Maatschappelijk Verslag 2005/2006 Regio Antwerpen - ExxonMobil
Maatschappelijk Verslag 2005/2006 Regio Antwerpen - ExxonMobil
Maatschappelijk Verslag 2005/2006 Regio Antwerpen - ExxonMobil
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Energie. Uitdaging voor iedereen. Prioriteit voor ons. <br />
<strong>Maatschappelijk</strong> <strong>Verslag</strong> <strong>2005</strong>/<strong>2006</strong><br />
<strong>Regio</strong> <strong>Antwerpen</strong>
2<br />
Joost Van Roost
Woord vooraf<br />
Om te overleven en vooruit te komen heeft de mensheid energie nodig. Dat geldt voor mensen<br />
zoals wij, die gewend zijn aan de overvloedige aanwezigheid van energie in allerlei vormen, maar zeker ook voor<br />
honderden miljoenen inwoners van ontwikkelingslanden, die vaak nog aangewezen zijn op houtvuurtjes en kaarsen.<br />
In ons deel van de wereld beschouwen we energie als iets vanzelfsprekends. Er komt elektriciteit uit het stopcontact en<br />
benzine en diesel uit de pomp, en we hoeven alleen maar de thermostaat hoger te zetten als het koud is in huis. We<br />
kunnen ons eigenlijk niet of nauwelijks voorstellen dat dit ook anders zou kunnen zijn. Maar toch. In de komende jaren en<br />
decennia moeten werkelijk astronomische bedragen worden geïnvesteerd om de energiebevoorrading op peil te<br />
houden. Energiebedrijven zoals <strong>ExxonMobil</strong> spelen daarbij een centrale, onmisbare rol.<br />
Wat voor energieopwekking geldt, is grosso modo ook van toepassing op een andere kernactiviteit van <strong>ExxonMobil</strong>: de<br />
productie van grondstoffen en halffabrikaten voor de chemische industrie. Ook kunststoffen zijn vanzelfsprekend, zó<br />
vanzelfsprekend dat weinigen beseffen dat veel vanouds door de mens gebruikte materialen en stoffen, zoals metaal,<br />
hout en textiel, pas recentelijk door synthetische producten zijn vervangen. Dit feit kunnen we illustreren met een<br />
onderhoudend gedachtespelletje: kijk om u heen en denk alles weg wat van kunststof is. Vooral in de auto is dit spel een<br />
echte eye-opener.<br />
De productie en het gebruik van energie en chemische producten heeft zoals bekend ook een schaduwzijde: milieubelasting.<br />
Het verbranden van fossiele brandstoffen – olieproducten, aardgas en steenkool – veroorzaakt emissies van<br />
veelal ongewenste stoffen. Bij de productie van oliederivaten en chemische grondstoffen ontstaat afval. Tenslotte brengt<br />
het transport van olie, gas en chemische producten veiligheids- en milieurisico’s met zich mee.<br />
<strong>ExxonMobil</strong> beschouwt het als zijn plicht om hier verantwoord mee om te gaan. Dat betekent dat onze onderneming<br />
alles wat het doet duurzaam wenst te doen. Daarbij moeten we bedenken dat duurzaamheid meer is dan milieuzorg.<br />
Duurzame ontwikkeling vereist een gebalanceerde aanpak, waarbij met economische, sociale en ecologische belangen<br />
rekening wordt gehouden. Milieumaatregelen of investeringen die de economische en sociale aspiraties van samenlevingen<br />
belemmeren, beschouwen wij daarom als niet duurzaam.<br />
<strong>Maatschappelijk</strong> verantwoord ondernemen omvat overigens veel meer dan duurzaam produceren. Wij hechten ook grote<br />
waarde aan zakelijke ethiek, aan een veilige en gezonde werkomgeving, aan het bevorderen van diversiteit in ons<br />
personeelsbestand en aan gevarieerde loopbaanmogelijkheden voor onze medewerkers. Ook steunen we graag –<br />
financieel of anderszins – initiatieven die ten goede komen aan de samenleving.<br />
In dit <strong>Maatschappelijk</strong> <strong>Verslag</strong> treft u hiervan veel voorbeelden aan. Van de economische en sociale bijdrage die wij<br />
leveren tot aan het beleid dat we voeren, de maatregelen die we nemen en de investeringen die we doen. En dat alles<br />
slechts met één doel: onze samenleving van voldoende energie en grondstoffen te voorzien. Duurzaam, dat wil zeggen<br />
blijvend.<br />
Joost Van Roost<br />
voorzitter<br />
<strong>ExxonMobil</strong> Petroleum & Chemical bvba<br />
3
4<br />
De raffinaderij van <strong>ExxonMobil</strong> in <strong>Antwerpen</strong> heeft een verwerkingscapac
iteit van 13,5 miljoen ton aardolie.<br />
5
6<br />
OLIE<br />
is meer dan<br />
een bron van<br />
energie<br />
Hoofdstuk 1<br />
<strong>ExxonMobil</strong> in België en de<br />
Provincie <strong>Antwerpen</strong><br />
In België kennen veel mensen <strong>ExxonMobil</strong> onder de naam Esso.<br />
Toch zijn de gelijknamige tankstations maar één onderdeel van ons<br />
concern. <strong>ExxonMobil</strong> houdt zich wereldwijd bezig met de winning,<br />
verkoop en distributie van aardolie en aardgas, de raffinage en<br />
marketing van olieproducten en de productie en marketing van uit<br />
oliefracties gewonnen grondstoffen voor de chemische industrie.<br />
In <strong>2005</strong> was de wereldwijde omzet van <strong>ExxonMobil</strong><br />
359 miljard dollar, de winst na belasting<br />
bedroeg 36 miljard dollar. Een niet onbelangrijk<br />
deel van de activiteiten van de onderneming vindt<br />
plaats in België. En dat is al heel lang zo. De<br />
economische betekenis van <strong>ExxonMobil</strong> voor ons<br />
land gaat terug tot 1891, toen Amerikaanse,<br />
Nederlandse en Belgische zakenlieden in<br />
Rotterdam en <strong>Antwerpen</strong> een overeenkomst<br />
sloten om hier petroleum op de markt te brengen<br />
van de door de beroemde John D. Rockefeller<br />
opgerichte Standard Oil Company. <strong>Antwerpen</strong><br />
hield in de loop der jaren zijn spilfunctie voor de<br />
onderneming. De verkoop- en distributiemaatschappij<br />
van de beginjaren veranderde na de<br />
ingebruikname van een kleine raffinaderij ten<br />
zuiden van <strong>Antwerpen</strong> in de jaren dertig in een<br />
geïntegreerde oliemaatschappij. Na de Tweede<br />
Wereldoorlog, in 1953, verrees bij het net<br />
aangelegde Marshall-dok een nieuwe, veel<br />
grotere raffinaderij en een brandstofdepot. De<br />
eerste chemische installaties – productieeenheden<br />
voor solventen – werden in 1956 in het<br />
raffinaderijcomplex geïntegreerd. Meer investeringen<br />
volgden. Kort na de grondige uitbreiding<br />
en modernisatie van de raffinaderij (voltooid in<br />
1976) begon de bouw van een polyethyleenfabriek<br />
langs het Albertkanaal, bij Meerhout<br />
(Provincie <strong>Antwerpen</strong>). Deze Meerhout Polymers<br />
Plant (MPP) startte in 1977 met de productie. In<br />
1979 werd vervolgens een op de linker Scheldeoever<br />
gevestigde polyethyleenfabiek overgenomen<br />
van een concurrent: de Antwerp Polymers<br />
Plant (APP).<br />
Ook buiten de Provincie <strong>Antwerpen</strong>, heeft<br />
<strong>ExxonMobil</strong> vestigingen. In Virton (Provincie<br />
Luxemburg), beschikt <strong>ExxonMobil</strong> Chemical sinds<br />
1979 over een fabriek die polypropyleen verpakkingsfilm<br />
produceert. In Sclessin (Luik) en Doornik<br />
bevinden zich brandstofdepots. <strong>ExxonMobil</strong>’s<br />
regionale hoofdkantoor voor Europa, Afrika en<br />
het Midden-Oosten is in Machelen (Brussel)<br />
gevestigd. Daar bevindt zich ook het Technology<br />
Center, een petrochemisch onderzoeks- en<br />
ontwikkelingslaboratorium.<br />
Het hoofdkantoor van <strong>ExxonMobil</strong>’s Beneluxorganisatie<br />
is sinds 1987 vlak over de grens, in<br />
Breda, gevestigd.<br />
<strong>ExxonMobil</strong> verschaft in België (inclusief het<br />
kantoor in Breda) rechtstreeks werk aan 3190<br />
personen. Indirect profiteren tal van bedrijven en<br />
hun medewerkers, in het bijzonder de honderden<br />
Esso-verkooppunten, de aannemers en leveranciers,<br />
van de aanwezigheid van het grootste<br />
olieconcern ter wereld.
Energie voor de toekomst<br />
De uitdaging waarvoor de wereld staat, is de<br />
energievoorziening ook voor toekomstige generaties<br />
veilig te stellen. Naar de stellige overtuiging<br />
van <strong>ExxonMobil</strong> en onafhankelijke experts zullen<br />
fossiele brandstoffen daarbij de komende<br />
decennia een onmisbare rol blijven spelen. Voor<br />
andere energiebronnen is vooralsnog geen<br />
hoofdrol weggelegd. In Europa en dus ook België<br />
is dat niet anders. Olie is meer dan een bron van<br />
energie. Het is ook de grondstof van een van de<br />
belangrijkste industrieën van ons land: de (petro-)<br />
chemie. De ontwikkeling van deze sector heeft in<br />
de afgelopen decennia een enorme vlucht<br />
genomen. Hij is goed voor een omzet van circa<br />
E47,3 miljard*, wat gelijk staat aan 20 procent van<br />
de totale omzet van de industrie. Daarmee staat<br />
de chemische sector op de tweede plaats. Er<br />
werken in totaal 96.692 mensen*.<br />
<strong>Maatschappelijk</strong> verantwoord<br />
Wij vinden dat de manier waarop onze onderneming<br />
opereert minstens even belangrijk is als<br />
het doel dat zij nastreeft. Met andere woorden:<br />
we willen de samenleving niet alleen dienen met<br />
onze economische activiteiten en producten,<br />
maar ons ook maatschappelijk verantwoord<br />
gedragen. Dat betekent dat we de veiligheid en<br />
gezondheid van al onze medewerkers, aannemers<br />
en klanten voorop stellen bij alles wat we doen.<br />
Dat onze fabrieken milieuzorg hoog in hun<br />
vaandel hebben staan. Dat we strikte ethische<br />
normen hanteren bij het zakendoen, dat we een<br />
personeelsbeleid voeren dat iedereen die bij ons<br />
wil werken of werkt gelijke kansen biedt. Dat we<br />
de wet compromisloos naleven. Dat we samenwerken<br />
met overheden, andere bedrijven en<br />
maatschappelijke organisaties om onze prestaties<br />
op met name het gebied van veiligheid, gezondheid<br />
en milieu te verbeteren. En ten slotte dat we<br />
financieel of anderszins bijdragen aan maatschappelijke<br />
en culturele activiteiten en initiatieven.<br />
Rijden over olie<br />
Niet veel automobilisten zullen het beseffen maar als ze eenmaal<br />
onderweg zijn, rijden ze niet alleen op maar ook over een olieproduct.<br />
De zwaarste oliefractie, bitumen, dient namelijk als bindmiddel voor<br />
het wegenasfalt. Bij de productie van dit asfalt komt overigens meer<br />
kijken dan het aan elkaar lijmen van steentjes. De kenmerken van het<br />
asfalt, geluidsproductie, waterafvoer, worden in belangrijke mate<br />
bepaald door de kwaliteit van het bitumen en van de gebruikte<br />
toevoegingen. <strong>ExxonMobil</strong> is namelijk behalve producent van kwaliteitsbitumen<br />
ook leverancier van co-polymeren, Polybilt, die worden<br />
gebruikt bij de aanleg van snelwegen en vliegvelden. Dit product van<br />
APP gaat spoorvorming in het asfalt tegen, verbetert de waterafvoer<br />
en vermindert de slijtage van het wegdek. <strong>ExxonMobil</strong> draagt op deze<br />
manier bij tot het veiliger maken van het verkeer.<br />
Exxonmobil in de Provincie<br />
<strong>Antwerpen</strong><br />
<strong>ExxonMobil</strong> is met een raffinaderij en drie<br />
chemische fabrieken ruim vertegenwoordigd in<br />
de Provincie <strong>Antwerpen</strong>. De productieactiviteiten<br />
vinden plaats op drie locaties:<br />
<strong>Antwerpen</strong> | Raffinaderij<br />
| Antwerp Performance<br />
Intermediates Plant<br />
| FAO (Joint Venture)<br />
Zwijndrecht | Antwerp Polymers Plant (APP)<br />
Meerhout | Meerhout Polymers Plant (MPP)<br />
Van belang voor onze raffinaderij in <strong>Antwerpen</strong> is<br />
dat <strong>ExxonMobil</strong> mede-eigenaar is van de RAPL<br />
(Rotterdam Antwerp PipeLine). Dit is een pijpleiding<br />
waarmee Belgische raffinaderijen van<br />
aardolie worden voorzien.<br />
De raffinaderij | De <strong>ExxonMobil</strong>-raffinaderij in<br />
<strong>Antwerpen</strong> is sinds de officiële opening in 1953<br />
diverse malen uitgebreid en vernieuwd. De laatste<br />
* Bron: FEDICHEM<br />
7
8<br />
Steeds meer warmtekracht<br />
<strong>ExxonMobil</strong> In België en de Provincie <strong>Antwerpen</strong><br />
Sinds <strong>ExxonMobil</strong> een halve eeuw geleden zijn eerste warmtewisselaar<br />
installeerde is het doorgegaan met het steeds energie-efficiënter<br />
maken van zijn fabrieken. Daarbij is een steeds belangrijker rol weggelegd<br />
voor warmtekrachtcentrales (ook wel cogeneration- of COGENinstallaties<br />
genoemd). Deze wekken elektriciteit op maar met een veel<br />
hoger energierendement dan conventionele centrales. Wereldwijd<br />
heeft <strong>ExxonMobil</strong> er inmiddels 85 gebouwd met een gezamenlijk<br />
vermogen van 3700 MW. De energie die daarmee is en wordt bespaard,<br />
leidt tot een forse vermindering van de CO 2 -emissies. Om<br />
dezelfde besparing te realiseren zouden we permanent ruim één<br />
miljoen auto’s van de Europese wegen moeten halen.<br />
In <strong>Antwerpen</strong> staat al sinds het midden van de jaren negentig een<br />
COGEN van 48 MW. Ruwweg produceert deze evenveel elektriciteit<br />
als de raffinaderij zelf nodig heeft. En er is een nieuwe, aanmerkelijk<br />
grotere warmtekrachtcentrale in aantocht. In <strong>2006</strong> zijn de voorbereidingen<br />
voor de bouw gestart en in 2008 zal deze COGEN een vermogen<br />
van 130 MW aan het Belgische elektriciteitsnet kunnen toevoegen (zie<br />
de kadertekst op pag. 16 voor meer informatie over warmtekrachtcentrales<br />
en het project van <strong>ExxonMobil</strong>).<br />
volledige modernisering dateert van de tweede<br />
helft van de jaren zeventig, maar ook daarna zijn<br />
nieuwe fabrieken en eenheden gebouwd en<br />
bestaande installaties vernieuwd. Het fabriekscomplex<br />
heeft nu een verwerkingscapaciteit van<br />
circa 13,5 miljoen ton ruwe olie per jaar. Naast de<br />
basiseenheden, een atmosferische en vacuümdestillatie-eenheid<br />
en een benzinefabriek, heeft<br />
de raffinaderij een grote katalytische kraakeenheid,<br />
de CATCRACKER, die zware in lichte olieproducten<br />
omzet. Verder zijn er ontzwavelingseenheden,<br />
een zwavelfabriek en een asfaltfabriek. De<br />
raffinaderij produceert haar eigen waterstof in een<br />
speciaal voor dit doel ontworpen installatie. In<br />
1991 werd de raffinaderij uitgebreid met een<br />
alkylatie-eenheid en fabriek voor de productie van<br />
hogere olefinen.<br />
De belangrijkste producten zijn LPG, benzine,<br />
nafta, kerosine, dieselolie, huisbrandolie, zwavel,<br />
bitumen (asfalt) en grondstoffen voor de chemische<br />
industrie. Een bijzonderheid van de Essoraffinaderij<br />
in <strong>Antwerpen</strong> is dat er ook solventen<br />
of oplosmiddelen geproduceerd worden. Deze<br />
vloeistoffen ontstaan door ver doorgevoerde<br />
destillatie van de lichtere oliefracties die in het<br />
raffinageproces ontstaan (zie de betreffende<br />
passage hieronder).<br />
Belangrijk is het efficiënte energieverbruik. Door<br />
het inzetten van warmtewisselaars en de goede<br />
isolatie blijft veel warmte in de fabriek. Met een<br />
eigen warmtekrachtcentrale (COGEN) die gas<br />
verbrandt om elektriciteit en stoom te produceren,<br />
voorziet de raffinaderij voor een belangrijk<br />
deel in haar eigen elektriciteitsbehoefte. Deze<br />
centrale heeft een veel hoger rendement dan een<br />
gewone elektriciteitscentrale. Het laatste pluspunt<br />
voor het milieu dat we noemen, is de geavanceerde<br />
afvalwaterzuivering, een drietrapsreiniging<br />
inclusief bioloog, waarin miljoenen bacteriën zich<br />
tegoed kunnen doen aan de laatste olieresten die<br />
in het gezuiverde water zijn achtergebleven.<br />
Antwerp Performance Intermediates Plant<br />
(APIP) | De Performance Intermediates Plant in<br />
<strong>Antwerpen</strong> is een van de grootste en modernste<br />
fabrieken ter wereld voor de productie van<br />
performance fluids of alifatische en aromatische<br />
oplosmiddelen. De fabriek, die werd gebouwd in<br />
de jaren zestig en gemoderniseerd in de jaren<br />
zeventig, is volledig geïntegreerd in de raffinaderij.<br />
De installaties hebben een gezamenlijke<br />
capaciteit van 600.000 ton oplosmiddelen en<br />
100.000 ton hogere olefinen. De toepassingen<br />
voor deze producten zijn zeer divers. Ze worden<br />
gebruikt als oplosmiddel voor verf, (auto-) lak,<br />
landbouwchemicaliën, cosmetica en additieven<br />
voor olie en brandstof, maar ook in drijfgassen.<br />
Op het terrein van APIP bevindt zich ook een<br />
overslagterminal voor ethyleengas, de grondstof<br />
voor de productie van polyethyleen.
Antwerp Polymers Plant (APP) en Meerhout<br />
Polymers Plant (MPP) | <strong>ExxonMobil</strong> beschikt in<br />
de Provincie <strong>Antwerpen</strong> over twee polyethyleenfabrieken.<br />
De Antwerp Polymers Plant in Zwijndrecht is de<br />
oudste van de twee en dateert uit 1968. Elf jaar na<br />
de ingebruikname, in 1979, kocht de rechtsvoorganger<br />
van <strong>ExxonMobil</strong> Chemical, EssoChem,<br />
deze fabriek.<br />
Het productieproces van de twee polyethyleenfabrieken<br />
is vergelijkbaar. De grondstof, ethyleengas,<br />
is merendeels afkomstig van FAO (een joint<br />
venture van <strong>ExxonMobil</strong> met Total) en Exxon-<br />
Mobil-vestiging in Fife in het Verenigd Koninkrijk.<br />
Het gas wordt per schip afgeleverd bij de<br />
<strong>ExxonMobil</strong>-raffinaderij in <strong>Antwerpen</strong>, opgeslagen<br />
in een grote tank en vervolgens via een<br />
pijpleiding naar respectievelijk de overkant van<br />
de Schelde en Meerhout gepompt. Via<br />
een bijzonder procédé wordt het omgezet in<br />
polyethyleenmoleculen die uiteindelijk het<br />
proces verlaten als twee millimeter grote plastic<br />
bolletjes (pellets).<br />
Het productengamma omvat verschillende<br />
polyethyleensoorten met een lage dichtheid<br />
(LDPE) en – voornamelijk in Zwijndrecht –<br />
co-polymeren.<br />
Ondanks de vele overeenkomsten zijn APP en MPP<br />
toch heel verschillende fabrieken. Het onderscheid<br />
zit in de procesinstallaties en, daarmee in samenhang,<br />
de graad van specialisatie. APP heeft zes<br />
productielijnen en vervaardigt daarmee veel<br />
verschillende producten met hoge toegevoegde<br />
waarde in relatief kleine hoeveelheden. MPP heeft<br />
slechts twee productielijnen en beperkt zich<br />
daarmee tot minder polyethyleenvariaties, die<br />
echter in grote volumes worden afgenomen.<br />
In de loop der jaren is de capaciteit van zowel<br />
APP als MPP fors uitgebreid. In Zwijndrecht steeg<br />
de capaciteit van 60.000 ton per jaar direct na de<br />
ingebruikname tot 310.000 ton per jaar sinds de<br />
laatste grote uitbreiding in 2002. Na de uitbreiding<br />
in 2007 zal dit 345.000 ton zijn.<br />
Polyethyleen om ons heen<br />
Het Lage Densiteits Polythyleen (LDPE) dat in <strong>ExxonMobil</strong>’s fabrieken<br />
in Zwijndrecht en Meerhout wordt geproduceerd, is voor verschillende<br />
toepassingen bestemd. MPP’s LDPE is onder meer te vinden in isolatie<br />
van elektriciteitskabels (van simpele telefoondraden tot centimeters<br />
dikke, onderzeese hoogspanningskabels), folie voor verpakkingen van<br />
voedingsmiddelen en overige verpakkingen, zoals plastic tassen die<br />
in supermarkten worden gebruikt. APP’s speciale polyethyleen wordt<br />
gebruikt voor cacheerlagen op papier, karton, aluminiumfolie,<br />
verpakkingsfolie voor voeding en plastic draagtassen. APP maakt ook<br />
co-polymeren van polyethyleen door tijdens het productieproces<br />
andere grondstoffen toe te voegen. Hierdoor krijgt het polyethyleen<br />
speciale eigenschappen. Dit type polyethyleen treffen we onder<br />
andere aan in kleefstoffen, schoenzolen, wielen van kinderwagens<br />
en geluidsisolatie.<br />
Dankzij diverse uitbreidingen in 1982, 1988, 1990,<br />
1994, 1998 en 2002 is de productiecapaciteit van<br />
MPP op de huidige 510.000 ton per jaar gebracht.<br />
Hiermee is de Meerhout Polymers Plant uitgegroeid<br />
tot een van de grootste fabrikanten van<br />
LDPE in Europa.<br />
De polyethyleen pellets worden zowel bij APP als<br />
MPP voor een deel vanuit silo’s geleverd en voor<br />
een deel in zakken van 25 kg op houten pallets<br />
gestapeld.<br />
Vervoer van de LDPE-korrels gebeurt uitsluitend<br />
per vrachtwagen. De meeste producten worden<br />
verkocht aan Europese industriële klanten, maar<br />
ook klanten buiten Europa nemen producten van<br />
APP en MPP af. n<br />
9
<strong>ExxonMobil</strong>’s polyethyleenfabriek in Zwijndrecht beschikt over zes producti<br />
10
elijnen waarmee veel verschillende producten worden vervaardigd.<br />
11
12<br />
Meer warmtekracht<br />
voor<br />
<strong>Antwerpen</strong><br />
Hoofdstuk 2<br />
Milieu, veiligheid en gezondheid<br />
<strong>ExxonMobil</strong> hecht grote waarde aan wat het zelf de integriteit van zijn<br />
operationele activiteiten noemt. Dit begrip omvat eigenlijk alles wat in<br />
een fabriekscomplex gebeurt. Integer werken betekent voor Exxon-<br />
Mobil geen enkele concessie doen aan de veiligheid en gezondheid<br />
van medewerkers, structureel rekening houden met de belangen van<br />
omwonenden en zorgzaam omgaan met het milieu.<br />
Milieubeleid<br />
Voor <strong>ExxonMobil</strong> is milieubeleid in de eerste<br />
plaats milieuzorg. De raffinaderij en de chemische<br />
fabrieken hebben op dit gebied een bijzondere<br />
verantwoordelijkheid; het raffineren van olieproducten<br />
en het produceren van chemische stoffen<br />
heeft nu eenmaal direct of indirect invloed op het<br />
milieu. Bij de verbranding van olie en gas ontstaan<br />
zwaveldioxide, stikstofoxiden en kool- dioxide.<br />
Lichte olieproducten zoals benzine verdampen als<br />
ze worden blootgesteld aan de lucht. Olieresten<br />
en zware metalen kunnen het oppervlaktewater en<br />
de bodem verontreinigen. In het productieproces<br />
en bij het onderhoud aan de installaties ontstaat<br />
afval. Milieuzorg is daarom een vanzelfsprekendheid<br />
voor onze onderneming. Onze fabrieken<br />
springen zo zuinig mogelijk om met energie en<br />
beperken de uitstoot van mogelijk schadelijke<br />
stoffen tot een minimum. Al bij het ontwerp van<br />
fabrieksinstallaties wordt met milieu-eisen<br />
rekening gehouden. De raffinaderij en chemische<br />
fabrieken beschikken over geavanceerde afvalwaterreinigingssystemen.<br />
Afvalstromen worden<br />
volgens de regels behandeld en verwerkt.<br />
Energie<br />
Bij het verbranden van fossiele brandstoffen<br />
ontstaat het broeikasgas kooldioxide (CO 2).<br />
Hoewel nog veel wetenschappelijk onderzoek<br />
naar klimaatveranderingsprocessen nodig is,<br />
maakt de wereld zich terecht zorgen over de<br />
consequenties die CO 2 -uitstoot heeft voor het<br />
klimaat. Doordat we de komende decennia<br />
afhankelijk zullen blijven van fossiele brandstoffen,<br />
zal deze CO 2 -uitstoot namelijk blijven toenemen.<br />
Wereldwijd zijn afspraken gemaakt in het kader<br />
van de Verenigde Naties om de emissies van<br />
broeikasgassen terug te dringen, eerst in Rio de<br />
Janeiro (1992) en vervolgens in een aantal<br />
aanvullende conferenties, waarvan de bekendste<br />
in 1997 plaatsvond in het Japanse Kyoto. Het<br />
Kyoto-Protocol verplicht een aantal geïndustrialiseerde<br />
landen tot forse emissiebeperkingen vóór<br />
2012. De wereldwijde doelstelling is -5,2 procent<br />
ten opzichte van het referentiejaar 1990. De kans<br />
dat dit ook daadwerkelijk zal lukken, is klein.<br />
Binnen de doelstellingen van Kyoto moeten<br />
België en Vlaanderen hun emissies met respectievelijk<br />
7,5 en 5.2 procent reduceren. Dat is veel,<br />
voornamelijk doordat in het bijzonder Vlaanderen<br />
een energie-efficiënte industrie heeft, maar<br />
daarnaast doordat de industrie sinds 1990 veel<br />
geïnvesteerd heeft in energie-intensieve activiteiten.<br />
Als gevolg daarvan zijn de emissies van CO 2<br />
met 6,5 procent toegenomen.<br />
Net als veel andere geïndustrialiseerde regio’s is
Vlaanderen daardoor moeilijk in staat op eigen<br />
houtje aan zijn reductieverplichtingen te voldoen.<br />
Dit gemis moet worden gecompenseerd door de<br />
deelname aan emissiereductieprojecten in andere<br />
landen (de zogeheten flexibele mechanismen). De<br />
kosten daarvan zullen in de tientallen miljoenen<br />
euro’s per jaar lopen.<br />
<strong>ExxonMobil</strong> werkt uiteraard loyaal mee aan de<br />
uitvoering van de maatregelen die de Vlaamse<br />
overheid heeft getroffen om aan de verplichtingen<br />
te kunnen voldoen.<br />
Vrijwillige overeenkomsten | Om toch zoveel<br />
mogelijk tastbaar resultaat te boeken heeft de<br />
Vlaamse regering gekozen voor het sluiten van<br />
een vrijwillige benchmarkingovereenkomst met<br />
de energie-intensieve industrie. Die heeft in dit<br />
kader beloofd uiterlijk in 2012 tot de beste tien<br />
procent in energie-efficiëntie, de wereldtop, te<br />
zullen behoren. De ‘benchmark’ (Engels voor<br />
maatstaf, ijkpunt) is de norm waarop de bedrijven<br />
voor wat betreft hun energie-efficiëntie worden<br />
vergeleken. De betrokken Vlaamse productievestigingen<br />
van <strong>ExxonMobil</strong> – raffinaderij , APP<br />
en MPP – hebben dit convenant ondertekend.<br />
Concrete maatregelen | <strong>ExxonMobil</strong>’s fabrieken<br />
gebruiken onderling vergelijkbare methoden om<br />
zo zuinig mogelijk met energie om te springen. Ze<br />
zijn zo ontworpen dat ze slim gebruik maken van<br />
de vele warmte- (= energie-) stromen. Warmtewisselaars<br />
voeren warmte die anders in de lucht zou<br />
verdwijnen, terug in het productieproces, zodat<br />
minder hard gestookt hoeft te worden om<br />
productstromen op temperatuur te brengen. De<br />
raffinaderij beschikt over een warmtekrachtcentrale<br />
waardoor zij voor een belangrijk deel in haar<br />
eigen elektriciteitsbehoefte voorziet. Basis van<br />
verdere verbeteringen is <strong>ExxonMobil</strong>’s wereldwijde<br />
energiezorgsysteem, het Global Energy<br />
Management System (GEMS). Dit systeem berust<br />
op de toepassing van wereldwijd geüniformeerde<br />
werkmethoden (best practices) zowel bij het<br />
OIMS<br />
De basis van <strong>ExxonMobil</strong>’s milieuzorg en veiligheidsbeleid is het<br />
Operations Integrity Management System (OIMS). Dit systeem voorziet<br />
in een gestructureerde aanpak van alle aspecten van veiligheid/<br />
gezondheid, milieuzorg en bedrijfszekerheid. OIMS zorgt dat Exxon-<br />
Mobil bij alle activiteiten voldoet aan nauwkeurig gedefinieerde<br />
milieudoelstellingen. De instantie die wereldwijd de ISO-kwaliteitszorgcertificaten<br />
verleent, Lloyd’s, beschouwt OIMS als ten minste gelijkwaardig<br />
aan het milieucertificaat ISO 14001.<br />
ontwerpen en bouwen van installaties als in de<br />
productie en bij het onderhoud. Veel aandacht<br />
wordt besteed aan het voortdurend verbeteren<br />
van het GEMS-systeem.<br />
Monitoring protocol | Uiteindelijk gaat het de<br />
overheid om de hoeveelheid CO 2 die in de<br />
atmosfeer verdwijnt. Aan elk van de betrokken<br />
bedrijven is daarom een emissiequotum toegewezen.<br />
Daarnaast moeten zij hun meet- en<br />
controlesystemen door een speciaal voor dit doel<br />
in het leven geroepen overheidsinstelling – het<br />
Safety, Health &<br />
Environment (veiligheid,<br />
gezondheid en milieu),<br />
vormen de basis van<br />
<strong>ExxonMobil</strong>’s operationele<br />
activiteiten.<br />
13
14<br />
Responsible Care<br />
Milieu, veiligheid en gezondheid<br />
De fabrieken van <strong>ExxonMobil</strong> Chemical doen mee aan het Responsible<br />
Care-programma van de chemische industrie, zowel wereldwijd als aan<br />
de Belgische versie hiervan, dat onder beheer staat van Fedichem, de<br />
Federatie van de Chemische Industrie. Dit programma verplicht de<br />
deelnemers verantwoord chemische producten te vervaardigen, dat wil<br />
zeggen met inachtneming van strenge normen op het gebied van<br />
veiligheid, gezondheid en milieuzorg.<br />
Verificatiebureau Benchmarking – laten goedkeuren.<br />
Een objectieve meting is immers noodzakelijk<br />
om na te kunnen gaan of de betrokken bedrijven<br />
zich houden aan het hun toegewezen emissiequotum.<br />
Bovendien vormen de meetresultaten de<br />
basis voor de CO 2 -emissiehandel.<br />
Het Monitoring Protocol beschrijft hoe kooldi-<br />
oxide- en stikstofoxidenemissies van industriële<br />
installaties betrouwbaar kunnen worden gemeten.<br />
Luchtkwaliteit<br />
Schadelijke emissies | De productieprocessen van<br />
vooral de raffinaderij gaan gepaard met de<br />
uitstoot van een aantal schadelijke stoffen. De<br />
belangrijkste hiervan zijn zwaveldioxide (SO 2 ),<br />
stikstofoxiden (NO x ) en koolwaterstoffen. Zwaveldioxide<br />
en stikstofoxiden dragen bij tot verzuring<br />
van atmosfeer en bodem, koolwaterstoffen en<br />
stikstofoxiden tot smogvorming. De laatste jaren<br />
is de uitstoot van deze schadelijke stoffen<br />
drastisch verminderd en er zijn investeringen<br />
gepland om de emissies in de toekomst nog<br />
verder te reduceren (zie kader).<br />
Vluchtige koolwaterstoffen (of vluchtige organische<br />
stoffen, VOS) zoals benzinedamp, komen vrij<br />
bij de productie, de opslag en de belading van<br />
lichte producten. De uitstoot van deze stoffen is
laag door toepassing van speciale afdichtingen of<br />
inwendige drijvende daken van opslagtanks, door<br />
dampterugwinning bij de belading van lichters en<br />
trucks en dankzij speciale meet- en onderhoudsprogramma’s<br />
voor het opsporen en verhelpen van<br />
lekkages. Bij de bouw van nieuwe installaties<br />
wordt gekozen voor apparatuur met weinig tot<br />
geen emissies.<br />
Investeren in emissiereductie | De komende<br />
jaren moet de raffinagesector in Europa zich<br />
aanpassen aan een reeks nieuwe EU-milieuregels.<br />
Om die reden worden op de raffinaderij de<br />
fornuizen uitgerust met lage NO x -branders. De<br />
bouw van de nieuwe warmtekrachtcentrale (zie<br />
kader op pagina 16) heeft indirect ook een<br />
gunstige invloed op de luchtkwaliteit. Door het<br />
hoge vermogen zal deze nieuwe eenheid meer<br />
warmte produceren dan nodig is voor de stoomproductie<br />
op de raffinaderij. Deze restwarmte zal<br />
Het milieuzorgsysteem<br />
Bescherming van het leefmilieu is een wezenlijk onderdeel van de<br />
bedrijfscultuur van <strong>ExxonMobil</strong>. De onderneming doet een beroep op<br />
de persoonlijke verantwoordelijkheid van alle medewerkers. Daartoe<br />
zijn milieuvoorschriften en -procedures opgesteld, die alle medewerkers<br />
moeten toepassen in hun dagelijkse werkzaamheden. Er is verder<br />
regelmatig training on the job, waarbij gezamenlijk gekeken wordt hoe<br />
de milieuprestaties nog verder verbeterd kunnen worden. Doet zich<br />
ondanks alle voorschriften, instructies en preventie toch een milieuincident<br />
voor, dan moet dat direct gemeld worden bij de bedrijfsleiding.<br />
Ook het rapporteren van schierongevallen of nearmisses is<br />
belangrijk. De organisatie kan er lessen uit trekken, op het persoonlijke<br />
vlak maar ook door preventieve maatregelen te nemen zoals het<br />
aanpassen van voorschriften, procedures of installaties.<br />
direct in het productieproces van de raffinaderij<br />
geïntegreerd worden voor het opwarmen van de<br />
ruwe olie die in de primaire distillatie in verschillende<br />
oliefracties wordt gesplitst. Dit maakt de<br />
Antwerpse warmtekrachtcentrale uniek in de<br />
wereld. Door de restwarmte te gebruiken kan de<br />
raffinaderij besparen op haar fornuiscapaciteit.<br />
Een direct gevolg is dat de emissies van zwaveldioxide<br />
omlaaggaan, want de brandstof van de<br />
centrale, aardgas, is zwavelvrij. Hetzelfde geldt –<br />
dankzij de efficiëntere verbranding – voor de<br />
uitstoot van stikstofoxiden.<br />
Geluid<br />
Sommige installaties op de raffinaderij en de<br />
chemische fabrieken produceren veel geluid.<br />
Dankzij de strenge voorzorgsmaatregelen<br />
ondervinden medewerkers die zich in de nabijheid<br />
van deze installaties moeten bevinden, hier<br />
geen hinder van. Doordat zowel de raffinaderij als<br />
de polyethyleenfabriek in het havengebied<br />
betrekkelijk ver van de bewoonde wereld liggen,<br />
geldt hetzelfde voor de omwonenden. De fabriek<br />
in Meerhout ligt echter dichterbij het gelijknamige<br />
15
16<br />
130 megawatt voor <strong>Antwerpen</strong><br />
Milieu, veiligheid en gezondheid<br />
In <strong>2006</strong> maakte <strong>ExxonMobil</strong> officieel bekend dat de bestaande<br />
warmtekrachtcentrale plaats zal maken voor een compleet nieuwe<br />
hoogefficiënte installatie, die met een vermogen van 130 Megawatt<br />
net zoveel elektriciteit zal produceren als de raffinaderij en de polyethyleenfabrieken<br />
van <strong>ExxonMobil</strong> in Zwijndrecht en Meerhout samen<br />
nodig hebben. Ter vergelijking: dit vermogen staat gelijk aan de<br />
elektriciteitsbehoefte van 300.000 Belgische huishoudens. De bouw<br />
van de COGEN draagt substantieel bij aan de CO 2 -reductiedoelstellingen<br />
van België en Vlaanderen. De landelijke emissies nemen dankzij<br />
de hoge energie-efficiëntie met ongeveer 200.000 ton per jaar af, een<br />
vermindering die gelijk staat aan het permanent van de weg halen van<br />
90.000 auto’s!<br />
Dat een warmtekrachtcentrale veel efficiënter is dan een conventionele<br />
centrale is te danken aan de voor dit type installatie kenmerkende<br />
koppeling tussen warmte en kracht. Het sleutelonderdeel van het<br />
geheel is een aardgasgestookte turbine die een generator aandrijft. In<br />
dit proces ontstaat een grote hoeveelheid restwarmte, die zonder extra<br />
voorzieningen zomaar in de lucht zou verdwijnen. Deze overtollige<br />
warmte wordt gebruikt voor industriële processen, warmtevoorziening<br />
van gebouwen, woningen of broeikassen of, zoals op de raffinaderij,<br />
om met behulp van een ketel stoom te produceren.<br />
Samen met een aantal andere investeringen – met name in het<br />
vernieuwen van de procesbesturing – bedragen de totale kosten van<br />
dit project ruim 220 miljoen euro. De nieuwe warmtekrachtcentrale<br />
wordt in 2008 bedrijf genomen.<br />
stadje, reden waarom <strong>ExxonMobil</strong> in <strong>2005</strong> – als<br />
aanvulling op de al bestaande geluidsdempende<br />
maatregelen – aankondigde in <strong>2006</strong> met de bouw<br />
van een geluidswerende muur te beginnen. Deze<br />
muur zal in 2007 gereed zijn.<br />
Water<br />
Het afvalwater van de raffinaderij en de chemische<br />
fabrieken wordt al sinds de jaren tachtig<br />
grondig behandeld in zuiveringsinstallaties, die uit<br />
verschillende onderdelen bestaan: een olieafscheider;<br />
een egalisatiebassin, een flocculatie/<br />
flotatie-eenheid, een biologische zuivering en een<br />
nabezinkingsvijver. Onze fabrieken proberen de<br />
waterverontreiniging zoveel mogelijk aan de bron<br />
te beperken, onder andere door afvalwaterstromen<br />
opnieuw te gebruiken in het proces.<br />
Daardoor worden de zuiveringsinstallaties niet<br />
onnodig belast.<br />
Afval<br />
Uit een oogpunt van milieuzorg en kostenbeheersing<br />
maakt <strong>ExxonMobil</strong> gebruik van een op maat<br />
gemaakt afvalzorgsysteem, dat erop is gericht de<br />
hoeveelheid afval te beperken, verschillende<br />
categorieën afval te scheiden en hergebruik waar<br />
mogelijk te bevorderen. In periodes waarin de<br />
afvalproductie hoger dan normaal is, zoals tijdens<br />
onderhoudsstops en nieuwbouwprojecten,<br />
worden speciale afvalplannen gemaakt.<br />
Veiligheid en gezondheid<br />
<strong>ExxonMobil</strong> hanteert voor zichzelf hoge normen<br />
op het gebied van veiligheid en gezondheid. De
veiligheidsnorm laat zich in twee woorden<br />
samenvatten: géén ongeval. Dat is natuurlijk<br />
gemakkelijker gezegd dan gedaan. Maar door de<br />
jarenlang volgehouden inspanningen zijn we heel<br />
dicht bij dit doel gekomen. In de industrie is<br />
<strong>ExxonMobil</strong> een van de toppresteerders. Ongevallen<br />
met werkverlet – incidenten als gevolg<br />
waarvan de betrokkene meer dan 24 uur niet kan<br />
werken – komen zelden meer voor, zowel bij de<br />
eigen medewerkers als bij de medewerkers van<br />
aannemers. Dat is een enorme vooruitgang in<br />
vergelijking met de niet zo goede oude tijd,<br />
waarin bedrijfsongevallen als kwalijk maar ook<br />
onvermijdelijk werden gezien. Om het veiligheidsniveau<br />
bij <strong>ExxonMobil</strong> vast te stellen wordt het<br />
aantal ongevallen – inclusief lichte verwondingen<br />
– per 200.000 manuren gemeten. Dit getal, de<br />
TRIR (Total Recordable Injury Rate), ligt inmiddels<br />
al jaren tussen nul en één. Sommige bedrijfsonderdelen<br />
zijn er zelfs in geslaagd jaren achtereen<br />
een ongevallenfrequentie van nul te verwezenlijken,<br />
waarmee ze hebben bewezen dat het<br />
Raffinaderij: SO 2 - uitstoot 1992 - <strong>2006</strong><br />
De raffinaderij stookt sinds het begin van de jaren negentig steeds minder zware<br />
zwavelhoudende stookolie en steeds meer zwavelvrij gas. Daardoor wordt veel<br />
minder S0 2 uitgestoten. Uiteindelijk zal helemaal geen stookolie meer worden<br />
gebruikt. De emissiedaling zal de komende jaren dus doorzetten.<br />
kiloton/jaar<br />
25<br />
20<br />
15<br />
10<br />
5<br />
0<br />
1992<br />
1993<br />
1994<br />
1995<br />
Raffinaderij: lozing naar de Schelde<br />
1996<br />
1997<br />
1998<br />
1999<br />
2000<br />
SO 2 uitstoot<br />
Het volume van het lozingswater is door de jaren heen steeds verder afgenomen,<br />
terwijl de kwaliteit is verbeterd. De hoeveelheid is structureel verminderd<br />
doordat de raffinaderij een deel van het proceswater terugneemt en opnieuw<br />
gebruikt. De kwaliteit, die dankzij biologische zuivering toch al hoog was,<br />
verbeterde verder doordat de betrokken specialisten de efficiëntie van het<br />
reinigingsproces steeds verder konden opvoeren.<br />
debiet in m3/uur<br />
600<br />
500<br />
400<br />
300<br />
200<br />
100<br />
0 0<br />
1990<br />
1991<br />
1992<br />
1993<br />
1994<br />
1995<br />
norm olie in lozingswater<br />
1996<br />
1997<br />
1998<br />
1999<br />
volume olie in water<br />
2000<br />
2001<br />
2001<br />
2002<br />
2002<br />
2003<br />
2003<br />
2004<br />
2004<br />
<strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong><br />
600<br />
500<br />
400<br />
300<br />
200<br />
100<br />
<strong>2006</strong><br />
olie in mg/liter<br />
17
18<br />
ton/jr<br />
ton/jr<br />
1400<br />
1200<br />
1000<br />
800<br />
600<br />
400<br />
200<br />
0<br />
1600<br />
1400<br />
1200<br />
1000<br />
800<br />
600<br />
400<br />
200<br />
0<br />
1995<br />
1995<br />
1996<br />
1996<br />
1997<br />
1997<br />
1998<br />
1998<br />
Milieu, veiligheid en gezondheid<br />
APP: emissies vluchtige koolwaterstoffen<br />
Voor de productie van co-polymeren – een specialisme van APP – is vinylacetaat<br />
nodig. Door de specifieke kenmerken van copolymerisatie en de door de markt<br />
verlangde ontluchting van de betreffende producten liggen de emissies van<br />
vluchtige koolwaterstoffen hoger dan bij de productie van ‘gewoon’ polyethyleen.<br />
Sinds 2003 is de marktvraag naar co-polymeren gestegen, waardoor de<br />
emissies ondanks de getroffen preventieve maatregelen zijn toegenomen. APP<br />
bereidt een project voor om de emissies te verminderen door de vrijkomende<br />
koolwaterstoffen in het productieproces terug te winnen.<br />
1999<br />
1999<br />
2000<br />
2000<br />
2001<br />
Emissies Productie<br />
MPP: emissies vluchtige koolwaterstoffen<br />
In de loop der jaren heeft MPP de emissies van vluchtige koolwaterstoffen weten<br />
terug te dringen door preventief onderhoud en verbetering van de procescondities.<br />
2001<br />
Emissies Productie<br />
2002<br />
2002<br />
2003<br />
2003<br />
2004<br />
2004<br />
<strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong><br />
350<br />
300<br />
250<br />
200<br />
150<br />
100<br />
50<br />
0<br />
600<br />
500<br />
400<br />
300<br />
200<br />
100<br />
0<br />
kton/jr<br />
kton/jr<br />
voorkómen van alle ongevallen geen vrome wens<br />
hoeft te zijn, maar een realistische doelstelling is.<br />
In de fabrieken zijn alle ‘harde’ beleidsvoorwaarden<br />
vervuld om veilig te kunnen werken. Bij het<br />
ontwerp van installaties en fabrieken wordt per<br />
definitie rekening gehouden met veiligheidsaspecten.<br />
Voor risico’s geldt dat ze óf moeten<br />
worden weggenomen óf beheerst. Een voorbeeld<br />
van het laatste is het voorschrift dat stellingen die<br />
niet zijn (goed)gekeurd door het verantwoordelijke<br />
personeel, onder geen beding gebruikt<br />
mogen worden. Het gebruik van persoonlijke<br />
beschermingsmiddelen is verplicht, evenals het<br />
strikt navolgen van de werkprocedures. Kortom:<br />
niemand kan aan de slag zonder dat uitgebreide<br />
voorzorgsmaatregelen zijn genomen. En toch is<br />
dit niet voldoende. Een ongeluk zit zoals bekend<br />
in een klein hoekje. Gelukkig loopt het meestal<br />
goed af, maar dat is geen enkele garantie dat het<br />
de volgende keer wel goed gaat. Statistieken<br />
wijzen uit dat aan ieder echt ongeluk driehonderd
‘near-misses’ ofwel schierongevallen voorafgaan.<br />
Het is dus cruciaal onze eigen medewerkers en die<br />
van de aannemers zo goed mogelijk bewust te<br />
maken van de mogelijke gevolgen van hun eigen<br />
handelen. Om dit bewustzijn te verhogen zijn<br />
enkele jaren geleden voor zowel de raffinaderij als<br />
de chemische fabrieken veiligheidsprogramma’s<br />
opgezet die juist op de menselijke kant van het<br />
werk zijn gericht. Een voorbeeld van deze ‘zachte’<br />
kant van het veiligheidsbeleid is het verplicht<br />
uitvoeren van een ‘Laatste-Minuut-Risico-Analyse’<br />
vlak voordat aan een taak wordt begonnen. Dit<br />
houdt in dat medewerkers én aannemerspersoneel<br />
stil dienen te staan bij de eventuele risico’s en<br />
bij wat er nodig is om het werk niet alleen goed<br />
maar ook veilig te kunnen verrichten en pas<br />
daarna de beslissing mogen nemen om aan de<br />
uitvoering te beginnen. Bovendien worden<br />
collega’s aangemoedigd om elkaar te stimuleren<br />
veilig te werken. Met het rapporteren en onderzoeken<br />
van schierongevallen (near-misses) en het<br />
MPP: efficiëntie elektriciteitsverbruik<br />
De polyethyleenfabriek in Meerhout wist de afgelopen jaren het percentage ethyleen dat in het<br />
proces in polyethyleen wordt omgezet (geconverteerd) stapsgewijs te verhogen. Hierdoor daalde<br />
het elektriciteitsverbruik fors, aangezien steeds minder niet-geconverteerd ethyleen terug in het<br />
productieproces moest worden gevoerd om het alsnog te converteren.<br />
kWh/ton<br />
1200<br />
1000<br />
800<br />
600<br />
400<br />
200<br />
0<br />
1990<br />
1991<br />
1992<br />
1993<br />
1994<br />
leren van onderlinge observaties kan het veiligheidsresultaat<br />
verder worden verbeterd.<br />
1995<br />
Externe veiligheid<br />
Onze fabrieken zitten vol energie en brandbare<br />
stoffen. Daar is bij het ontwerp van de installaties<br />
natuurlijk rekening mee gehouden. Daarnaast<br />
verzekeren deskundige bediening en vakkundig<br />
en tijdig onderhoud de veiligheid van de fabrieken.<br />
Ondanks alle voorzorgsmaatregelen zijn<br />
samen met de regionale overheid plannen<br />
uitgewerkt om eventuele calamiteiten snel en<br />
effectief te kunnen bestrijden. Op gezette tijden<br />
oefent het personeel samen met overheidsdiensten<br />
zoals de politie en de brandweer, waarbij de<br />
werkelijkheid zo goed mogelijk wordt nagebootst.<br />
Uit de veiligheidsrapporten die de raffinaderij en<br />
de polyethyleenfabrieken verplicht opstellen,<br />
blijkt dat de risico’s voor de omgeving voldoende<br />
worden beheerst. n<br />
1996<br />
1997<br />
1998<br />
1999<br />
2000<br />
2001<br />
2002<br />
2003<br />
2004<br />
<strong>2005</strong><br />
19
<strong>ExxonMobil</strong>’s Polyethyleenfabriek in Meerhout is een van de grootste prod<br />
20
ucenten van LageDensiteitsPolyethyleen (LDPE) in Europa.<br />
21
22<br />
JOB<br />
rotation,<br />
opleiding<br />
en training<br />
Hoofdstuk 3<br />
Mens en Bedrijf<br />
<strong>ExxonMobil</strong>’s activiteiten in de regio <strong>Antwerpen</strong> zijn vooral technisch<br />
van aard. De raffinaderij en de chemische fabrieken zijn complexe<br />
productiefaciliteiten waarin zich op het eerste gezicht geheimzinnige<br />
natuurkundige en scheikundige processen afspelen. Om deze<br />
fabrieken veilig en efficiënt te laten werken heeft <strong>ExxonMobil</strong> in het<br />
bijzonder goed geschoold, technisch personeel nodig. <strong>ExxonMobil</strong><br />
heeft deze mensen veel te bieden, zowel op het gebied van arbeids-<br />
voorwaarden als loopbaanontwikkeling.<br />
Wereldwijd werkten op 31 december <strong>2005</strong> 83.700<br />
mensen bij <strong>ExxonMobil</strong>. Bijna vier procent<br />
hiervan, 3190 medewerkers, was in dienst bij de<br />
Belgische tak van ons concern, waarvan 1250 in<br />
de <strong>Regio</strong> <strong>Antwerpen</strong>. Dat lijkt op het eerste<br />
gezicht misschien weinig, zeker afgezet tegen<br />
het grote economische belang van de bedrijfsactiviteiten<br />
in en voor ons land, maar kenners<br />
weten dat schijn in dit geval bedriegt. De olie- en<br />
petrochemische industrie is een zeer kapitaalintensieve<br />
bedrijfstak. De investeringen die nodig<br />
zijn om aardolie en aardgas te winnen, zijn<br />
bijzonder hoog. Hetzelfde geldt voor het<br />
bouwen en onderhouden van de fabrieken die<br />
olie of olieproducten verwerken tot brandstoffen,<br />
smeermiddelen en halffabricaten voor de<br />
chemische industrie. De inkomsten moeten<br />
bijgevolg aanzienlijk zijn om een voor investeerders<br />
aanvaardbaar rendement te halen. De<br />
omzet per werknemer lijkt daardoor extreem<br />
hoog en de werkgelegenheid laag. De waarheid<br />
is dat bij <strong>ExxonMobil</strong> precies zoveel mensen<br />
werken als er nodig zijn om te kunnen concurre-<br />
ren en de continuïteit op lange termijn te<br />
verzekeren, niet meer en niet minder.<br />
Hoog opleidingsniveau<br />
Dat is de kwantitatieve kant van het personeelsverhaal.<br />
Het belangrijkste kwalitatieve kenmerk<br />
van onze industrietak in het algemeen en onze<br />
onderneming in het bijzonder, is dat het opleidingsniveau<br />
van het personeel gemiddeld<br />
bijzonder hoog is. Van onze medewerkers<br />
hebben veruit de meesten minimaal een<br />
Bachelor-diploma (A1-diploma); relatief veel<br />
medewerkers hebben een technische of academische<br />
master-opleiding gevolgd. De oorzaak<br />
daarvan moeten we zoeken in de complexe<br />
structuur van de fabrieksinstallaties en de aard<br />
van het werk. Technologie is het sleutelwoord. In<br />
tegenstelling tot wat buitenstaanders vaak<br />
denken, is de olie-industrie weliswaar oud maar<br />
niet ‘ouderwets’. De uitgaven voor onderzoek en<br />
ontwikkeling liggen op een hoog niveau. Zonder<br />
de nieuwste technologie zou <strong>ExxonMobil</strong> zich<br />
letterlijk en figuurlijk snel uit de markt prijzen.
Onze fabrieken hebben dus hoog opgeleid,<br />
vooral technisch geschoold personeel nodig. En<br />
dat niet alleen: we zoeken de besten onder hen.<br />
Van degenen die bij <strong>ExxonMobil</strong> aan de slag<br />
gaan, wordt veel verwacht. Daar staat trouwens<br />
ook veel tegenover. De loon- en arbeidsvoorwaarden<br />
zijn uitstekend. De werkomgeving is<br />
inspirerend en uitdagend. En we houden ons aan<br />
strikte ethische normen, waarbij respect voor het<br />
individu en voor elkaar en het principe van nondiscriminatie<br />
voorop staan. Medewerkers die zich<br />
het slachtoffer voelen van intimidatie, in welke<br />
vorm dan ook, kunnen een beroep doen op<br />
speciaal voor dit doel benoemde vertrouwenspersonen.<br />
De verantwoordelijkheid voor het aannemen van<br />
nieuw personeel is gekoppeld aan het gevraagde<br />
opleidingsniveau. Academici solliciteren,<br />
ongeacht hun land van herkomst, bij de centrale<br />
werving- en selectieorganisatie van ons concern.<br />
In een later stadium voeren lokale afdelingen de<br />
sollicitatiegesprekken. Voor operationele en<br />
administratieve functies ligt dat anders. Belangstellenden<br />
solliciteren bij de plaatselijke personeelafdeling<br />
(bij <strong>ExxonMobil</strong> de Afdeling Human<br />
Resources – HR – geheten), die het hele proces<br />
begeleidt. Zo ook in de <strong>Regio</strong> <strong>Antwerpen</strong>, waar<br />
de HR-afdeling van de raffinaderij in <strong>Antwerpen</strong><br />
het aanspreekpunt is voor technische functies en<br />
de polyethyleenfabriek in Meerhout voor<br />
administratieve functies. In het selectiestadium<br />
komen kandidaten terecht bij de site waar een<br />
vacature is.<br />
De arbeidsmarkt<br />
In deze tijd is het geen eenvoudige opgave om<br />
goed technisch geschoold personeel te vinden.<br />
Dit is te wijten aan een aantal factoren. Om te<br />
beginnen bevinden we ons in een periode van<br />
hoogconjunctuur, waardoor fors wordt geïnvesteerd<br />
in het Antwerpse havengebied. Alle grote bedrijven<br />
zijn als gevolg daarvan op zoek naar technici.<br />
Een tweede complicerende ontwikkeling is dat<br />
Aanwervingen naar geslacht (2003-<strong>2005</strong>)<br />
100<br />
90<br />
80<br />
70<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
0<br />
2003<br />
Vrouw<br />
Man<br />
2004<br />
<strong>2005</strong><br />
23
24<br />
EHAP<br />
12<br />
10<br />
8<br />
6<br />
4<br />
2<br />
0<br />
2003<br />
Mens en Bedrijf<br />
Iedere medewerk(st)er van <strong>ExxonMobil</strong> en zijn of haar gezinsleden kan<br />
in geval van emotionele of psychologische problemen – privé of op het<br />
werk – gratis een beroep doen op een speciaal door de onderneming<br />
bekostigd programma. Dit Employee Health Advisory Program (EHAP)<br />
wordt uitgevoerd door onafhankelijke consulenten. Deelname is<br />
vrijwillig. Elke medewerker kan gebruik maken van het EHAP zonderzich<br />
zorgen te hoeven maken over loopbaan of carrièremogelijkheden.<br />
Om de privacy te waarborgen zijn de volgende afspraken gemaakt.<br />
• Cliëntgegevens worden strikt vertrouwelijk behandeld<br />
• Alle gegevens vallen onder het psychologisch/medisch beroepsgeheim.<br />
• Medewerkers kunnen rechtstreeks contact opnemen met EHAP<br />
zonder dat iemand van de onderneming daarover hoeft te worden<br />
geïnformeerd. Namen worden niet doorgegeven.<br />
• De consulenten zijn onafhankelijk en geen medewerkers van<br />
<strong>ExxonMobil</strong>.<br />
Het EHAP stelt zich ten doel advies te geven en steun te verlenen.<br />
Doelstelling is de cliënt te helpen en bij te staan bij het vinden van een<br />
structurele oplossing.<br />
Stages van studenten 2003-<strong>2005</strong><br />
2004<br />
APP<br />
MPP<br />
Raffinaderij<br />
<strong>2005</strong><br />
scholieren en studenten steeds vaker kiezen voor<br />
andere dan technische beroepen en de exacte<br />
vakken links laten liggen. In een maatschappij<br />
die steeds technologischer wordt, is dat een<br />
verontrustende trend. De oorzaak moeten we<br />
voornamelijk zoeken in een gebrek aan kennis.<br />
Onbekend maakt immers onbemind. Daardoor<br />
associëren te weinig mensen de moderne olie-<br />
en chemische industrie met wat juist haar<br />
belangrijkste kenmerken zijn: boeiende en<br />
gevarieerde loopbaanmogelijkheden, innovatie,<br />
hi-tech, technologisch onderzoek, milieuzorg en<br />
aandacht voor veiligheid en gezondheid.<br />
<strong>ExxonMobil</strong> speelt in op deze situatie door actief<br />
contact te zoeken met studenten die zich in het<br />
voorlaatste en laatste jaar bevinden en een<br />
attractief pakket loon- en arbeidsvoorwaarden<br />
aan te bieden. Daarnaast maken we deel uit van<br />
organisaties en netwerken die zich ten doel<br />
stellen de bekendheid met de industrie bij het<br />
grote publiek te vergroten.<br />
Personeelsontwikkeling<br />
<strong>ExxonMobil</strong> heeft zijn personeel zoals gezegd<br />
het nodige te bieden. Om te beginnen besteden
we veel aandacht aan opleiding en training.<br />
Nieuwe process operators volgen direct een<br />
aanvullende opleiding, de carrièrelijn genoemd.<br />
De vorderingen die zij daarbij maken, zijn<br />
gekoppeld aan een aantal vaste promotiestappen.<br />
Na verloop van tijd kunnen zij doorgroeien<br />
tot de functie van senior technician. Ook jonge<br />
onderhoudsspecialisten volgen verschillende<br />
trainingen, waardoor zij gevormd worden tot<br />
allround technici die zelf complexe onderhoudsklussen<br />
tot een goed einde weten te brengen,<br />
maar ook aannemerspersoneel kunnen aansturen.<br />
Een selecte groep process en maintenance<br />
technicians groeit door naar leidinggevende<br />
functies. Voor ingenieurs en andere academici is<br />
internationaal een speciaal ontwikkelingsprogramma<br />
samengesteld. Meer informatie<br />
hierover is te vinden op onze website,<br />
www.exxonmobil.be, onder het hoofdstuk ‘Een<br />
baan en een loopbaan’.<br />
Een ander kenmerk van <strong>ExxonMobil</strong>’s personeelsontwikkelingsbeleid<br />
is dat veel medewerkers<br />
rouleren tussen afdelingen (job rotation) om<br />
hen met zoveel mogelijk disciplines kennis te<br />
laten maken en hun veelzijdigheid te stimuleren.<br />
Hoe solliciteren?<br />
Wie bij <strong>ExxonMobil</strong> wil werken, kan alle benodigde informatie op onze<br />
internetsite vinden. Adres: www.exxonmobil.be. Voor verschillende<br />
opleidingsniveaus gelden aangepaste sollicitatieprocedures. Net afgestudeerde<br />
academici en universitair geschoolde specialisten met meer dan drie<br />
jaar werkervaring kunnen gebruik maken van een internationaal online<br />
sollicitatieformulier dat ze in de taal van hun keuze kunnen invullen. Nietacademici<br />
met een technisch profiel die op een van de productievestigingen<br />
in de <strong>Regio</strong> <strong>Antwerpen</strong> willen werken, sturen hun sollicitatiebrief en CV naar:<br />
Esso Belgium<br />
HR / Site CV<br />
Postbus 100<br />
2060 <strong>Antwerpen</strong> 6<br />
Voor informatie: Tel: + 32 (0) 3 543 34 99<br />
Was het vroeger nog heel normaal dat iemand<br />
een loopbaan lang op dezelfde fabriek bleef, nu<br />
wordt actief gestreefd naar personeelsuitwisseling<br />
tussen de verschillende productievestigingen<br />
in de regio. Voor medewerkers met psychologische<br />
klachten is een speciaal programma<br />
opgezet waaraan zij in vertrouwelijkheid met<br />
externe deskundige hulp kunnen deelnemen<br />
(zie kader). n<br />
Aanwervingen naar leeftijd 2003-<strong>2005</strong><br />
< 20 jr.<br />
< 20-24 jr.<br />
< 25-29 jr.<br />
< 30-34 jr.<br />
< 35 jr.<br />
2<br />
133<br />
3<br />
8<br />
33<br />
< 20 jr.<br />
< 20-24 jr.<br />
< 25-29 jr.<br />
< 30-34 jr.<br />
< 35 jr.<br />
25
De <strong>ExxonMobil</strong>-raffinaderij in <strong>Antwerpen</strong> wordt bevoorraad met aardolie van<br />
havensteden met elkaar.<br />
26
uit Rotterdam. De Rotterdam Antwerp Pipeline (RAPL) verbindt beide grote<br />
27
28<br />
GELD<br />
voor goede<br />
en nuttige<br />
doelen<br />
Hoofdstuk 4<br />
Sponsoring en donaties<br />
Een succesvolle onderneming toont haar maatschappelijke betrokken-<br />
heid door sociaal-culturele doelen te steunen die het zonder<br />
particuliere hulp niet zouden redden. <strong>ExxonMobil</strong> heeft in de<br />
afgelopen periode direct of indirect financiële ondersteuning verleend<br />
aan verschillende projecten in België. In de meeste gevallen deden we<br />
dat door geld te doneren zonder daar enige concrete tegenprestatie<br />
voor terug te verlangen; soms kozen we voor het sponsoren van<br />
activiteiten in ruil voor publiciteit.<br />
Leefbaarheid | Nieuwe speeltuin<br />
In het verleden hadden de kinderen in het<br />
Belgische dorpje Laakdal weinig ruimte om in<br />
hun woonwijk te spelen. Daarvoor werd een<br />
oplossing gevonden. Samen met de wijkagent,<br />
de Laakdalse Jeugddienst en de Geelse Bouw-<br />
Maatschappij tekenden twee enthousiaste<br />
jongeren voor meer speel- en ontspanningsmogelijkheden<br />
in hun wijk. Een van de speerpunten<br />
was een nieuwe speeltuin, waarvan de speeltoestellen<br />
werden gesponsord door de Koning<br />
Boudewijnstichting en <strong>ExxonMobil</strong>. Tijdens de<br />
officiële opening van de speeltuin in april <strong>2006</strong><br />
roemde Joe Blommaert, plant manager van de<br />
polyethyleenfabriek in het nabijgelegen Meerhout,<br />
het leiderschap, teamwerk, de zorg voor<br />
elkaar en het plezier van alle betrokken partijen.<br />
‘Voor mij is de realisatie van de speeltuin een<br />
demonstratie van hoe met beperkte middelen<br />
een doel bereikt kan worden op een voorbeeldige<br />
manier’, besloot hij zijn toespraak, waarna<br />
de kinderen de nieuwe toestellen gretig uitprobeerden.<br />
Sport | Belgisch wielerkampioenschap<br />
In de zomer van <strong>2006</strong> ontving de stad <strong>Antwerpen</strong><br />
de Belgische wielerwereld voor het Belgisch<br />
kampioenschap wielrennen op de weg voor<br />
eliterenners. <strong>ExxonMobil</strong> was een van de partners<br />
van dit topevenement en had zijn externe relaties<br />
hiervoor uitgenodigd.<br />
De wielrenners startten om twaalf uur op de Grote<br />
Markt van <strong>Antwerpen</strong> en legden een ronde van 53<br />
kilometer af in de rondomliggende districten.<br />
Daarna volgde een stadsronde van 12 kilometer,<br />
die 17 maal werd gereden. De aankomst was<br />
voorzien rond vijf uur op de Amerikalei.<br />
<strong>ExxonMobil</strong> onthaalde zijn gasten op een<br />
receptie en lunch in het zalencomplex ‘De Zuiderkroon’.<br />
Hierna konden ze van op een overdekte<br />
tribune de aankomst van de wielrenners van<br />
dichtbij meemaken. <strong>ExxonMobil</strong> was ook<br />
vertegenwoordigd met een promotiestand waar<br />
gadgets werden weggegeven en geïnteresseerden<br />
meer konden te weten komen over de<br />
onderneming.
Muziek | Moeder en kind<br />
In 2000 schonk de provincie <strong>Antwerpen</strong> een<br />
uiterst zeldzaam kindvirginaal van Andreas Ruckers<br />
(<strong>Antwerpen</strong>, begin 17de eeuw) aan het Museum<br />
Vleeshuis. Het was echter in zeer slechte<br />
staat.<br />
Een virginaal is een vroege vorm van het klavecimbel.<br />
Een ‘moeder en kind’ bestaat uit een<br />
normaal virginaal en een ‘virginaaltje’ dat in de<br />
grote kan geworden geschoven. Het ‘kind’ is<br />
apart bespeelbaar of kan bovenop de ‘moeder’<br />
staan, zodat het automatisch meespeelt. Dat leidt<br />
in totaal tot drie klankkleuren: de warme van het<br />
moedervirginaal, het zachter en hoger klinkende<br />
kindvirginaal, en de rijke klank van moeder en<br />
kind samen. Wereldwijd zijn slechts enkele<br />
‘moeder en kind’-virginalen bewaard. Omwille van<br />
de zeldzaamheid meende de leiding van het<br />
museum dat een arbeidsintensieve restauratie<br />
gerechtvaardigd was, hoewel het niet de bedoeling<br />
was het instrument opnieuw bespeelbaar te<br />
maken. Dankzij financiële steun van <strong>ExxonMobil</strong><br />
kon dit multidisciplinaire project, waar specialisten<br />
voor papier, leer, metaal, textiel, beschildering en<br />
hout aan meewerkten, worden uitgevoerd. Eind<br />
<strong>2005</strong> was de restauratie voltooid.<br />
Beeldende Kunst | De intrige<br />
Met behulp van <strong>ExxonMobil</strong> werd in <strong>2005</strong> een<br />
doek van een van Belgiës beroemde schilders,<br />
James Ensor, gerestaureerd. Dit topschilderij,<br />
De Intrige, was globaal in redelijk goede staat,<br />
maar er zat een dikke onregelmatige laag vernis<br />
op, die helemaal vergeeld was. Dat verstoorde<br />
de kleuren en de hele aanblik van het werk, dus<br />
besloot de eigenaar, het Museum voor Schone<br />
Kunsten in <strong>Antwerpen</strong>, De Intrige een opknapbeurt<br />
te geven.<br />
Het verschil tussen voor en na de restauratie bleek<br />
opmerkelijk. Het schilderij oogt nu heel anders.<br />
Door de vergeling van de vernislaag was namelijk<br />
een verkleuring opgetreden, waardoor De Intrige<br />
haar oorspronkelijke karakter had verloren.<br />
Hoewel nooit precies bekend is hoe een schilderij<br />
eruit zag, toen de schilder het maakte, is wel<br />
duidelijk wat een vernislaag met een verflaag<br />
doet. Volgens de kenners niet iets wat in overeenstemming<br />
met Ensors bedoelingen was.<br />
Links: Spelen in Meerhout<br />
Midden: kindvirginaal van<br />
Andreas Ruckers<br />
Rechts: Wielrennen in<br />
<strong>Antwerpen</strong><br />
29
Links: De Intrige van<br />
James Ensor<br />
30<br />
Sponsoring en donaties<br />
Inmiddels hangt De Intrige terug op zijn plaats in<br />
de publiekszaal van het museum.<br />
Samenleving | Chemie-industrie<br />
onthaalt buren<br />
Voor de chemische industrie op de linkeroever<br />
van de Schelde stond het weekend van 17 en 18<br />
september <strong>2005</strong> in het teken van de Opendeurdagen.<br />
Tien chemische bedrijven, waaronder de<br />
Antwerp Polymers Plant van <strong>ExxonMobil</strong>, en één<br />
energiebedrijf onthaalden op deze twee dagen<br />
meer dan vijfduizend omwonenden uit de<br />
gemeenten Zwijndrecht en Burcht.<br />
Via onder andere de interactieve tentoonstelling<br />
De Magie van Chemie maakten de bezoekers<br />
kennis met de talloze mogelijkheden van chemie<br />
en de onmisbaarheid van chemische producten in<br />
het dagelijkse leven. Daarnaast konden zij een<br />
bezoek brengen aan elk van de deelnemende<br />
bedrijven.<br />
De Opendeurdagen werden vooraf tijdens een<br />
bijzondere avond voor genodigden officieel<br />
geopend door de vice-minister-president van de<br />
Vlaamse Regering, Fientje Moerman, en de gouverneur<br />
van de Provincie <strong>Antwerpen</strong>, Camille Paulus.<br />
Een speciaal onderdeel van de tentoonstelling<br />
was gewijd aan het werken in de chemische<br />
sector. Daarom werd de tentoonstelling aansluitend<br />
aan de Opendeurdagen speciaal voor<br />
scholieren met twee dagen verlengd. Meer dan<br />
1500 leerlingen en hun leraren kwamen hierop af.<br />
Veiligheid | Boliviaanse brandweer op<br />
oefening<br />
In het Boliviaanse Tarija en omgeving bevindt zich<br />
tachtig procent van de olie- en gasreserves van<br />
dit Zuid-Amerikaanse land. Olie- en gaswinning<br />
brengt veiligheidsrisico’s met zich mee, waaronder<br />
brandgevaar. Vandaar dat in november <strong>2005</strong> acht<br />
inwoners van het Boliviaanse Tarija op bezoek<br />
waren in België, waar zij een elementaire brandweeropleiding<br />
kregen. Dit bezoek vloeide voort<br />
uit de stedenband die sinds 2003 bestaat tussen<br />
Brasschaat en Tarija. De eerste doelstelling van<br />
het bijbehorende ontwikkelingssamenwerkingsproject<br />
was het oprichten van een vrijwillig brandweerkorps<br />
in Tarija. Later werd de scope verbreed<br />
naar medische, sportieve en jeugdwerkdoelstellingen,<br />
waaraan ginds ook veel behoefte is.<br />
De Bolivianen bezochten ook <strong>ExxonMobil</strong>’s
affinaderij in <strong>Antwerpen</strong>. Hier konden zij ‘live’<br />
oefenen op het doven van koolwaterstof- en gasbranden.<br />
Dit gebeurde met zogenaamde kleine<br />
blusmiddelen zoals poederblussers en waterlansen<br />
- handgedragen sproeiers die het mogelijk<br />
maken een brandhaard te benaderen om bijvoorbeeld<br />
een gaskraan dicht te draaien.<br />
Onderwijs | Zoeken naar nieuw talent<br />
Op de campus van het departement Industriële<br />
Wetenschappen en Technologie van de Karel de<br />
Grote-Hogeschool in de Antwerpse deelgemeente<br />
Hoboken worden studenten opgeleid voor<br />
technische beroepen, zoals operator in de<br />
petrochemische industrie. Studenten van deze<br />
school brengen al jaren bedrijfsbezoeken aan<br />
<strong>ExxonMobil</strong> of lopen er stage. Na een studiedag<br />
in 1999, georganiseerd en door de hogeschool en<br />
gesponsord door <strong>ExxonMobil</strong>, werden de banden<br />
aangehaald en de contacten geïntensifieerd.<br />
Sindsdien krijgt de Karel de Grote-Hogeschool<br />
steun voor nieuwe concrete projecten, veelal voor<br />
de aanschaf van kostbare laboratoriumuitrusting.<br />
Voor de onderwijsinstelling is deze hulp onmisbaar,<br />
terwijl de samenwerking voor <strong>ExxonMobil</strong><br />
een band schept die de doorstroom van nieuw<br />
talent naar het bedrijfsleven en de beroepspraktijk<br />
kan bevorderen.<br />
België | 175 plus 25<br />
In het kader van 175 jaar België en 25 jaar<br />
federalisme organiseerde de Vereniging van<br />
Belgische Ondernemingen (VBO) in <strong>2005</strong> een<br />
eerbetoon aan 175 in het land actieve bedrijven<br />
die op hun vakgebied internationaal aanzien<br />
hebben verworven. In dit kader vond van 22 tot en<br />
met 26 juni in de Heizel in Brussel een tentoonstelling<br />
plaats, waar deze bedrijven zich konden<br />
presenteren. Ook <strong>ExxonMobil</strong> was vertegenwoordigd<br />
met een stand die veel bekijks trok, vooral<br />
van jongeren die geïnteresseerd bleken in een<br />
(loop)baan in de olie- en chemische industrie.<br />
Verschillende bedrijfsafdelingen hadden samengewerkt<br />
om de <strong>ExxonMobil</strong>-stand aantrekkelijk te<br />
maken. Zo stond er een benzinepomp, waar<br />
mensen Esso’s ‘pay at the pump’-systeem konden<br />
uitproberen. Ook konden bezoekers het verschil<br />
in viscositeit van verschillende smeermiddelen<br />
testen. En een video illustreerde het belang van<br />
energie voor mens en samenleving. n<br />
Midden: Boliviaanse<br />
brandweerlieden leren de<br />
fijne kneepjes van het vak<br />
Rechts: Studenten van de<br />
Karel de Grote-Hogeschool<br />
31
<strong>ExxonMobil</strong> Benelux<br />
Afdeling Public Affairs<br />
Polderdijkweg 3B<br />
2030 <strong>Antwerpen</strong><br />
Tel. 03/543 3951<br />
Raffinaderij <strong>Antwerpen</strong><br />
Polderdijkweg 3B<br />
2030 <strong>Antwerpen</strong><br />
Tel. 03/543 3111<br />
Antwerp Polymers Plant<br />
<strong>ExxonMobil</strong> Chemical<br />
Canadastraat 20<br />
2070 Zwijndrecht<br />
Tel. 03/252 3111<br />
Meerhout Polymers Plant<br />
<strong>ExxonMobil</strong> Chemical<br />
Biezenhoed 2<br />
2450 Meerhout<br />
Tel. 014/863111<br />
Het <strong>Maatschappelijk</strong> <strong>Verslag</strong> <strong>2005</strong>/<strong>2006</strong><br />
is een uitgave van <strong>ExxonMobil</strong><br />
Samenstelling en redactie<br />
Anton Buys<br />
Productie<br />
Benelux Public Affairs/Communications<br />
Ontwerp<br />
GPB, Leiderdorp<br />
Druk<br />
PlantijnCasparie, Den Haag<br />
© <strong>2006</strong>: <strong>ExxonMobil</strong> Petroleum & Chemical<br />
BVBA<br />
www.exxonmobil.be