Blaaskanker gids voor Patienten - the European Society for Medical ...
Blaaskanker gids voor Patienten - the European Society for Medical ...
Blaaskanker gids voor Patienten - the European Society for Medical ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
BLAASKANKER: GIDS VOOR PATIËNTEN<br />
PATIËNTENINFORMATIE OP BASIS VAN DE ESMO‐RICHTLIJNEN<br />
Deze <strong>gids</strong> <strong>voor</strong> patiënten werd <strong>voor</strong>bereid door Reliable Cancer Therapies (RCT) om patiënten en hun<br />
familie te helpen een beter inzicht te krijgen in blaaskanker en de beste beschikbare<br />
behandelingsopties volgens het subtype blaaskanker. We raden de patiënten aan om hun artsen te<br />
vragen welke tests of behandelingen nodig zijn <strong>voor</strong> hun ziekte en ziektestadium. De medische<br />
in<strong>for</strong>matie in deze <strong>gids</strong> is gebaseerd op de medische praktijkaanbevelingen van de <strong>European</strong> <strong>Society</strong><br />
<strong>for</strong> <strong>Medical</strong> Oncology (ESMO) <strong>voor</strong> de behandeling van blaaskanker. Deze <strong>gids</strong> <strong>voor</strong> patiënten is<br />
opgesteld in samenwerking met ESMO en wordt verspreid met de toestemming van ESMO. Hij is<br />
geschreven door een arts en nagelezen door twee oncologen van ESMO, waaronder de<br />
verantwoordelijke <strong>voor</strong> de overeenkomstige clinical practice guidelines <strong>voor</strong> professionals. Hij is ook<br />
nagelezen door patiëntenvertegenwoordigers van de ‘Cancer Patient Working Group’ van ESMO.<br />
Meer in<strong>for</strong>matie over Reliable Cancer Therapies: www.reliablecancer<strong>the</strong>rapies.com<br />
Meer in<strong>for</strong>matie over de <strong>European</strong> <strong>Society</strong> <strong>for</strong> <strong>Medical</strong> Oncology: www.esmo.org<br />
Woorden die met een sterretje zijn aangeduid, worden achteraan dit document uitgelegd.<br />
<strong>Blaaskanker</strong>: <strong>gids</strong> <strong>voor</strong> patiënten ‐ – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2012.1 Pagina 1<br />
Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />
De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bedoeld <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />
en mag niet worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder de schriftelijke toestemming van ESMO en Reliable<br />
Cancer Therapies.
Inhoudstafel<br />
Definitie van blaaskanker ........................................................................................................................ 3<br />
Komt blaaskanker vaak <strong>voor</strong>? ................................................................................................................. 4<br />
Wat veroorzaakt blaaskanker? ................................................................................................................ 5<br />
Hoe wordt de diagnose van blaaskanker gesteld? .................................................................................. 7<br />
Wat moet geweten zijn <strong>voor</strong> een optimale behandeling? ...................................................................... 9<br />
Wat zijn de behandelingsopties? .......................................................................................................... 12<br />
Wat zijn de mogelijke bijwerkingen van de behandelingen? ................................................................ 16<br />
Wat gebeurt er na de behandeling? ..................................................................................................... 19<br />
Definities van moeilijke woorden .......................................................................................................... 21<br />
Deze tekst werd geschreven door dr. An Billiau, Celsus <strong>Medical</strong> Writing, LLC (<strong>voor</strong> RCT) en nagelezen door dr. Svetlana Jezdic<br />
(ESMO), prof. Joaquim Bellmunt (ESMO), en prof. Louis Denis (Stoma‐Ilco, Europa Uomo namens de Cancer Patient Working<br />
Group van ESMO).<br />
Deze tekst werd vertaald uit het Engels door een expert in het vertalen van wetenschappelijke en medische teksten en werd<br />
vervolgens nagelezen door Dr. Ann‐Sofie Schauwvlieghe.<br />
<strong>Blaaskanker</strong>: <strong>gids</strong> <strong>voor</strong> patiënten ‐ – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2012.1 Pagina 2<br />
Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />
De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bedoeld <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />
en mag niet worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder de schriftelijke toestemming van ESMO en Reliable<br />
Cancer Therapies.
DEFINITIE VAN BLAASKANKER<br />
<strong>Blaaskanker</strong> is een kanker die ontstaat in weefsels van de blaas. De blaas is het orgaan dat fungeert<br />
als urinereservoir. Het meest <strong>voor</strong>komende type blaaskanker is overgangscelcarcinoom*. Dit type<br />
kanker ontstaat in cellen die normaal de binnenste slijmvlieslaag* van de blaas vormen, ook<br />
overgangsepi<strong>the</strong>el* of uro<strong>the</strong>el* genoemd. Andere types omvatten plaveiselcelcarcinoom*,<br />
blaaskanker die ontstaat in de dunne, platte cellen in het slijmvlies* van de blaas en<br />
adenocarcinoom*, kanker die ontstaat in cellen in het blaasslijmvlies die mucus of slijm afscheiden.<br />
Anatomie van het mannelijke (links) en vrouwelijke (rechts) urinewegstelsel met de nieren, de urineleiders*, de blaas en de<br />
urethra*. Urine wordt gevormd in de niertubuli* en verzamelt in het nierbekken*. De urine vloeit van de nieren via de<br />
urineleiders naar de blaas. De urine wordt in de blaas opgeslagen tot hij het lichaam verlaat via de urethra*.<br />
<strong>Blaaskanker</strong>: <strong>gids</strong> <strong>voor</strong> patiënten ‐ – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2012.1 Pagina 3<br />
Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />
De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bedoeld <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />
en mag niet worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder de schriftelijke toestemming van ESMO en Reliable<br />
Cancer Therapies.
KOMT BLAASKANKER VAAK VOOR?<br />
In 2008 werd in Europa bij naar schatting ongeveer 110.500 patiënten blaaskanker vastgesteld.<br />
<strong>Blaaskanker</strong> is bijgevolg de 5 de meest <strong>voor</strong>komende kanker in Europa.<br />
<strong>Blaaskanker</strong> komt ongeveer vijfmaal vaker <strong>voor</strong> bij mannen dan bij vrouwen. In 2008 ontwikkelden<br />
naar schatting, 27 op 100.000 mannen en 5 op 100.000 vrouwen blaaskanker. <strong>Blaaskanker</strong> is de 4 de<br />
meest <strong>voor</strong>komende kanker bij mannen en de 13 de meest <strong>voor</strong>komende kanker bij vrouwen.<br />
In de Europese Unie is de waarschijnlijkheid <strong>voor</strong> een man om blaaskanker te ontwikkelen tussen 1,5<br />
en 2,5%. Voor mannen in Vlaanderen, Malta, Spanje en Italië ligt dit percentage iets hoger: tussen<br />
3,1 en 4,2%. In de Europese Unie krijgt minder dan 1% van de vrouwen ooit blaaskanker.<br />
Het risico op blaaskanker neemt toe met de leeftijd; globaal treden bij 70% van de patiënten die<br />
blaaskanker krijgen de symptomen op na de leeftijd van 65 jaar.<br />
<strong>Blaaskanker</strong>: <strong>gids</strong> <strong>voor</strong> patiënten ‐ – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2012.1 Pagina 4<br />
Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />
De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bedoeld <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />
en mag niet worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder de schriftelijke toestemming van ESMO en Reliable<br />
Cancer Therapies.
WAT VEROORZAAKT BLAASKANKER?<br />
Het is niet volledig duidelijk wat blaaskanker veroorzaakt. Er zijn een aantal risicofactoren*<br />
geïdentificeerd, maar in vele gevallen lijkt er geen enkele aanwezig te zijn. Een risicofactor verhoogt<br />
het risico op kanker, maar is niet voldoende of is niet vereist om kanker te veroorzaken. Een<br />
risicofactor is geen oorzaak op zich.<br />
Sommige mensen met deze risicofactoren zullen nooit blaaskanker krijgen en sommige mensen<br />
zonder deze risicofactoren zullen desalniettemin blaaskanker krijgen.<br />
De belangrijkste risicofactoren <strong>voor</strong> blaaskanker zijn:<br />
‐ Verouderen: blaaskanker komt <strong>voor</strong>al <strong>voor</strong> bij ouderen; globaal gezien<br />
wordt bij 70% van de patiënten blaaskanker vastgesteld na de leeftijd van<br />
65 jaar.<br />
‐ Voorgeschiedenis van blaaskanker.<br />
‐ Roken: roken is de belangrijkste risicofactor <strong>voor</strong> blaaskanker. Meer dan 4<br />
jaar stoppen met roken kan het risico verminderen.<br />
‐ Er zijn een aantal chemische stoffen geïdentificeerd die blaaskanker kunnen veroorzaken:<br />
o Anilinekleurstoffen: chemische stoffen die in gekleurde stoffen aanwezig kunnen zijn.<br />
o Cyclofosfamide: een chemo<strong>the</strong>rapeuticum* gebruikt <strong>voor</strong> de behandeling van kanker.<br />
o Aromatische aminen: in verscheidene beroepen is blootstelling aan deze chemische<br />
stoffen mogelijk zoals in de verf‐, leder‐, auto‐, metaal‐, papier‐ en rubberindustrie,<br />
maar ook bij vrachtwagenchauffeurs, chemische reinigers, tandtechnici en kappers.<br />
In deze omstandigheden komt blaaskanker pas 30 tot 50 jaar na de blootstelling <strong>voor</strong>.<br />
o Arsenicum: In een Taiwanese regio waar het water hoge arsenicumconcentraties<br />
bevatte, werd een verhoogd risico op blaaskanker vastgesteld.<br />
o Aristolochia fangchi: dit is een Chinees kruid; bij mensen die een voedingssupplement<br />
hadden gebruikt waaraan dit kruid per vergissing was toegevoegd werd een<br />
verhoogd risico op blaaskanker vastgesteld.<br />
‐ Straling: blootstelling aan ioniserende straling* in de blaasstreek, bij<strong>voor</strong>beeld tijdens<br />
radio<strong>the</strong>rapie <strong>voor</strong> prostaatkanker *, zou het risico op blaaskanker verhogen.<br />
‐ Sommige risicofactoren zijn <strong>voor</strong>al belangrijk <strong>voor</strong> een specifiek type blaaskanker, met name<br />
plaveiselcelcarcinoom*. Deze tumor wordt veroorzaakt door chronische irritatie of<br />
ontsteking van de blaas. In Westerse landen omvatten de belangrijkste risicofactoren <strong>voor</strong><br />
plaveiselcelcarcinoom een slecht werkende blaas, de langdurige aanwezigheid van een<br />
ka<strong>the</strong>ter* in de blaas, blaasstenen en chronische blaasinfectie. In Afrika en het Midden‐<br />
Oosten, is een belangrijke risicofactor <strong>voor</strong> plaveiselcelcarcinoom een infectie met<br />
Schistosoma hematobium, een microbe die in deze gebieden vaak <strong>voor</strong>komt. Ze kan de blaas<br />
infecteren en leiden tot chronische ontsteking.<br />
‐ Diabetes*: personen met diabetes type 2 hebben een verhoogd risico op blaaskanker.<br />
<strong>Blaaskanker</strong>: <strong>gids</strong> <strong>voor</strong> patiënten ‐ – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2012.1 Pagina 5<br />
Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />
De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bedoeld <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />
en mag niet worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder de schriftelijke toestemming van ESMO en Reliable<br />
Cancer Therapies.
Men vermoedt dat andere factoren geassocieerd zijn met een verhoogd risico op blaaskanker, maar<br />
de bewijzen zijn onsamenhangend.<br />
‐ Koffie, kunstmatige zoetstoffen en alcohol: er zijn geen duidelijke bewijzen dat het gebruik<br />
van deze stoffen een risico op blaaskanker inhoudt.<br />
‐ Leidingwater met hoge concentraties trihalomethanen, afbraakproducten van het<br />
‐<br />
ontsmettingsmiddel chloor: uit enkele studies blijkt dat het langdurige gebruik van dit<br />
leidingwater het risico op blaaskanker kan verhogen, maar de bewijzen zijn onsamenhangend.<br />
Genen: in het algemeen houdt een familielid met blaaskanker een licht verhoogd risico op de<br />
ziekte in. <strong>Blaaskanker</strong> als gevolg van een erfelijk gendefect* is zeer zeldzaam.<br />
‐ Eén studie heeft aangetoond dat overgewicht geassocieerd is met een hoger risico op<br />
blaaskanker, maar dit wordt niet door andere studies bevestigd.<br />
Sommige factoren zouden beschermen tegen blaaskanker, maar duidelijke bewijzen hier<strong>voor</strong> zijn<br />
niet beschikbaar.<br />
‐ Vochtopname: een hoge vochtopname zou bij mannen het risico op blaaskanker verlagen,<br />
maar er is een gebrek aan samenhang tussen de studies.<br />
‐ Fruit en groenten: de consumptie van fruit en groeten zou een beschermend effect hebben.<br />
<strong>Blaaskanker</strong>: <strong>gids</strong> <strong>voor</strong> patiënten ‐ – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2012.1 Pagina 6<br />
Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />
De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bedoeld <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />
en mag niet worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder de schriftelijke toestemming van ESMO en Reliable<br />
Cancer Therapies.
HOE WORDT DE DIAGNOSE VAN BLAASKANKER GESTELD?<br />
<strong>Blaaskanker</strong> kan worden vastgesteld tijdens een routinecheck‐up, of kan worden vermoed op basis<br />
van specifieke symptomen.<br />
De belangrijkste symptomen zijn:<br />
• Bloed in de urine (hematurie): dit is gewoonlijk pijnloos en komt <strong>voor</strong> bij 85% van de<br />
patiënten met blaaskanker.<br />
• Urineproblemen: de behoefte om vaker dan gewoonlijk te urineren (frequentie genoemd),<br />
de behoefte om dringend te urineren (aandrang genoemd) of pijn bij het urineren (dysurie<br />
genoemd).<br />
Deze symptomen zijn echter niet specifiek <strong>voor</strong> blaaskanker en kunnen ook <strong>voor</strong>komen bij vele<br />
aandoeningen die geen verband houden met kanker zoals een urineweginfectie, nierstenen of<br />
benigne* prostaathyperplasie*.<br />
<strong>Blaaskanker</strong> kan de urinestroom vanuit de nieren blokkeren. De accumulatie van urine in de nieren<br />
kan leiden tot uitzetting van de nieren (hydronefrose genoemd) en pijn.<br />
De arts zal niet alleen in<strong>for</strong>meren naar de hierboven vermelde symptomen maar ook een algemeen<br />
lichamelijk onderzoek uitvoeren en laboratoriumbloedonderzoeken aanvragen van de<br />
bloedceltellingen en de nierfunctie.<br />
De diagnose van blaaskanker wordt gesteld op basis van de volgende onderzoeken:<br />
1. Klinisch onderzoek*<br />
Een lichamelijk onderzoek verstrekt in<strong>for</strong>matie over de<br />
symptomen van blaaskanker en andere gezondheidsproblemen.<br />
De arts kan het rectum en de vagina (bij vrouwen) onderzoeken<br />
om de grootte van de blaastumor te bepalen en om na te gaan<br />
of en hoever de tumor is uitgezaaid.<br />
2. Cystoscopie*<br />
Een cystoscopie is een technisch onderzoek van de blaas:<br />
de arts brengt een buisje met aan het uiteinde een<br />
lichtbron en een camera in de urethra* in om de<br />
binnenkant van de blaas en de urethra te onderzoeken<br />
op de aanwezigheid van tumoren. Een cystoscopie kan<br />
in de spreekkamer van de arts worden uitgevoerd; bij<br />
gebruik van een lokale anes<strong>the</strong>tische* gel wordt deze<br />
procedure gewoonlijk goed verdragen. Een cystoscopie<br />
kan echter ook onder algemene anes<strong>the</strong>sie* worden<br />
uitgevoerd samen met het klinische bimanuele<br />
onderzoek* (zie hierboven) van de blaas.<br />
De arts kan in het buisje van de cystoscoop een dun<br />
chirurgisch instrument inbrengen om ‐ onder<br />
rechtstreeks zicht ‐ weefselmonsters van de tumor of<br />
andere verdachte gebieden te nemen. Dit monster<br />
wordt een biopt* genoemd. Voor sommige blaaskankers,<br />
<strong>Blaaskanker</strong>: <strong>gids</strong> <strong>voor</strong> patiënten ‐ – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2012.1 Pagina 7<br />
Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />
De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bedoeld <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />
en mag niet worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder de schriftelijke toestemming van ESMO en Reliable<br />
Cancer Therapies.
kan de arts onmiddellijk de volledige tumor verwijderen: dit wordt een transurethrale<br />
resectie van de blaastumor genoemd (TURB)*. In dit geval is de cystoscopie ook de eerste<br />
stap van de behandeling.<br />
In deze omstandigheden zal de arts ook de urineleiders* onderzoeken, een procedure die<br />
ureteroscopie* wordt genoemd. In andere omstandigheden, omvat een cystoscopie ook een<br />
biopsie* van de urethra*.<br />
3. Histopathologisch onderzoek*<br />
Dit is een laboratoriumonderzoek van de tumorcellen. Het<br />
wordt uitgevoerd op het tijdens de cystoscopie* afgenomen<br />
tumorweefsel. De histopathologische* in<strong>for</strong>matie bevestigt<br />
de diagnose van blaaskanker en toont de specifieke<br />
kenmerken van de tumor aan, die de arts in staat stellen om<br />
het type blaaskanker te bepalen.<br />
Indien na de cystoscopie (gewoonlijk een TURB*) een operatie geïndiceerd is, zal een tweede<br />
histopathologisch onderzoek worden uitgevoerd op het operatief verwijderde tumorweefsel.<br />
Dit is zeer belangrijk om de resultaten van de eerste biopsie* te bevestigen en<br />
nauwkeurigere in<strong>for</strong>matie te verstrekken over de<br />
kanker en het kankerstadium.<br />
4. Radiologisch onderzoek*<br />
Indien uit het histopathologische onderzoek* blijkt<br />
dat de tumor tot in de diepere lagen (spierlagen)<br />
van de blaas is gegroeid, dan is radiologisch<br />
onderzoek nodig om te bepalen of de tumor ook<br />
buiten de blaas in de weefsels en de lymfeklieren*is<br />
gegroeid.<br />
Het radiologische onderzoek maakt deel uit van een diagnostisch proces dat stadiëring*<br />
wordt genoemd en kan worden uitgevoerd met behulp van computertomografie (CT‐scan)*<br />
of magnetische resonantiebeeldvorming (MRI)* van het abdomen en het bekken. De<br />
stadiëringsprocedure omvat ook een CT‐scan van de borst en in geval van symptomen van<br />
tumoruitzaaiing in de botten, ook een botscintigrafie*.<br />
<strong>Blaaskanker</strong>: <strong>gids</strong> <strong>voor</strong> patiënten ‐ – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2012.1 Pagina 8<br />
Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />
De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bedoeld <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />
en mag niet worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder de schriftelijke toestemming van ESMO en Reliable<br />
Cancer Therapies.
WAT MOET GEWETEN ZIJN VOOR EE N OPTIMALE BEHANDELING?<br />
Om de beste behandeling te kunnen bepalen moeten artsen verschillende<br />
elementen verzamelen over de patiënt en de kanker. Relevante in<strong>for</strong>matie over de patiënt<br />
• Geslacht<br />
• Persoonlijke medische <strong>voor</strong>geschiedenis,<br />
vroegere ziekten en<br />
•<br />
behandelingen<br />
Voorgeschiedenis van blaaskanker bij verwanten<br />
• Algemeen welzijn en specifieke lichamelijke klachten<br />
• Resultaten van het klinische onderzoek*<br />
• Resultaten van laboratoriumonderzoeken<br />
uitgevoerd om de bloedtellingen, de nier‐ en de<br />
leverfunctie te bepalen<br />
Relevante in<strong>for</strong>matie over de kanker<br />
• Stadiëring*<br />
Artsen gebruiken stadiëring om de ernst van de kanker en de prognose* van de patiënt te bepalen.<br />
Gewoonlijk wordt het TNM‐stadiëringssysteem* gebruikt. Met de combinatie van grootte van de<br />
tumor en de invasie* van omliggend weefsel (T), betrokkenheid van de lymfeklieren* (N) en<br />
metastasering* of uitzaaiing naar andere organen in het lichaam (M) kan de kanker in één van de<br />
hieronder beschreven stadia worden ingedeeld.<br />
Het stadium* is essentieel om een juiste behandelingsbeslissing te nemen. Hoe minder gevorderd<br />
het stadium, hoe beter de prognose. De stadiëring wordt uitgevoerd na de klinische en radiologische<br />
onderzoeken* en het histopathologische onderzoek* van het biopt*. Indien een operatie geïndiceerd<br />
is, wordt een tweede stadiëring uitgevoerd op basis van het laboratoriumonderzoek van het<br />
afgenomen monster.<br />
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de verschillende stadia van blaaskanker. Omdat de<br />
definities technisch zijn is het aangeraden artsen om meer uitleg te vragen.<br />
<strong>Blaaskanker</strong>: <strong>gids</strong> <strong>voor</strong> patiënten ‐ – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2012.1 Pagina 9<br />
Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />
De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bedoeld <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />
en mag niet worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder de schriftelijke toestemming van ESMO en Reliable<br />
Cancer Therapies.
Stadium Definitie (zie de afbeelding van de blaaswand onderaan) Categorie<br />
Stadium<br />
0a<br />
Stadium<br />
0is<br />
Niet‐invasief papillair carcinoom: de tumor is beperkt tot de binnenste<br />
cellagen van het blaasslijmvlies (het epi<strong>the</strong>el*) Niet‐<br />
Carcinoom in situ, ook aan gerefereerd als vlakke tumor: een hooggradige<br />
tumor die beperkt is tot de binnenste cellagen van het blaasslijmvlies (het<br />
epi<strong>the</strong>el*)<br />
Stadium I De tumor dringt de diepere bindweefsels van het blaasslijmvlies (de lamina<br />
propria*) binnen.<br />
Stadium<br />
II<br />
Stadium<br />
III<br />
Stadium<br />
IV<br />
De tumor dringt de blaasspier binnen. Stadium II is in 2 stadia ingedeeld:<br />
T2a: de tumor dringt de binnenste helft van de blaasspier binnen<br />
T2b: de tumor dringt de buitenste helft van de blaasspier binnen<br />
De tumor dringt de weefsels rond de blaas binnen. Stadium III is in 3 stadia<br />
ingedeeld:<br />
T3a: microscopische invasie*<br />
T3b: macroscopische invasie*<br />
T4a: invasie van organen rond de blaas: de prostaat* bij mannen, de uterus<br />
en/of vagina bij vrouwen<br />
De tumor dringt de bekkenwand en/of de buikwand binnen of<br />
De tumor is uitgezaaid* naar de lymfeklier(en)* of een orgaan op afstand<br />
van de blaas<br />
spierinvasi<br />
eve<br />
blaaskank<br />
er<br />
Spierinvasi<br />
eve<br />
blaaskank<br />
er<br />
Gevorderd<br />
e en<br />
gemetasta<br />
seerde*<br />
ziekte<br />
Lagen van de blaaswand met de mucosa* (de slijmvlieslaag* van de blaas bestaande uit het epi<strong>the</strong>el* en de lamina propria*)<br />
en de spierlagen.<br />
<strong>Blaaskanker</strong>: <strong>gids</strong> <strong>voor</strong> patiënten ‐ – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2012.1 Pagina 10<br />
Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />
De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bedoeld <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />
en mag niet worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder de schriftelijke toestemming van ESMO en Reliable<br />
Cancer Therapies.
• Resultaten van de biopsie*<br />
Het weefsel van de tumorbiopsie wordt in het laboratorium onderzocht door een patholoog*. Dit<br />
onderzoek wordt histopathologie* genoemd. Bij een operatie na een cystoscopie*, bestaat het<br />
histopathologische onderzoek uit het onderzoek van de operatief verwijderde tumor en<br />
lymfeklieren*. Dit is zeer belangrijk om de resultaten van de eerste bevindingen te bevestigen en<br />
meer in<strong>for</strong>matie te verstrekken over het kankerstadium. De resultaten van het bioptonderzoek<br />
omvatten:<br />
o Histologisch type*<br />
Het histologische type verwijst naar het type cellen waaruit de tumor is samengesteld.<br />
Ongeveer 90% van de blaaskankers zijn overgangscelcarcinomen*. De resterende 10% zijn<br />
hoofdzakelijk plaveiselcelcarcinomen* en adenocarcinomen*. Andere histologische types<br />
zijn zeer zeldzaam.<br />
Overgangscelcarcinoom*, ook uro<strong>the</strong>elcarcinoom genoemd: tumor die ontstaat uit het<br />
overgangsepi<strong>the</strong>el*. Het overgangsepi<strong>the</strong>el bestaat uit multipele cellagen die van vorm<br />
kunnen veranderen als de blaas uitzet en die de binnenste blaaswand bekleden.<br />
Plaveiselcelcarcinoom*: tumor die ontstaat uit het overgangsepi<strong>the</strong>el* maar<br />
uitsluitend bestaat uit dunne, vlakke cellen, die plaveiselcellen worden genoemd.<br />
Adenocarcinoom*: tumor die ontstaat uit kliercellen van de binnenste slijmvlieslaag*<br />
van de blaas.<br />
o Graad*<br />
De graad wordt bepaald op basis van hoe verschillend de tumorcellen zijn van de cellen<br />
die gewoonlijk in gezond blaasslijmvlies worden gevonden. De abnormale kenmerken<br />
geven de snelheid aan waarmee de cellen zich vermenigvuldigen en hoe invasief ze zijn.<br />
Voor blaaskanker zijn er 4 graden:<br />
Papilloom: een tumor samengesteld uit niet‐kwaadaardige cellen.<br />
Papillair uro<strong>the</strong>liaal neoplasma met laag maligne potentieel (PUNLMP): een<br />
tumor samengesteld uit niet‐kwaadaardige cellen die typisch bedekt zijn met een<br />
verdikte laag van overgangsepi<strong>the</strong>el*.<br />
Laaggradig uro<strong>the</strong>elcarcinoom: langzaam groeiende kwaadaardige tumor die<br />
waarschijnlijk nooit zal uitzaaien.<br />
Hooggradig uro<strong>the</strong>elcarcinoom: sneller groeiende kwaadaardige tumor die<br />
waarschijnlijker uitzaait.<br />
<strong>Blaaskanker</strong>: <strong>gids</strong> <strong>voor</strong> patiënten ‐ – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2012.1 Pagina 11<br />
Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />
De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bedoeld <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />
en mag niet worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder de schriftelijke toestemming van ESMO en Reliable<br />
Cancer Therapies.
WAT ZIJN DE BEHANDELINGSOPTIES?<br />
Bij de planning van de behandeling is een multidisciplinair team van artsen<br />
betrokken. Dit impliceert gewoonlijk een vergadering van verschillende<br />
specialisten, multidisciplinair advies* of tumor board review genoemd. Tijdens<br />
deze vergadering wordt de behandelingsplanning besproken op basis van de<br />
hierboven vermelde relevante in<strong>for</strong>matie.<br />
De behandeling combineert gewoonlijk <strong>the</strong>rapieën die<br />
• lokaal op de kanker inwerken, zoals een operatie, radio<strong>the</strong>rapie*, lokale chemo<strong>the</strong>rapie* en<br />
lokale immuno<strong>the</strong>rapie*<br />
• inwerken op kankercellen in het hele lichaam door middel van systemische chemo<strong>the</strong>rapie<br />
De precieze behandeling hangt af van het kankerstadium, de kenmerken van de tumor en de risico's<br />
<strong>voor</strong> de patiënt.<br />
De onderstaande behandelingen hebben <strong>voor</strong>delen, maar kunnen ook risico’s inhouden en contra‐<br />
indicaties* hebben. Het is aanbevolen dat patiënten hun artsen vragen naar de verwachte <strong>voor</strong>delen<br />
en risico's van elke behandeling, zodat ze op de hoogte zijn van de gevolgen van de behandeling.<br />
Voor sommige behandelingen zijn verschillende mogelijkheden beschikbaar. De keuze moet worden<br />
besproken op basis van de <strong>voor</strong>deel‐risicoverhouding.<br />
Behandelingsplan <strong>voor</strong> niet‐spierinvasieve ziekte (stadium 0a, stadium 0is, stadium<br />
I)<br />
In deze stadia is de tumor beperkt tot de oppervlaktelaag van de blaaswand (mucosa*) en is niet<br />
binnengedrongen in de blaasspier. Het belangrijkste behandelingsdoel is de operatieve verwijdering<br />
van de lokale tumor tijdens een TURB*. Een bijkomende lokale blaasbehandeling (adjuvante*<br />
intravesicale* behandeling genoemd) is echter aanbevolen omdat ze het risico op tumorrecidief of –<br />
progressie* vermindert.<br />
Het type adjuvante <strong>the</strong>rapie hangt af van het risico op progressie* en recidief*: <strong>voor</strong> elke patiënt met<br />
een stadium 0a‐ of stadium I‐tumor, wordt dit berekend met behulp van een scoresysteem op basis<br />
van verschillende tumorspecifieke kenmerken.<br />
Cystoscopie* en transurethrale resectie van de blaastumor (TURB)*<br />
Na een cystoscopie ondergaan alle patiënten een TURB. Vaak wordt de volledige tumor<br />
verwijderd. In dit geval is de TURB de definitieve behandeling. Soms is echter een bijkomende<br />
behandeling aanbevolen (adjuvante behandeling* genoemd) met geneesmiddelen die<br />
rechtstreeks in de blaas wordeningebracht (intravesicale* behandeling genoemd). Het type<br />
bijkomende behandeling hangt af van het individuele risico op recidief en progressie*, maar ook<br />
van hoe goed de patiënt de bijwerkingen* verdraagt.<br />
Bij geselecteerde patiënten met hoogrisicotumoren, is een tweede TURB aanbevolen vóór of na<br />
de intravesicale <strong>the</strong>rapie, om residuele ziekte te detecteren en <strong>voor</strong> een nauwkeurigere stadiëring.<br />
<strong>Blaaskanker</strong>: <strong>gids</strong> <strong>voor</strong> patiënten ‐ – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2012.1 Pagina 12<br />
Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />
De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bedoeld <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />
en mag niet worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder de schriftelijke toestemming van ESMO en Reliable<br />
Cancer Therapies.
Intravesicale* chemo<strong>the</strong>rapie* of immuno<strong>the</strong>rapie*<br />
Om het risico op recidief en progressie* te verminderen, krijgen alle patiënten die een TURB*<br />
hebben ondergaan onmiddellijk na de operatie één intravesicale instillatie* met een<br />
chemo<strong>the</strong>rapeuticum. Hier<strong>voor</strong> worden de geneesmiddelen Mitomycine C*, epirubicine* of<br />
doxorubicine* gebruikt.<br />
Bij patiënten met een tumor met laag recidief‐ en progressierisico, voltooit één instillatie de<br />
behandeling. Voor patiënten met een intermediair of hoog risico op tumorrecidief of ‐progressie,<br />
dient de eerste instillatie te worden gevolgd door verdere intravesicale chemo<strong>the</strong>rapie, of<br />
intravesicale immuno<strong>the</strong>rapie met bacillus Calmette Guérin (BCG)* (zie verder). Of <strong>voor</strong><br />
chemo<strong>the</strong>rapie of immuno<strong>the</strong>rapie wordt gekozen hangt af van het individuele risicoprofiel.<br />
Chemo<strong>the</strong>rapie wordt gewoonlijk tot 1 jaar lang toegediend. Immuno<strong>the</strong>rapie wordt minstens 1<br />
jaar toegediend.<br />
Intravesicale* immuno<strong>the</strong>rapie* met bacillus Calmette‐Guérin (BCG)*<br />
Voor patiënten met geselecteerde risicoprofielen is een intravesicale behandeling met bacillus<br />
Calmette‐Guérin (BCG) aanbevolen. Dit is een vaccin tegen tuberculose*. Het<br />
werkingsmechanisme van intravesicale BCG‐<strong>the</strong>rapie is niet volledig duidelijk. Men veronderstelt<br />
dat BCG een immuunreactie* veroorzaakt die kankercellen doodt. Daarom wordt een BCG‐<br />
behandeling als immuno<strong>the</strong>rapie beschouwd.<br />
Gewoonlijk wordt gestart met een behandelingsschema van 6 weken (inductie<strong>the</strong>rapie genoemd),<br />
gevolgd door een zogenaamde onderhouds<strong>the</strong>rapie van minstens 1 jaar. Sommige<br />
onderhoudsschema's duren twee jaar.<br />
Cystectomie*<br />
Een cystectomie is aanbevolen <strong>voor</strong> patiënten met stadium Ois‐ en stadium I‐tumoren die niet<br />
reageren op een adjuvante* intravesicale* behandeling.<br />
Behandelingsplan <strong>voor</strong> spierinvasieve blaaskanker (stadium II en stadium III)<br />
In deze stadia is de tumor de spierlaag van de blaaswand binnengedrongen of is door de blaaswand<br />
heen uitgezaaid naar de weefsels rond de blaas. Bij deze behandeling worden de volledige blaas en de<br />
lymfeklieren* in het bekken en de omliggende organen verwijderd. Vóór de operatie wordt<br />
chemo<strong>the</strong>rapie* toegediend om de tumor te verkleinen, de tumorcellen in metastasen* aan te vallen<br />
die te klein zijn om gedetecteerd te worden en om tijdens de operatie het risico op uitzaaiing van de<br />
tumorcellen naar andere delen in het lichaam te verminderen.<br />
Radicale cystectomie*<br />
De standaardbehandeling <strong>voor</strong> spierinvasieve blaaskanker omvat radicale<br />
cystectomie. Voor mannelijke patiënten impliceert dit de volledige<br />
verwijdering van de blaas, alle zichtbare tumorweefsels, maar ook de<br />
urethra*, de prostaat*, de zaadblaasjes*, het onderste gedeelte van de<br />
urineleiders* en de lymfeklieren* in het bekken. Voor vrouwelijke<br />
patiënten impliceert radicale cystectomie de verwijdering van de blaas,<br />
alle zichtbare, reseceerbare tumoren, de volledige urethra, het onderste<br />
gedeelte van de urineleiders*, de aangrenzende vagina*, de uterus* en<br />
de lymfeklieren* in het bekken.<br />
<strong>Blaaskanker</strong>: <strong>gids</strong> <strong>voor</strong> patiënten ‐ – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2012.1 Pagina 13<br />
Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />
De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bedoeld <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />
en mag niet worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder de schriftelijke toestemming van ESMO en Reliable<br />
Cancer Therapies.
Bij sommige patiënten kan deze procedure enigszins worden aangepast om bepaalde structuren<br />
te sparen. Of dit al dan niet mogelijk is hangt af van de uitzaaiing van de tumor en moet <strong>voor</strong> elke<br />
individuele patiënt zorgvuldig worden beoordeeld.<br />
Radicale cystectomie* leidt tot het verlies van de blaasfunctie, d.w.z. de urineopslag. Daarom<br />
verbindt de chirurg de urineleiders* met een nieuw afvoerkanaal om de urine te kunnen<br />
evacueren (een urineomleiding* genoemd). Dit nieuwe afvoerkanaal kan de urethra*, de huid van<br />
het abdomen, of het allerlaatste gedeelte van de dikke darm zijn (rectosigmoïdomleiding<br />
genoemd). De keuze van de benadering hangt van vele factoren af zoals het tumorstadium, de<br />
structuren die na radicale cystectomie kunnen worden gespaard, de algemene medische toestand<br />
en de <strong>voor</strong>keur van de patiënt. De verschillende opties worden verder in de tekst uitgelegd (zie<br />
Mogelijke bijwerkingen* van de behandelingen).<br />
Radicale cystectomie ook de verwijdering van de <strong>voor</strong>tplantingsorganen* inhouden. Dit kan leiden<br />
tot seksuele disfunctie* en/of het verlies van de <strong>voor</strong>tplantingsfunctie* (zie Mogelijke<br />
bijwerkingen van de behandelingen).<br />
Chemo<strong>the</strong>rapie*<br />
Voor patiënten met stadium T2‐ of T3‐ ziekte is een neo‐adjuvante combinatiechemo<strong>the</strong>rapie<br />
aanbevolen. Dit betekent dat vóór de cystectomie* of definitieve radio<strong>the</strong>rapie* een combinatie<br />
van chemo<strong>the</strong>rapeutica* wordt toegediend. De aanbevolen combinaties zijn gemcitabine* en<br />
cisplatine* (afgekort als GC), of methotrexaat*, vinblastine*, doxorubicine* en cisplatine (afgekort<br />
als MVAC). Het doel van neo‐adjuvante <strong>the</strong>rapie* is micrometastasen* uit te roeien, de tumor te<br />
verkleinen en om tijdens de chirurgische procedure het risico op uitzaaiing van de tumorcellen te<br />
verminderen.<br />
Radio<strong>the</strong>rapie*<br />
Radio<strong>the</strong>rapie alleen kan aanbevolen zijn <strong>voor</strong> patiënten die medisch niet in<br />
staat zijn om een zware radicale cystectomie* te ondergaan.<br />
In specifieke gevallen van blaassparende <strong>the</strong>rapie, kan radio<strong>the</strong>rapie worden<br />
toegediend als onderdeel van een combinatiebehandeling* (zie:<br />
orgaansparende <strong>the</strong>rapie*).<br />
Orgaansparende <strong>the</strong>rapie*<br />
Orgaansparende <strong>the</strong>rapie verwijst naar een behandeling waarbij de blaas<br />
wordt gespaard. Dit wordt <strong>voor</strong>gesteld <strong>voor</strong> patiënten die geen radicale cystectomie* willen<br />
ondergaan, of die medisch niet in staat zijn om dergelijke ingreep te verdragen. Deze behandeling<br />
kan bestaan uit: agressieve TURB*, TURB in combinatie met radio<strong>the</strong>rapie* of chemo<strong>the</strong>rapie* of<br />
TURB in combinatie met radio‐ en chemo<strong>the</strong>rapie. Dit laatste wordt trimodale <strong>the</strong>rapie genoemd<br />
en is de <strong>voor</strong>keursbenadering.<br />
Een orgaansparende <strong>the</strong>rapie kan ook worden overwogen bij geselecteerde patiënten met een<br />
vroeg stadium van blaaskanker, op <strong>voor</strong>waarde dat ze aan een aantal andere strikte medische<br />
criteria voldoen.<br />
Een orgaansparende <strong>the</strong>rapie vereist een strikte levenslange follow‐up* met cystoscopie* en<br />
urinecytologie* om de behandelingsrespons te evalueren en ziekterecidief op te sporen. Bij<br />
persisterende of recidiverende ziekte is, indien mogelijk, een onmiddellijke cystectomie<br />
aanbevolen.<br />
<strong>Blaaskanker</strong>: <strong>gids</strong> <strong>voor</strong> patiënten ‐ – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2012.1 Pagina 14<br />
Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />
De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bedoeld <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />
en mag niet worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder de schriftelijke toestemming van ESMO en Reliable<br />
Cancer Therapies.
Behandelingsplan <strong>voor</strong> gevorderde en gemetastaseerde* ziekte (stadium IV)<br />
In dit stadium is de tumor door de blaaswand in de bekken‐ of abdomenwand gegroeid of <strong>voor</strong>bij het<br />
abdomen naar organen op afstand. Aangezien het moeilijk of medisch niet geïndiceerd is om alle<br />
tumorweefsel operatief te verwijderen, is het hoofddoel van de behandeling de tumorcellen te treffen<br />
met behulp van intraveneuze chemo<strong>the</strong>rapie, die derhalve systemisch werkt.<br />
Chemo<strong>the</strong>rapie*<br />
Het standaardcombinatieschema bestaat uit cisplatine* met gemcitabine* (afgekort als GC) of<br />
methotrexaat*, vinblastine*, doxorubicine* en cisplatine (afgekort als MVAC). Het MVAC‐schema<br />
veroorzaakt meer toxische bijwerkingen* dan GC. Patiënten met<br />
beperkte gevorderde ziekte (betrokkenheid van de lymfeklieren* en<br />
geen viscerale* metastasering* in organen) en diegenen die medisch<br />
in staat zijn om een hoge dosis MVAC te krijgen in combinatie met<br />
granulocyt‐koloniestimulerende factor * (G‐CSF), een groeifactor die<br />
de verdraagbaarheid van de chemo<strong>the</strong>rapie kan verhogen.<br />
Ongeveer de helft van de patiënten is medisch niet in staat om<br />
cisplatine te verdragen door een slechte algemene toestand, een<br />
slechte nierfunctie of de aanwezigheid van andere ziekten. Deze patiënten worden behandeld<br />
met carboplatine* en gemcitabine* (afgekort als CG), met methotrexaat*, carboplatine en<br />
vinblastine (afgekort als M‐CAVI) of met taxaan* of gemcitabine alleen. CG is de<br />
referentiebehandeling. Het M‐CAVI‐schema veroorzaakt meer toxische bijwerkingen dan GC.<br />
Operatie en radio<strong>the</strong>rapie* na systemische chemo<strong>the</strong>rapie*<br />
Voor bepaalde patiënten met lokaal gevorderde ziekte kan systemische chemo<strong>the</strong>rapie gevolgd<br />
door cystectomie en lymfadenectomie* of radio<strong>the</strong>rapie worden overwogen.<br />
Radio<strong>the</strong>rapie*<br />
Radio<strong>the</strong>rapie kan nuttig zijn om pijn of bloedingen te verlichten.<br />
Behandeling van door ziekte veroorzaakte complicaties<br />
Blokkering van de urineinstroom<br />
<strong>Blaaskanker</strong> kan de urineinstroom blokkeren waardoor de urine in de nieren accumuleert. Dit kan tot<br />
pijn en een verstoorde nierfunctie leiden. Indien een cystectomie* niet mogelijk is omwille van<br />
gevorderde ziekte of omdat de patiënt medisch niet in staat is om deze procedure te ondergaan, kan<br />
het nodig zijn om de urinestroom van de blaas om te leiden naar buiten. Dit kan door de nier of de<br />
urineleider* chirurgisch te verbinden met de huid van het abdomen. Dit wordt respectievelijk<br />
nefrostomie en ureterostomie genoemd. De urine wordt verzameld in een op de huid bevestigd<br />
plastieken zakje.<br />
<strong>Blaaskanker</strong>: <strong>gids</strong> <strong>voor</strong> patiënten ‐ – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2012.1 Pagina 15<br />
Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />
De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bedoeld <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />
en mag niet worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder de schriftelijke toestemming van ESMO en Reliable<br />
Cancer Therapies.
WAT ZIJN DE MOGELIJKE BIJWERKINGEN VAN DE BEHANDELINGEN?<br />
Operatie<br />
Algemene risico's en bijwerkingen*<br />
Sommige risico's zijn hetzelfde als <strong>voor</strong> alle chirurgische ingrepen die onder algemene anes<strong>the</strong>sie*<br />
worden uitgevoerd. Deze complicaties zijn zeldzaam en omvatten de vorming van bloedstolsels in de<br />
bloedvaten, hart‐ of ademhalingsproblemen, bloedingen, infectie of reacties op de anes<strong>the</strong>sie*. Deze<br />
worden maximaal <strong>voor</strong>komen door een grondige medische preoperatieve evaluatie.<br />
De blaas ligt in het bekken samen met de lokale lymfeklieren*, gedeelten van de darm, belangrijke<br />
bloedvaten en bij vrouwen de <strong>voor</strong>tplantingsorganen*. Afhankelijk van de omvang van de<br />
chirurgische resecties die nodig zijn om de beste resultaten te bereiken, kunnen sommige van deze<br />
structuren beschadigd worden. Accurate preoperatieve stadiëring* en beeldvorming* helpen om dit<br />
risico tot een minimum te beperken.<br />
Wanneer lymfeklieren* in het bekken en het abdomen verwijderd worden, kan dit het<br />
lymfevatenstelsel* beschadigen of blokkeren met lymfoedeem* als gevolg, een aandoening waarbij<br />
zich lymfevocht* opstapelt in de benen waardoor ze zwellen. Dit kan onmiddellijk na de ingreep<br />
gebeuren, maar ook later.<br />
Blaasfunctieverlies na cystectomie.<br />
Het gevolg van cystectomie* is het verlies van de blaasfunctie. Er bestaan verschillende chirurgische<br />
opties om de urine om te leiden en te verzamelen, binnen of buiten het lichaam. De beste keuze<br />
moet zorgvuldig worden geëvalueerd en hangt af van het tumorstadium, de toegepaste chirurgische<br />
behandeling, de algemene toestand en de <strong>voor</strong>keur van de patiënt. Hieronder worden de<br />
verschillende mogelijkheden kort besproken. Het is raadzaam om de arts om meer in<strong>for</strong>matie te<br />
vragen.<br />
Orthotopische blaas. Er wordt een nieuwe blaas (neoblaas genoemd) gevormd: weefsel van de darm<br />
wordt gebruikt om een zakje te vormen dat tussen de urineleiders* en de urethra* wordt geplaatst.<br />
Orthotopisch betekent dat de nieuwe blaas zich op de plaats van de oorspronkelijke blaas bevindt.<br />
De urine wordt in dit zakje opgeslagen en wordt via de urethra verwijderd.<br />
Abdominale omleiding. De chirurg verbindt de urineleiders* met een kunstmatige opening in de<br />
buikwand, een stoma* genoemd. Dit kan een rechtstreekse verbinding zijn, maar de chirurg kan ook<br />
weefsel van de dunne darm gebruiken om de urine naar het stoma te leiden. De urine wordt<br />
verzameld in een op de huid bevestigd plastieken zakje. De chirurg kan een ook een zakje vormen<br />
aan de binnenkant van het abdomen en een stoma die geen spontane urinepassage naar buiten<br />
mogelijk maakt: in dit geval kan het zakje van buitenuit via een ka<strong>the</strong>ter* worden leeggemaakt. Dit<br />
wordt een continente urineomleiding* genoemd.<br />
Rectosigmoïdomleiding De chirurg verbindt de urineleiders* met het allerlaatste gedeelte van de<br />
dikke darm, rectosigmoïd genoemd. Het rectosigmoïd houdt normaal de ontlasting op en zal nu<br />
dezelfde functie hebben <strong>voor</strong> de urine. De chirurg kan een darmsegment tussen de urineleiders en<br />
het rectosigmoïd plaatsen.<br />
De aard en de frequentie van de bijwerkingen* van deze omleidingsprocedures* hangen af van het<br />
type procedure. De meest frequente problemen zijn een vernauwing van de urineleider ter hoogte<br />
van het stoma* en een nierinfectie.<br />
<strong>Blaaskanker</strong>: <strong>gids</strong> <strong>voor</strong> patiënten ‐ – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2012.1 Pagina 16<br />
Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />
De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bedoeld <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />
en mag niet worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder de schriftelijke toestemming van ESMO en Reliable<br />
Cancer Therapies.
Seksuele disfunctie* en/of verlies van de <strong>voor</strong>tplantingsfunctie*<br />
Radicale cystectomie* bij mannen omvat de resectie van de urethra*, zaadblaasjes* en de prostaat*.<br />
Bij vrouwen omvat ze de resectie van de uterus* en een deel van de vagina*. Het verlies van deze<br />
<strong>voor</strong>tplantingsorganen* kan leiden tot seksuele disfunctie*, het onvermogen om kinderen te<br />
verwekken en bij vrouwen het onvermogen om kinderen te baren. De arts zal dergelijke patiënten<br />
doorverwijzen naar gespecialiseerde steunverleners.<br />
Radio<strong>the</strong>rapie*<br />
Bijwerkingen* van radio<strong>the</strong>rapie kunnen <strong>voor</strong>komen in rechtstreeks bestraalde organen, maar ook in<br />
gezonde organen dicht bij de blaas en die door de röntgenstralen* niet kunnen worden vermeden.<br />
Voor blaaskanker zijn de moderne bestralingstechnieken zeer veilig en ernstige complicaties komen<br />
bij minder dan 5% van de patiënten <strong>voor</strong>.<br />
De effecten op het urinewegstelsel omvatten pijn bij het urineren, mictieaandrang, bloed in de urine,<br />
blokkering van de urinestroom en ulceratie van het blaasslijmvlies.<br />
De effecten van bestraling op de onderste ingewanden omvatten ongemak, diarree, slijm‐ en<br />
bloedafscheiding en, zelden, darmper<strong>for</strong>atie.<br />
Bij vrouwen is een vaginale vernauwing een mogelijk laat bestralingseffect in het bekkengebied.<br />
De oncoloog zal advies geven over strategieën om deze reacties maximaal te <strong>voor</strong>komen en te<br />
verlichten.<br />
Intravesicale instillatie*<br />
De belangrijkste bijwerking* van de intravesicale instillatie van bacillus Calmette Guérin* is een<br />
blaasontsteking, cystitis* genoemd. De ernstigste bijwerking is een gegeneraliseerde infectie die kan<br />
<strong>voor</strong>komen wanneer de bacillen via de blaaswand in het bloed worden opgenomen; daarom is deze<br />
<strong>the</strong>rapie niet aanbevolen bij patiënten met een verzwakt immuunsysteem*. In het algemeen kunnen<br />
de bijwerkingen van intravesicale BCG‐<strong>the</strong>rapie* worden behandeld.<br />
De intravesicale instillatie van chemo<strong>the</strong>rapie zoals Mitomycine C* kan verschillende bijwerkingen<br />
hebben zoals cystitis*, allergie en huidreacties.<br />
Chemo<strong>the</strong>rapie*<br />
De bijwerkingen* van chemo<strong>the</strong>rapie zijn komen vaak <strong>voor</strong> maar tegenwoordig goed onder controle<br />
met behulp van adequate ondersteunende maatregelen. De bijwerkingen hangen af van de<br />
toegediende geneesmiddel(en), de dosis en individuele factoren. Bij patiënten die in het verleden<br />
andere medische problemen hebben gehad, moeten enkele <strong>voor</strong>zorgsmaatregelen worden genomen<br />
en/of de behandeling worden aangepast. De bijwerkingen zijn ernstiger bij systemische<br />
chemo<strong>the</strong>rapie (gewoonlijk via een bloedvat), dan bij lokaal, rechtstreeks in de blaas toegediende<br />
chemo<strong>the</strong>rapie (zie: intravesicale* geneesmiddelen<strong>the</strong>rapie).<br />
Hieronder worden de bijwerkingen vermeld die <strong>voor</strong>komen met één of een aantal van de<br />
chemo<strong>the</strong>rapeutica die momenteel <strong>voor</strong> de behandeling van blaaskanker worden gebruikt. De aard,<br />
de frequentie en de ernst van de bijwerkingen verschillen <strong>voor</strong> elke gebruikte combinatie.<br />
<strong>Blaaskanker</strong>: <strong>gids</strong> <strong>voor</strong> patiënten ‐ – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2012.1 Pagina 17<br />
Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />
De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bedoeld <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />
en mag niet worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder de schriftelijke toestemming van ESMO en Reliable<br />
Cancer Therapies.
De meest <strong>voor</strong>komende bijwerkingen zijn:<br />
• Haaruitval of ‐verdunning<br />
• Verlaagde bloedceltellingen die kunnen leiden tot anemie*, bloeding en bloeduitstorting en<br />
infecties.<br />
• Vermoeidheid<br />
• Misselijkheid of braken<br />
Andere bijwerkingen die kunnen <strong>voor</strong>komen met één of een aantal van de chemo<strong>the</strong>rapeutica* die<br />
<strong>voor</strong> de behandeling van blaaskanker worden gebruikt:<br />
• Mondzweren of ‐ulcera<br />
• Smaakveranderingen<br />
• Diarree<br />
• Korrelig gevoel of waterige ogen<br />
• Overgevoeligheid <strong>voor</strong> zonlicht<br />
• Nierbeschadiging<br />
• Gehoorverlies<br />
• Schade aan de foetus in de baarmoeder van een kankerpatiënte die chemo<strong>the</strong>rapie* krijgt<br />
• Vruchtbaarheidsverlies<br />
• Uitblijven van de menstruatie bij vrouwen (amenorroe), wat tijdelijk kan zijn<br />
Soms <strong>voor</strong>komende bijwerkingen:<br />
• Veranderingen in de leverfunctie en structuur<br />
• Beschadiging van de hartspier<br />
• Gevoelloosheid of tintelingen in vingers en tenen (perifere neuropathie)<br />
• Constipatie<br />
• Wazig zien<br />
• Huiduitslag of rode ogen<br />
• Hoesten of kortademigheid<br />
• Kleurveranderingen van de huid en/of de nagels<br />
• Allergische reactie<br />
• Ontsteking rond de toedieningsplaats van het infuus/de injectieplaats<br />
• Koorts en rillingen<br />
Zeldzame bijwerkingen:<br />
• Depressie<br />
• Pijnlijke ogen<br />
• Hoofdpijn<br />
• Versnelde hartslag<br />
• Duizeligheid<br />
• Hoge bloeddruk<br />
Ten slotte dient te worden opgemerkt dat sommige chemo<strong>the</strong>rapeutica* overgaan in de<br />
moedermelk en schadelijk kunnen zijn <strong>voor</strong> de baby.<br />
<strong>Blaaskanker</strong>: <strong>gids</strong> <strong>voor</strong> patiënten ‐ – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2012.1 Pagina 18<br />
Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />
De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bedoeld <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />
en mag niet worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder de schriftelijke toestemming van ESMO en Reliable<br />
Cancer Therapies.
WAT GEBEURT ER NA DE BEHANDELING?<br />
Het is niet ongebruikelijk dat na de <strong>the</strong>rapie behandelingsgerelateerde<br />
symptomen optreden.<br />
• Angst, slaapproblemen of depressie zijn niet ongebruikelijk en<br />
patiënten met deze symptomen kunnen psychologische<br />
ondersteuning nodig hebben.<br />
• Tijdens en na de behandeling kan voeding problematisch worden<br />
door verminderde eetlust, misselijkheid en algemene malaise.<br />
• Geheugen‐ en concentratieproblemen zijn vaak <strong>voor</strong>komende bijwerkingen* van systemische<br />
chemo<strong>the</strong>rapie, d.w.z. oraal of intraveneus toegediend.<br />
Follow‐up* met artsen<br />
Na de behandeling zal de arts een opvolgplan <strong>voor</strong>stellen om:<br />
• Bijwerkingen van de behandeling op te sporen en te <strong>voor</strong>komen<br />
• Mogelijk recidief* zo snel mogelijk op te sporen en de gepaste behandeling in te stellen<br />
• Psychologische ondersteuning te bieden, medische in<strong>for</strong>matie te verstrekken en de patiënt<br />
door te verwijzen naar gespecialiseerde steunverleners om de terugkeer naar een normaal<br />
leven te versnellen.<br />
Het protocol <strong>voor</strong> het opvolgplan omvat regelmatige bezoeken en onderzoeken. Het protocol hangt<br />
af van de graad* en de stadiëring* van de behandelde blaastumor en het type toegediende<br />
behadeling. In het algemeen omvatten de opvolgingsbezoeken een combinatie van de volgende<br />
onderzoeken:<br />
• Opnemen van de <strong>voor</strong>geschiedenis van de algemene lichamelijke gezondheid en<br />
blaaskankergerelateerde symptomen sinds het laatste bezoek<br />
• Een cystoscopie* om recidief* op te sporen en een biopsie* van nieuwe letsels<br />
• Beeldvorming van het bovenste urinewegstelsel<br />
• Urinecytologie*: Laboratoriumonderzoek van de urine op de aanwezigheid van tumorcellen<br />
afkomstig van een mogelijk teruggekeerde blaastumor.<br />
• Laboratoriumonderzoeken: bloedchemie en nierfunctie<br />
• Herhaalde radiologische onderzoeken* indien de initiële onderzoeken abnormale<br />
bevindingen aantoonden.<br />
Er zijn geen algemeen aanvaarde opvolgingsprotocollen. Aanbevolen mogelijke schema's zijn:<br />
Bij een orgaansparende <strong>the</strong>rapie* is een nauwgezet opvolgplan verplicht: cystoscopie*,<br />
urinecytologie* en/of blaasbiopsie* zijn de eerste 2 jaar om de 3 maanden aanbevolen en vervolgens<br />
om de 6 maanden. Dit geldt ook <strong>voor</strong> patiënten die radio<strong>the</strong>rapie* hebben gekregen. Na een<br />
cystectomie moet de eerste 2 jaar om de 3 maanden een klinische controle* plaatsvinden en daarna<br />
gedurende 5 jaar om de 6 maanden.<br />
Terugkeer naar een normaal leven<br />
Het kan moeilijk zijn om te leven met de gedachte dat de kanker kan terugkomen. Indien bekende<br />
risicofactoren* <strong>voor</strong> blaaskanker aanwezig zijn, is het aanbevolen om deze maximaal te elimineren.<br />
<strong>Blaaskanker</strong>: <strong>gids</strong> <strong>voor</strong> patiënten ‐ – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2012.1 Pagina 19<br />
Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />
De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bedoeld <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />
en mag niet worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder de schriftelijke toestemming van ESMO en Reliable<br />
Cancer Therapies.
Opvolgingsbezoeken met de arts zijn <strong>voor</strong> de patiënt een gelegenheid om medische in<strong>for</strong>matie,<br />
psychologische ondersteuning te krijgen en om te worden doorverwezen naar gespecialiseerde<br />
steunverleners. Bijkomend gespecialiseerd psychologisch advies kan waardevol zijn en sommige<br />
patiënten kunnen steun vinden bij patiëntenverenigingen of in<strong>for</strong>matiemedia <strong>voor</strong> patiënten.<br />
Diëtisten kunnen advies geven over gepaste voeding. Welzijnswerkers kunnen helpen om<br />
hulpmiddelen <strong>voor</strong> een geslaagd herstel te vinden.<br />
Wat als de kanker terugkomt?<br />
Kanker die terugkomt wordt recidief* genoemd. De omvang van het recidief bepaalt de<br />
behandelingsbeslissing en moet nauwkeurig individueel worden bepaald.<br />
Bij 20% van de patiënten die een orgaansparende <strong>the</strong>rapie* hebben ondergaan kan bij herstadiëring<br />
residuele tumor worden gevonden. Nog eens 20‐30% van de patiënten met een initieel volledige<br />
respons zullen in de gespaarde blaas nieuwe of recidiverende ziekte ontwikkelen. Tot 70% van de<br />
patiënten is tumorvrij na de eerste cystoscopiecontrole*. Een vierde van hen ontwikkelt later een<br />
nieuw letsel dat een bijkomende behandeling vereist (cystectomie, indien mogelijk).<br />
Voor patiënten met gemetastaseerde* ziekte en ziekteprogressie* na een eerstelijnsschema op basis<br />
van platina, is een tweedelijnschemo<strong>the</strong>rapieschema met vinflunine* aanbevolen.<br />
<strong>Blaaskanker</strong>: <strong>gids</strong> <strong>voor</strong> patiënten ‐ – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2012.1 Pagina 20<br />
Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />
De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bedoeld <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />
en mag niet worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder de schriftelijke toestemming van ESMO en Reliable<br />
Cancer Therapies.
DEFINITIES VAN MOEILIJKE WOORDEN<br />
Adenocarcinoom<br />
Kanker die ontstaat in cellen met eigenschappen van een klier (secretoir) die sommige inwendige<br />
organen bekleedt.<br />
Adjuvant ( adjuvante behandeling)<br />
Bij kanker: een <strong>the</strong>rapie die een andere <strong>the</strong>rapie helpt het uiteindelijke doel te verwezenlijken, of die<br />
de effecten ervan versterkt. Radio<strong>the</strong>rapie* en chemo<strong>the</strong>rapie* helpen bij<strong>voor</strong>beeld het doel van<br />
een operatie te verwezenlijken, namelijk het verwijderen van een tumor. In een context anders dan<br />
de oncologische kan het ook een middel zijn dat toegevoegd wordt aan medicijnen om de respons<br />
van het immuunsysteem te stimuleren.<br />
Anes<strong>the</strong>sie<br />
Een omkeerbare staat van verminderde gewaarwording waarin de patiënt geen pijn voelt, geen<br />
normale reflexen heeft en minder reageert op stress. Deze toestand wordt kunstmatig veroorzaakt<br />
door bepaalde middelen die men anes<strong>the</strong>tica noemt. Anes<strong>the</strong>sie kan volledig of gedeeltelijk zijn en<br />
maakt mogelijk dat patiënten een operatie kunnen ondergaan.<br />
Bacillus Calmette Guérin (BCG)<br />
Een verzwakte vorm van de bacterie Mycobacterium bovis (Bacillus Calmette‐Guérin) die geen ziekte<br />
meer veroorzaakt. Bacillus Calmette‐Guérin wordt gebruikt in een oplossing om het immuunsysteem<br />
te stimuleren <strong>voor</strong> de behandeling van blaaskanker en als vaccin om tuberculose* te <strong>voor</strong>komen.<br />
Benigne<br />
Goedaardig. Benigne tumoren kunnen groter worden, maar zaaien niet uit naar andere delen van het<br />
lichaam. Wordt ook ‘niet‐maligne’ genoemd.<br />
Benigne prostaathyperplasie<br />
Een benigne* (goedaardige) aandoening waarbij een overgroei van prostaatweefsel tegen de<br />
urethra* en de blaas drukt en zo de urinestroom blokkeert. Wordt ook benigne prostaathypertrofie<br />
en BPH genoemd.<br />
Bijwerking<br />
Een probleem dat optreedt wanneer een behandeling gezonde weefsels of organen aantast. Enkele<br />
vaak <strong>voor</strong>komende bijwerkingen van een kankerbehandeling zijn vermoeidheid, pijn, misselijkheid,<br />
braken, verlaagde bloedceltellingen, haaruitval en mondzweren. Een synoniem is ‘nevenwerking’.<br />
Strictu sensu is het elk effect dat niet het beoogde effect is. Vaak wordt deze term gebruikt <strong>voor</strong><br />
minder aangename verschijnselen.<br />
Biopsie<br />
Verwijdering van cellen of weefsels <strong>voor</strong> onderzoek door een patholoog*. De patholoog kan het<br />
weefsel onderzoeken onder een microscoop of op de cellen of op het weefsel andere tests uitvoeren.<br />
Er bestaan veel verschillende biopsieprocedures. De belangrijkste zijn: (1) een incisiebiopsie, waarbij<br />
alleen een weefselmonster wordt genomen; (2) een excisiebiopsie waarbij een volledig gezwel of een<br />
verdacht gebied wordt verwijderd; en (3) een naaldbiopsie, waarbij een weefsel‐ of vloeistofmonster<br />
<strong>Blaaskanker</strong>: <strong>gids</strong> <strong>voor</strong> patiënten ‐ – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2012.1 Pagina 21<br />
Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />
De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bedoeld <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />
en mag niet worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder de schriftelijke toestemming van ESMO en Reliable<br />
Cancer Therapies.
wordt genomen met behulp van een naald. Wanneer een dikke naald wordt gebruikt, noemt men<br />
deze procedure een corebiopsie. Wanneer een dunne naald wordt gebruikt, noemt men deze<br />
procedure een dunnenaaldpunctie.<br />
Carboplatine<br />
Een geneesmiddel dat wordt gebruikt <strong>voor</strong> de behandeling van nog niet behandelde gevorderde<br />
eierstokkanker of symptomen van eierstokkanker die teruggekomen zijn na een <strong>the</strong>rapie met andere<br />
kankermedicijnen. Het wordt ook samen met andere geneesmiddelen gebruikt <strong>voor</strong> de behandeling<br />
van gevorderd, gemetastaseerd* of recidiverend* niet‐kleincellig longcarcinoom. Het wordt<br />
bestudeerd bij de behandeling van andere soorten kanker. Carboplatine is een vorm van cisplatine*,<br />
een kankermedicijn, en veroorzaakt minder bijwerkingen*. Het hecht zich aan DNA in cellen en kan<br />
kankercellen doden. Het is een platinaverbinding. Wordt ook Paraplatine genoemd.<br />
Chemo<strong>the</strong>rapeuticum/Chemo<strong>the</strong>rapie<br />
Een type kankerbehandeling die cellen doodt en/of hun groei beperkt. Deze medicijnen worden<br />
meestal toegediend door middel van een traag infuus, maar kunnen ook oraal worden ingenomen of<br />
rechtstreeks worden toegediend in een ledemaat of de lever afhankelijk van de locatie van de kanker.<br />
Cisplatine<br />
Een geneesmiddel dat wordt gebruikt <strong>voor</strong> de behandeling van vele soorten kanker. Cisplatine bevat<br />
het metaal platina. Het doodt kankercellen door hun DNA te beschadigen en hun deling te stoppen.<br />
Cisplatine is een alkylerend middel. Wordt ook Platinol genoemd.<br />
Computertomografie/ CT‐scan<br />
Meestal afgekort tot CT‐scan, is een methode van onderzoek van het menselijk lichaam met behulp<br />
van X‐straling*, waarna een computer uit de resultaten een weergave van het onderzochte<br />
lichaamsdeel opbouwt.<br />
Contra‐indicatie<br />
Aandoeningen of symptomen die de toediening van een bepaalde behandeling of procedure aan de<br />
patiënt in de weg staan. Contra‐indicaties zijn absoluut, d.w.z. dat de behandeling nooit mag worden<br />
toegediend aan patiënten met deze aandoening of symptoom, of relatief, d.w.z. dat bij sommige<br />
patiënten met deze aandoening of dit symptoom, het risico kan primeren over de <strong>voor</strong>delen.<br />
Cystitis<br />
Blaasontsteking.<br />
Cystoscopie<br />
Onderzoek van de blaas en de urethra* met behulp van een cystoscoop die in de urethra wordt<br />
ingebracht. Een cystoscoop is een dun, buisachtig instrument dat uitgerust is met een lichtbron en<br />
een lens om te kijken. Hij kan ook uitgerust zijn met een instrument om weefsel af te nemen om<br />
onder een microscoop te onderzoeken op ziektesymptomen.<br />
Diabetes<br />
Om het even welke van verschillende ziekten waarbij de nieren een grote hoeveelheid urine<br />
produceren. Gewoonlijk verwijst diabetes naar diabetes mellitus waarbij de glucoseconcentratie (een<br />
soort suiker) in het bloed hoog is omdat het lichaam onvoldoende insuline produceert of verkeerd<br />
gebruikt.<br />
Doxorubicine<br />
<strong>Blaaskanker</strong>: <strong>gids</strong> <strong>voor</strong> patiënten ‐ – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2012.1 Pagina 22<br />
Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />
De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bedoeld <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />
en mag niet worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder de schriftelijke toestemming van ESMO en Reliable<br />
Cancer Therapies.
Een geneesmiddel dat wordt gebruikt <strong>voor</strong> de behandeling van vele soorten kanker en wordt<br />
bestudeerd bij de behandeling van andere soorten kanker. Doxorubicine is geïsoleerd uit de bacterie<br />
Streptomyces peucetius. Het beschadigt DNA en kan kankercellen doden. Het is een<br />
antracyclineantibioticum met oncolytische werking. Wordt ook Adriamycine PFS, Adriamycine RDF,<br />
doxorubicinehydrochloride, hydroxydaunorubicine en Rubex genoemd.<br />
Epirubicine<br />
Een geneesmiddel dat samen met andere geneesmiddelen wordt gebruikt <strong>voor</strong> de behandeling van<br />
vroege, naar de lymfeklieren uitgezaaide borstkanker. Het wordt ook bestudeerd bij de behandeling<br />
van andere soorten kanker. Het is een antracyclineantibioticum met oncolytische werking. Wordt<br />
ook Ellence en epirubicinehydrochloride genoemd.<br />
Epi<strong>the</strong>el<br />
De term “epi<strong>the</strong>el” verwijst naar cellen die holle organen, klieren en de huid bekleden. Epi<strong>the</strong>elcellen<br />
helpen organen te beschermen of te omhullen. De meeste epi<strong>the</strong>elcellen produceren mucus of<br />
andere secreties.<br />
Erfelijk gendefect<br />
Abnormaal of gemuteerd gen dat door de ouders aan hun kinderen wordt doorgegeven.<br />
Gemcitabine<br />
Het werkzame bestanddeel van een geneesmiddel dat wordt gebruikt <strong>voor</strong> de behandeling van<br />
gevorderde of uitgezaaide pancreaskanker. Het wordt ook samen met andere geneesmiddelen<br />
gebruikt <strong>voor</strong> de behandeling van uitgezaaide borstkanker, gevorderde eierstokkanker en gevorderd<br />
of uitgezaaid niet‐kleincellig longcarcinoom. Het wordt ook bestudeerd bij de behandeling van<br />
andere soorten kanker. emcitabine stopt de aanmaak van DNA door de cellen en kan kankercellen<br />
doden. Het is een antimetaboliet.<br />
Graad<br />
Een beschrijving van een tumor op basis van hoe verschillendde kankercellen er onder de microscoop<br />
uitzien ten opzichte van gezond weefsel en hoe snel de tumor waarschijnlijk zal groeien en uitzaaien.<br />
Voor elk type kanker is er een ander graderingssysteem.<br />
Granulocyt‐koloniestimulerende factor (G‐CSF)<br />
Een koloniestimulerende factor die de productie van neutrofielen (een type witte bloedcellen)<br />
stimuleert. Het is een cytokine, een type hemopoëtisch (bloedvormend) middel. Wordt ook<br />
filgrastim en G‐CSF genoemd.<br />
Histopathologie (histopathologisch onderzoek, histologisch type)<br />
Het onderzoeken van zieke cellen en weefsels onder de microscoop.<br />
Intravesicaal (intravesicale behandeling)<br />
Een intravesicale <strong>the</strong>rapie wordt direct in de blaas gegeven.<br />
Intravesicale instillatie<br />
Een vloeistof langzaam of druppel per druppel in de blaas gieten.<br />
Ioniserende straling<br />
<strong>Blaaskanker</strong>: <strong>gids</strong> <strong>voor</strong> patiënten ‐ – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2012.1 Pagina 23<br />
Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />
De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bedoeld <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />
en mag niet worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder de schriftelijke toestemming van ESMO en Reliable<br />
Cancer Therapies.
Een type straling opgewekt (of afgegeven) door röntgenprocedures, radioactieve stoffen, stralen die<br />
vanuit het heelal de atmosfeer van de aarde binnendringen, en andere bronnen. In hoge dosissen,<br />
verhoogt ioniserende straling de chemische activiteit in cellen en kan leiden tot gezondheidsrisico's,<br />
inclusief kanker.<br />
Immuno<strong>the</strong>rapie<br />
Behandeling die het vermogen van het afweersysteem om kanker, infecties en andere ziekten te<br />
bestrijden, stimuleert of herstelt. Wordt ook gebruikt om bepaalde bijwerkingen* van sommige<br />
kankerbehandelingen te verlichten. Stoffen die bij immuno<strong>the</strong>rapie worden gebruikt,<br />
omvatten monoklonale antilichamen, groeifactoren en vaccins Ze kunnen ook een rechtstreeks<br />
antikankereffect hebben. Wordt ook biologische responsmodificerende <strong>the</strong>rapie, biologische<br />
<strong>the</strong>rapie, bio<strong>the</strong>rapie en BRM‐<strong>the</strong>rapie genoemd.<br />
Ka<strong>the</strong>ter<br />
Een ka<strong>the</strong>ter is een buisje dat in het lichaam ingebracht wordt om vocht of gassen af te voeren of te<br />
draineren.<br />
Klinisch onderzoek<br />
Een lichamelijk onderzoek naar algemene ziektesymptomen.<br />
Lamina propria<br />
De lamina propria is een dunne laag los bindweefsel onder het epi<strong>the</strong>el* die samen met het<br />
epi<strong>the</strong>el* de mucosa* vormt. De term mucosa (of slijmvlies*) verwijst altijd naar de combinatie van<br />
epi<strong>the</strong>el en lamina propria.<br />
Lymfeklieren<br />
Een klein ovaal orgaantje bestaande uit lymfatisch weefsel, omcirkeld door een kapsel van<br />
bindweefsel. Lymfeklieren filteren lymfevocht en slaan lymfocyten op (witte bloedcellen). Ze<br />
bevinden zich aan lymfevaten. Worden ook lymfeknopen genoemd.<br />
Lymfoedeem<br />
Een aandoening waarbij extra lymfvocht zich ophoopt in weefsels en zwelling veroorzaakt.<br />
Lymfoedeem kan <strong>voor</strong>komen in een arm of een been bij obstructie, beschadiging of na verwijdering<br />
van de lymfvaten.<br />
Macroscopische invasie<br />
Kankeruitzaaiing naar de omliggende weefsels die zichtbaar zijn <strong>voor</strong> het blote oog.<br />
Magnetische resonantiebeeldvorming (MRI)<br />
Een beeldvormingstechniek die gebruikt wordt in geneeskunde. Het maakt gebruik van magnetische<br />
golven. Soms wordt een stof ingespoten die het contrast tussen verschillende weefsels vergroot, om<br />
bepaalde structuren beter zichtbaar te maken.<br />
Metastase<br />
De uitzaaiing van kanker naar andere lichaamsdelen. Een tumor gevormd door uitgezaaide cellen<br />
wordt een metastatische tumor of een metastase genoemd. De metastatische tumor bevat cellen die<br />
gelijkaardig zijn aan die van de oorspronkelijke tumor.<br />
Methotrexaat<br />
<strong>Blaaskanker</strong>: <strong>gids</strong> <strong>voor</strong> patiënten ‐ – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2012.1 Pagina 24<br />
Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />
De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bedoeld <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />
en mag niet worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder de schriftelijke toestemming van ESMO en Reliable<br />
Cancer Therapies.
En geneesmiddel dat wordt gebruikt <strong>voor</strong> de behandeling van sommige soorten kanker, reumatoïde<br />
artritis en ernstige huidaandoeningen zoals psoriasis. Methotrexaat stopt de aanmaak van DNA door<br />
de cellen en kan kankercellen doden. Het is een antimetaboliet. Wordt ook amethopterin, MTX en<br />
Rheumatrex genoemd.<br />
Micrometastase<br />
Kleine aantallen kankercellen die van de primaire tumor uitgezaaid zijn naar andere delen in het<br />
lichaam en te klein in aantal zijn om bij screening of een diagnoseonderzoek te worden vastgesteld.<br />
Microscopische invasie<br />
Uitzaaiing van kankercellen naar omliggende weefsels, alleen zichtbaar onder een microscoop.<br />
Mitomycine C<br />
Een antibioticum met oncolytische eigenschappen.<br />
An anticancer drug that belongs to <strong>the</strong> family of drugs called antitumor antibiotics<br />
Multidisciplinair advies<br />
Een behandelingsplanning waarbij een aantal artsen met verschillende specialismen (disciplines) de<br />
medische aandoening en de behandelingsopties van een patiënt beoordelen en bespreken. Bij de<br />
behandeling van kanker kan dit het advies betreffen van een medisch oncoloog (die kanker met<br />
geneesmiddelen behandelt), een chirurgisch oncoloog (die kanker operatief behandelt) en een<br />
bestralingsoncoloog (die kanker behandelt met bestraling). Wordt ook tumor board review genoemd.<br />
Nierbekken<br />
Holte in het midden van de nier. In deze holte wordt de urine verzameld en naar de urineleider*<br />
gevoerd, het buisje dat de nier met de blaas verbindt.<br />
Niertubuli<br />
Kanaaltjes in het nierweefsel die <strong>voor</strong>urine bevatten, een filtraat dat uiteindelijk urine wordt. Ze<br />
maken deel uit van de nefronen, de functionele basiseenheid van de nieren.<br />
Opvolgplan<br />
De gezondheidstoestand van een persoon na behandeling een tijd opvolgen. Dit omvat het opvolgen<br />
van de gezondheidstoestand van personen die aan een klinische studie of een klinisch onderzoek<br />
deelnemen, zowel tijdens als na afloop van de studie.<br />
Orgaansparende <strong>the</strong>rapie/operatie<br />
Operatie waarbij een bepaald orgaan maximaal wordt gespaard om zijn functionaliteit en structuur<br />
te behouden. Wordt <strong>voor</strong>gesteld aan patiënten die een radicale operatie niet willen of kunnen<br />
ondergaan waarbij het orgaan volledig wordt verwijderd.<br />
Overgangscelcarcinoom<br />
Kanker die ontstaat in de overgangscellen in het blaasslijmvlies, de urineleider* of het nierbekken*.<br />
Overgangscellen zijn cellen die van vorm kunnen veranderen en uitrekken zonder te scheuren.<br />
Overgangsepi<strong>the</strong>el<br />
<strong>Blaaskanker</strong>: <strong>gids</strong> <strong>voor</strong> patiënten ‐ – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2012.1 Pagina 25<br />
Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />
De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bedoeld <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />
en mag niet worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder de schriftelijke toestemming van ESMO en Reliable<br />
Cancer Therapies.
Type weefsel dat bestaat uit verschillende lagen cellen. Deze cellen kunnen samentrekken en<br />
uitzetten zodat de vorm van de oppervlaktecellen verandert volgens de uitzetting van het weefsel.<br />
Patholoog<br />
Een arts die gespecialiseerd is in de histopathologie*. Dit is de studie van afgestorven cellen en<br />
weefsels doormiddel van een microscoop.<br />
Plaveiselcelcarcinoom<br />
Kanker die ontstaat in plaveiselcellen, dunne, platte cellen die lijken op visschubben. Plaveiselcellen<br />
komen <strong>voor</strong> in de bovenste huidlaag, het slijmvlies* van holle organen, de luchtwegen en het<br />
spijsverteringskanaal. Wordt ook epidermoïd carcinoom genoemd.<br />
Prognose<br />
Het waarschijnlijke resultaat of verloop van een ziekte; de kans op herstel of recidief*.<br />
Progressie<br />
In de geneeskunde, het verloop van een ziekte, zoals kanker, naarmate ze erger wordt of<br />
uitzaait.<br />
Prostaat<br />
Een klier van het mannelijke <strong>voor</strong>tplantingsstelsel*. De prostaat omgeeft de urethra* (het<br />
urinekanaal) net onder de blaas en scheidt een vocht af dat een onderdeel vormt van het sperma.<br />
Radiologisch onderzoek<br />
Test die gebruik maakt van beeldvormingstechnologie (zoals radiografie, echografie*,<br />
computertomografie* en nucleaire geneeskunde) om organen, structuren en weefsels in het lichaam<br />
te visualiseren om ziekten te diagnosticeren en te behandelen.<br />
Radio<strong>the</strong>rapie<br />
Therapie waar bestraling wordt gebruikt <strong>voor</strong> de behandeling van kanker. De stralen worden zo<br />
precies mogelijk op de tumor gericht<br />
Recidief<br />
Kanker of ziekte die terugkomt (herval), meestal na een periode waarin de kanker (nog) niet terug<br />
kon worden opgespoord. De tumor kan terugkomen op dezelfde plaats als de oorspronkelijke<br />
(primaire) tumor of op een andere plek in het lichaam. Wordt ook recidiverende kanker of ziekte<br />
genoemd.<br />
Risicofactor<br />
Iets dat de kans op kanker verhoogt. Voorbeelden van risicofactoren van kanker zijn leeftijd, familiale<br />
<strong>voor</strong>geschiedenis van bepaalde kankers, gebruik van tabaksproducten, blootstelling aan de bestraling<br />
of sommige chemische stoffen, sommige virale of bacteriële infecties en sommige genetische<br />
veranderingen.<br />
Slijmvlies<br />
Het vochtige vlies dat de binnenkant van sommige organen en lichaamsholten bekleedt. De klieren in<br />
het slijmvlies scheiden slijm af. Wordt ook mucosa genoemd.<br />
(Bot)scintigrafie<br />
<strong>Blaaskanker</strong>: <strong>gids</strong> <strong>voor</strong> patiënten ‐ – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2012.1 Pagina 26<br />
Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />
De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bedoeld <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />
en mag niet worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder de schriftelijke toestemming van ESMO en Reliable<br />
Cancer Therapies.
Een procedure waarbij opnamen (scans) worden gemaakt van structuren in het lichaam, inclusief<br />
gebieden met kankercellen. Scintigrafie wordt gebruikt <strong>voor</strong> ziektediagnose, ‐stadiëring en ‐controle.<br />
Een kleine hoeveelheid van een radioactieve stof (radionucleïde) wordt ingeslikt of geïnjecteerd in<br />
een bloedvat. Verschillende radionucleïden komen via het bloed in verschillende organen terecht.<br />
Een machine met een speciale camera beweegt over de persoon die op een tafel ligt en detecteert<br />
het type straling die door de radionucleïden wordt afgegeven. Een computer vormt een beeld van de<br />
gebieden waar de radionucleïde zich ophoopt. Deze gebieden kunnen kankercellen bevatten. Wordt<br />
ook radionucleïdescannning genoemd.<br />
Seksuele disfunctie<br />
Onvermogen om volledig van geslachtsgemeenschap te genieten. Seksuele disfunctie omvat zeer<br />
uiteenlopende problemen die alle stadia van de seksuele daad beïnvloeden: zin, opwinding, orgasme<br />
en naspel.<br />
Stoma<br />
Een chirurgisch gecreëerde opening van een gebied in het lichaam naar buiten toe.<br />
Taxaan<br />
Een type geneesmiddel dat de celgroei blokkeert door de mitose (celdeling) te stoppen. Taxanen<br />
interfereren met microtubuli (cellulaire structuren die de chromosomen helpen te bewegen tijdens<br />
de mitose). Ze worden gebruikt <strong>voor</strong> de behandeling van kanker. Een taxaan is een type mitotische<br />
remmer en een type antimicrotubulusmiddel.<br />
Transurethrale resectie van een blaastumor (TURB)<br />
Operatie uitgevoerd met een speciaal instrument, een cystoscoop* genoemd, dat via de urethra*<br />
wordt ingebracht. Wordt gebruikt om de diagnose van blaaskanker te stellen en om ongewone<br />
tumoren op het binnenoppervlak van de blaas te verwijderen, wanneer deze tumoren hol zijn (niet‐<br />
invasief). Het tijdens de procedure verwijderde weefsel wordt naar een laboratorium gestuurd <strong>voor</strong><br />
onderzoek.<br />
Tuberculose<br />
Een ziekte die wordt veroorzaakt door een bacterie die via de lucht van persoon tot persoon wordt<br />
overgebracht. Tuberculose kan alle organen, maar meestal de longen, aantasten. Een persoon kan<br />
jarenlang geen symptomen van tuberculose hebben, maar ze kunnen optreden wanneer de patiënt<br />
een ernstige ziekte krijgt zoals diabetes*, AIDS of kanker. Tuberculose kan gewoonlijk met antibiotica<br />
worden behandeld. Wordt ook tbc genoemd.<br />
Ureteroscopie<br />
Onderzoek van de binnenkant van de nier en de urineleider*, met behulp van een ureteroscoop. Een<br />
ureteroscoop is een dun, buisachtig instrument dat uitgerust is met een lichtbron en een lens om te<br />
kijken. Hij kan ook uitgerust zijn met een instrument om weefsel af te nemen om onder een<br />
microscoop te onderzoeken op ziektesymptomen. De ureteroscoop wordt via de urethra* in de blaas,<br />
de urineleider en het nierbekken* ingebracht (het deel van de nier dat de urine verzamelt, ophoudt<br />
en afvoert).<br />
Urethra<br />
<strong>Blaaskanker</strong>: <strong>gids</strong> <strong>voor</strong> patiënten ‐ – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2012.1 Pagina 27<br />
Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />
De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bedoeld <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />
en mag niet worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder de schriftelijke toestemming van ESMO en Reliable<br />
Cancer Therapies.
De urethra of plasbuis is het buisje waarlangs de urine van de blaas naar buiten wordt gevoerd. Bij<br />
mannen voert de urethra* niet alleen de urine maar ook het sperma naar buiten.<br />
Urineleiders<br />
Buizen die de urine van de nieren naar de blaas brengen.<br />
Urineomleiding<br />
Een chirurgische procedure om een nieuw afvoerkanaal te creëren om de urine te evacueren. Dit kan<br />
impliceren dat de urine met ka<strong>the</strong>ters* naar het colon wordt omgeleid om de blaas te legen of dat in<br />
het abdomen een opening wordt gemaakt en de urine in een zakje buiten het lichaam wordt<br />
verzameld.<br />
Urinecytologie<br />
Onderzoek uitgevoerd op cellen in de urine om ziekte op te sporen.<br />
Uro<strong>the</strong>el<br />
Het slijmvlies* dat de urinewegen, inclusief de nierbekken*, het centrale gedeelte van de nieren,<br />
urineleiders*, blaas en urethra* bekleedt.<br />
Vinblastine<br />
Het werkzame bestanddeel van een geneesmiddel dat samen met andere geneesmiddelen wordt<br />
gebruikt <strong>voor</strong> de behandeling van verschillende soorten kanker, inclusief gevorderd Hodgkin‐<br />
lymfoom en gevorderde testiskiemcelkankers. Het wordt ook bestudeerd bij de behandeling van<br />
andere soorten kanker. Vinblastine is een alkaloïde van de roze maagdenpalm, Vinca rosea Linn. Het<br />
verhindert de celgroei door de celdeling te stoppen en kan kankercellen doden. Het is een vinca‐<br />
alkaloïde en een mitoseremmer.<br />
Vinflunine<br />
Vinflunine behoort tot de groep van de antikankermiddelen die vinca‐alkaloïden worden genoemd.<br />
De stof hecht zich aan een eiwit in cellen, tubuline genaamd, dat van belang is bij de vorming van het<br />
inwendige “skelet” dat door cellen moet worden opgebouwd wanneer ze delen. oor zich aan<br />
tubuline in kankercellen te hechten, stopt vinflunine de vorming van het skelet en <strong>voor</strong>komt zo<br />
deling en uitzaaiing van de kankercellen.<br />
Visceraal<br />
Met betrekking tot de ingewanden, de zachte inwendige organen, inclusief de longen, het hart en de<br />
organen van het spijsverterings‐, uitscheidings‐, <strong>voor</strong>tplantings‐* en bloedvatenstelsel.<br />
Voortplantingsorganen/‐stelsel<br />
Organen betrokken bij de <strong>voor</strong>tplanting. Het vrouwelijke <strong>voor</strong>tplantingsstelsel omvat de eierstokken,<br />
de eileiders, de baarmoeder, de baarmoederhals en de vagina. Het mannelijke <strong>voor</strong>tplantingsstelsel<br />
omvat de prostaat*, de testikels en de penis.<br />
X‐stralen<br />
X‐straling is een vorm van straling die gebruikt wordt om beelden van de binnenkant van dingen te<br />
maken. In geneeskunde worden x‐stralen gebruikt om naar de binnenkant van het lichaam te kijken.<br />
Zaadblaasjes<br />
<strong>Blaaskanker</strong>: <strong>gids</strong> <strong>voor</strong> patiënten ‐ – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2012.1 Pagina 28<br />
Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />
De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bedoeld <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />
en mag niet worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder de schriftelijke toestemming van ESMO en Reliable<br />
Cancer Therapies.
Een paar buisvormige klieren van ongeveer 5 cm, elk opgerold in een ampulvormige structuur. De<br />
zaadblaasjes liggen boven de prostaat*. De zaadblaasjes liggen boven de prostaat. Ze produceren het<br />
meeste zaadvocht.<br />
<strong>Blaaskanker</strong>: <strong>gids</strong> <strong>voor</strong> patiënten ‐ – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2012.1 Pagina 29<br />
Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />
De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bedoeld <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />
en mag niet worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder de schriftelijke toestemming van ESMO en Reliable<br />
Cancer Therapies.