29.08.2013 Views

Zonnestraling in Nederland - Knmi

Zonnestraling in Nederland - Knmi

Zonnestraling in Nederland - Knmi

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

wordt echter niet bij zonneënergiebereken<strong>in</strong>gen gebruikt.<br />

Om het astronomisch <strong>in</strong>zicht nog wat te vergroten zullen we aan de hand van de figuren 6.2<br />

en 6.3 nog eens nagaan, wat er <strong>in</strong> de loop van een jaar gebeurt.<br />

In figuur 6.2 is de Zon op een vaste plaats genomen en kijken we naar de draai<strong>in</strong>g van de<br />

Aarde en de baan van de Aarde rond de Zon. In tegenstell<strong>in</strong>g daarmee plaatsen we <strong>in</strong> figuur<br />

6.3 de waarnemer A vast <strong>in</strong> het middelpunt van de ruimte. Omdat we daar vandaan naar de<br />

baan van de Zon langs de hemelkoepel kijken, gaat het om afstanden van 150 miljoen km. De<br />

diameter van de Aarde van nog geen 13.000 km valt daarbij <strong>in</strong> het niet. Het punt A <strong>in</strong> figuur<br />

6.3 kan daarom ook beschouwd worden als het middelpunt van de Aarde M uit figuur 6.2.<br />

In figuur 6.3 is verticaal de cirkel aangegeven, met A als middelpunt, volgens welke de<br />

meridiaan van A de hemelkoepel snijdt. De horizontale cirkel met middelpunt A, is de horizon<br />

van A, dus het grondvlak van het azimutale coörd<strong>in</strong>atenstelsel. Hierop wordt het azimut<br />

gemeten met loodrecht daarop de hoogte y.<br />

Daar de hemelnoordpool zich op een hoogte (() (de breedtegraad van de waarnemersplaats)<br />

boven de noordelijke horizon bev<strong>in</strong>dt (vergelijk figuur 6.1) stelt <strong>in</strong> figuur 6.3 de lijn van A<br />

naar de hemelnoordpool, onder een hoek (j) met het horizontale vlak, de hemelas voor waaromheen<br />

het hemelgewelf <strong>in</strong> de richt<strong>in</strong>g van de wijzers van de klok <strong>in</strong> 24 uur schijnt rond te<br />

draaien. Het vlak van de hemelequator staat <strong>in</strong> A loodrecht op de hemelas en snijdt de horizon<br />

<strong>in</strong> de punten oost en west. Dit vlak is het grondvlak van het equatoriale coörd<strong>in</strong>atenstelsel. Op<br />

de hemelequator zien we de uurhoek co van de Zon uitgezet. In figuur 6.3 is co negatief, want<br />

de Zon staat nog ten oosten van het zuiden. Ook de decl<strong>in</strong>atie 8 van de Zon is aangegeven.<br />

We beg<strong>in</strong>nen onze reis door het jaar <strong>in</strong> het lentepunt, als nulricht<strong>in</strong>g van het eclipticaal<br />

systeem van groot belang. We zien dan <strong>in</strong> figuur 6.2 de Aarde <strong>in</strong> een van de snijpunten van de<br />

hemelequator met het eclipticavlak. Voor een waarnemer op Aarde staat de Zon <strong>in</strong> het andere<br />

snijpunt en beschrijft tengevolge van de draai<strong>in</strong>g der Aarde de hemelequator. In figuur 6.3 is<br />

te zien dat de hemelequator de horizon snijdt <strong>in</strong> de punten oost en west. Op 21 maart komt de<br />

Zon op <strong>in</strong> het oosten, gaat door het zuiden en gaat <strong>in</strong> het westen onder. Dag en nacht zijn<br />

overal op Aarde even lang (12 uur). Deze dag wordt daarom ook wel "dag-en-nachteven<strong>in</strong>g"<br />

genoemd of lente-equ<strong>in</strong>ox 10) . Op de evenaar is dan de maximale zonshoogte 90°, de Zon staat<br />

daar dan 's middags <strong>in</strong> het zenit. Op die dag geldt voor de Zon: 8 = b = 1 = 0. Op die dag<br />

beweegt de Zon zich van het zuidelijk halfrond naar het noordelijk halfrond van de hemelbol,<br />

meer naar rechtsboven <strong>in</strong> figuur 6.3.<br />

Na 21 maart lijkt de Zon voor ons kle<strong>in</strong>e cirkels evenwijdig aan de hemelequator te beschrijven,<br />

waarbij de decl<strong>in</strong>atie 8 steeds toeneemt. Een van deze cirkels is <strong>in</strong> figuur 6.3<br />

getekend. De Zon komt op <strong>in</strong> een punt ten noorden van oost gelegen en gaat onder <strong>in</strong> een punt<br />

ten noorden van west. De dag is langer dan de nacht op het noordelijk halfrond. De decl<strong>in</strong>atie<br />

neemt toe tot de langste dag is bereikt. De Zon beschrijft dan een baan langs de kle<strong>in</strong>e cirkel<br />

op 23°26'30" ten noorden van de hemelequator. Dat gebeurt omstreeks 22 juni, het zomerpunt<br />

of zomer solstitium}^. In figuur 6.2 zien we dat de Aarde zich dan nagenoeg <strong>in</strong> het aphelium<br />

van haar baan bev<strong>in</strong>dt. De projectie van het noordelijk deel van de aardas op het eclipticavlak<br />

wijst dan naar de Zon. Op het noordelijk halfrond beg<strong>in</strong>t de zomer. Op die dag wordt tussen<br />

plaatsen met een breedte (j) = 90° (noordpool) en (() = 66°33'30 M (poolcirkel) de Aarde<br />

gedurende het hele etmaal verlicht, de "middernachtzon". De Zon bereikt voor de noordpool<br />

haar maximale hoogte van 23 o 26'30". De decl<strong>in</strong>atie van de Zon is maximaal: 8 = + 23 o 26'30"<br />

en de astronomische lengte 1 = 90°.<br />

Na 22 juni gaat de Zon weer grotere cirkels langs de hemelkoepel beschrijven, die steeds<br />

10) van het Latijnse "aequus" = gelijken "nox" = nacht<br />

11) van het Latijnse "sol" = zon en "stare" = staan<br />

131

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!