Algemene VeiligheidsInstructies Posten - Elia
Algemene VeiligheidsInstructies Posten - Elia
Algemene VeiligheidsInstructies Posten - Elia
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
8 Noodprocedures<br />
8.1. Brandvoorkoming en -bestrijding<br />
8.1.1. Algemeen<br />
Tijdens de exploitatie van elektrische installaties is het uitbreken van brand<br />
een risico dat niet kan worden uitgesloten.<br />
Indien er een brand wordt vastgesteld, moeten de gevaarlijke of in gevaar<br />
gebrachte gedeelten van de elektrische installatie buiten spanning worden<br />
gebracht, tenzij de brandbestrijding zou vereisen dat ze onder spanning<br />
blijven of hun uitschakeling andere gevaren met zich zou kunnen brengen.<br />
Een waterstraal op een hoogspanningsinstallatie richten is levensgevaarlijk.<br />
Bij gebruik van een waternevel heeft men kleine waterdruppeltjes die van<br />
elkaar gescheiden zijn door isolerende lucht. Hierdoor is de elektrische<br />
weerstand tussen de waterdruppels onderling veel groter, waardoor de kans<br />
op elektrocutie voor de persoon kleiner is, maar niettemin blijft het risico<br />
onaanvaardbaar groot.<br />
De betrokken personen moeten op de hoogte worden gebracht van het feit<br />
dat bepaalde materialen onder invloed van hitte of vuur giftige stoffen<br />
kunnen vrijgeven (bv. PCB oliën, metaalhoudende dampen, …).<br />
Uiterst ontvlambare materialen of voorwerpen moeten zodanig opgesteld of<br />
opgeslagen worden dat ze niet kunnen ontvlammen.<br />
Het is belangrijk om brandbestrijdingsmiddelen steeds gebruiksklaar en<br />
bereikbaar te houden. Het is verboden om materialen of toestellen vóór de<br />
brandblusmiddelen op te slagen. Ook de pictogrammen dienen steeds goed<br />
zichtbaar te blijven.<br />
Zorg er ook steeds voor dat vluchtwegen vrij worden gehouden tijdens<br />
werkzaamheden en dat de nooduitgangen (deuren) niet geblokkeerd<br />
worden.<br />
Bij werkzaamheden aan installaties die zijn uitgerust met automatisch<br />
startende blusinstallaties (Inergen, CO2) dient men de nodige maatregelen<br />
te nemen om de blusinstallatie buiten dienst te (laten) nemen alvorens die<br />
zones te betreden.<br />
8.1.2. Brandklassen<br />
Afhankelijk van de brandbare producten onderscheiden we 4 brandklassen.<br />
Deze zijn:<br />
Klasse A : brand van vaste stoffen;<br />
Klasse B : brand van vloeistoffen;<br />
Klasse C : brand van gassen;<br />
Klasse D : brand van metalen;<br />
Klasse F : brand van vet en oliën.<br />
Elektriciteit: soms kan het voorkomen dat branden met elektriciteit in een<br />
aparte klasse (klasse E) worden ondergebracht. Bijvoorbeeld branden van<br />
elektrische cabines, beeldschermen, schakelkasten. Het is echter geen<br />
erkende klasse.<br />
8.1.3. Brandblussers<br />
Brandblussers zijn ontworpen om één of meerdere types van brand te<br />
kunnen blussen. Het type van brand dat kan gedoofd worden door de<br />
brandblusser is steeds duidelijk aangegeven op de brandblusser.<br />
Men onderscheidt volgende types brandblussers:<br />
Versie 02 – Datum 06/04/2011 Pagina 121 van 141