29.08.2013 Views

Standplaats Imperia - Fiets

Standplaats Imperia - Fiets

Standplaats Imperia - Fiets

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Tekst & foto’s:<br />

Richard van<br />

Ameijden<br />

Benissimo!<br />

<strong>Standplaats</strong> <strong>Imperia</strong><br />

November 2008 is het frisjes in de Ligurische Alpen. Maar langs<br />

de Via Aurelia voel je het voorjaar en Milaan-San Remo al<br />

naderen. Richard van Ameijden reed over de beroemde Capi en<br />

maakte klimtochten door het stille kustgebergte.<br />

V<br />

anaf maart 2008 fietste ik nauwelijks door de<br />

ziekte van Pfeiffer. Maar tijdens de fietsbeurs<br />

Bike MOTION in de Jaarbeurs in Utrecht in<br />

de herfst van vorig jaar begint het weer te kriebelen.<br />

Mijn oog valt op de Italiaanse Rivièra. Die biedt een<br />

combinatie van glooiende wegen, niet te zware<br />

beklimmingen en redelijke temperaturen. Maar aan<br />

het eind van oktober was het er nog bar en boos met<br />

wateroverlast, afgesloten wegen en sneeuw boven<br />

1250 meter hoogte. Gelukkig schijnt begin november<br />

de zon weer in <strong>Imperia</strong>, bij 18°C. Terug op het zadel<br />

begin ik meteen maar met de finale van Milaan-San<br />

Remo.<br />

1. Cipressa-Poggio-Ghimbegna: 105 km/1600 hm<br />

<strong>Imperia</strong> herken ik van tv door het smalle straatje waar het peloton zich<br />

doorheen moet wurmen. In een gewoon weekeinde blijkt het ook dringen<br />

op de beroemde Via Aurelia. Snelle of complete ploegen, senioren en<br />

families ‘fietsflaneren’ voorbij op blinkend of verzorgd klassiek materiaal.<br />

De Cipressa (233 m) is een sfeervol, leuk klimmetje vanuit hartje San<br />

Lorenzo. Bergaf denk ik terug aan de val van Jan Raas; ik zie hem weer<br />

over de reling op de olijfbomen landen. Tja, die bocht onderin ligt ook<br />

verkeerd. De westkant van de Cipressa is lastiger met 3 kilometer van 7<br />

procent.<br />

Op de flauwe rimpel die de Capo Verde is, wordt in de koers massaal de<br />

sprint ingezet om de kopmannen af te zetten voor de Poggio (149 m).<br />

Het is niet raar dat renners daar in de remmen moeten, want tot de<br />

eerste bocht stijgt het nauwelijks.<br />

Als slotklim is de Poggio eigenlijk<br />

te eenvoudig voor de profs. De<br />

selectie wordt eerder gemaakt en<br />

de definitieve ontsnappingen zijn<br />

tegenwoordig bergaf, of pas in San<br />

Remo. En ondanks alle historie is<br />

de Poggio door de vele plastic<br />

serres landschappelijk een gruwel.<br />

Aan de voet van de Poggio hangt<br />

een bord: Monte Ceppo 33 km.<br />

Boven laat ik de klassieke afdaling<br />

links liggen en fiets ik door naar<br />

het oude Ceriana (370 m).<br />

Opmerkelijk is dat ik de hele week<br />

op 5 kilometer van de kustweg af<br />

nauwelijks fietsers zie. De zon<br />

wordt afgeschermd door bewolking,<br />

die vanaf 800 meter hoogte<br />

overgaat in damp. Na Santuario<br />

(580 m) klim ik naar de Passo<br />

Ghimbegna (898 m). Ik volg het<br />

weggetje, deels door een dicht bos,<br />

naar de Monte Ceppo (1627 m).<br />

Na 5 kilometer staat bij de afslag<br />

een bord, chiuso, wegens sneeuw.<br />

Geen alternatieven, dus daal ik via<br />

Vignai naar de kust en <strong>Imperia</strong>.<br />

Lekker om weer te fietsen!<br />

2. Óggia-Teglia-San<br />

Bartolomeo & de Capi:<br />

110 km/2250 hm<br />

Via het mooie dorpje Dolcedo fiets<br />

ik over de slingerende SP40, een<br />

van de Strada dell’Olio, naar<br />

Pantasina (425 m). Eenvoud en<br />

kleinschaligheid zijn hier troef,<br />

met fraai gelegen dorpjes,<br />

terrassen met olijfbomen,<br />

klassieke landbouwwerktuigen en<br />

loslopende kippen. Veel oude<br />

mensen werken nog op het land.<br />

Alles tiptop bij de twee Italianen: Bianchi 928, witte<br />

Scott Addict Ltd, de heren in smetteloos wit pak met<br />

WK-strepen<br />

Groter kan het verschil bijna niet<br />

zijn met het moderne leven aan de<br />

kust zo nabij. Ik geniet van de<br />

sfeer van dit landschap, beseffend<br />

hoe generaties hun energie en<br />

liefde hiervoor hebben aangewend.<br />

Na Pantasina volg ik de stille klim<br />

naar de Col d’Óggia (1167 m) met<br />

mooi uitzicht op de vallei bij<br />

Borgomaro. Naar het einde wordt<br />

het steiler met stroken slecht<br />

wegdek en mist. Op de frisse top –<br />

6º C – ligt een gesloten pand;<br />

damp wordt over de bergkam<br />

gejaagd. Even een jasje aan voor<br />

een paar kilometer dalen en dan<br />

Reisinfo<br />

<strong>Imperia</strong> is een leuk stadje (40.000 inwoners) aan de Riviera dei Fiori. Het heeft een oude dom,<br />

smalle oude straatjes, Italiaanse grandeur en gezellige drukte. Het aangrenzende Oneglia heeft<br />

prachtige winkelstraten. Aan de westkant van de stad zit een wielerzaak aan de Via Aurelia. Bijna<br />

elk stadje heeft er wel eentje aan deze fraaie SS1. Op www.imperia.it vind je info over hotels en<br />

campings. Ik verkoos de rust 5 kilometer buiten <strong>Imperia</strong>: www.albergodolcedo.it (eenvoudig,<br />

voldoende kwaliteit). De eigenaar koerste zelf 15 jaar – genoeg stof om een praatje te maken.<br />

Klimwerk: www.cyclingcols.com en www.challenge-big.eu<br />

Reizen: met de auto 1275 km vanaf Utrecht.<br />

Lezen: ANWB Gouden serie Noord-Italië.<br />

Kaarten: Touring Club Italiano, Liguria, 1:200.000. Vooraf smullen met deze prachtige<br />

wegenkaart.<br />

<strong>Standplaats</strong><br />

weer bergop richting Passo di Teglia (1387 m). Maar<br />

deze col blijkt ook nog gesloten. Ik trek meer<br />

winterkleren aan en daal 18 kilometer via Rezzo<br />

(563 m) richting Pieve di Teco (240 m). Voor het dorp<br />

klim ik naar de Col San Bartolomeo (620 m), waar ik<br />

in het café opwarm bij een caffe lungo. Door het raam<br />

zie ik de Passo di Ginestro (677 m) liggen, een tip van<br />

de albergerio uit Dolcedo én een aanrader. Het mooiste<br />

komt na de afdaling en Testico. Vanaf daar glooit de<br />

SP18 kilometers langs de kam van de berg, soms met<br />

uitzicht naar beide kanten. Boven Alassio krijg ik een<br />

prachtig panorama op de stad. De perfecte afdaling<br />

maakt het plaatje compleet.<br />

In Alassio hebben de renners in Milaan-San Remo<br />

ruim 200 kilometer achter de wielen, als de finale<br />

begint. In de laatste 50 kilometer zitten de Capi: de<br />

Mele is de makkelijkste, de Mimosa de mooiste en de<br />

Capo Berta de zwaarste. Goed voor een monument<br />

van Coppi. Met standaard tegenwind stranden vroege<br />

vluchters meestal voor <strong>Imperia</strong> en Cipressa.<br />

3. San Bartolomeo-Nava-San Bernardo:<br />

110 km/2000 hm<br />

Na een rustdag met regen en onweer is het zwaar<br />

bewolkt en 14ºC, maar ligt de weg droog. Ik ga op pad<br />

over de SS28, de kortste verbindingsweg tussen<br />

<strong>Imperia</strong> en Turijn via de Colle di Nava. Op de druk<br />

bereden route worden nieuwe tunnels aangelegd,<br />

zoals bij Chiusavéchia. Na de hoosbuien van gisteren<br />

zorgt dit voor vette moddersporen en steenslag. Om<br />

de andere tunnels te vermijden, klim ik via Caravonica<br />

(360 m) naar de Col San Bartolomeo (620 m). Acht<br />

kilometer dalen brengt me in Pieve di Teco (240 m),<br />

waar ik pauzeer bij nieuwe bouwwerken om het<br />

(vracht)verkeer uit de dorpjes te weren.<br />

De Colle di Nava (934 m) is 10 kilometer gemiddeld 7<br />

procent, vergelijkbaar met de Télégraph. Aan de goed<br />

uitgebouwde weg liggen de dorpjes Pornassi en Case<br />

102 www.fiets.nl / maart 2009 www.fiets.nl / maart 2009 103<br />

<strong>Imperia</strong><br />

De prachtige SP18<br />

naar Alassio<br />

>


Fraai uitzicht op<br />

Triora<br />

<strong>Standplaats</strong><br />

De Poggio op de<br />

grote plaat<br />

Jong geleerd, oud<br />

gedaan<br />

Rosse, waar het mistig begint te worden. De top, met<br />

een enorme bunker, is dan snel bereikt. Alle voorzieningen<br />

getuigen van zomerse drukte, maar nu is het<br />

uitgestorven, koud en troosteloos.<br />

Ik daal een kilometer naar Nava (898 m), waar ik de<br />

SP100 naar de Colle de San Bernardo (1263 m) volg.<br />

Het goed geasfalteerde weggetje stijgt meteen 4<br />

kilometer pittig in de dichte mist met 50 meter zicht.<br />

Na een tunneltje golft de weg naar de top. Op het<br />

asfalt ‘golft’ het ook ineens, want een stortbui zet de<br />

De groep oude stamgasten becommentarieert in alle<br />

rust mijn natte fietsoutfit<br />

weg blank, beekjes stromen omlaag. Er is geen plek<br />

om te schuilen, dus ga ik naar de col, maar alles is<br />

dicht. Onder een afdak ruil ik mijn kletsnatte kleren<br />

voor droge uit mijn rugzakje. Het is gemeen koud met<br />

4°C. Dus maak ik snel een foto van het bord richting<br />

de onverharde Col de Garezzo (1801 m) uit het internationale fietsklimbrevet<br />

BIG. Na een energiegel spoel ik met sportdrank nog twee stroopwafels<br />

weg. Links daal ik geconcentreerd naar Mendática af. Het nieuwe<br />

asfalt, de regen en herfstbladeren maken de bochten spekglad. Dan naar<br />

Peccato: wat een fraai weggetje! Bij het dorpje wordt de regen gelukkig<br />

minder. Voor de zekerheid vul ik nog een bidon bij de waterpomp. Een<br />

eind lager rijd ik de wolken uit en wordt het droog.<br />

In Pieve di Teco ‘warm’ ik op in hetzelfde café en klik ik daarna mijn<br />

kletsnatte schoenen in de pedalen. Gelukkig loopt de weg even omhoog<br />

om de bloedsomloop te prikkelen. Maar het is genoeg voor vandaag, en<br />

dus fiets ik de hele ‘tunnelroute’ terug. <strong>Fiets</strong>en is er (nog) toegestaan en<br />

het scheelt de Colle San Bartolomeo. Na een lang viaduct trotseer ik de<br />

eerste van zes goedverlichte tunnels; de langste is 2 kilometer, de kortste<br />

120 meter. De weg gaat voornamelijk bergaf naar <strong>Imperia</strong>, maar helaas<br />

door nog meer bagger van de tunnelbouw. Eindelijk ben ik er. Eerst zelf<br />

douchen, dan de fiets schoonspuiten.<br />

4. Toirano-Melogno: 105 km/2550 hm<br />

De volgende ochtend is het nog fris en dampig. Langzaam trekken de<br />

wolken op, dus probeer ik een korte rit in de buurt te rijden. Met de auto<br />

ben ik in een half uur in Borghetto Santo Spirito. Ook hier blaast uit de<br />

bergen een koude, harde noordenwind en vallen er nog druppels. Na<br />

koffie en krant vertrek ik aan het eind van de ochtend toch nog. Omdraaien<br />

kan altijd nog, denk ik. In 19 kilometer klim ik naar Giogo di Toirano<br />

(807 m), een leuke en gelijkmatige beklimming. De bergwanden lijken op<br />

Franse gorges, Toirano is bekend om zijn grotten. Verderop wordt er<br />

industrieel aan de bergwand geknaagd. Boven Carpe (408 m) heb je goed<br />

zicht op die afgravingen én ook op de Mar Lígure. Het weer lijkt op dat<br />

van gisteren. Tot 500 meter hoogte is het droog, daarna begint de<br />

motregen en boven de 800 meter de mist. Ondanks de harde tegenwind<br />

geniet ik van klim en uitzicht. Op de top maak ik dankbaar gebruik van<br />

een halfopen picknickhutje om extra kleren aan te doen.<br />

Na de col zie ik alleen maar damp hangen; ik gok dat het door de wind<br />

niet gaat regenen. Verderop in Bardineto (711 m) maak ik een mooi lusje<br />

over de makkelijke Colle Scravaion (820 m), de Colle San Bernardo<br />

(857 m) en de korte, pittige Colle<br />

Quazzo (1098 m). Helaas blijft<br />

deze route in nevelen gehuld en<br />

begint het asfalt door de regen als<br />

een ouderwets diafilmpje te<br />

glanzen in de afdaling naar<br />

Calizzano (647 m). Ik pauzeer hier;<br />

de groep oude stamgasten<br />

monstert en becommentarieert in<br />

alle rust mijn natte fietsoutfit.<br />

’s Avonds lees ik de naam op het<br />

bonnetje: bar K2. Koud was het,<br />

maar geen zone des doods.<br />

Terug naar de kust beklim ik de<br />

Colle di Melogno (1028 m). Die is<br />

9 kilometer met gemiddeld 4,2<br />

procent. Bergop fiets ik mezelf<br />

warm, zeker als het leuke weggetje<br />

gaandeweg in het bos aantrekt tot<br />

8 procent. Het regent niet meer,<br />

maar de top zit in de mist. Ik zie<br />

contouren van vervallen gebouwen,<br />

kom dan bij een tunneltje en<br />

het bord van de col. Aan de andere<br />

kant is na een kilometertje afdalen<br />

de mist opgelost en zie ik stadjes<br />

aan de kust liggen. Over een goede<br />

weg daal ik verder en ik neem de<br />

afslag via Magliolo en Tovo naar<br />

Pietra Ligure. Deze weg biedt<br />

prachtige vergezichten. Nog 6<br />

kilometer over de kustweg met de<br />

wind in de rug.<br />

5. Langan: 130 km/1600 hm<br />

De zon is terug door wind van zee<br />

en de wereld kleurt meteen anders.<br />

Die zeewind staat pal tegen als ik<br />

via San Remo en Ospedaletti over<br />

de SS1 naar Ventimiglia rouleer.<br />

Op de Via Aurelia en aangrenzende<br />

stadjes kom ik ogen en<br />

oren te kort. Ogen voor<br />

de klassieke of mediterraan<br />

gekleurde<br />

gebouwen, de uitbundige<br />

vegetatie en de<br />

Italiaanse rijstijl. Oren<br />

voor het luidruchtige<br />

buitenleven en de<br />

armada scooters<br />

onderweg. In San<br />

Remo staat zo’n lange<br />

rij bromvliegen<br />

geparkeerd, zoals<br />

fietsen bij onze<br />

<strong>Standplaats</strong><br />

Overal romantisch gelegen bergdorpjes<br />

Een kletsnatte novembermiddag bij Mendatica<br />

stations. De laatste 10 kilometer rijd ik met twee<br />

Italianen mee. Bij hen is alles tiptop: Bianchi 928,<br />

witte Scott Addict Ltd, smetteloos wit pak met<br />

WK-strepen en een kruiwagen sponsors van CC<br />

Bordighera. Ze onderhouden een straf tempo. Vlak<br />

voor Ventimiglia gaan we richting Dolceacqua, een<br />

prachtig plaatsje om te pauzeren na 50 kilometer.<br />

Verderop is Pigna (280 m) met het hoger gelegen<br />

Castel Vittorio ook een fotogeniek dorpje, waar ik<br />

naar de Colle di Langan (1130 m) fiets. Het is een<br />

mooie klim over 13 kilometer en 850 hoogtemeters.<br />

De weg is smal, het begin van de klim pittig met vijf<br />

bochten, maar de zon schijnt op de rug. Na een<br />

rustiger middenstuk volgt de finale met vier lastige<br />

kilometers. Ook hier wordt het nevelig tot de verlaten<br />

top. Daar ligt een vervallen gebouw en dito bunker.<br />

In de steile, goedlopende afdaling naar Molini di<br />

Triora (460 m) krijg ik uitzicht op het prachtig hoger<br />

gelegen Triora, dat met mijn huidige conditie nu nog<br />

een streepje te veel is. Vanaf Molini gaat het 25<br />

kilometer stroomafwaarts en over de Via Aurelia nog<br />

18 kilometer met een straffe wind in de rug. De<br />

beloning voor een weekje trainen.<br />

En wat zeggen de Italianen over Liguria? Benissimo!<br />

104 www.fiets.nl / maart 2009<br />

www.fiets.nl / maart 2009 105<br />

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!