MEI I 8,33 I 8,74 II 9,06 JUN 1 10,19 I 10,46 II 10,52 JUL I 9,71 I 10,21 II 9,40 AUG I 9,23 I 8,87 II 8,13 SEP I 7,00 I 6,25 II 5,46 OKT I 4,68 I 4,01 II 3,19 NOV I 2,39 I 1,93 II 1,54 DEC I 1,49 I 1,24 II 1,22 JAN FEB MRT APR MEI JUN JUL AUG SEP OKT NOV DEC WIN LEN ZOM HST De Bilt De Kooy Eelde Vliss<strong>in</strong>gen Zuid-Limburg 1,64 3,11 4,19 6,55 8,72 10,39 9,77 8,72 6,24 3,94 1,96 1,32 1,99 6,49 9,62 4,05 8,45 8,65 8,81 9,56 9,84 9,91 9,79 9,89 9,46 9,05 8,39 7,88 7,02 6,21 5,45 4,60 3,91 3,15 2,51 2,04 1,60 1,47 1,23 1,20 1,63 2,98 4,90 7,17 8,64 9,77 9,70 8,42 6,22 3,86 2,05 1,30 1,94 6,90 9,29 4,04 8,44 8,91 9,01 9,76 9,95 10,13 9,93 9,80 9,60 9,22 8,35 7,86 7,09 6,33 5,40 4,54 3,89 3,05 2,46 1,96 1,52 1,33 1,13 1,08 1,54 2,86 4,87 7,25 8,79 9,95 9,77 8,46 6,27 3,80 1,98 1,18 1,83 6,97 9,39 4,01 8,56 8,92 9,41 9,54 9,64 9,70 9,66 9,94 9,39 9,24 8,65 7,99 7,10 6,22 5,75 4,86 4,07 3,31 2,72 2,20 1,81 1,59 1,42 1,41 1,79 3,17 5,15 7,26 8,98 9,62 9,66 8,61 6,35 4,06 2,24 1,47 2,11 7,13 9,29 4,21 8,49 9,23 9,24 9,68 10,05 10,18 10,18 10,13 9,54 9,41 8,76 8,11 7,23 6,47 5,79 4,97 4,02 3,42 2,75 2,17 1,79 1,61 1,43 1,43 1,78 3,14 5,11 7,24 8,99 9,97 9,94 8,74 6,50 4,11 2,23 1,49 2,10 7,11 9,54 4,28 JAAR 5,56 5,57 5,57 5,71 5,78 We v<strong>in</strong>den b.v. voor De Kooy <strong>in</strong> het tijdvak 1 t/m 10 juli <strong>in</strong> tabel 4.11 B = 10,82 MJ nv 2 of wel 3 kWh nv 2 en <strong>in</strong> tabel 4.12 D = 9,79 MJ nr 2 of 2,7 kWh nv 2 . De som van B en D komt 73
overeen met de waarden 20,61 MJ nr 2 en 5,7 kWh m 2 die we <strong>in</strong> 4.1.1 voor de globale stral<strong>in</strong>g hadden gevonden. In het tweede deel van de tabellen 4.11 en 4.12 staan de dagsommen van de directe en diffuse stral<strong>in</strong>g per maand <strong>in</strong> MJ nr 2 . Dat deel laat ons b.v. zien dat <strong>in</strong> juli te De Bilt de dagsom van de directe stral<strong>in</strong>g 7,17 MJ nr 2 of 2 kWh nr 2 is en de dagsom van de diffuse stral<strong>in</strong>g 9,77 MJ nr 2 of 2,7 kWh nr 2 . In het onderste deel van de tabellen 4.11 en 4.12 staan de dagsommen van de directe en diffuse stral<strong>in</strong>g gemiddeld per seizoen en per jaar. Ook hier geldt voor de seizoenen w<strong>in</strong>ter de maanden december, januari en februari; lente de maanden maart, april en mei; zomer de maanden juni, juli en augustus; herfst de maanden september, oktober en november. Zoals te verwachten was hebben de directe en diffuse stral<strong>in</strong>g beide hun laagste waarden <strong>in</strong> de w<strong>in</strong>ter en hun hoogste <strong>in</strong> de zomer. Nauwkeurige beschouw<strong>in</strong>g van de tabellen 4.11 en 4.12 toont echter aan dat er tussen de jaarlijkse gang van de directe en de diffuse stral<strong>in</strong>g wel verschillen bestaan. Van half augustus tot midden december neemt de directe stral<strong>in</strong>g op alle vijf stations af. Daarbij worden de onderl<strong>in</strong>ge verschillen ook steeds kle<strong>in</strong>er. De m<strong>in</strong>ima van de directe stral<strong>in</strong>g worden midden of e<strong>in</strong>d december gevonden en variëren van 0,28 MJ nr 2 per dag <strong>in</strong> Eelde tot 0,47 MJ nr 2 per dag <strong>in</strong> Vliss<strong>in</strong>gen. In januari beg<strong>in</strong>t de directe stral<strong>in</strong>g weer op te lopen tot april. Daarna tekent zich een grillig verloop af. Alle stations hebben een eerste piek <strong>in</strong> de tweede decade van mei en een tweede piek <strong>in</strong> de eerste decade van juli. Daartussen wordt voor de verschillende stations een grote variatie gevonden. Het maximum van de directe stral<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> (11,18 MJ nr 2 per dag) wordt half mei <strong>in</strong> De Kooy bereikt. De diffuse stral<strong>in</strong>g heeft een regelmatiger jaarlijkse gang dan de directe stral<strong>in</strong>g, met overal de m<strong>in</strong>ima <strong>in</strong> de derde decade van december van 1,08 MJ nr 2 per dag <strong>in</strong> Eelde tot 1,43 MJ nr 2 <strong>in</strong> Zuid-Limburg. De maxima <strong>in</strong> de diffuse stral<strong>in</strong>g vallen <strong>in</strong> de derde decade van juni, behalve <strong>in</strong> Vliss<strong>in</strong>gen waar het maximum midden <strong>in</strong> juli wordt gevonden. Het verschil <strong>in</strong> de maxima, 9,91 MJ nr 2 per dag <strong>in</strong> De Kooy en 10,52 MJ nr 2 per dag <strong>in</strong> De Bilt, is m<strong>in</strong>der groot dan dat van de directe stral<strong>in</strong>g. De gemiddelde spreid<strong>in</strong>g over het land bedraagt voor de diffuse stral<strong>in</strong>g maar 5 a 10%, tegenover 20% bij de directe stral<strong>in</strong>g. We kunnen tabel 4.12 van de diffuse stral<strong>in</strong>g D ook comb<strong>in</strong>eren met tabel 4.1 van de globale stral<strong>in</strong>g G en D/G per decade berekenen. Dan blijkt D/G van de derde decade <strong>in</strong> november t/m de eerste decade <strong>in</strong> januari overal groter te zijn dan 0,70. In de w<strong>in</strong>ter is de bijdrage van de directe stral<strong>in</strong>g B aan de globale stral<strong>in</strong>g dus m<strong>in</strong>der dan 30%. In de derde decade van januari en <strong>in</strong> februari zakt D/G snel tot m<strong>in</strong>ima <strong>in</strong> midden mei van 0,44 <strong>in</strong> De Kooy en 0,52 <strong>in</strong> Zuid-Limburg. Het m<strong>in</strong>imum <strong>in</strong> Vliss<strong>in</strong>gen (0,47) <strong>in</strong> D/G wordt pas beg<strong>in</strong> juli bereikt. De grootste bijdrage van de directe stral<strong>in</strong>g B aan de globale stral<strong>in</strong>g G is dus ruim 50% en wordt op de landstations midden mei gemeten en op het kuststation Vliss<strong>in</strong>gen pas beg<strong>in</strong> juli. De oorzaak hiervan is dat na mei door de verwarm<strong>in</strong>g van het aardoppervlak <strong>in</strong> het b<strong>in</strong>nenland eerder convectieve bewolk<strong>in</strong>g ontstaat dan dicht bij de kust. Deze bewolk<strong>in</strong>g verm<strong>in</strong>dert de directe stral<strong>in</strong>g. 4.2.2 De dagelijkse gang <strong>in</strong> de directe en de diffuse stral<strong>in</strong>g In de tabellen 4.13 en 4.14 zijn de verdel<strong>in</strong>gen van de directe en diffuse stral<strong>in</strong>g over de dag gegeven, de dagelijkse gang. Evenals voor de globale stral<strong>in</strong>g zijn de resultaten genoteerd <strong>in</strong> de Wereldtijd UT. Voor omreken<strong>in</strong>g naar de <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> gebruikte Midden Europese Tijd (MET) of Midden Europese Zomertijd (MEZT) moet daar 1, resp. 2 uur bij worden opgeteld. 74
- Page 1 and 2:
Koninklijk Nederlands Meteorologisc
- Page 3 and 4:
CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEE
- Page 5 and 6:
5 Runlengten - 69 Directe en diffus
- Page 7 and 8:
1 INLEIDING Bij gesprekken over het
- Page 9 and 10:
zonneschijn (uren) normalen 1951-19
- Page 11 and 12:
Meetresultaten komen in hoofdstuk 4
- Page 13 and 14:
De elektromagnetische golven worden
- Page 15 and 16:
itralingsenergie emitteren als abso
- Page 17 and 18:
waarbij ex de spectrale emissiefact
- Page 19 and 20: de wisselwerking tussen licht en ma
- Page 21 and 22: I n Figuur 2.7 Verzwakking van een
- Page 23 and 24: 26 Figuur 2.8 Rayleigh- en Mie-vers
- Page 25 and 26: in het algemeen gekromd. De dichthe
- Page 27 and 28: extinctiecoëfficiënt van de werke
- Page 29 and 30: 60- N 40- 20- rj M tl -hn Mm II IPM
- Page 31 and 32: In veel berekeningen wordt de absor
- Page 33 and 34: de luchtdruk (b.v. op grote hoogte)
- Page 35 and 36: In figuur 2.12 zijn enige voorbeeld
- Page 37 and 38: 2.5 Inkomende langgolvige straling
- Page 39 and 40: Pyrheliometers kunnen worden ingede
- Page 41 and 42: principe in de orde van grootte van
- Page 43 and 44: kortgolvige straling te reflecteren
- Page 45 and 46: Figuur 3.6 Schema van de SONI-zonne
- Page 47 and 48: Kipp en Zonen. Aanvankelijk met het
- Page 49 and 50: Tabel 3.2 Overzicht van de zonnesch
- Page 51 and 52: JUN I 17,74 I 17,91 II 17,26 JUL I
- Page 53 and 54: zijn gegeven de, over 1961 t/m 1980
- Page 55 and 56: uren 2000 1900 H 1800- 1700- 1600-
- Page 57 and 58: EELDE uurvak jan feb mrt apr mei 4
- Page 59 and 60: Tabel 4.5 Percentielen van etmaalso
- Page 61 and 62: drempel MJnr 2 14 16 18 20 22 24 26
- Page 63 and 64: Tabel 4.8 Gemiddeld aantal uren per
- Page 65 and 66: uurvak 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 1
- Page 67 and 68: drempelwaarde jan feb mrt apr mei j
- Page 69: OKT I II III NOV I DEC JAN FEB MRT
- Page 73 and 74: EELDE uurvak jan feb nut apr mei ju
- Page 75 and 76: DE KOOY uurvak jan feb mrt apr mei
- Page 77 and 78: voor de overige vier stations in Wn
- Page 79 and 80: de meetgegevens aantonen. Voor dit
- Page 81 and 82: JAN FEB MRT APR MEI JUN JUL AUG SEP
- Page 83 and 84: ZUID-LIMBURG AMSTERDAM BERN STELLEN
- Page 85 and 86: In het winterhalfjaar is een maxima
- Page 87 and 88: 1.0 —| 1,0- 0,5 ~i o.o- 4 lU/Go)B
- Page 89 and 90: . 20 mei 1989 Ook dit was een onbew
- Page 91 and 92: d. 6 maart 1989 Dit was een zonnige
- Page 93 and 94: 5 MODELLEN, SCHUINE VLAKKEN EN SPEC
- Page 95 and 96: E 7cr 2 E =E AQ= a „ z (5.1) waar
- Page 97 and 98: JAN FEB MRT APR MRT JUN JUL AUG SEP
- Page 99 and 100: Hierin is a een constante, die verb
- Page 101 and 102: D/G = 1,0045 + 0,04349 G/Go - 3,522
- Page 103 and 104: - D, de diffuse straling D en de gl
- Page 105 and 106: — cos (6-B) cos 8 sin co' + -^rrC
- Page 107 and 108: G(y) = 0,408 - 0,323 y' + 0,384 y'
- Page 109 and 110: Hay en McKay (1988) concluderen in
- Page 111 and 112: was gemonteerd gaf de resultaten va
- Page 113 and 114: 30-8 11,62 4,32 6,92 0,38 8,30 2,51
- Page 115 and 116: Vlissingen. Ze zijn daarbij uitgega
- Page 117 and 118: in de atmosfeer beter verstrooid da
- Page 119 and 120: Twee monochromatische lichtbronnen
- Page 121 and 122:
6 APPENDICES 6.1 Berekening van de
- Page 123 and 124:
gemiddelde afstand Zon-Aarde die 14
- Page 125 and 126:
gebeurt midden op de dag, waarvoor
- Page 127 and 128:
wordt echter niet bij zonneënergie
- Page 129 and 130:
Van azimut \\f en hoogte y naar uur
- Page 131 and 132:
Deze waarden kunnen ook worden gevo
- Page 133 and 134:
duurt 24 uur, dus per graad 24 /360
- Page 135 and 136:
De waarde van e verloopt in het jaa
- Page 137 and 138:
Tabel 6.4 Tijden van zonsopkomst en
- Page 139 and 140:
Met algemeen geldende relaties 1 kJ
- Page 141 and 142:
Emittantie, radiant exitance, spezi
- Page 143 and 144:
In 1913 stelde dr. C.G. Abbott van
- Page 145 and 146:
A e e c Tl e e X X n' v>" V K n p p
- Page 147 and 148:
In chapter 4 the results are given
- Page 149 and 150:
LITERATUUR 1. Inleiding Een element
- Page 151 and 152:
air mass. Arch. Met. Geoph. Biokl.
- Page 153 and 154:
condities (ISSO, 1986), waarin een
- Page 155 and 156:
T.R.-642-1013. Solar Energy Researc
- Page 157 and 158:
Jong, J.B.R.M. de (1980). Een karak
- Page 159 and 160:
formules voor de berekening van zon
- Page 161 and 162:
A TREFWOOR Absolute schaal 147 abso
- Page 163 and 164:
p parallelcirkel 127-128 perihelium