Zonnestraling in Nederland - Knmi
Zonnestraling in Nederland - Knmi
Zonnestraling in Nederland - Knmi
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Toepass<strong>in</strong>g van de cos<strong>in</strong>usregel uit de boldriehoeksmeetkunde op de boldriehoek ZLN<br />
geeft: cos 0 = cos (3 cos C, + s<strong>in</strong> P s<strong>in</strong> C, cos NZL. Hoek NZL = oc - \\f en £ = 90° - y, dus<br />
cos 0 = cos p s<strong>in</strong> y + s<strong>in</strong> p cos y cos (ot-y) (5.27)<br />
Hiermee is de hoek van <strong>in</strong>val uitgedrukt <strong>in</strong> de bekende grootheden azimut en hell<strong>in</strong>g van het<br />
vlak, azimut en hoogte van de Zon. Desgewenst kan met formule (6.1.3) de zonshoogte nog<br />
worden vervangen door decl<strong>in</strong>atie, breedtegraad en uurhoek.<br />
Uit (5.27) volgt voor het horizontale vlak, P = 0, B = I cos 6 = I s<strong>in</strong> y, dus onafhankelijk van<br />
het zonsazimut \\f. Voor een verticaal vlak, P = 90°, v<strong>in</strong>den we met (5.27) Bv = I cos 0 = I cos<br />
y cos (oc - x\f). De onder<strong>in</strong>dex v geeft aan dat het om een verticaal vlak gaat.<br />
Voor een hellend vlak is de irradiantie van de directe stral<strong>in</strong>g ook te schrijven als een<br />
comb<strong>in</strong>atie van de irradianties op het horizontale vlak en het verticale vlak (met gelijke<br />
oriëntatie als het hellende vlak), volgens<br />
Bs = B cos p + By s<strong>in</strong> P .<br />
Modellen voor tijden van een dag of langer.<br />
Voor deze categorie modellen moeten we de geometrische relatie (5.27) tussen de richt<strong>in</strong>g<br />
van de Zon en de normaal op het schu<strong>in</strong>e vlak zodanig <strong>in</strong>tegreren, dat het model voor langere<br />
tijdsduren geldig is. Daarbij gaan dan de dagelijkse gang <strong>in</strong> de zonshoogte en <strong>in</strong> de doorlaatbaarheid<br />
van de atmosfeer een rol spelen. Verder moet reken<strong>in</strong>g worden gehouden met de tijd<br />
van "zonsopkomst" en "zonsondergang" op het schu<strong>in</strong>e vlak, welke verschilt van die voor het<br />
horizontale vlak.<br />
Verschillende auteurs hebben algoritmen ontwikkeld, waar<strong>in</strong> één of meer van<br />
bovengenoemde factoren zijn meegenomen. Het gaat hierbij om de bepal<strong>in</strong>g van de factor fj<br />
uit formule (5.25)<br />
(0<br />
fj = ^-=j Icos0dt/J Icos^dt (5.28)<br />
aT<br />
-CÜ<br />
waarbij<br />
de horizontale strepen gemiddelden over een dag betekenen,<br />
-co en co de uurhoek van resp. zonsopkomst en zonsondergang,<br />
cor' de uurhoek van "zonsopkomst" voor het schu<strong>in</strong>e vlak,<br />
cos' de uurhoek van "zonsondergang" voor het schu<strong>in</strong>e vlak.<br />
Liu en Jordan (1960, 1963) hebben de <strong>in</strong>tegralen <strong>in</strong> (5.28) vereenvoudigd door te<br />
veronderstellen dat de verhoud<strong>in</strong>g tussen de directe stral<strong>in</strong>g op het schu<strong>in</strong>e vlak Bs en op het<br />
horizontale vlak B aan het aardoppervlak hetzelfde is als aan de rand van de atmosfeer, dat<br />
wil zeggen<br />
Bs _ cos 0<br />
B cos £<br />
Voor schu<strong>in</strong>e vlakken die naar de evenaar zijn gericht, dus op het noordelijk halfrond naar het<br />
zuiden, wordt (5.28) dan<br />
108