Zonnestraling in Nederland - Knmi
Zonnestraling in Nederland - Knmi Zonnestraling in Nederland - Knmi
Als de Zon schijnt neemt het signaal van de fotocel iedere keer af als het afschermplaatje passeert. Bij heiigheid of bewolking daarentegen verandert het signaal maar weinig als het plaatje voor een fotocel langsgaat. Dit verschillende effect bij zonneschijn en bewolking is een maat voor de tijd dat de Zon schijnt. Onder auspiciën van de WMO is in Duitsland een aantal automatische zonneschijnmeters met elkaar vergeleken (Dehne, 1989). In Nederland zal de zonneschijnduur in de toekomst berekend worden uit de globale straling (Slob en Monna, 1991); Duitsland gaat waarschijnlijk over tot het installeren van automatische zonneschijnmeters. 3.2 Het stralingsmeetnet In hoofdstuk 4 worden de resultaten gegeven van de metingen van de globale straling. De zeven meetpunten in Nederland waar de globale straling op het horizontale vlak al sinds langere tijd wordt gemeten zijn: Naaldwijk, Den Helder/De Kooy, De Bilt, Luchthaven Eelde, Vlissingen, Luchthaven Zuid-Limburg in Beek en Oostvoorne. De ligging van deze meetpunten is gegeven in figuur 3.8. De metingen zijn verricht met pyranometers van het fabrikaat Figuur 3.8 Het meetnet voor globale straling 49
Kipp en Zonen. Aanvankelijk met het model CM 5, later met het model CM 11. Verder worden in het volgende hoofdstuk de meetresultaten van de directe straling in De Bilt besproken. Deze metingen zijn verricht met een Linke-Feussner pyrheliometer. In hoofdstuk 5 worden tenslotte de metingen van de straling op twaalf verschillend georiënteerde vlakken besproken, die van 1979 t/m 1981 in Cabauw met PSP's van Eppley zijn verricht. Het meetnet is in de jaren tachtig aanmerkelijk uitgebreid met een aantal stations, die eveneens in figuur 3.8 zijn gegeven, maar waarvan de meetreeksen nog te kort zijn voor een goede statistische uitwerking. Meetresultaten van deze stations zijn op aanvraag beschikbaar bij de Klimatologische Dienst van het KNMI. Tabel 3.1 Overzicht van de globale stralingsstations stations nummer 017 038 210 230 235 240 260 270 275 280 290 310 344 348 350 380 808 909 920 974 991 992 993 stationsnaam Wilhelminadorp Naaldwijk Valkenburg Z.H. Den Helder De Kooy Schiphol De Bilt Leeuwarden Deelen Eelde Twenthe Vlissingen Rotterdam Meetmast Cabauw Gilze-Rijen Zuid-Limburg Oostvoorne Wieringerwerf Biddinghuizen Eindhoven Vredepeel Eibergen Philippine n vanaf okt. 1978 op 23,00 m 2) tot op heden nog weinig gegevens 50 N.B. 51°32' 51°59' 52°11' 52°58' 52°55' 52° 18' 52°06' 53°13' 52°04' 53°08' 52° 16' 51°27' 51°57' 51°58' 51°34' 50°55' 51°55' 52°48' 52°27' 51°27' 51°32' 52°06' 51°18' O.L. 03°54' 04° 12' 04°25' 04°45' 04°47 04°46' 05°ir 05°45' 05°53' 06°35' 06°54' 03°36' 04°27' 04°56' 04°56' 05°47' 04°05' 05°03' 05°37' 05°25' 05°51' 06 o 36' 03°45' hoogte boven maaiveld in m 5,00 2,35 1,50 13,00 1,50 1,50 38,50 1} 1,50 1,50 2,20 1,50 12,50 1,50 2,00 1,50 1,50 10,00 5,50 5,50 7,00 1,50 5,50 5,50 tijdvak van waarnemingen 06.1981- 10.1989 01.1971- 10.1988 03.1987- 11.1964-07.1972 08.1972- 09.1987- 07.1957- 04.1987- 04.1987- 01.1965- 04.1987- 07.1963- 09.1987- 06.1986- 04.1987- 06.1964- 01.1971-11.1990 .05.1988- 09.1988- 05.1988- 2) 05.1988- 05.1988- 05.1988
- Page 1 and 2: Koninklijk Nederlands Meteorologisc
- Page 3 and 4: CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEE
- Page 5 and 6: 5 Runlengten - 69 Directe en diffus
- Page 7 and 8: 1 INLEIDING Bij gesprekken over het
- Page 9 and 10: zonneschijn (uren) normalen 1951-19
- Page 11 and 12: Meetresultaten komen in hoofdstuk 4
- Page 13 and 14: De elektromagnetische golven worden
- Page 15 and 16: itralingsenergie emitteren als abso
- Page 17 and 18: waarbij ex de spectrale emissiefact
- Page 19 and 20: de wisselwerking tussen licht en ma
- Page 21 and 22: I n Figuur 2.7 Verzwakking van een
- Page 23 and 24: 26 Figuur 2.8 Rayleigh- en Mie-vers
- Page 25 and 26: in het algemeen gekromd. De dichthe
- Page 27 and 28: extinctiecoëfficiënt van de werke
- Page 29 and 30: 60- N 40- 20- rj M tl -hn Mm II IPM
- Page 31 and 32: In veel berekeningen wordt de absor
- Page 33 and 34: de luchtdruk (b.v. op grote hoogte)
- Page 35 and 36: In figuur 2.12 zijn enige voorbeeld
- Page 37 and 38: 2.5 Inkomende langgolvige straling
- Page 39 and 40: Pyrheliometers kunnen worden ingede
- Page 41 and 42: principe in de orde van grootte van
- Page 43 and 44: kortgolvige straling te reflecteren
- Page 45: Figuur 3.6 Schema van de SONI-zonne
- Page 49 and 50: Tabel 3.2 Overzicht van de zonnesch
- Page 51 and 52: JUN I 17,74 I 17,91 II 17,26 JUL I
- Page 53 and 54: zijn gegeven de, over 1961 t/m 1980
- Page 55 and 56: uren 2000 1900 H 1800- 1700- 1600-
- Page 57 and 58: EELDE uurvak jan feb mrt apr mei 4
- Page 59 and 60: Tabel 4.5 Percentielen van etmaalso
- Page 61 and 62: drempel MJnr 2 14 16 18 20 22 24 26
- Page 63 and 64: Tabel 4.8 Gemiddeld aantal uren per
- Page 65 and 66: uurvak 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 1
- Page 67 and 68: drempelwaarde jan feb mrt apr mei j
- Page 69 and 70: OKT I II III NOV I DEC JAN FEB MRT
- Page 71 and 72: overeen met de waarden 20,61 MJ nr
- Page 73 and 74: EELDE uurvak jan feb nut apr mei ju
- Page 75 and 76: DE KOOY uurvak jan feb mrt apr mei
- Page 77 and 78: voor de overige vier stations in Wn
- Page 79 and 80: de meetgegevens aantonen. Voor dit
- Page 81 and 82: JAN FEB MRT APR MEI JUN JUL AUG SEP
- Page 83 and 84: ZUID-LIMBURG AMSTERDAM BERN STELLEN
- Page 85 and 86: In het winterhalfjaar is een maxima
- Page 87 and 88: 1.0 —| 1,0- 0,5 ~i o.o- 4 lU/Go)B
- Page 89 and 90: . 20 mei 1989 Ook dit was een onbew
- Page 91 and 92: d. 6 maart 1989 Dit was een zonnige
- Page 93 and 94: 5 MODELLEN, SCHUINE VLAKKEN EN SPEC
- Page 95 and 96: E 7cr 2 E =E AQ= a „ z (5.1) waar
Als de Zon schijnt neemt het signaal van de fotocel iedere keer af als het afschermplaatje<br />
passeert. Bij heiigheid of bewolk<strong>in</strong>g daarentegen verandert het signaal maar we<strong>in</strong>ig als het<br />
plaatje voor een fotocel langsgaat. Dit verschillende effect bij zonneschijn en bewolk<strong>in</strong>g is<br />
een maat voor de tijd dat de Zon schijnt.<br />
Onder auspiciën van de WMO is <strong>in</strong> Duitsland een aantal automatische zonneschijnmeters<br />
met elkaar vergeleken (Dehne, 1989).<br />
In <strong>Nederland</strong> zal de zonneschijnduur <strong>in</strong> de toekomst berekend worden uit de globale stral<strong>in</strong>g<br />
(Slob en Monna, 1991); Duitsland gaat waarschijnlijk over tot het <strong>in</strong>stalleren van automatische<br />
zonneschijnmeters.<br />
3.2 Het stral<strong>in</strong>gsmeetnet<br />
In hoofdstuk 4 worden de resultaten gegeven van de met<strong>in</strong>gen van de globale stral<strong>in</strong>g. De<br />
zeven meetpunten <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> waar de globale stral<strong>in</strong>g op het horizontale vlak al s<strong>in</strong>ds<br />
langere tijd wordt gemeten zijn: Naaldwijk, Den Helder/De Kooy, De Bilt, Luchthaven Eelde,<br />
Vliss<strong>in</strong>gen, Luchthaven Zuid-Limburg <strong>in</strong> Beek en Oostvoorne. De ligg<strong>in</strong>g van deze meetpunten<br />
is gegeven <strong>in</strong> figuur 3.8. De met<strong>in</strong>gen zijn verricht met pyranometers van het fabrikaat<br />
Figuur 3.8 Het meetnet voor globale stral<strong>in</strong>g<br />
49