Zonnestraling in Nederland - Knmi
Zonnestraling in Nederland - Knmi Zonnestraling in Nederland - Knmi
Het verschil tussen ware zonnetijd en middelbare zonnetijd heet tijdvereffening of equatie e e = WT-MT of WT=MT + e (6.2.4) Tabel 6.3 Tijdvereffening e in minuten en seconden maand dag 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 JAN mins -3 17 3 45 4 13 4 40 5 07 -5 34 6 00 6 26 6 52 7 16 -7 41 804 8 28 8 50 9 12 -9 33 9 54 10 14 10 33 1051 -1109 1126 1142 1158 12 12 -12 26 12 39 1251 13 02 13 13 -13 22 FEB min s -1331 13 39 13 46 13 53 13 58 -14 03 14 07 14 10 14 13 14 14 -14 15 14 15 14 15 14 13 14 11 -14 08 14 05 14 00 13 56 13 50 -13 44 13 37 13 29 13 21 13 12 -13 02 12 52 12 42 1231 MRT mins -12 19 12 07 1154 1141 1127 -11 13 10 59 1044 10 29 10 13 -9 58 9 42 9 25 9 09 8 52 -8 35 8 18 8 00 7 43 7 25 -7 07 6 49 631 6 13 5 55 -5 37 5 19 5 00 4 42 4 24 -4 06 138 APR min s -3 48 3 30 3 13 2 55 2 38 -2 20 2 03 147 130 1 14 -0 58 0 43 0 28 -0 13 +0 02 +0 16 0 30 0 43 0 56 109 + 121 133 144 155 2 05 +2 15 2 25 2 34 2 42 2 50 MEI min s +2 57 304 3 11 3 16 3 22 +3 26 3 30 3 34 3 36 3 39 +3 40 341 3 42 3 42 3 41 +3 40 3 38 3 36 3 33 3 30 +3 26 3 21 3 16 3 11 3 05 +2 58 251 244 2 36 2 28 +2 20 JUN mins +2 11 201 151 141 131 + 120 109 0 57 0 46 0 34 +0 21 +0 09 -0 04 0 16 0 29 -0 42 0 55 108 122 135 -148 201 2 14 2 26 2 39 -2 52 304 3 16 3 28 3 40 JUL min s -3 52 4 03 4 14 4 24 4 35 -4 45 4 55 5 04 5 13 5 21 -5 30 5 37 544 551 5 57 -6 03 6 08 6 13 6 17 621 -6 24 6 26 6 28 6 29 6 29 -6 29 6 29 6 27 6 25 6 23 -6 20 AUG min s -6 16 6 12 6 07 6 02 5 56 -5 49 5 42 5 34 5 26 5 17 -5 07 4 57 4 47 4 36 4 24 -4 12 3 59 3 46 3 32 3 18 -3 03 2 48 2 32 2 16 159 -142 125 107 0 49 031 -0 12 SEP min s +0 07 0 26 0 46 105 125 OKT min s +10 26 10 45 1104 1122 1140 + 146 +1158 2 06 2 27 2 47 3 08 +3 29 3 50 411 4 33 4 54 +5 15 5 37 5 58 6 19 641 12 15 12 32 12 48 13 04 + 13 20 13 35 13 49 14 03 14 16 + 14 29 1441 14 53 15 04 15 14- NOV min s DEC min s +1625 +1051 16 25 16 25 16 25 16 23 + 16 20 16 17 16 13 16 08 16 02 + 15 55 15 47 15 39 15 30 15 20 +15 09 14 57 1444 1431 14 17 +7 02 +15 24 +14 02 7 23 744 8 05 8 26 +8 46 9 07 9 27 9 47 10 07 15 33 15 42 15 49 15 56 + 16 03 16 08 16 13 16 17 16 20 +16 23 13 46 13 30 13 12 12 54 + 12 36 12 16 1156 1135 11 13 10 28 10 04 9 40 9 15 +8 50 8 24 7 57 7 30 7 03 +6 35 6 07 5 39 5 10 441 +4 12 3 43 3 13 2 44 2 14 +144 1 15 0 45 +0 15 -0 15 -0 44 1 14 143 2 12 241 -3 10
De waarde van e verloopt in het jaar (zie tabel 6.3), maar is verder onafhankelijk van de plaats op Aarde. Deze waarden zijn ook te berekenen met behulp van een reeksontwikkeling van Dogniaux (1977). e = 0,0072 cos r| d - 0,0528 cos 2 r| d - 0,0012 cos 3 Tj d - 0,1229 sin T] d - 0,1565 sin 2 T| d - 0,0041 sin 3 r| d (in uren) (6.2.5) waarin r\ = 2 n 1366 in radialen d = het nummer van de dag, waarbij 1 januari = 1. Deze reeksontwikkeling heeft een maximale afwijking van 21" ten opzichte van de waarden van de tijdvereffening, zoals die in nautische jaarboeken voorkomen. Er wordt ook veel gebruikgemaakt van de reeksontwikkeling van Spencer (1971) e = 0,000075 + 0,001868 cos r| d - 0,014615 cos 2 r| d - 0,032077 sin r| d - 0,040849 sin 2 x\ d (6.2.6) waarin e^n radialen d = het nummer van de dag, waarbij 1 januari = 0. Volgens Spencer (1971) is de maximale afwijking ten opzichte van de waarden in de NauticalAlmanac(1950)35 M . We zien in tabel (6.3) enkele markante dagen: 12 februari - 14 m 15 s 26 juli - 6 m 29 s 15 april 0 1 september 0 13 mei + 3 m 42 s 3 november + 16 m 25 s 13 juni 0 24 december 0 Op 4 dagen in het jaar is e = 0, dus dan is de WT gelijk aan de MT. De Zon staat dan om 12 h MPT precies in het zuiden. Op alle andere dagen staat de Zon om 12 h plaatselijke tijd niet in het zuiden. Is e positief dan staat, als de ware Zon door het zuiden gaat, de middelbare er nog voor (dus ten oosten van het zuiden) en zal deze het zuiden later passeren. De maximale waarde van e is 16 m 25 s op 3 november, hetgeen tot gevolg heeft dat de ware Zon in Utrecht (5° OL) op die dag om 12 h minus 16 m 25 s = 1 l h 43 m 35 s MPT = 12 h 23 m 35 s MET door het zuiden gaat. Bij de minimale waarde van e = - 14 m 15 s , omstreeks 12 februari is dit pas om 12 h 14 m 15 s MPT = 12 h 54 m 15 s MET het geval. We zien dus dat er een verschil van meer dan een half uur is in de klokketijd dat de Zon door het zuiden gaat. Daglengte Om de totale zonneënergie over één etmaal te bepalen moet de daglengte bekend zijn, m.a.w. de tijd dat de Zon boven de horizon staat. Dit lijkt een eenvoudig probleem, als men stelt dat bij zonsopkomst en zonsondergang y = 0. De formules (6.1.6) t/m (6.1.8) krijgen daardoor een eenvoudig aanzien. Toch zijn er hierbij nog complicaties tengevolge van verschillen in de definitie van zonsopkomst en zonsondergang. Het is in de meteorologie en astronomie gebruikelijk zonsopkomst te definiëren als het tijdstip waarop de bovenrand van de Zon 's ochtends boven de horizon verschijnt en zonsondergang als het tijdstip waarop de bovenrand van de Zon onder de kim verdwijnt. 139
- Page 83 and 84: ZUID-LIMBURG AMSTERDAM BERN STELLEN
- Page 85 and 86: In het winterhalfjaar is een maxima
- Page 87 and 88: 1.0 —| 1,0- 0,5 ~i o.o- 4 lU/Go)B
- Page 89 and 90: . 20 mei 1989 Ook dit was een onbew
- Page 91 and 92: d. 6 maart 1989 Dit was een zonnige
- Page 93 and 94: 5 MODELLEN, SCHUINE VLAKKEN EN SPEC
- Page 95 and 96: E 7cr 2 E =E AQ= a „ z (5.1) waar
- Page 97 and 98: JAN FEB MRT APR MRT JUN JUL AUG SEP
- Page 99 and 100: Hierin is a een constante, die verb
- Page 101 and 102: D/G = 1,0045 + 0,04349 G/Go - 3,522
- Page 103 and 104: - D, de diffuse straling D en de gl
- Page 105 and 106: — cos (6-B) cos 8 sin co' + -^rrC
- Page 107 and 108: G(y) = 0,408 - 0,323 y' + 0,384 y'
- Page 109 and 110: Hay en McKay (1988) concluderen in
- Page 111 and 112: was gemonteerd gaf de resultaten va
- Page 113 and 114: 30-8 11,62 4,32 6,92 0,38 8,30 2,51
- Page 115 and 116: Vlissingen. Ze zijn daarbij uitgega
- Page 117 and 118: in de atmosfeer beter verstrooid da
- Page 119 and 120: Twee monochromatische lichtbronnen
- Page 121 and 122: 6 APPENDICES 6.1 Berekening van de
- Page 123 and 124: gemiddelde afstand Zon-Aarde die 14
- Page 125 and 126: gebeurt midden op de dag, waarvoor
- Page 127 and 128: wordt echter niet bij zonneënergie
- Page 129 and 130: Van azimut \\f en hoogte y naar uur
- Page 131 and 132: Deze waarden kunnen ook worden gevo
- Page 133: duurt 24 uur, dus per graad 24 /360
- Page 137 and 138: Tabel 6.4 Tijden van zonsopkomst en
- Page 139 and 140: Met algemeen geldende relaties 1 kJ
- Page 141 and 142: Emittantie, radiant exitance, spezi
- Page 143 and 144: In 1913 stelde dr. C.G. Abbott van
- Page 145 and 146: A e e c Tl e e X X n' v>" V K n p p
- Page 147 and 148: In chapter 4 the results are given
- Page 149 and 150: LITERATUUR 1. Inleiding Een element
- Page 151 and 152: air mass. Arch. Met. Geoph. Biokl.
- Page 153 and 154: condities (ISSO, 1986), waarin een
- Page 155 and 156: T.R.-642-1013. Solar Energy Researc
- Page 157 and 158: Jong, J.B.R.M. de (1980). Een karak
- Page 159 and 160: formules voor de berekening van zon
- Page 161 and 162: A TREFWOOR Absolute schaal 147 abso
- Page 163 and 164: p parallelcirkel 127-128 perihelium
De waarde van e verloopt <strong>in</strong> het jaar (zie tabel 6.3), maar is verder onafhankelijk van de<br />
plaats op Aarde. Deze waarden zijn ook te berekenen met behulp van een reeksontwikkel<strong>in</strong>g<br />
van Dogniaux (1977).<br />
e = 0,0072 cos r| d - 0,0528 cos 2 r| d - 0,0012 cos 3 Tj d<br />
- 0,1229 s<strong>in</strong> T] d - 0,1565 s<strong>in</strong> 2 T| d - 0,0041 s<strong>in</strong> 3 r| d (<strong>in</strong> uren) (6.2.5)<br />
waar<strong>in</strong> r\ = 2 n 1366 <strong>in</strong> radialen<br />
d = het nummer van de dag, waarbij 1 januari = 1.<br />
Deze reeksontwikkel<strong>in</strong>g heeft een maximale afwijk<strong>in</strong>g van 21" ten opzichte van de waarden<br />
van de tijdvereffen<strong>in</strong>g, zoals die <strong>in</strong> nautische jaarboeken voorkomen.<br />
Er wordt ook veel gebruikgemaakt van de reeksontwikkel<strong>in</strong>g van Spencer (1971)<br />
e = 0,000075 + 0,001868 cos r| d - 0,014615 cos 2 r| d<br />
- 0,032077 s<strong>in</strong> r| d - 0,040849 s<strong>in</strong> 2 x\ d (6.2.6)<br />
waar<strong>in</strong> e^n radialen<br />
d = het nummer van de dag, waarbij 1 januari = 0.<br />
Volgens Spencer (1971) is de maximale afwijk<strong>in</strong>g ten opzichte van de waarden <strong>in</strong> de NauticalAlmanac(1950)35<br />
M .<br />
We zien <strong>in</strong> tabel (6.3) enkele markante dagen:<br />
12 februari - 14 m 15 s 26 juli - 6 m 29 s<br />
15 april 0 1 september 0<br />
13 mei + 3 m 42 s 3 november + 16 m 25 s<br />
13 juni 0 24 december 0<br />
Op 4 dagen <strong>in</strong> het jaar is e = 0, dus dan is de WT gelijk aan de MT. De Zon staat dan om<br />
12 h MPT precies <strong>in</strong> het zuiden. Op alle andere dagen staat de Zon om 12 h plaatselijke tijd niet<br />
<strong>in</strong> het zuiden. Is e positief dan staat, als de ware Zon door het zuiden gaat, de middelbare er<br />
nog voor (dus ten oosten van het zuiden) en zal deze het zuiden later passeren. De maximale<br />
waarde van e is 16 m 25 s op 3 november, hetgeen tot gevolg heeft dat de ware Zon <strong>in</strong> Utrecht<br />
(5° OL) op die dag om 12 h m<strong>in</strong>us 16 m 25 s = 1 l h 43 m 35 s MPT = 12 h 23 m 35 s MET door het<br />
zuiden gaat. Bij de m<strong>in</strong>imale waarde van e = - 14 m 15 s , omstreeks 12 februari is dit pas om<br />
12 h 14 m 15 s MPT = 12 h 54 m 15 s MET het geval. We zien dus dat er een verschil van meer dan<br />
een half uur is <strong>in</strong> de klokketijd dat de Zon door het zuiden gaat.<br />
Daglengte<br />
Om de totale zonneënergie over één etmaal te bepalen moet de daglengte bekend zijn,<br />
m.a.w. de tijd dat de Zon boven de horizon staat.<br />
Dit lijkt een eenvoudig probleem, als men stelt dat bij zonsopkomst en zonsondergang y = 0.<br />
De formules (6.1.6) t/m (6.1.8) krijgen daardoor een eenvoudig aanzien.<br />
Toch zijn er hierbij nog complicaties tengevolge van verschillen <strong>in</strong> de def<strong>in</strong>itie van zonsopkomst<br />
en zonsondergang. Het is <strong>in</strong> de meteorologie en astronomie gebruikelijk zonsopkomst<br />
te def<strong>in</strong>iëren als het tijdstip waarop de bovenrand van de Zon 's ochtends boven de horizon<br />
verschijnt en zonsondergang als het tijdstip waarop de bovenrand van de Zon onder de kim<br />
verdwijnt.<br />
139