29.08.2013 Views

8 Focusing en de experiëntiële aspecten van psychotherapie

8 Focusing en de experiëntiële aspecten van psychotherapie

8 Focusing en de experiëntiële aspecten van psychotherapie

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Hoofdstuk 8 <strong>Focusing</strong> <strong>en</strong> <strong>de</strong> <strong>experiëntiële</strong> aspect<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>psychotherapie</strong><br />

l<strong>en</strong> of <strong>van</strong> het impliciete verhaal dat zich nog moet ontroll<strong>en</strong>. Interv<strong>en</strong>ties zijn erop gericht dat<br />

hij zich kan oriënter<strong>en</strong>, zoals verkeerslei<strong>de</strong>rs e<strong>en</strong> piloot assister<strong>en</strong> bij het land<strong>en</strong>. Dit houdt in<br />

dat <strong>de</strong> therapeut <strong>de</strong> cliënt helpt om contact te mak<strong>en</strong> met <strong>de</strong> omgeving, met <strong>de</strong> therapeut <strong>en</strong><br />

met zichzelf, bijvoorbeeld door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> <strong>de</strong> zog<strong>en</strong>oem<strong>de</strong> contactreflecties <strong>van</strong> Prouty (1994),<br />

die we later zull<strong>en</strong> besprek<strong>en</strong>. Daarnaast luistert <strong>de</strong> therapeut, geeft terug wat <strong>de</strong> cliënt zegt,<br />

vat sam<strong>en</strong> <strong>en</strong> herhaalt <strong>de</strong> woord<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> emotionele lading hebb<strong>en</strong>. Wanneer <strong>de</strong> cliënt amper<br />

beseft dat <strong>de</strong> therapeut luistert, maakt <strong>de</strong>ze dui<strong>de</strong>lijk dát hij luistert. Hij on<strong>de</strong>rbreekt <strong>de</strong> cliënt<br />

<strong>en</strong> herhaalt wat hij heeft gehoord. Wanneer <strong>de</strong> cliënt luid spreekt, herhaalt <strong>de</strong> therapeut nog<br />

lui<strong>de</strong>r, om <strong>de</strong> cliënt te lat<strong>en</strong> merk<strong>en</strong> dat hij niet teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> muur praat. Als <strong>de</strong> cliënt snel spreekt,<br />

herhaalt <strong>de</strong> therapeut langzamer, opdat <strong>de</strong> cliënt contact krijgt met wat hij voelt. Als <strong>de</strong> cliënt<br />

corrigeert, herhaalt <strong>de</strong> therapeut <strong>de</strong> correctie.<br />

De volg<strong>en</strong><strong>de</strong> interv<strong>en</strong>ties zijn nog meer gericht op het focuss<strong>en</strong>. De therapeut verwijst naar het<br />

impliciete gevoel <strong>van</strong> waaruit <strong>de</strong> cliënt spreekt: wat hem dwars zit. Hij b<strong>en</strong>a<strong>de</strong>rt <strong>de</strong> felt s<strong>en</strong>se<br />

met e<strong>en</strong> speciaal woordgebruik. Wat <strong>de</strong> cliënt vertelt, herhaalt hij als ding<strong>en</strong> die hem dwarszitt<strong>en</strong>,<br />

zoals: ‘Oh, dat is er ook nog gebeurd’, of ‘Dat zat je ook nog dwars’. De therapeut geeft het<br />

on<strong>de</strong>rligg<strong>en</strong><strong>de</strong> gevoel weer, zoals: ‘Dat was e<strong>en</strong> hele teleurstelling.’ De therapeut kan ook voorstell<strong>en</strong><br />

om expliciet ruimte te mak<strong>en</strong> met stap 1 <strong>van</strong> <strong>de</strong> focusingoef<strong>en</strong>ing. Als <strong>de</strong> cliënt daar<br />

moeite mee heeft, keert hij terug naar luister<strong>en</strong>, herhal<strong>en</strong> <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>. Er is dan meer tijd<br />

nodig. M<strong>en</strong> loopt niet har<strong>de</strong>r dan <strong>de</strong> cliënt. Wanneer geluisterd wordt zon<strong>de</strong>r haast, advies of<br />

oor<strong>de</strong>el, krijgt <strong>de</strong> cliënt ruimte. Daarna zal blijk<strong>en</strong> of hij ev<strong>en</strong> stil kan staan, vaart kan min<strong>de</strong>r<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> over kan gaan naar <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> fase.<br />

3.2.2 Baringsfase<br />

In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> fase begint het gesprek te haper<strong>en</strong>; <strong>de</strong> cliënt aarzelt alsof hij het spoor kwijt is.<br />

Hij twijfelt aan wat hij zojuist vertel<strong>de</strong>. Tot zijn verbazing blijkt hem iets an<strong>de</strong>rs dwars te zitt<strong>en</strong><br />

dan wat hij dacht. De woord<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> therapeut, die hij eer<strong>de</strong>r afwees, lijk<strong>en</strong> hem toch te rak<strong>en</strong>.<br />

De vaart <strong>van</strong> het gesprek neemt af <strong>en</strong> <strong>de</strong> stem veran<strong>de</strong>rt. Ze klinkt niet meer zo monotoon. De<br />

stem ‘breekt’ (Iberg, 1981). De cliënt praat zachter, zijn gelaat wordt kwetsbaar <strong>en</strong> zijn blik is naar<br />

binn<strong>en</strong> gericht. Het is het k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><strong>de</strong> mom<strong>en</strong>t <strong>van</strong> focusing: <strong>de</strong> cli<strong>en</strong>t krijgt contact met zijn<br />

felt s<strong>en</strong>se.<br />

Interv<strong>en</strong>ties tijd<strong>en</strong>s fase 2<br />

De therapeut volgt <strong>de</strong> cliënt <strong>en</strong> schakelt ook terug. Hij vermin<strong>de</strong>rt zijn interv<strong>en</strong>ties, praat langzaam,<br />

met zachte stem <strong>en</strong> gebruikt weinig woord<strong>en</strong> om <strong>de</strong> cliënt, die zich conc<strong>en</strong>treert, niet te<br />

stor<strong>en</strong>. De therapeut gaat niet prat<strong>en</strong> als er e<strong>en</strong> stilte valt, zoals helaas vaak gebeurt. Stiltes zijn<br />

k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor <strong>experiëntiële</strong> <strong>psychotherapie</strong> <strong>en</strong> bepal<strong>en</strong> het typische ritme er<strong>van</strong>. De stilte<br />

is nodig voor het innerlijke proces <strong>van</strong> focuss<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> weet dat <strong>de</strong> cliënt daarna uit zichzelf zal<br />

gaan prat<strong>en</strong>. De therapeut vraagt ook niet naar gevoel<strong>en</strong>s, omdat <strong>de</strong> cliënt daar juist naar op<br />

zoek is <strong>en</strong> het antwoord nog niet kan gev<strong>en</strong>. Hij vraagt ook niet om te focuss<strong>en</strong>, omdat <strong>de</strong> cliënt<br />

daar al mee bezig is. Wat <strong>de</strong> therapeut wel doet is zachtjes <strong>en</strong> langzaam weergev<strong>en</strong> wat <strong>de</strong> cli<strong>en</strong>t<br />

zegt of wat hij ziet: ‘Het lijkt alsof je het kan voel<strong>en</strong>’. G<strong>en</strong>dlin zegt vaak op zulke mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong>:<br />

‘Let’s keep it company’ (G<strong>en</strong>dlin, 1990a, p. 216): we assister<strong>en</strong> <strong>de</strong> cliënt om er contact mee te<br />

houd<strong>en</strong>, zon<strong>de</strong>r dat er wat moet. De cliënt heeft weinig directiev<strong>en</strong> nodig: <strong>de</strong> therapeut hoeft<br />

alle<strong>en</strong> maar af <strong>en</strong> toe blijk te gev<strong>en</strong> <strong>van</strong> zijn aanwezigheid. Later zal <strong>de</strong> cliënt er wat over zegg<strong>en</strong>.<br />

Immers, het juiste woord komt <strong>van</strong>zelf bij e<strong>en</strong> goe<strong>de</strong> focusinghouding: e<strong>en</strong> vri<strong>en</strong><strong>de</strong>lijke <strong>en</strong><br />

189

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!