaam af, met<br />
ongeveer 1% per jaar (Figuur<br />
2). <strong>De</strong> afname is vooral het<br />
gevolg van de sterke vermindering<br />
in de hoeveelheid<br />
methylchloroform, een stof<br />
die voorheen als oplosmiddel<br />
werd gebruikt. Aangezien<br />
deze stof binnen enkele jaren<br />
grotendeels uit de atmosfeer<br />
zal zijn verdwenen, zal de<br />
hoeveelheid eecl de komende<br />
jaren waarschijnlijk minder<br />
sterk afnemen dan tot<br />
voor kort. <strong>De</strong> mate waarin de<br />
komende decennia de hoe-<br />
CFK-11<br />
CFK-12<br />
CFK-113<br />
CFK-114<br />
CFK-115<br />
HCFK-22<br />
HCFK-124<br />
HCFK141b<br />
HCFK142b<br />
HFK-134a<br />
2<br />
1991 1993 1995 1997 1999 2001<br />
Figuur 2. <strong>De</strong> totale hoeveelheid chloor en broom bevattende ozonafbrekende<br />
stoffen in de atmosfeer (effectief equivalent chloor) in de periode 1992-2001, in<br />
ppb (parts per billion, aantal deeltjes per miljard luchtdeeltjes). (Bron: NOAA)<br />
2 <strong>De</strong> <strong>ozonlaag</strong><br />
juni<br />
t <strong>De</strong> jaarlijkse cyclus in ozon wereldwijd<br />
Om een indruk te geven van<br />
de jaarlijkse cyclus in de hoeveelheid<br />
ozon wereldwijd<br />
toont Figuur 3 voor de maanden<br />
van het jaar 2000 de<br />
wereldwijde verdeling van de<br />
dikte van de <strong>ozonlaag</strong>. Het<br />
knmi berekent dagelijks<br />
veelheid eecl verder zal afnemen<br />
hangt vooral af van de<br />
naleving van de afspraken<br />
over de cfk’s en hcfk’s. <strong>De</strong><br />
hoeveelheid hcfk’s neemt<br />
nog steeds toe, evenals de<br />
hoeveelheid cfk-12, de meest<br />
gebruikte soort cfk. Als er<br />
geen eecl meer worden uitgestoten<br />
zal de hoeveelheid<br />
ervan in de atmosfeer ongeveer<br />
elke 25 jaar halveren.<br />
<strong>De</strong> afname gaat zo langzaam<br />
omdat jaarlijks maar een<br />
klein deel van alle lucht hoog<br />
genoeg in de stratosfeer<br />
terecht komt om te worden<br />
afgebroken.<br />
deze verdeling door ozonwaarnemingen<br />
met het<br />
gome (Global Ozone Monitoring<br />
Experiment) satellietinstrument<br />
te combineren<br />
met windgegevens uit een<br />
weermodel. <strong>De</strong> hoogste ozonwaarden<br />
komen voor in de<br />
juliaugustus<br />
lente boven de gematigde en<br />
polaire breedtes van het noordelijk<br />
halfrond, terwijl de<br />
laagste waarden worden aangetroffen<br />
in de lente boven<br />
het Zuidpoolgebied. <strong>De</strong> hoge<br />
waarden ontstaan in dit<br />
gebied doordat hier in de<br />
september<br />
Figuur 4. Parelmoerwolken, waargenomen<br />
boven Oslo in december 1999.<br />
Foto: Geir Braathen Foto: Peter-Paul Hattinga Verschure Foto: Fotostudio Theo Dijhuizen
voorafgaande winter ozon<br />
naar toestroomt vanuit de<br />
tropen, waar de meeste ozon<br />
ontstaat. <strong>De</strong> lage ozonwaarden<br />
in september-oktober<br />
boven het Zuidpoolgebied,<br />
ook wel het ozongat genoemd,<br />
ontstaan doordat hier ozon<br />
dikte van de <strong>ozonlaag</strong><br />
oktober<br />
350<br />
300<br />
250<br />
200<br />
150<br />
100<br />
50<br />
wordt afgebroken door chloor<br />
en broom. Dit wordt hieronder<br />
nader toegelicht. Ook<br />
wordt hieronder ingegaan op<br />
de afbraak van ozon boven<br />
het Noordpoolgebied en op<br />
de gematigde breedtes.<br />
0<br />
1950 1960 1970 1980 1990 2000 2010<br />
<strong>De</strong> stratosfeer, waar de <strong>ozonlaag</strong><br />
zich bevindt, is zeer droog<br />
en is daarom doorgaans onbewolkt.<br />
Wolken ontstaan hier<br />
alleen als het zeer koud wordt,<br />
onder de –80 °C. Vanwege<br />
hun kleur worden deze wolken<br />
parelmoerwolken genoemd<br />
(Figuur 4). Ozon wordt afgebroken<br />
onder invloed van<br />
parelmoerwolken, zonlicht en<br />
chloor of broom. <strong>De</strong>ze combinatie<br />
komt vooral voor in de<br />
late winter/vroege lente in de<br />
lage stratosfeer boven het<br />
Zuidpoolgebied. Daarom ontstaat<br />
hier jaarlijks het ‘ozongat’,<br />
waar ongeveer 60% van<br />
de hoeveelheid ozon is afgebroken<br />
(Figuur 5). Door de lage<br />
temperaturen ontstaan er sterke<br />
winden rondom het Zuidpoolgebied,<br />
die de aanvoer van<br />
3 <strong>De</strong> <strong>ozonlaag</strong><br />
november<br />
Figuur 5. <strong>De</strong> hoeveelheid ozon in oktober boven het Zuidpoolgebied sinds 1952,<br />
in Dobson eenheden. Sinds het begin van de jaren tachtig ontstaat hier jaarlijks<br />
het ‘ozongat’. (Bron: British Antarctic Service)<br />
t Ozonafbraak boven het Zuidpoolgebied<br />
ozon vanuit het noorden verhinderen.<br />
In de lente wordt<br />
door de toenemende zonnestraling<br />
het ozongat warmer,<br />
waardoor de sterke winden<br />
verdwijnen en het gat vanuit<br />
het noorden met ozon wordt<br />
opgevuld. Begin december is<br />
er geen sprake meer van een<br />
ozongat en het duurt dan tot<br />
september voor de afbraak<br />
opnieuw begint.<br />
Het ozongat is begin jaren<br />
tachtig ontstaan en is daarna<br />
elk jaar gegroeid tot 1992.<br />
Sindsdien is het elk jaar<br />
ongeveer even groot. Dit is in<br />
lijn met de hoeveelheid ozonafbrekende<br />
stoffen, die toenam<br />
tot 1994 en daarna nog<br />
maar weinig is afgenomen<br />
(Figuur 2).<br />
december<br />
Figuur 3. <strong>De</strong> wereldwijde verdeling<br />
van de dikte van de <strong>ozonlaag</strong> (in Dobson<br />
eenheden; voor de betekenis van de kleuren zie Figuur 7),<br />
gemiddeld over elke maand van het jaar 2000. (Bron: KNMI/ESA)<br />
t Ozonafbraak boven het Noordpoolgebied<br />
Op het noordelijk halfrond<br />
is er door de contrasten tussen<br />
land en zee en door de<br />
aanwezigheid van bergketens<br />
meer uitwisseling van lucht<br />
tussen de polaire gebieden en<br />
de gematigde breedtes dan op<br />
het zuidelijk halfrond. Hierdoor<br />
is de stratosfeer boven<br />
het Noordpoolgebied minder<br />
koud dan boven het Zuidpoolgebied<br />
en ontstaat er geen<br />
ozongat boven het Noordpoolgebied.<br />
Toch is het ook boven<br />
het Noordpoolgebied in sommige<br />
winters zo koud dat er<br />
parelmoerwolken ontstaan en<br />
ozon wordt afgebroken. Soms<br />
zijn deze wolken zelfs in Nederland<br />
te zien.<br />
In de koudste vijf winters van<br />
de afgelopen tien jaar was de<br />
hoeveelheid ozon boven het<br />
Noordpoolgebied in totaal 20-<br />
30% minder en op sommige<br />
hoogtes zelfs tot 70% minder<br />
dan normaal. Figuur 6 toont<br />
de ozonafwijkingen in maart<br />
2000. In de winters met<br />
ozonafbraak was, als gevolg<br />
van menging met polaire<br />
lucht, ook boven de bewoonde<br />
streken van Europa de<br />
<strong>ozonlaag</strong> dunner dan normaal.<br />
<strong>De</strong> gevolgen van deze ozonafbraak<br />
voor de hoeveelheid<br />
uv-licht aan de grond zijn<br />
betrekkelijk gering, doordat<br />
de <strong>ozonlaag</strong> boven het Noordpoolgebied<br />
in de winter/lente<br />
van nature dik is (Figuur 3)<br />
en doordat in dit seizoen<br />
de zon laag boven de horizon<br />
staat.<br />
Figuur 6. <strong>De</strong> dikte van de <strong>ozonlaag</strong> in maart 2000: procentuele afwijking van<br />
het 1979-1988 maartgemiddelde. (Bron: WMO/LAP-AUTH)<br />
25<br />
15<br />
0<br />
–5<br />
–15<br />
–25
t Ozonafbraak op de gematigde breedtes<br />
<strong>De</strong> afname van ozon beperkt<br />
zich niet tot de poolgebieden,<br />
maar vindt plaats op alle geografische<br />
breedtes, uitgezonderd<br />
de tropen. <strong>De</strong> hoeveelheid<br />
ozon op de gematigde<br />
breedtes nam in de jaren<br />
tachtig geleidelijk af, hoofdzakelijk<br />
door de toename van<br />
chloor en broom in de stratosfeer.<br />
<strong>De</strong> ozonafbraak op de<br />
gematigde breedtes gaat op<br />
een ander manier dan in de<br />
polaire gebieden en lage<br />
temperaturen en parelmoerwolken<br />
zijn hierbij niet vereist.<br />
Tussen 25 en 60°N was de<br />
afname in de periode 1979-<br />
1997 gemiddeld 0,4% per<br />
jaar in de winter/lente en<br />
0,2% in de zomer/herfst. Een<br />
ozonafname van 1% veroorzaakt<br />
ongeveer 2% toename<br />
in uv-licht aan de grond. Een<br />
extra ozonafname op de<br />
gematigde breedtes werd veroorzaakt<br />
door de uitbarsting<br />
van de Pinatubo vulkaan in<br />
1991. Hierbij werd ozon afgebroken<br />
door het vulkaanstof<br />
dat door de uitbarsting tot in<br />
de stratosfeer was doorgedrongen.<br />
Na 1994, toen het<br />
vulkaanstof uit de stratosfeer<br />
was verdwenen, is de hoeveelheid<br />
ozon niet veel verder<br />
meer afgenomen.<br />
Boven West Europa heeft ook<br />
de toename in de hoogte van<br />
de onderste begrenzing van<br />
de stratosfeer (de tropopauze)<br />
bijgedragen aan de ozonafname.<br />
In het algemeen<br />
geldt hoe hoger de tropopauze,<br />
des te dunner de <strong>ozonlaag</strong>.<br />
Dit geldt ook bij variaties<br />
in de tropopauzehoogte<br />
die samenhangen met het<br />
weer. In een lagedrukgebied<br />
is de tropopauze laag en de<br />
<strong>ozonlaag</strong> dik, zoals in Figuur<br />
3 boven Oost-Azië in maart,<br />
en in een hogedrukgebied is<br />
de tropopauze hoog en de<br />
<strong>ozonlaag</strong> dun.<br />
Soms leidt de weersituatie tot<br />
uitzonderlijk lage ozonwaarden.<br />
Het ‘mini-ozongat’<br />
boven West Europa op 30<br />
november 1999 is hiervan<br />
een voorbeeld (Figuur 7). <strong>De</strong><br />
invloed van deze lage ozonwaarden<br />
op de hoeveelheid<br />
uv-licht aan de grond was<br />
echter gering, vanwege de<br />
Foto: esa<br />
t Herstel van de <strong>ozonlaag</strong><br />
Naar verwachting zal de<br />
komende decennia de hoeveelheid<br />
cfk’s in de atmosfeer<br />
verder afnemen en zal<br />
de <strong>ozonlaag</strong> geleidelijk beginnen<br />
te herstellen. Behalve de<br />
hoeveelheid cfk’s in de stratosfeer<br />
hebben echter, zoals<br />
gezegd, ook veranderingen in<br />
het klimaat en in de chemische<br />
samenstelling van de<br />
atmosfeer invloed op het herstel<br />
van de <strong>ozonlaag</strong>. Modellen<br />
van het klimaat en de<br />
<strong>ozonlaag</strong> geven aan dat door<br />
Colofon<br />
Samenstelling<br />
Peter Siegmund<br />
Postadres: Postbus 201, 3730 AE <strong>De</strong> Bilt<br />
Bezoekadres: Wilhelminalaan 10<br />
Telefoon: 030-220 69 11, Telefax: 030-221 04 07<br />
Internet: www.knmi.nl, e-mail: prv@knmi.nl<br />
Grafische vormgeving<br />
Studio knmi, Birgit van Diemen<br />
Foto omslag en pag. 3<br />
Fotostock<br />
Druk<br />
Meerpaal Offset, Tiel<br />
© knmi, <strong>De</strong> Bilt, juli 2002<br />
deze veranderingen het herstel<br />
van de <strong>ozonlaag</strong> zal worden<br />
vertraagd. Dit geldt met<br />
name voor het Noordpoolgebied,<br />
waar ondanks de huidige<br />
afname in de hoeveelheid<br />
cfk’s de ozonafbraak zelfs<br />
nog zou kunnen toenemen.<br />
Als het Montreal Protocol volledig<br />
wordt nageleefd zal de<br />
hoeveelheid cfk’s in de stratosfeer<br />
rond 2050 zijn afgenomen<br />
tot het niveau van<br />
1980, toen er van ozonaf-<br />
Of het klimaat en de samenstelling<br />
van de atmosfeer, met<br />
name de hoeveelheid ozon,<br />
deze eeuw zullen veranderen<br />
zoals verwacht zal moeten<br />
blijken uit waarnemingen van<br />
het klimaatsysteem. Ook zal<br />
de gevoeligheid van de <strong>ozonlaag</strong><br />
voor veranderingen in het<br />
klimaatsysteem nauwkeuriger<br />
moeten worden onderzocht.<br />
Onderzoekers van het knmi<br />
houden zich met beide onderwerpen<br />
bezig. Zo heeft het<br />
knmi de leiding over de<br />
kwaliteitscontrole van de<br />
braak nog niet of nauwelijks<br />
sprake was. Herstel van de<br />
<strong>ozonlaag</strong> tot het niveau van<br />
1980 is dan te verwachten in<br />
de tweede helft van deze<br />
eeuw.<br />
Of de <strong>ozonlaag</strong> inderdaad op<br />
deze termijn zal herstellen is<br />
echter niet vanzelfsprekend.<br />
Ofschoon in de geïndustrialiseerde<br />
landen sinds 1996<br />
geen cfk’s meer worden<br />
geproduceerd, zal door productie<br />
elders en door gebruik<br />
t Ozon- en klimaatonderzoek door het knmi<br />
metingen van ozon, broeikasgassen<br />
en luchtvervuiling<br />
door het onlangs gelanceerde<br />
sciamachy satellietinstrument.<br />
Dit gebeurt door de<br />
metingen te vergelijken met<br />
soortgelijke metingen vanaf<br />
de grond en vanuit vliegtuigen<br />
en ballonnen. Voor de<br />
grondmetingen beschikt het<br />
knmi over onder meer een<br />
ozonmeetstation in Suriname.<br />
Ook heeft het knmi de<br />
wetenschappelijke leiding<br />
over de ontwikkeling van het<br />
Ozone Monitoring Instrument<br />
(omi), dat vanuit een<br />
Foto: Fotostock<br />
van de nog in omloop zijnde<br />
voorraden de uitstoot van<br />
cfk’s voorlopig doorgaan.<br />
Daarnaast is nog onvoldoende<br />
nauwkeurig bekend hoe<br />
gevoelig het herstel van de<br />
<strong>ozonlaag</strong> is voor veranderingen<br />
in het klimaat en in de<br />
chemische samenstelling<br />
van de atmosfeer. Ook is het<br />
onzeker hoe groot deze<br />
veranderingen in deze eeuw<br />
zullen zijn.<br />
nasa-satelliet dagelijks een<br />
beeld zal gaan geven van de<br />
<strong>ozonlaag</strong> wereldwijd. Behalve<br />
aan kwaliteitscontrole van<br />
satellietmetingen besteedt het<br />
knmi veel aandacht aan het<br />
ontwikkelen en verbeteren<br />
van rekenmethodes die deze<br />
metingen mogelijk maken.<br />
Daarnaast gebruiken de<br />
knmi-onderzoekers rekenmodellen<br />
voor het beter<br />
begrijpen en voorspellen van<br />
veranderingen in het klimaatsysteem.<br />
Foto: NOAA