ext<strong>in</strong>ctie 12, 23, 27, 29, 31, 33, 98, 109, 124,159 ext<strong>in</strong>ctiecoëfficiënt 27, 30 extraterrestrische stral<strong>in</strong>g 104 F filter 31, 44-45, 120-121 fotometrisch stral<strong>in</strong>gsequivalent 123-124, 147 foton 17-18,20,24 frequentie 15-17, 146, 149 G globale stral<strong>in</strong>g, def<strong>in</strong>itie 10, 23, 44, 101 golflengte 15-22,24-25, 27,30-38, 122- 123, 146, 149 H helderheidscoëfficiënt 111-112 hemelequator 126-128, 130-132, 136 I <strong>in</strong>frarood 15-16, 21, 37-38, 46, 120, 124, 156 <strong>in</strong>tensiteit 18-19,23-24, 143, 145, 148 International Pyrheliometric Scale 146-147 ionosfeer 20 irradiantie, def<strong>in</strong>itie 142-143, 145 isolijn 10,85-86, 119 isotrope model 109-110, 113 isotrope stral<strong>in</strong>g 18, 22, 111, 114 J jaarlijkse gang 12, 53, 71, 74, 80-81, 124 K kimduik<strong>in</strong>g 140 168 Kirchhoff, wet van 19 kooldioxyde 9, 17, 21, 33-34, 40, 80, 82 kortgolvige stral<strong>in</strong>g 20, 22-23, 36-37, 39, 44,46\ 120 kusteffect 10,88-89 L Lambert, wet van 23 langgolvige stral<strong>in</strong>g 12, 20-23, 40, 44, 80- *83, 121, 148 lentepunt 126-128, 130-133 lichtemittantie 143, 146, 148 lichtexpositie 143, 146, 148 lichtquant 17 lichtsnelheid 15, 147 lichtsterkte 124, 143, 145-146, 148 lichtstroom 123-124, 143, 145-146, 149 lum<strong>in</strong>antie 123,143, 146, 148 M massa-absorptiecoëfficiënt 24, 35, 148 massa-ext<strong>in</strong>ctiecoëfficiënt 27-28, 33, 149 massa-verstrooi<strong>in</strong>gscoëfficiënt 25, 149 mechanisch lichtequivalent 123 meridiaan 109, 126-131, 136-137. Mie, theorie van 27 modellen voor het horizontale vlak 13, 34, 83,97-106, 160 modellen voor schu<strong>in</strong>e vlakken 13, 83, 97, 106-114, 118-120, 160 N netto kortgolvige stral<strong>in</strong>g 23 nulmeridiaan 127-128, 136-137 O ooggevoeligheid 122-123, 145, 148 optische dikte 28 optische massa 28-30, 32, 148 orografisch effect 10 ozon 9, 21, 23, 25, 33-34, 120, 148
p parallelcirkel 127-128 perihelium 126, 136 Planck, wet van 18,20 pyranometer 12,41,44-46,49-50, 106, 114-115, 120,157 pyrgeometer 46 pyrheliometer 12,31,41 -44, 50, 114, 146- 147 R radiantie, def<strong>in</strong>itie 143, 145 radiometer 41, 147 Rayleigh, theorie van 25 rechte klimm<strong>in</strong>g 130, 148 referentiejaar 158-159 reflectie 10, 12, 22-23, 32, 37-39, 46-47, 93, 106-107, 113-117 reflectiefactor 32, 37-39, 149 relatieve optische massa 28-29, 31, 34-35, 112, 124, 148 relatieve zonneschijnduur 57, 83, 85-86, 88, 102, 104, 111 S seizoenafhankelijkheid 55, 74, 80, 85, 100, 105, 118 selectieve absorptie 17 Smithsonian Scale 147 solarimeter 44-45 solstitium 131-132 specifieke massa (dichtheid) 24-25, 28-29, 149 spectrale dichtheid 146 spectrale emittantie 19-20 spectrale radiantie 146 spectrale verdel<strong>in</strong>g 13,97, 120-122, 160 spectrum 15-16, 20-23, 27, 30-31, 33-34, 45, 101, 120, 122-123 stadsklimaat 87, 160 Stefan-Boltzmann, wet van 18 stikstof 9 stral<strong>in</strong>g, def<strong>in</strong>itie 15 169 stral<strong>in</strong>gsmeetnet 10, 12, 49-50, 86, 88-89, 157 stratosfeer 21 T terrestrische stral<strong>in</strong>g 20 terugverstrooi<strong>in</strong>g, zie reflectie Test Reference Year 119, 159 thermiek 23 tijd, time - , Amsterdamse (AT) 137 - , Greenwich (GMT) 58, 136-137, 141 - , klokke- 12, 136, 139, 142 - , middelbare (MT) 136-139 - , middelbare plaatselijke (MPT) 136- 137,139-140 - , midden Europese (MET) 12-13, 58, 136-137, 139-140, 142 - , midden Europese zomer- (MEZT) 58, 137 - , <strong>Nederland</strong>se (NT) 137 - , plaatselijke ware (PWT) 135-136 - , Universal (UT) 13, 58, 136, 142 - ,ware(WT) 136-140 - , wereld, zie Universal Time - ,zonne- 12, 100, 136-138, 140 tijdreken<strong>in</strong>g 12-13, 136-139, 164 tijdvereffen<strong>in</strong>g 13, 138-140, 142, 147 transmissie 12, 22, 27, 32-34, 102-103 transmissiefactor 32-33, 35-36, 97, 102, 109, 149 troebelheid, zie turbiditeit turbiditeit 12, 29-30, 41, 44, 88, 104, 110, 124, 148, 160 turbiditeitscoëfficiënt van Angström 29-31, 36, 148 turbiditeitscoëfficiënt van Schüepp 29, 31- 32, 147 turbiditeitsfactor van L<strong>in</strong>ke 29-30, 92, 102, 148 U ultraviolet 15-17, 23, 33, 38, 120-121 uurhoek 100, 108-10 9, 127-129, 131-134. 137, 140, 149
- Page 1 and 2:
Koninklijk Nederlands Meteorologisc
- Page 3 and 4:
CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEE
- Page 5 and 6:
5 Runlengten - 69 Directe en diffus
- Page 7 and 8:
1 INLEIDING Bij gesprekken over het
- Page 9 and 10:
zonneschijn (uren) normalen 1951-19
- Page 11 and 12:
Meetresultaten komen in hoofdstuk 4
- Page 13 and 14:
De elektromagnetische golven worden
- Page 15 and 16:
itralingsenergie emitteren als abso
- Page 17 and 18:
waarbij ex de spectrale emissiefact
- Page 19 and 20:
de wisselwerking tussen licht en ma
- Page 21 and 22:
I n Figuur 2.7 Verzwakking van een
- Page 23 and 24:
26 Figuur 2.8 Rayleigh- en Mie-vers
- Page 25 and 26:
in het algemeen gekromd. De dichthe
- Page 27 and 28:
extinctiecoëfficiënt van de werke
- Page 29 and 30:
60- N 40- 20- rj M tl -hn Mm II IPM
- Page 31 and 32:
In veel berekeningen wordt de absor
- Page 33 and 34:
de luchtdruk (b.v. op grote hoogte)
- Page 35 and 36:
In figuur 2.12 zijn enige voorbeeld
- Page 37 and 38:
2.5 Inkomende langgolvige straling
- Page 39 and 40:
Pyrheliometers kunnen worden ingede
- Page 41 and 42:
principe in de orde van grootte van
- Page 43 and 44:
kortgolvige straling te reflecteren
- Page 45 and 46:
Figuur 3.6 Schema van de SONI-zonne
- Page 47 and 48:
Kipp en Zonen. Aanvankelijk met het
- Page 49 and 50:
Tabel 3.2 Overzicht van de zonnesch
- Page 51 and 52:
JUN I 17,74 I 17,91 II 17,26 JUL I
- Page 53 and 54:
zijn gegeven de, over 1961 t/m 1980
- Page 55 and 56:
uren 2000 1900 H 1800- 1700- 1600-
- Page 57 and 58:
EELDE uurvak jan feb mrt apr mei 4
- Page 59 and 60:
Tabel 4.5 Percentielen van etmaalso
- Page 61 and 62:
drempel MJnr 2 14 16 18 20 22 24 26
- Page 63 and 64:
Tabel 4.8 Gemiddeld aantal uren per
- Page 65 and 66:
uurvak 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 1
- Page 67 and 68:
drempelwaarde jan feb mrt apr mei j
- Page 69 and 70:
OKT I II III NOV I DEC JAN FEB MRT
- Page 71 and 72:
overeen met de waarden 20,61 MJ nr
- Page 73 and 74:
EELDE uurvak jan feb nut apr mei ju
- Page 75 and 76:
DE KOOY uurvak jan feb mrt apr mei
- Page 77 and 78:
voor de overige vier stations in Wn
- Page 79 and 80:
de meetgegevens aantonen. Voor dit
- Page 81 and 82:
JAN FEB MRT APR MEI JUN JUL AUG SEP
- Page 83 and 84:
ZUID-LIMBURG AMSTERDAM BERN STELLEN
- Page 85 and 86:
In het winterhalfjaar is een maxima
- Page 87 and 88:
1.0 —| 1,0- 0,5 ~i o.o- 4 lU/Go)B
- Page 89 and 90:
. 20 mei 1989 Ook dit was een onbew
- Page 91 and 92:
d. 6 maart 1989 Dit was een zonnige
- Page 93 and 94:
5 MODELLEN, SCHUINE VLAKKEN EN SPEC
- Page 95 and 96:
E 7cr 2 E =E AQ= a „ z (5.1) waar
- Page 97 and 98:
JAN FEB MRT APR MRT JUN JUL AUG SEP
- Page 99 and 100:
Hierin is a een constante, die verb
- Page 101 and 102:
D/G = 1,0045 + 0,04349 G/Go - 3,522
- Page 103 and 104:
- D, de diffuse straling D en de gl
- Page 105 and 106:
— cos (6-B) cos 8 sin co' + -^rrC
- Page 107 and 108:
G(y) = 0,408 - 0,323 y' + 0,384 y'
- Page 109 and 110:
Hay en McKay (1988) concluderen in
- Page 111 and 112: was gemonteerd gaf de resultaten va
- Page 113 and 114: 30-8 11,62 4,32 6,92 0,38 8,30 2,51
- Page 115 and 116: Vlissingen. Ze zijn daarbij uitgega
- Page 117 and 118: in de atmosfeer beter verstrooid da
- Page 119 and 120: Twee monochromatische lichtbronnen
- Page 121 and 122: 6 APPENDICES 6.1 Berekening van de
- Page 123 and 124: gemiddelde afstand Zon-Aarde die 14
- Page 125 and 126: gebeurt midden op de dag, waarvoor
- Page 127 and 128: wordt echter niet bij zonneënergie
- Page 129 and 130: Van azimut \\f en hoogte y naar uur
- Page 131 and 132: Deze waarden kunnen ook worden gevo
- Page 133 and 134: duurt 24 uur, dus per graad 24 /360
- Page 135 and 136: De waarde van e verloopt in het jaa
- Page 137 and 138: Tabel 6.4 Tijden van zonsopkomst en
- Page 139 and 140: Met algemeen geldende relaties 1 kJ
- Page 141 and 142: Emittantie, radiant exitance, spezi
- Page 143 and 144: In 1913 stelde dr. C.G. Abbott van
- Page 145 and 146: A e e c Tl e e X X n' v>" V K n p p
- Page 147 and 148: In chapter 4 the results are given
- Page 149 and 150: LITERATUUR 1. Inleiding Een element
- Page 151 and 152: air mass. Arch. Met. Geoph. Biokl.
- Page 153 and 154: condities (ISSO, 1986), waarin een
- Page 155 and 156: T.R.-642-1013. Solar Energy Researc
- Page 157 and 158: Jong, J.B.R.M. de (1980). Een karak
- Page 159 and 160: formules voor de berekening van zon
- Page 161: A TREFWOOR Absolute schaal 147 abso