etmaalsommen van G kle<strong>in</strong>er is dan 6,27 MJ m 2 en 99% van alle etmaalsommen kle<strong>in</strong>er dan 29,13 MJ m 2 , anders gezegd er is <strong>in</strong> juni slechts 1% kans dat de globale etmaalsom groter is dan 29,13 MJ m 2 . Voor percentielen die niet <strong>in</strong> de tabel worden genoemd, geeft l<strong>in</strong>eaire <strong>in</strong>terpolatie voldoend nauwkeurige resultaten. In hoeverre is het nu verantwoord gegevens van één station te gebruiken voor het hele land? Nauwkeurige beschouw<strong>in</strong>g van de tabel laat zien, dat de spreid<strong>in</strong>g over het land bij de lage procentpunten relatief groot is (10 a 16%), doch boven de mediaan (het 50%-punt) nog maar 2 a 7%. De lezer kan dus voor zichzelf uitmaken of hij alleen de tabel van De Bilt wil hanteren of geografische spreid<strong>in</strong>g wenst. Tabel 4.6 Gemiddeld aantal dagen per maand dat de etmaalsom van de globale stral<strong>in</strong>g te De Bilt boven een gegeven drempelwaarde ligt drempel MJnr 2 >0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24 26 28 30 extremen MJnr 2 MIN MAX drempel MJrn 2 >0 2 4 6 8 10 12 jan 31,0 14,9 4,6 0,6 - - - - - - - - - - - - 0,27 6,60 feb 28,2 23,1 15,5 9,7 4,6 1,3 0,1 - - - - - - - - - 0,42 12,48 w<strong>in</strong> 30,1 1 16,5 7,1 3,4 1,5 0,4 - mrt 31,0 29,4 24,2 19,8 15,4 10,4 5,1 1,9 0,8 0,2 - - - - - - 1,01 1,74 19,82 : 25,68 len 30,7 30,1 27,5 24,8 21,5 18,3 14,6 63 apr 30,0 29,9 28,1 25,8 22,6 19,9 16,7 13,3 9,9 7,3 4,6 1,5 0,3 - - - mei 31,0 31,0 30,2 29,0 26,6 24,5 21,9 18,9 16,1 14,1 11,3 8,2 5,5 3,0 0,8 0,1 2,34 30,10 zom 30,7 30,7 30,3 29,3 27,4 25,3 22,4 jun 30,0 30,0 29,5 28,7 26,8 24,9 22,6 20,7 17,9 14,6 11,6 9,5 6,6 4,1 1,5 0,1 jul 31,0 31,0 30,6 29,8 27,6 25,6 22,9 19,9 17,2 14,6 11,2 8,1 4,9 2,5 0,9 - 2,08 3,07 30,15 29,99 hsl t 30,3 25,4 [ 19,1 14,C ) 9,6 6,5 4,1 aug 31,0 31,0 30,6 29,5 27,9 25,3 21,6 18,1 14,2 9,5 5,4 2,1 0,7 - - - 2,41 25,63 sep 30,0 29,8 27,8 24,8 20,5 15,7 11,0 6,2 2,5 0,8 0,1 - - - - - 1,62 20,75 okt 31,0 28,2 22,2 15,6 8,4 3,8 1,2 - - - - - - - - - 0,71 13,87 jaar 30,4 25,7 21,0 17,9 15,0 12,6 10,3 nov 30,0 18,1 7,4 1,6 - - - - - - - - - - - - 0,21 8,00 dec 31,0 11,6 1,1 - - - - - - - - - - - - - 0,17 4,64
drempel MJnr 2 14 16 18 20 22 24 26 28 30 w<strong>in</strong> _ - - - - - - - - len 11,4 8,9 7,2 5,3 3,3 1,9 1,0 0,3 - zom 19,6 16,5 12,9 9,4 6,5 4,1 2,2 0,8 - Wil men voor een bepaalde etmaalsom van de globale stral<strong>in</strong>g weten, op hoeveel dagen die gemiddeld wordt bereikt of overschreden, dan geeft tabel 4.6 uitkomst. Hier<strong>in</strong> is voor De Bilt per maand, seizoen en jaar aangegeven het gemiddelde aantal dagen waar<strong>in</strong> de etmaalsom G een drempelwaarde 0, 2, 4,..., 30 MJ nr 2 overschrijdt. Het blijkt dat <strong>in</strong> augustus de drempelwaarde van 18 MJ m 2 op 9,5 dagen wordt overschreden en <strong>in</strong> april op 7,3 dagen. In de tabel zijn tevens de m<strong>in</strong>imale en maximale etmaalsommen per maand opgenomen, die ooit zijn gemeten. Vanwege de plaatsruimte zijn hier alleen de gegevens van De Bilt gegeven. Voor andere delen van het land zijn verschillen tot 30% te verwachten. Zo wordt de 18 MJ nr 2 etmaalsom <strong>in</strong> Vliss<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> augustus op 12,3 dagen overschreden en <strong>in</strong> Eelde op 10,6 dagen. Gegevens van andere stations dan De Bilt zijn op aanvraag bij de Klimatologische Dienst van het KNMI verkrijgbaar. Wanneer voor bereken<strong>in</strong>gen uursommen nodig zijn kan gebruik worden gemaakt van tabel 4.7. Hier<strong>in</strong> staan, per decade, voor de 14 drempelwaarden 0,01, 0,05, 0,1,..., 3 MJ m 2 de Tabel 4.7 Percentage van de uurvakken waarvoor de uur som van de globale stral<strong>in</strong>g te De Bilt boven een gegeven drempelwaarde ligt drempel -+ MJnr 2 0,01 0,05 0,1 0,15 0,2 0,3 0,4 0,6 0,8 1,0 1,5 2,0 2,5 3,0 Wnv 2 2,8 13,9 27,8 41,7 55,6 83,3 111 167 222 278 4L7 556 694 833 DECADE JAN I II III FEB I II III MRTI II III APR I II III 32,9 26,2 33,1 29,5 35,0 30,6 39,9 32,7 41,4 37,9 42,6 39,6 47,2 41,8 49,5 44,9 51,8 48,2 54,4 51,0 58,4 53,3 61,1 56,3 hst 2,1 0,8 0,3 - - - - - - 21,1 17,1 13,3 9,2 6,1 3,0 1,0 23,4 19,8 16,6 12,8 9,8 5,5 2,3 25,9 21,5 18,1 13,0 10,0 6,0 3,1 29,1 25,8 23,0 17,9 14,3 9,8 6,3 33,6 29,9 27,6 24,0 20,4 14,4 10,2 37,1 34,0 30,9 26,0 22,4 17,2 13,1 38,5 36,0 33,3 29,0 24,8 19,3 15,7 41,0 38,3 35,4 31,1 26,9 21,2 16,8 44,9 41,8 39,2 35,2 30,8 24,4 19,6 48,1 45,2 43,0 38,7 34,7 28,3 23,0 51,3 49,2 46,9 42,7 39,4 33,4 28,7 52,8 50,7 48,8 45,5 41,6 35,5 30,0 64 - 0,2 1,4 3,8 7,2 9,8 12,0 12,9 15,3 18,6 24,9 26,3 jaar 8,3 6,6 5,1 3,7 2,4 1,5 0,8 0,3 - - - - - 0,8 2,7 4,8 5,5 7,9 9,7 15,5 17,6 - - - - - - 0,1 0,6 2,5 4,5 8,2 10,4 - - - - - - - - 0,1 0,7 2,5 4,0 0,1
- Page 1 and 2:
Koninklijk Nederlands Meteorologisc
- Page 3 and 4:
CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEE
- Page 5 and 6:
5 Runlengten - 69 Directe en diffus
- Page 7 and 8:
1 INLEIDING Bij gesprekken over het
- Page 9 and 10: zonneschijn (uren) normalen 1951-19
- Page 11 and 12: Meetresultaten komen in hoofdstuk 4
- Page 13 and 14: De elektromagnetische golven worden
- Page 15 and 16: itralingsenergie emitteren als abso
- Page 17 and 18: waarbij ex de spectrale emissiefact
- Page 19 and 20: de wisselwerking tussen licht en ma
- Page 21 and 22: I n Figuur 2.7 Verzwakking van een
- Page 23 and 24: 26 Figuur 2.8 Rayleigh- en Mie-vers
- Page 25 and 26: in het algemeen gekromd. De dichthe
- Page 27 and 28: extinctiecoëfficiënt van de werke
- Page 29 and 30: 60- N 40- 20- rj M tl -hn Mm II IPM
- Page 31 and 32: In veel berekeningen wordt de absor
- Page 33 and 34: de luchtdruk (b.v. op grote hoogte)
- Page 35 and 36: In figuur 2.12 zijn enige voorbeeld
- Page 37 and 38: 2.5 Inkomende langgolvige straling
- Page 39 and 40: Pyrheliometers kunnen worden ingede
- Page 41 and 42: principe in de orde van grootte van
- Page 43 and 44: kortgolvige straling te reflecteren
- Page 45 and 46: Figuur 3.6 Schema van de SONI-zonne
- Page 47 and 48: Kipp en Zonen. Aanvankelijk met het
- Page 49 and 50: Tabel 3.2 Overzicht van de zonnesch
- Page 51 and 52: JUN I 17,74 I 17,91 II 17,26 JUL I
- Page 53 and 54: zijn gegeven de, over 1961 t/m 1980
- Page 55 and 56: uren 2000 1900 H 1800- 1700- 1600-
- Page 57 and 58: EELDE uurvak jan feb mrt apr mei 4
- Page 59: Tabel 4.5 Percentielen van etmaalso
- Page 63 and 64: Tabel 4.8 Gemiddeld aantal uren per
- Page 65 and 66: uurvak 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 1
- Page 67 and 68: drempelwaarde jan feb mrt apr mei j
- Page 69 and 70: OKT I II III NOV I DEC JAN FEB MRT
- Page 71 and 72: overeen met de waarden 20,61 MJ nr
- Page 73 and 74: EELDE uurvak jan feb nut apr mei ju
- Page 75 and 76: DE KOOY uurvak jan feb mrt apr mei
- Page 77 and 78: voor de overige vier stations in Wn
- Page 79 and 80: de meetgegevens aantonen. Voor dit
- Page 81 and 82: JAN FEB MRT APR MEI JUN JUL AUG SEP
- Page 83 and 84: ZUID-LIMBURG AMSTERDAM BERN STELLEN
- Page 85 and 86: In het winterhalfjaar is een maxima
- Page 87 and 88: 1.0 —| 1,0- 0,5 ~i o.o- 4 lU/Go)B
- Page 89 and 90: . 20 mei 1989 Ook dit was een onbew
- Page 91 and 92: d. 6 maart 1989 Dit was een zonnige
- Page 93 and 94: 5 MODELLEN, SCHUINE VLAKKEN EN SPEC
- Page 95 and 96: E 7cr 2 E =E AQ= a „ z (5.1) waar
- Page 97 and 98: JAN FEB MRT APR MRT JUN JUL AUG SEP
- Page 99 and 100: Hierin is a een constante, die verb
- Page 101 and 102: D/G = 1,0045 + 0,04349 G/Go - 3,522
- Page 103 and 104: - D, de diffuse straling D en de gl
- Page 105 and 106: — cos (6-B) cos 8 sin co' + -^rrC
- Page 107 and 108: G(y) = 0,408 - 0,323 y' + 0,384 y'
- Page 109 and 110: Hay en McKay (1988) concluderen in
- Page 111 and 112:
was gemonteerd gaf de resultaten va
- Page 113 and 114:
30-8 11,62 4,32 6,92 0,38 8,30 2,51
- Page 115 and 116:
Vlissingen. Ze zijn daarbij uitgega
- Page 117 and 118:
in de atmosfeer beter verstrooid da
- Page 119 and 120:
Twee monochromatische lichtbronnen
- Page 121 and 122:
6 APPENDICES 6.1 Berekening van de
- Page 123 and 124:
gemiddelde afstand Zon-Aarde die 14
- Page 125 and 126:
gebeurt midden op de dag, waarvoor
- Page 127 and 128:
wordt echter niet bij zonneënergie
- Page 129 and 130:
Van azimut \\f en hoogte y naar uur
- Page 131 and 132:
Deze waarden kunnen ook worden gevo
- Page 133 and 134:
duurt 24 uur, dus per graad 24 /360
- Page 135 and 136:
De waarde van e verloopt in het jaa
- Page 137 and 138:
Tabel 6.4 Tijden van zonsopkomst en
- Page 139 and 140:
Met algemeen geldende relaties 1 kJ
- Page 141 and 142:
Emittantie, radiant exitance, spezi
- Page 143 and 144:
In 1913 stelde dr. C.G. Abbott van
- Page 145 and 146:
A e e c Tl e e X X n' v>" V K n p p
- Page 147 and 148:
In chapter 4 the results are given
- Page 149 and 150:
LITERATUUR 1. Inleiding Een element
- Page 151 and 152:
air mass. Arch. Met. Geoph. Biokl.
- Page 153 and 154:
condities (ISSO, 1986), waarin een
- Page 155 and 156:
T.R.-642-1013. Solar Energy Researc
- Page 157 and 158:
Jong, J.B.R.M. de (1980). Een karak
- Page 159 and 160:
formules voor de berekening van zon
- Page 161 and 162:
A TREFWOOR Absolute schaal 147 abso
- Page 163 and 164:
p parallelcirkel 127-128 perihelium