23.08.2013 Views

OCWZ; rapport Drentse vrijwilligers en ... - Provincie Drenthe

OCWZ; rapport Drentse vrijwilligers en ... - Provincie Drenthe

OCWZ; rapport Drentse vrijwilligers en ... - Provincie Drenthe

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Dr<strong>en</strong>tse</strong> <strong>vrijwilligers</strong> <strong>en</strong> mantelzorgers anno 2007<br />

Nulmeting van omvang <strong>en</strong> aard van het<br />

<strong>vrijwilligers</strong>werk <strong>en</strong> de mantelzorg in Dr<strong>en</strong>the


Colofon:<br />

Onderzoek <strong>en</strong> <strong>rapport</strong>age: drs. H.G. Parker Brady (deel 1)<br />

drs. E. Lange (deel 2)<br />

Met medewerking van: H. Plat‐Lieb<strong>en</strong><br />

Uitgave: <strong>Provincie</strong> Dr<strong>en</strong>the<br />

Bestuurscommissie <strong>OCWZ</strong><br />

Postbus 122<br />

9400 AC Ass<strong>en</strong><br />

K<strong>en</strong>merk: 07.065/32000117.08/EL/HPB/HL<br />

Datum: augustus 2007<br />

Auteursrecht voorbehoud<strong>en</strong>.<br />

© Copyright 2007, Bestuurscommissie <strong>OCWZ</strong><br />

Het auteursrecht van deze publicatie berust bij de Bestuurscommissie Onderzoek Cultuur, Welzijn <strong>en</strong><br />

Zorg van de provincie Dr<strong>en</strong>the. Gehele of gedeeltelijke overname van tekst<strong>en</strong> is toegestaan, mits<br />

daarbij de bron wordt vermeld. Verm<strong>en</strong>igvuldiging <strong>en</strong>/of publicatie in e<strong>en</strong> andere vorm dan deze<br />

uitgave is slechts toegestaan na schriftelijke toestemming van de Bestuurscommissie <strong>OCWZ</strong>.<br />

‐2‐


Inhoud<br />

pagina<br />

Sam<strong>en</strong>vatting 5<br />

1. Inleiding 7<br />

Deel 1: Vrijwilligerswerk<br />

2. Omvang <strong>en</strong> aard van <strong>vrijwilligers</strong>werk 9<br />

2.1 Aantal <strong>vrijwilligers</strong> in Dr<strong>en</strong>the 9<br />

2.2 Aard van het <strong>vrijwilligers</strong>werk 12<br />

3. Indeling <strong>vrijwilligers</strong>groep<strong>en</strong> 17<br />

3.1 Inleiding 17<br />

3.2 Beschrijving van deelgroep<strong>en</strong> 17<br />

4. Conclusies 21<br />

Deel 2: Mantelzorg<br />

5. Inleiding op mantelzorg 23<br />

6. Omvang van mantelzorg in Dr<strong>en</strong>the 25<br />

6.1 Aantal mantelzorgers 25<br />

6.2 Mantelzorgers nader beschrev<strong>en</strong> 26<br />

7. Aard <strong>en</strong> belasting van mantelzorg 29<br />

7.1 Aard van mantelzorg 29<br />

7.2 Mantelzorg <strong>en</strong> belasting 31<br />

8. Conclusies mantelzorg 33<br />

9. Mantelzorgers <strong>en</strong> <strong>vrijwilligers</strong> vergelek<strong>en</strong> 35<br />

Geraadpleegde literatuur 37<br />

Bijlag<strong>en</strong> 39<br />

1 Responsoverzicht Dr<strong>en</strong>ts Panel<br />

2 Gedeelte uit de vrag<strong>en</strong>lijst Dr<strong>en</strong>ts Panel onderdel<strong>en</strong> <strong>vrijwilligers</strong>werk <strong>en</strong> mantelzorg<br />

3. Toelichting <strong>en</strong> verantwoording clusteranalyse<br />

‐3‐


‐4‐


Sam<strong>en</strong>vatting<br />

Op verzoek van Gedeputeerde Stat<strong>en</strong> heeft het Onderzoeksbureau CWZ e<strong>en</strong> nulmeting<br />

uitgevoerd naar de omvang <strong>en</strong> aard van <strong>vrijwilligers</strong>werk in Dr<strong>en</strong>the. Ook is vanuit<br />

Provinciale Stat<strong>en</strong> de w<strong>en</strong>s geuit om inzicht te krijg<strong>en</strong> in de omvang <strong>en</strong> aard van mantelzorg<br />

in Dr<strong>en</strong>the. De resultat<strong>en</strong> van beide onderzoek<strong>en</strong> zijn in dit <strong>rapport</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. De vrag<strong>en</strong><br />

waar de onderzoek<strong>en</strong> antwoord op gev<strong>en</strong> zijn: wat is de omvang <strong>en</strong> aard van het<br />

<strong>vrijwilligers</strong>werk, resp. de mantelzorg in Dr<strong>en</strong>the, zijn er verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de omvang <strong>en</strong><br />

aard van het <strong>vrijwilligers</strong>werk <strong>en</strong> de mantelzorg in Dr<strong>en</strong>the <strong>en</strong> in Nederland, welke<br />

deelgroep<strong>en</strong> zijn te onderscheid<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de groep <strong>vrijwilligers</strong> naar aard <strong>en</strong> duur van het<br />

<strong>vrijwilligers</strong>werk <strong>en</strong> welke vorm<strong>en</strong> van mantelzorg zijn te onderscheid<strong>en</strong> naar aard van de<br />

relatie <strong>en</strong> mate van belasting van de mantelzorger.<br />

De deelname aan <strong>vrijwilligers</strong>werk in Dr<strong>en</strong>the onder volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> wijkt met 44% niet af van<br />

het landelijke deelnamecijfer. Totaal zijn ca. 167.000 <strong>vrijwilligers</strong> actief in Dr<strong>en</strong>the. Bewoners<br />

van het platteland do<strong>en</strong> vaker aan <strong>vrijwilligers</strong>werk dan inwoners van de vijf <strong>Dr<strong>en</strong>tse</strong><br />

sted<strong>en</strong>. Ouder<strong>en</strong> zett<strong>en</strong> zich vaker in als vrijwilliger dan jonger<strong>en</strong>. Het verschil in deelname<br />

tuss<strong>en</strong> jonger<strong>en</strong> <strong>en</strong> ouder<strong>en</strong> is relatief groter in Dr<strong>en</strong>the. In Dr<strong>en</strong>the zett<strong>en</strong> hoger opgeleid<strong>en</strong><br />

zich ev<strong>en</strong> vaak in als vrijwilliger als lager opgeleid<strong>en</strong>. Dit wijkt af van het landelijke beeld<br />

van e<strong>en</strong> grotere deelname aan <strong>vrijwilligers</strong>werk onder hoger opgeleid<strong>en</strong>.<br />

<strong>Dr<strong>en</strong>tse</strong> <strong>vrijwilligers</strong> zijn het meest actief als bestuurder of uitvoerder bij sport‐, school‐,<br />

buurt‐, wijk‐ <strong>en</strong> dorpsver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> <strong>en</strong> in de zorg. Het meeste <strong>vrijwilligers</strong>werk, dat verricht<br />

wordt, is langdurig van aard. Bij bijna e<strong>en</strong> kwart van het <strong>vrijwilligers</strong>werk gaat het om korte,<br />

afgeronde kluss<strong>en</strong>. Jonger<strong>en</strong> do<strong>en</strong> vaker korte kluss<strong>en</strong> dan ouder<strong>en</strong>. De gemiddelde Dr<strong>en</strong>t<br />

zet zich vijf tot ti<strong>en</strong> jaar in als vrijwilliger. Op basis van de beschikbare gegev<strong>en</strong>s zijn e<strong>en</strong><br />

drietal deelgroep<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> naar aard <strong>en</strong> duur van het <strong>vrijwilligers</strong>werk. De<br />

deelgroep<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> zich door leeftijd <strong>en</strong> geslacht van de vrijwilliger <strong>en</strong> het soort<br />

<strong>vrijwilligers</strong>werk, dat wordt gedaan.<br />

Het bied<strong>en</strong> van mantelzorg is ge<strong>en</strong> bewuste keuze, vaak overkomt het je. Dit is ook de red<strong>en</strong><br />

waarom mantelzorg onder alle <strong>Dr<strong>en</strong>tse</strong> bevolkingsgroep<strong>en</strong> voorkomt. Tev<strong>en</strong>s is het de<br />

verklaring waarom mantelzorgers net zo vaak woonachtig zijn in de sted<strong>en</strong> als in de dorp<strong>en</strong>.<br />

Dit in teg<strong>en</strong>stelling tot <strong>vrijwilligers</strong> die relatief vaak woonachtig zijn in dorp<strong>en</strong>. De leeftijd<br />

van de hulpbehoev<strong>en</strong>de varieert van heel jong tot heel oud. Gemiddeld ligt de leeftijd rond<br />

70 jaar. Zo’n driekwart van de hulpbehoev<strong>en</strong>d<strong>en</strong> is ouder dan 60 jaar <strong>en</strong> ruim 90 proc<strong>en</strong>t is<br />

ouder dan 40 jaar. Bij de mantelzorgers ligt de piek rond de 60 jaar. In 82% van de gevall<strong>en</strong> is<br />

de hulpbehoev<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> familielid. Het mer<strong>en</strong>deel van de mantelzorgers verle<strong>en</strong>t meer dan<br />

één soort hulp. Ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> meerderheid van de <strong>Dr<strong>en</strong>tse</strong> mantelzorgers ervaart in meer of<br />

mindere mate belasting van het werk als mantelzorger. Eén van de oorzak<strong>en</strong> hiervan is dat<br />

circa e<strong>en</strong> kwart van de mantelzorgers ge<strong>en</strong> vervanger heeft die hem/haar kan ontlast<strong>en</strong>.<br />

‐5‐


‐6‐


1. Inleiding<br />

Aanleiding<br />

In maart 2007 hebb<strong>en</strong> Gedeputeerde Stat<strong>en</strong> van Dr<strong>en</strong>the (GS) e<strong>en</strong> notitie (Povincie Dr<strong>en</strong>the,<br />

2007) uitgebracht over het nieuwe provinciale beleid op het terrein van vrijwillige inzet <strong>en</strong><br />

mantelzorg. Deze notitie is e<strong>en</strong> nadere uitwerking van het bestaande beleid op deze<br />

terrein<strong>en</strong> uit ‘M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in het Middelpunt, provinciale sociale ag<strong>en</strong>da 2005‐2008’ (<strong>Provincie</strong><br />

Dr<strong>en</strong>the, 2004). De invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) vraagt<br />

om e<strong>en</strong> actualisatie van het provinciale beleid rond <strong>vrijwilligers</strong>werk <strong>en</strong> mantelzorg.<br />

Hiervoor is e<strong>en</strong> procesbeschrijving in de notitie opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> om te kom<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong><br />

herbezinning van de provinciale rol op dit terrein. In dit kader is de provincie sam<strong>en</strong> met de<br />

geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> om de tafel gaan zitt<strong>en</strong> om te kijk<strong>en</strong> op welke manier de provincie ondersteuning<br />

kan bied<strong>en</strong> door bepaalde WMO‐tak<strong>en</strong> provinciaal uit te werk<strong>en</strong>. Het resultaat van deze<br />

overlegg<strong>en</strong> zijn afsprak<strong>en</strong> die mom<strong>en</strong>teel (juli 2007) word<strong>en</strong> uitgewerkt in e<strong>en</strong><br />

uitwerkingsnotitie.<br />

In de notitie vrijwillige inzet <strong>en</strong> mantelzorg gev<strong>en</strong> GS aan dat het belangrijk is om inzicht te<br />

hebb<strong>en</strong> in de aard <strong>en</strong> omvang van <strong>vrijwilligers</strong>werk in Dr<strong>en</strong>the. Ook is vanuit Provinciale<br />

Stat<strong>en</strong> de w<strong>en</strong>s geuit om e<strong>en</strong> eerste inzicht te krijg<strong>en</strong> in de aard <strong>en</strong> omvang van de<br />

mantelzorg in Dr<strong>en</strong>the. Beide onderzoek<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> soort nulmeting,<br />

zodat op kortere <strong>en</strong> langere termijn kan word<strong>en</strong> nagegaan of <strong>en</strong> welke verandering<strong>en</strong> er<br />

plaatsvind<strong>en</strong> op het gebied van <strong>vrijwilligers</strong>werk <strong>en</strong> mantelzorg in Dr<strong>en</strong>the, ook in het licht<br />

van de WMO die in januari 2007 van start is gegaan. Aan het Onderzoeksbureau CWZ is<br />

gevraagd beide nulmeting<strong>en</strong> uit te voer<strong>en</strong>. Omdat <strong>vrijwilligers</strong>werk <strong>en</strong> mantelzorg binn<strong>en</strong><br />

hetzelfde prestatieveld van de WMO vall<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook in het provinciale beleid in sam<strong>en</strong>hang<br />

word<strong>en</strong> bezi<strong>en</strong>, is er voor gekoz<strong>en</strong> om de resultat<strong>en</strong> van beide onderzoek<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> <strong>rapport</strong><br />

op te nem<strong>en</strong>.<br />

Vraagstelling<br />

Het huidige onderzoek geeft antwoord op de volg<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong>:<br />

1. Wat is de omvang <strong>en</strong> aard van het <strong>vrijwilligers</strong>werk, respectievelijk mantelzorg in<br />

Dr<strong>en</strong>the?<br />

2. Zijn er verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de omvang <strong>en</strong> aard van <strong>vrijwilligers</strong>werk <strong>en</strong> mantelzorg in<br />

Dr<strong>en</strong>the <strong>en</strong> in de rest van Nederland?<br />

3. Welke deelgroep<strong>en</strong> zijn te onderscheid<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de groep <strong>vrijwilligers</strong> naar aard <strong>en</strong><br />

duur van het <strong>vrijwilligers</strong>werk?<br />

4. Welke vorm<strong>en</strong> van mantelzorg zijn te onderscheid<strong>en</strong> naar aard van de relatie <strong>en</strong> mate<br />

van belasting van de mantelzorger?<br />

‐7‐


Toelichting<br />

Het <strong>rapport</strong> bestaat uit twee del<strong>en</strong>: het eerste deel gaat over <strong>vrijwilligers</strong>werk; het tweede<br />

deel over mantelzorg. Aan het begin van elk deel word<strong>en</strong> de gebruikte begripp<strong>en</strong> nader<br />

gedefinieerd. Ook wordt ingegaan op het onderscheid tuss<strong>en</strong> <strong>vrijwilligers</strong>werk <strong>en</strong><br />

mantelzorg.<br />

Doel<br />

Het onderzoek di<strong>en</strong>t inzicht te gev<strong>en</strong> in de aard <strong>en</strong> omvang van het <strong>vrijwilligers</strong>werk <strong>en</strong><br />

mantelzorg in Dr<strong>en</strong>the. Het onderzoek di<strong>en</strong>t zo ingericht te word<strong>en</strong> dat deze beide meting<strong>en</strong><br />

over e<strong>en</strong> aantal jar<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> herhaald om mogelijke verandering<strong>en</strong> zichtbaar te<br />

mak<strong>en</strong>.<br />

Wijze van gegev<strong>en</strong>sverzameling<br />

Voor het verkrijg<strong>en</strong> van de onderzoeksgegev<strong>en</strong>s is e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>ronde onder het Dr<strong>en</strong>ts Panel<br />

van het onderzoeksbureau gehoud<strong>en</strong>. Totaal hebb<strong>en</strong> 1.459 Dr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> deelg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> aan deze<br />

vrag<strong>en</strong>ronde. Voor e<strong>en</strong> beschrijving van de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de onderzoeksgroep zie bijlage 1.<br />

Verder is gebruik gemaakt van gegev<strong>en</strong>s van CIVIQ, instituut vrijwillige inzet, C<strong>en</strong>traal<br />

Bureau voor de Statistiek (CBS) <strong>en</strong> Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau (SCP) om de<br />

panelresultat<strong>en</strong> te vergelijk<strong>en</strong> met landelijke cijfers.<br />

Indeling<br />

In het eerste deel word<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> van het panelonderzoek naar de omvang <strong>en</strong> aard van<br />

het <strong>vrijwilligers</strong>werk beschrev<strong>en</strong>. In hoofdstuk 4 word<strong>en</strong> de <strong>Dr<strong>en</strong>tse</strong> <strong>vrijwilligers</strong> ingedeeld<br />

in e<strong>en</strong> drietal deelgroep<strong>en</strong> op basis van e<strong>en</strong> clusteranalyse. Voor e<strong>en</strong> toelichting op de<br />

clusteranalyse zie bijlage 3. In deel 2 word<strong>en</strong> de panelresultat<strong>en</strong> over de omvang <strong>en</strong> aard van<br />

de mantelzorg beschrev<strong>en</strong>. Hoofdstuk 6 behandelt de omvang van mantelzorg binn<strong>en</strong><br />

Dr<strong>en</strong>the <strong>en</strong> hoofdstuk 7 gaat over de aard van de verle<strong>en</strong>de hulp. In hoofdstuk 9 word<strong>en</strong> de<br />

overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> <strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> <strong>vrijwilligers</strong> <strong>en</strong> mantelzorgers beschrev<strong>en</strong>. Aan het<br />

eind van elk deel word<strong>en</strong> de antwoord<strong>en</strong> op de afzonderlijke onderzoeksvrag<strong>en</strong><br />

weergegev<strong>en</strong> in de vorm van conclusies (hoofdstuk 4 <strong>en</strong> 8). In de bijlag<strong>en</strong> zijn e<strong>en</strong><br />

beschrijving van de onderzoeksgroep, de vrag<strong>en</strong>lijst van de panelronde <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

verantwoording van de clusteranalyse opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

‐8‐


Deel 1 Vrijwilligerswerk<br />

2. Omvang <strong>en</strong> aard <strong>vrijwilligers</strong>werk<br />

Enkele begripp<strong>en</strong><br />

In dit hoofdstuk wordt beschrev<strong>en</strong> wat de omvang <strong>en</strong> aard is van het <strong>vrijwilligers</strong>werk in<br />

Dr<strong>en</strong>the. Onder <strong>vrijwilligers</strong>werk of vrijwillige inzet wordt in het kader van dit onderzoek<br />

verstaan: Vrijwilligerswerk is werk dat m<strong>en</strong> onverplicht <strong>en</strong> onbetaald verricht t<strong>en</strong> behoeve van<br />

ander<strong>en</strong> of de sam<strong>en</strong>leving, waarbij er ge<strong>en</strong> sprake is van e<strong>en</strong> persoonlijke relatie met de ontvanger 1<br />

(bewerkte definitie van het Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau). Onder de bov<strong>en</strong>staande<br />

definitie van <strong>vrijwilligers</strong>werk valt zowel de vrijwillige inzet in ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere<br />

<strong>vrijwilligers</strong>organisaties als de praktische hulpverl<strong>en</strong>ing/kluss<strong>en</strong> voor person<strong>en</strong>, waar m<strong>en</strong><br />

ge<strong>en</strong> persoonlijke relatie mee heeft. Het eerste wordt als het georganiseerde <strong>vrijwilligers</strong>werk<br />

gezi<strong>en</strong> <strong>en</strong> het laatste als het ongeorganiseerde <strong>vrijwilligers</strong>werk. Voor deze definitie is<br />

gekoz<strong>en</strong> om het onderscheid met de definitie van mantelzorg (zie hoofdstuk 4) scherp te<br />

krijg<strong>en</strong>.<br />

De omvang van het <strong>vrijwilligers</strong>werk wordt in kaart gebracht aan de hand van de<br />

achtergrondvariabel<strong>en</strong> woonplaats, geslacht, leeftijd, opleiding <strong>en</strong> belangrijkste dagelijkse<br />

bezigheid. De aard van het <strong>vrijwilligers</strong>werk wordt beschrev<strong>en</strong> aan de hand van de sector<strong>en</strong>,<br />

waar <strong>vrijwilligers</strong>werk wordt verricht <strong>en</strong> de soort activiteit<strong>en</strong>, die <strong>Dr<strong>en</strong>tse</strong> <strong>vrijwilligers</strong> do<strong>en</strong>.<br />

Ook wordt er onderscheid gemaakt naar langdurige of korte <strong>vrijwilligers</strong>kluss<strong>en</strong>, de duur<br />

van het <strong>vrijwilligers</strong>werk <strong>en</strong> de plaats waar de Dr<strong>en</strong>t <strong>vrijwilligers</strong>werk doet. Waar mogelijk<br />

wordt ook naar achtergrondvariabel<strong>en</strong> gekek<strong>en</strong>. De omvang <strong>en</strong> aard van het <strong>Dr<strong>en</strong>tse</strong><br />

<strong>vrijwilligers</strong>werk wordt vergelek<strong>en</strong> met de situatie in de rest van Nederland.<br />

2.1 Aantal <strong>vrijwilligers</strong> in Dr<strong>en</strong>the<br />

Het perc<strong>en</strong>tage Dr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (van 18 jaar <strong>en</strong> ouder) dat aangeeft de afgelop<strong>en</strong> twaalf maand<strong>en</strong><br />

<strong>vrijwilligers</strong>werk te hebb<strong>en</strong> gedaan, ligt met 44% op ongeveer hetzelfde niveau als het<br />

landelijk perc<strong>en</strong>tage (43% 2 ) (bron: CBS Statline 2004). Dit komt overe<strong>en</strong> met ca. 167.000<br />

1<br />

Bij <strong>vrijwilligers</strong>werk kan de ontvanger ook e<strong>en</strong> instelling of organisatie zijn (bijvoorbeeld e<strong>en</strong> school). Bij<br />

mantelzorg is de ontvanger cq hulpbehoev<strong>en</strong>de altijd e<strong>en</strong> persoon.<br />

2 Strikt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> gaat het hier om <strong>vrijwilligers</strong>werk, dat in <strong>en</strong>ig georganiseerd verband plaatsvindt. Het<br />

ongeorganiseerde <strong>vrijwilligers</strong>werk in de vorm van bur<strong>en</strong>‐, bejaard<strong>en</strong>‐ <strong>en</strong> gehandicapt<strong>en</strong>hulp is hierin niet<br />

opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> (volg<strong>en</strong>s het SCP gaat het om ca. 8% van alle <strong>vrijwilligers</strong>werk in Nederland).<br />

‐9‐


<strong>vrijwilligers</strong> in Dr<strong>en</strong>the. Overig<strong>en</strong>s geeft 6% van de Dr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aan wel <strong>vrijwilligers</strong>werk te<br />

hebb<strong>en</strong> gedaan in de afgelop<strong>en</strong> twaalf maand<strong>en</strong>, maar is er nu mee gestopt.<br />

Stad <strong>en</strong> platteland<br />

Er bestaat e<strong>en</strong> duidelijk verschil tuss<strong>en</strong> de deelname aan <strong>vrijwilligers</strong>werk in de stad <strong>en</strong> op<br />

het platteland. De Dr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die woonachtig zijn in e<strong>en</strong> stedelijke omgeving (dat wil zegg<strong>en</strong> in<br />

één van de vijf sted<strong>en</strong> Ass<strong>en</strong>, Coevord<strong>en</strong>, Emm<strong>en</strong>, Hoogeve<strong>en</strong> <strong>en</strong> Meppel), gev<strong>en</strong> aan minder<br />

vaak <strong>vrijwilligers</strong>werk te do<strong>en</strong> dan de Dr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die op het platteland won<strong>en</strong>. De<br />

deelnameperc<strong>en</strong>tages zijn respectievelijk 39% <strong>en</strong> 48%. Dit verschil is significant. Er zijn ge<strong>en</strong><br />

verschill<strong>en</strong> in de deelname aan <strong>vrijwilligers</strong>werk per regio 3 binn<strong>en</strong> Dr<strong>en</strong>the.<br />

Geslacht, leeftijd, opleidingsniveau <strong>en</strong> belangrijkste dagbezigheid<br />

Mann<strong>en</strong> zett<strong>en</strong> zich ev<strong>en</strong> vaak vrijwillig in als vrouw<strong>en</strong>. Wat dit betreft wijkt Dr<strong>en</strong>the niet af<br />

van de rest van Nederland. De oudere leeftijdscategorieën zijn als vrijwilliger actiever dan de<br />

jongere leeftijdscategorieën. Het perc<strong>en</strong>tage <strong>vrijwilligers</strong> onder de 18 tot 34 jarig<strong>en</strong> is in<br />

Dr<strong>en</strong>the lager dan in de rest van Nederland <strong>en</strong> in de leeftijdscategorieën 45 tot 54 jaar, 55 tot<br />

64 jaar <strong>en</strong> 65 jaar <strong>en</strong> ouder is het perc<strong>en</strong>tage <strong>vrijwilligers</strong> hoger dan landelijk (zie tabel 2.1).<br />

Tabel 2.1 Perc<strong>en</strong>tage <strong>vrijwilligers</strong>werk naar leeftijdscategorie<br />

Dr<strong>en</strong>the Nederland*<br />

totaal 44 43<br />

18 tot 24 jaar **33 43<br />

25 tot 34 jaar 39<br />

35 tot 44 jaar 46 51<br />

45 tot 54 jaar 49 45<br />

55 tot 64 jaar 47 40<br />

65 jaar <strong>en</strong> ouder 52 35<br />

* betreft georganiseerd <strong>vrijwilligers</strong>werk.<br />

** betreft leeftijdscategorie 18‐34 jaar.<br />

Bron: Dr<strong>en</strong>ts Panel (2007), CBS (2004)<br />

In figuur 2.1 is de vijfjarige tr<strong>en</strong>dlijn van de deelname aan <strong>vrijwilligers</strong>werk per leeftijd<br />

weergegev<strong>en</strong>. Duidelijk is e<strong>en</strong> terugval in <strong>vrijwilligers</strong>werk waar te nem<strong>en</strong> rond het 30 ste<br />

lev<strong>en</strong>sjaar <strong>en</strong> na het 70 ste lev<strong>en</strong>sjaar 4 . De piek in <strong>vrijwilligers</strong>werk ligt rond 70 jaar.<br />

3 Zuidoost Dr<strong>en</strong>the: geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> Emm<strong>en</strong>, Borger‐Odoorn <strong>en</strong> Coevord<strong>en</strong>. Zuidwest Dr<strong>en</strong>the: geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

Hoogeve<strong>en</strong>, Meppel, Westerveld <strong>en</strong> De Wold<strong>en</strong>. Regio midd<strong>en</strong> Dr<strong>en</strong>the: geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> Midd<strong>en</strong>‐Dr<strong>en</strong>the, Ass<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> Aa <strong>en</strong> Hunze. Regio noord Dr<strong>en</strong>the: geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> Noord<strong>en</strong>veld <strong>en</strong> Tynaarlo. Ook e<strong>en</strong> indeling in drie regio’s,<br />

waarbij midd<strong>en</strong> Dr<strong>en</strong>the <strong>en</strong> noord Dr<strong>en</strong>the word<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gevoegd, levert ge<strong>en</strong> significant verschil in<br />

deelname aan <strong>vrijwilligers</strong>werk op.<br />

4 N.B. De figuur is niet de weergave van de lev<strong>en</strong>sloop van e<strong>en</strong> vrijwilliger, maar e<strong>en</strong> dwarsdoorsnede van de<br />

deelname aan <strong>vrijwilligers</strong>werk door de <strong>Dr<strong>en</strong>tse</strong> bevolking in de afgelop<strong>en</strong> 12 maand<strong>en</strong>.<br />

‐10‐


70%<br />

60%<br />

aandeel <strong>vrijwilligers</strong><br />

50%<br />

40%<br />

30%<br />

20%<br />

10%<br />

0%<br />

18 28 38 48 58 68 78<br />

leeftijd<br />

Figuur 2.1. Aandeel <strong>vrijwilligers</strong> naar leeftijd, 5‐jarige tr<strong>en</strong>dlijn<br />

<strong>vrijwilligers</strong>werk<br />

Het opleidingsniveau van de Dr<strong>en</strong>t heeft ge<strong>en</strong> invloed op het do<strong>en</strong> van <strong>vrijwilligers</strong>werk.<br />

Hoger opgeleid<strong>en</strong> do<strong>en</strong> gemiddeld ev<strong>en</strong> vaak <strong>vrijwilligers</strong>werk als lager opgeleid<strong>en</strong>. Voor de<br />

rest van Nederland is er wel e<strong>en</strong> verschil gevond<strong>en</strong>: m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> lagere opleiding do<strong>en</strong><br />

minder vaak <strong>vrijwilligers</strong>werk dan de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> middelbare of hogere opleiding.<br />

Het Dr<strong>en</strong>ts Panel is ook gevraagd naar hun belangrijkste dagbezigheid. Dr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, die als<br />

belangrijkste bezigheid het huishoud<strong>en</strong> do<strong>en</strong>, werkloos zijn of met p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong> zijn do<strong>en</strong> vaker<br />

<strong>vrijwilligers</strong>werk (51,8%) dan werk<strong>en</strong>d<strong>en</strong> (41,4%) of zij, die nog schoolgaand zijn (40,7%). Dit<br />

resultaat is vergelijkbaar met landelijke cijfers van het CBS (uit: Aanvull<strong>en</strong>d Voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

Onderzoek 2003). Voor e<strong>en</strong> overzicht van de deelnameperc<strong>en</strong>tages <strong>vrijwilligers</strong>werk naar<br />

achtergrondvariabel<strong>en</strong>, zie tabel 2.2.<br />

‐11‐


Tabel 2.2 Deelname <strong>vrijwilligers</strong>werk naar achtergrondvariabel<strong>en</strong><br />

Panelvraag: “Hebt u in de afgelop<strong>en</strong> 12 maand<strong>en</strong> <strong>vrijwilligers</strong>werk gedaan? (n=1459)<br />

Ja 38,8%<br />

Ja, maar onlangs gestopt 5,6%<br />

Nee 55,6%<br />

Met “ja”of “ja, maar onlangs gestopt” beantwoord<br />

Geslacht<br />

Mann<strong>en</strong> 45,2%<br />

Vrouw<strong>en</strong> 43,7%<br />

Woonplaats<br />

Stedelijk 39,1%<br />

Niet‐stedelijk 47,5%<br />

Opleiding*<br />

Lage opleiding 44,1%<br />

Gemiddelde opleiding 42,0%<br />

Hoge opleiding 49,4%<br />

Belangrijkste dagbezigheid<br />

Werk<strong>en</strong>d 41,4%<br />

Werkloos, p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong> 50,9%<br />

Schoolgaand 40,7%<br />

Huishoud<strong>en</strong> 51,1%<br />

* ge<strong>en</strong> significant verschil gevond<strong>en</strong>, dat wil zegg<strong>en</strong> dat het gevond<strong>en</strong> verschil in waard<strong>en</strong> ook door toeval<br />

ontstaan kan zijn.<br />

2.2 Aard van het <strong>vrijwilligers</strong>werk<br />

Georganiseerd of ongeorganiseerd <strong>vrijwilligers</strong>werk<br />

Van de <strong>Dr<strong>en</strong>tse</strong> <strong>vrijwilligers</strong> doet ca. 92% <strong>vrijwilligers</strong>werk in georganiseerd 5 verband <strong>en</strong> 8%<br />

ongeorganiseerd of doet beide vorm<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s het SCP Tijdsbestedingonderzoek (TBO) uit<br />

2005 ligt het ongeorganiseerde <strong>vrijwilligers</strong>werk (bur<strong>en</strong>‐, ouder<strong>en</strong>‐ <strong>en</strong> gehandicapt<strong>en</strong>hulp)<br />

landelijk op ongeveer 8%.<br />

Sector<strong>en</strong><br />

De <strong>Dr<strong>en</strong>tse</strong> <strong>vrijwilligers</strong> zijn actief in verschill<strong>en</strong>de sector<strong>en</strong> van het georganiseerde<br />

<strong>vrijwilligers</strong>werk. In tabel 2.3 is af te lez<strong>en</strong>, dat de Dr<strong>en</strong>t het vaakst actief is als vrijwilliger in<br />

sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>, onderwijs‐ <strong>en</strong> schoolver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> <strong>en</strong> buurt‐, wijk‐ <strong>en</strong> dorpsver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>.<br />

5 Vrijwilligerswerk in georganiseerd verband vindt plaats binn<strong>en</strong> ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>, <strong>vrijwilligers</strong>organisaties of<br />

professionele organisaties met <strong>vrijwilligers</strong>.<br />

‐12‐


Ook maatschappelijke organisaties, culturele ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> <strong>en</strong> jeugdver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>, zoals<br />

scouting word<strong>en</strong> door drie proc<strong>en</strong>t of meer van de Dr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd. E<strong>en</strong> hoog perc<strong>en</strong>tage<br />

noemt ook andere organisaties, zoals zorg‐ <strong>en</strong> welzijnsorganisaties <strong>en</strong> lev<strong>en</strong>sbeschouwelijke<br />

organisaties waarvoor m<strong>en</strong> zich vrijwillig inzet. In Dr<strong>en</strong>the zijn relatief iets minder m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

actief bij sport‐, hobby‐ <strong>en</strong> schoolver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> dan in de rest van Nederland. Van de<br />

participatie in maatschappelijke organisaties <strong>en</strong> buurt‐ of dorpsver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> zijn landelijk<br />

ge<strong>en</strong> cijfers beschikbaar, dus het is niet bek<strong>en</strong>d of Dr<strong>en</strong>the hierbij afwijkt. Wel komt het<br />

<strong>Dr<strong>en</strong>tse</strong> beeld overe<strong>en</strong> met de situatie in Friesland waar ook veel georganiseerd<br />

<strong>vrijwilligers</strong>werk plaats vindt bij maatschappelijke organisaties <strong>en</strong> buurt‐ <strong>en</strong><br />

dorpsver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> (<strong>Provincie</strong> Fryslan, 2007). In tabel 2.3 is het ongeorganiseerde<br />

<strong>vrijwilligers</strong>werk (bur<strong>en</strong>‐, bejaard<strong>en</strong>‐ <strong>en</strong> gehandicapt<strong>en</strong>hulp) apart vermeld.<br />

Tabel 2.3 Georganiseerd <strong>vrijwilligers</strong>werk naar sector<br />

Dr<strong>en</strong>the Nederland<br />

% %<br />

totaal 44 43<br />

sportver<strong>en</strong>iging 11 13<br />

buurt‐ of dorpsver<strong>en</strong>iging 7 _<br />

school 6 9<br />

maatschappelijke organisatie 5 _<br />

culturele ver<strong>en</strong>iging 4 5<br />

jeugdwerk 3 4<br />

arbeidsorganisatie 2 2<br />

hobbyver<strong>en</strong>iging 2 4<br />

politieke organisatie 2 1<br />

andere organisatie (lev<strong>en</strong>sbeschouwelijk, verzorging <strong>en</strong><br />

verpleging <strong>en</strong> anders) 24 22<br />

bur<strong>en</strong>‐ , bejaard<strong>en</strong>‐ <strong>en</strong> gehandicapt<strong>en</strong>hulp 8 8<br />

Bron: Dr<strong>en</strong>ts Panel (2007), CBS (2004), SCP 2005<br />

‐ : gegev<strong>en</strong>s ontbrek<strong>en</strong><br />

Activiteit<strong>en</strong><br />

Wat do<strong>en</strong> de Dr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zoal aan <strong>vrijwilligers</strong>activiteit<strong>en</strong>? Dr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voer<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het<br />

georganiseerde <strong>en</strong> niet‐georganiseerde <strong>vrijwilligers</strong>werk meerdere soort<strong>en</strong> activiteit<strong>en</strong> uit.<br />

Het vaakst wordt het uitvoer<strong>en</strong>de werk voor onder andere sportver<strong>en</strong>iging, buurtwerk,<br />

collecter<strong>en</strong> <strong>en</strong> hulp op school g<strong>en</strong>oemd. Dit is 35% van alle g<strong>en</strong>oemde activiteit<strong>en</strong>. Ook doet<br />

m<strong>en</strong> vaak bestuurswerk binn<strong>en</strong> organisaties (in 28% van de g<strong>en</strong>oemde activiteit<strong>en</strong>). Minder<br />

vaak wordt praktische hulp aan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> waar m<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> persoonlijke relatie mee heeft<br />

g<strong>en</strong>oemd <strong>en</strong> vrijwillige inzet vanuit het werk. E<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk deel (26% van de activiteit<strong>en</strong>)<br />

‐13‐


noemt ook andere activiteit<strong>en</strong> 6 . Hieronder vall<strong>en</strong> bestuurlijke <strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>de activiteit<strong>en</strong><br />

voor de kerk, ouder<strong>en</strong>werk, gehandicapt<strong>en</strong>zorg, tafeltje dekje etc.<br />

Langdurige vrijwillige inzet of korte kluss<strong>en</strong><br />

De vrijwillige inzet van de Dr<strong>en</strong>t vindt in de meeste gevall<strong>en</strong> (57%) langdurig plaats. Er is<br />

van te vor<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> einddatum vastgelegd. Bij 23% van de <strong>vrijwilligers</strong> gaat het om korte,<br />

afgeronde kluss<strong>en</strong> <strong>en</strong> bij 20% om e<strong>en</strong> combinatie van langdurig <strong>vrijwilligers</strong>werk <strong>en</strong> korte<br />

kluss<strong>en</strong>. De leeftijdscategorie 18 tot 34 jaar doet significant vaker korte kluss<strong>en</strong> (39% teg<strong>en</strong><br />

19%) dan de oudere leeftijdscategorieën. In de leeftijdscategorie 55 tot 74 jaar doet tweederde<br />

van de Dr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aan langdurig <strong>vrijwilligers</strong>werk. Bij korte <strong>vrijwilligers</strong>kluss<strong>en</strong> gaat het met<br />

name om uitvoer<strong>en</strong>de activiteit<strong>en</strong>, praktische hulp aan bur<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere activiteit<strong>en</strong>. Bij<br />

langdurige activiteit<strong>en</strong> gaat het om bestuurlijke, uitvoer<strong>en</strong>de <strong>en</strong> andere activiteit<strong>en</strong>.<br />

Duur van het <strong>vrijwilligers</strong>werk<br />

Dr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die zich vrijwillig inzett<strong>en</strong> do<strong>en</strong> dit vaak al vele jar<strong>en</strong>, gemiddeld tuss<strong>en</strong> 5 <strong>en</strong> 10 jaar.<br />

Zes<strong>en</strong>veertig proc<strong>en</strong>t is vijf jaar of langer als vrijwilliger werkzaam. De groep die ti<strong>en</strong> jaar of<br />

langer actief is, bedraagt 28% van alle <strong>vrijwilligers</strong>. Dat met name de oudere<br />

leeftijdscategorieën al lang tot zeer lang <strong>vrijwilligers</strong>werk do<strong>en</strong> is niet zo opvall<strong>en</strong>d. Er zijn<br />

ge<strong>en</strong> significante verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong>. Landelijke cijfers zijn<br />

niet voorhand<strong>en</strong>.<br />

Figuur 2.2 Verdeling van respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> Dr<strong>en</strong>ts Panel op de vraag: ʺHoe lang doet<br />

28%<br />

18%<br />

6%<br />

u dit <strong>vrijwilligers</strong>werk al?ʺ<br />

5%<br />

16%<br />

27%<br />

korter dan e<strong>en</strong> half jaar<br />

half jaar tot 2 jaar<br />

2 tot 5 jaar<br />

5 tot 10 jaar<br />

10 jaar of langer<br />

ik b<strong>en</strong> er onlangs mee gestopt<br />

6 E<strong>en</strong> aparte categorie vormt de jongste leeftijdscategorie van 18 tot 24 jaar. In deze leeftijdsgroep wordt vaak<br />

vanuit school of opleiding e<strong>en</strong> maatschappelijke stage gedaan. Door één van de zes respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit deze<br />

leeftijdscategorie is dit g<strong>en</strong>oemd.<br />

‐14‐


Vaste of flexibele tijd<strong>en</strong><br />

Ongeveer e<strong>en</strong> kwart van het <strong>vrijwilligers</strong>werk is gebond<strong>en</strong> aan vaste tijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> nog e<strong>en</strong>s 36%<br />

is gedeeltelijk aan vaste tijd<strong>en</strong> gebond<strong>en</strong>. De overige <strong>vrijwilligers</strong>activiteit<strong>en</strong> (39%) k<strong>en</strong>n<strong>en</strong><br />

flexibele tijd<strong>en</strong>. Activiteit<strong>en</strong> die in meerdere mate aan vaste tijd<strong>en</strong> zijn gebond<strong>en</strong>, zijn<br />

bijvoorbeeld het verl<strong>en</strong><strong>en</strong> van ouder<strong>en</strong>hulp op school, het rondbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van maaltijd<strong>en</strong> voor<br />

Tafeltje Dekje of vrijwilliger zijn bij e<strong>en</strong> ouder<strong>en</strong>soos. Vrouw<strong>en</strong> do<strong>en</strong> vaker dan mann<strong>en</strong><br />

<strong>vrijwilligers</strong>activiteit<strong>en</strong> die aan vaste tijd<strong>en</strong> zijn gebond<strong>en</strong>. Er zijn ge<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong> stedelijke <strong>en</strong> niet‐stedelijke gebied<strong>en</strong> <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> leeftijdscategorieën.<br />

Tijdsbesteding per week<br />

Per week zet de gemiddelde <strong>Dr<strong>en</strong>tse</strong> vrijwilliger zich 4 tot 10 uur in. Van de <strong>Dr<strong>en</strong>tse</strong><br />

<strong>vrijwilligers</strong> zet 46% zich minder dan 4 uur per week in <strong>en</strong> 7% 10 uur of meer per week. Voor<br />

20% van de <strong>vrijwilligers</strong> is de tijdsbesteding (zeer) wissel<strong>en</strong>d. In de leeftijdscategorieën 18‐34<br />

jaar <strong>en</strong> 35‐54 jaar wordt gemiddeld minder dan 4 uur per week aan <strong>vrijwilligers</strong>werk besteed<br />

<strong>en</strong> in de oudste leeftijdscategorie (65‐74 jaar) ligt het gemiddelde op 4 tot 10 uur per week.<br />

Dit komt overe<strong>en</strong> met landelijke cijfers van het SCP (bron: TBO 2005).<br />

De <strong>vrijwilligers</strong> die korte kluss<strong>en</strong> do<strong>en</strong> zijn gemiddeld minder dan 4 uur per week kwijt. Het<br />

langdurige <strong>vrijwilligers</strong>werk vindt gemiddeld 4 tot 10 uur per week plaats. In onderstaande<br />

figur<strong>en</strong> (2.3 <strong>en</strong> 2.4) is de verdeling van de tijdsbesteding van respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met langdurige<br />

activiteit<strong>en</strong> respectievelijk korte kluss<strong>en</strong> weergegev<strong>en</strong>.<br />

Figuur 2.3 Verdeling tijdsbesteding per week van respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die langdurige<br />

activiteit<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> (n=329)<br />

‐15‐<br />

minder dan 4 uur per week<br />

4 tot 10 uur per week<br />

10 tot 20 uur per week<br />

20 uur of meer per week


Figuur 2.4 Verdeling tijdsbesteding per week van respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die korte, afgeronde<br />

Waar vindt het <strong>vrijwilligers</strong>werk plaats<br />

kluss<strong>en</strong> do<strong>en</strong> (n=112)<br />

minder dan 4 uur per week<br />

4 tot 10 uur per week<br />

10 tot 20 uur per week<br />

20 uur of meer per week<br />

Ruim driekwart van het <strong>vrijwilligers</strong>werk vindt plaats in eig<strong>en</strong> dorp, buurt of wijk <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

kleine kwart elders, buit<strong>en</strong> dorp, buurt of wijk. Er zijn ge<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong> voor de<br />

achtergrondvariabel<strong>en</strong> leeftijd, woonplaats <strong>en</strong> opleidingsniveau.<br />

‐16‐


3. Indeling <strong>vrijwilligers</strong>groep<strong>en</strong><br />

3.1 Inleiding<br />

In het vorige hoofdstuk is e<strong>en</strong> beschrijving gegev<strong>en</strong> van de <strong>vrijwilligers</strong>populatie in Dr<strong>en</strong>the.<br />

Bij deze beschrijving is onder andere gekek<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> aantal achtergrondvariabel<strong>en</strong>: stad of<br />

platteland, leeftijd, opleiding <strong>en</strong> geslacht. Ook is onderscheid gemaakt naar georganiseerd of<br />

ongeorganiseerd <strong>vrijwilligers</strong>werk, <strong>vrijwilligers</strong>werk met vaste tijd<strong>en</strong> of niet <strong>en</strong> langdurig<br />

vrijwillige inzet of het do<strong>en</strong> van korte kluss<strong>en</strong>. Uit de resultat<strong>en</strong> komt naar vor<strong>en</strong> dat er<br />

binn<strong>en</strong> de <strong>vrijwilligers</strong>populatie vele verschill<strong>en</strong> bestaan. Deze bevinding<strong>en</strong> zijn aanleiding<br />

geweest om e<strong>en</strong> clusteranalyse uit te voer<strong>en</strong> op de <strong>Dr<strong>en</strong>tse</strong> panelgegev<strong>en</strong>s. De aanleiding<br />

hiervoor is dat deze informatie extra bouwst<strong>en</strong><strong>en</strong> kan lever<strong>en</strong> voor provinciaal<br />

<strong>vrijwilligers</strong>beleid, dat specifiek gericht is op deelgroep<strong>en</strong>. De resultat<strong>en</strong> van de<br />

clusteranalyse word<strong>en</strong> in dit hoofdstuk beschrev<strong>en</strong>.<br />

3.2 Beschrijving van deelgroep<strong>en</strong><br />

Voor de clusteranalyse zijn de volg<strong>en</strong>de clustervariabel<strong>en</strong> gekoz<strong>en</strong>:<br />

1. langdurige vrijwillige inzet of korte kluss<strong>en</strong>,<br />

2. duur <strong>vrijwilligers</strong>werk,<br />

3. vaste of variabele tijd<strong>en</strong>.<br />

Door middel van de clusteranalyse op het Dr<strong>en</strong>ts panelbestand is e<strong>en</strong> drietal deelgroep<strong>en</strong> te<br />

onderscheid<strong>en</strong> in het <strong>vrijwilligers</strong>bestand. De deelgroep<strong>en</strong> word<strong>en</strong> hieronder beschrev<strong>en</strong> aan<br />

de hand van de bov<strong>en</strong>staande clustervariabel<strong>en</strong> <strong>en</strong> de achtergrondvariabel<strong>en</strong> leeftijd,<br />

geslacht, aard van de <strong>vrijwilligers</strong>activiteit<strong>en</strong>, sector(<strong>en</strong>) <strong>en</strong> waar het <strong>vrijwilligers</strong>werk<br />

plaatsvindt. Voor e<strong>en</strong> verantwoording van de clusteranalyse, zie bijlage 3.<br />

Langdurig vrijwillige inzet met vaste tijd<strong>en</strong> (30% van de populatie)<br />

De “wat oudere” vrijwilliger (de meest<strong>en</strong> zijn 55 jaar of ouder), die naast bestuurswerk <strong>en</strong><br />

uitvoer<strong>en</strong>d werk met name andere activiteit<strong>en</strong> doet, zoals voor de kerk of zorgverl<strong>en</strong>ing.<br />

Voorbeeld<strong>en</strong> zijn het rondbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van maaltijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrijwilliger bij de ouder<strong>en</strong>soos. Deze<br />

vrijwilliger vervult veelal binn<strong>en</strong> organisaties, zoals sportver<strong>en</strong>iging, buurtver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

lev<strong>en</strong>sbeschouwelijke organisaties langdurig <strong>vrijwilligers</strong>werk, dat wil zegg<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong><br />

vooraf afgesprok<strong>en</strong> einddatum. Het <strong>vrijwilligers</strong>werk van deze groep k<strong>en</strong>merkt zich door<br />

(gedeeltelijk) vaste tijd<strong>en</strong>. Hij 7 is vooral vrijwilliger in de eig<strong>en</strong> wijk of buurt.<br />

7 Overal waar hij staat, kan ook zij word<strong>en</strong> gelez<strong>en</strong>.<br />

‐17‐


Langdurige vrijwillige inzet zonder vaste tijd<strong>en</strong> (29% van de populatie)<br />

De “wat oudere” vrijwilliger (de meest<strong>en</strong> zijn 55 jaar of ouder), die zich veelal niet volg<strong>en</strong>s<br />

vaste tijd<strong>en</strong> vrijwillig inzet. Deze vrijwilliger verricht met name bestuurlijke <strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>de<br />

werkzaamhed<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de eig<strong>en</strong> ver<strong>en</strong>iging. Voorbeeld<strong>en</strong> zijn vrijwillig zitting nem<strong>en</strong> in<br />

bestur<strong>en</strong> of éénmaal per jaar e<strong>en</strong> gezelligheidsavond organiser<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> zet zich langdurig<br />

vrijwillig in. Deze vrijwilliger doet het <strong>vrijwilligers</strong>werk al meerdere jar<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk<br />

deel zelfs al meer dan ti<strong>en</strong> jaar<br />

Vrijwillige inzet in de vorm van korte kluss<strong>en</strong> (41% van de populatie)<br />

De “wat jongere” vrijwilliger (de meest<strong>en</strong> zijn 49 jaar of jonger), die veel korte kluss<strong>en</strong> of e<strong>en</strong><br />

combinatie van langdurig <strong>en</strong> kort <strong>vrijwilligers</strong>werk doet. Het gaat in belangrijke mate om<br />

uitvoer<strong>en</strong>de werkzaamhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> andersoortige werkzaamhed<strong>en</strong>. Hij zet zich in alle sector<strong>en</strong><br />

van het georganiseerde <strong>vrijwilligers</strong>werk vrijwillig in, maar ook ongeorganiseerd (praktische<br />

hulp aan bur<strong>en</strong>). Hij doet het <strong>vrijwilligers</strong>werk maar e<strong>en</strong> beperkt aantal jar<strong>en</strong>. Zijn vrijwil‐<br />

ligerswerk k<strong>en</strong>t ge<strong>en</strong> vaste tijd<strong>en</strong> of gedeeltelijke vaste tijd<strong>en</strong>. Hoewel het meeste vrijwilli‐<br />

gerswerk in de eig<strong>en</strong> dorp of wijk plaatsvindt, vindt ook e<strong>en</strong> groot deel buit<strong>en</strong> dorp of wijk<br />

plaats.<br />

41%<br />

Figuur 3.1 Deelgroep<strong>en</strong> in <strong>vrijwilligers</strong>bestand op basis van aard <strong>en</strong> duur van het<br />

Verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de groep<strong>en</strong><br />

<strong>vrijwilligers</strong>werk (n=674)<br />

29%<br />

30%<br />

Vrijwillige inzet met vaste tijd<strong>en</strong><br />

Vrijwillige inzet zonder vaste tijd<strong>en</strong><br />

Vrijwillige inzet met korte kluss<strong>en</strong><br />

De eerste twee groep<strong>en</strong> zett<strong>en</strong> zich gedur<strong>en</strong>de langere tijd in als vrijwilliger. Het verschil<br />

tuss<strong>en</strong> beide groep<strong>en</strong> is dat de eerste groep met vaste tijd<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> heeft (vergelijkbaar<br />

‐18‐


met de situatie van vast betaald werk) <strong>en</strong> bij de tweede groep is de inzet over wissel<strong>en</strong>de<br />

mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in de week of maand verdeeld. In de eerste groep is het aandeel vrouw<strong>en</strong><br />

significant groter dan het aandeel mann<strong>en</strong>, respectievelijk 60,3% <strong>en</strong> 39,7%. In de tweede<br />

groep is het aandeel mann<strong>en</strong> juist groter, namelijk 61,0% mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> 39,0% vrouw<strong>en</strong>. De<br />

derde groep is de groep <strong>vrijwilligers</strong> die veel korte kluss<strong>en</strong> doet al dan niet in combinatie<br />

met langdurige kluss<strong>en</strong>. In deze groep is de man/vrouwverhouding gelijk. De jongste groep<br />

<strong>vrijwilligers</strong> is hier goed in verteg<strong>en</strong>woordigd. E<strong>en</strong> deel van h<strong>en</strong> doet ook kluss<strong>en</strong> in het<br />

kader van maatschappelijke stages. De deelgroep<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> niet significant naar<br />

stedelijke <strong>en</strong> plattelandsgebied<strong>en</strong>.<br />

Schematisch kunn<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de groep<strong>en</strong> als volgt word<strong>en</strong> weergegev<strong>en</strong>.<br />

Vrijwilligerswerk<br />

wel/ niet<br />

structureel<br />

Langdurig Groep 1<br />

Korte kluss<strong>en</strong> of<br />

combinatie<br />

Aard <strong>vrijwilligers</strong>werk<br />

Vast (Gedeeltelijk) vast<br />

Man/ vrouw(%): 40/60<br />

Leeftijd > 55 jaar<br />

‐19‐<br />

Groep 2<br />

Man/ vrouw(%): 61/39<br />

Leeftijd > 55 jaar<br />

Groep 3<br />

Man/ vrouw: 51/49<br />

Leeftijd


‐20‐


4. Conclusies<br />

In het deel <strong>vrijwilligers</strong>werk is antwoord gegev<strong>en</strong> op drie onderzoeksvrag<strong>en</strong>:<br />

1. wat is de omvang <strong>en</strong> aard van het <strong>vrijwilligers</strong>werk in Dr<strong>en</strong>the,<br />

2. zijn er verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de omvang <strong>en</strong> aard van het <strong>vrijwilligers</strong>werk in Dr<strong>en</strong>the <strong>en</strong> in<br />

de rest van Nederland <strong>en</strong><br />

3. welke deelgroep<strong>en</strong> zijn te onderscheid<strong>en</strong> naar aard van de relatie <strong>en</strong> duur van het<br />

<strong>vrijwilligers</strong>werk.<br />

De volg<strong>en</strong>de conclusies kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> getrokk<strong>en</strong>:<br />

1. De deelname aan <strong>vrijwilligers</strong>werk in Dr<strong>en</strong>the in de afgelop<strong>en</strong> 12 maand<strong>en</strong> ligt op 44%<br />

van de volwass<strong>en</strong> bevolking <strong>en</strong> wijkt daarmee niet af van landelijke CBS‐cijfers. Totaal<br />

gaat het om ca. 167.000 <strong>vrijwilligers</strong> in Dr<strong>en</strong>the.<br />

2. Bewoners van het <strong>Dr<strong>en</strong>tse</strong> platteland do<strong>en</strong> vaker aan <strong>vrijwilligers</strong>werk dan inwoners<br />

van één van de vijf <strong>Dr<strong>en</strong>tse</strong> sted<strong>en</strong>.<br />

3. Ouder<strong>en</strong> in Dr<strong>en</strong>the zett<strong>en</strong> zich vaker in als vrijwilliger dan jonger<strong>en</strong>. Dr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 18<br />

<strong>en</strong> 34 jaar zijn minder vaak actief als vrijwilliger dan hun leeftijdsg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> elders in het<br />

land. Dr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ouder dan 45 jaar do<strong>en</strong> juist meer aan <strong>vrijwilligers</strong>werk dan elders in het<br />

land.<br />

4. De <strong>Dr<strong>en</strong>tse</strong> vrijwilliger is het meest actief als bestuurder of in het uitvoer<strong>en</strong>de werk in<br />

sport‐, school‐, buurt‐, wijk‐ <strong>en</strong> dorpsver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere sector<strong>en</strong>, zoals zorg‐ <strong>en</strong><br />

di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing. De deelname als vrijwilliger in de sector<strong>en</strong> sport‐, school‐ <strong>en</strong><br />

hobbyver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> blijft achter bij de landelijke cijfers.<br />

5. De vrijwillige inzet van de Dr<strong>en</strong>t is in de meeste gevall<strong>en</strong> (57%) langdurig van aard<br />

zonder einddatum. Bij 23% van de <strong>vrijwilligers</strong> gaat het om korte, afgeronde kluss<strong>en</strong>.<br />

Jonger<strong>en</strong> do<strong>en</strong> vaker korte kluss<strong>en</strong> dan ouder<strong>en</strong>, die zich vaker langdurig inzett<strong>en</strong>.<br />

6. Dr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zett<strong>en</strong> zich gemiddeld tuss<strong>en</strong> vijf <strong>en</strong> ti<strong>en</strong> jaar in als vrijwilliger. E<strong>en</strong> groot deel<br />

van de oudere Dr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zet zich al meer dan 10, soms 20 jaar, in als vrijwilliger.<br />

7. De gemiddelde <strong>Dr<strong>en</strong>tse</strong> vrijwilliger is tuss<strong>en</strong> 4 <strong>en</strong> 10 uur actief als vrijwilliger. Jonger<strong>en</strong><br />

zett<strong>en</strong> zich vaker minder dan 4 uur per week vrijwillig in.<br />

8. Binn<strong>en</strong> het <strong>Dr<strong>en</strong>tse</strong> panelbestand van <strong>vrijwilligers</strong> zijn drie deelgroep<strong>en</strong> te<br />

onderscheid<strong>en</strong> op basis van de clustervariabel<strong>en</strong> “langdurige vrijwillige inzet of korte<br />

kluss<strong>en</strong>”, “duur van het <strong>vrijwilligers</strong>werk” <strong>en</strong> “vaste of variabele tijd<strong>en</strong>”. De drie<br />

deelgroep<strong>en</strong> zijn:<br />

1. langdurig vrijwillige inzet met vaste tijd<strong>en</strong><br />

2. langdurig vrijwillige inzet zonder vaste tijd<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

3. vrijwillige inzet in de vorm van korte kluss<strong>en</strong>.<br />

9. In deelgroep 1 zijn relatief meer vrouw<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordigd <strong>en</strong> in deelgroep 2 relatief<br />

‐21‐


meer mann<strong>en</strong>. De derde deelgroep zet zich vrijwillig in door veel korte kluss<strong>en</strong> te do<strong>en</strong>;<br />

jonger<strong>en</strong> zijn hier goed in verteg<strong>en</strong>woordigd.<br />

‐22‐


Deel 2 Mantelzorg<br />

5. Inleiding op mantelzorg<br />

Achtergrond<br />

In deel 2 van deze <strong>rapport</strong>age staat mantelzorg c<strong>en</strong>traal. Provinciale Stat<strong>en</strong> van Dr<strong>en</strong>the<br />

hebb<strong>en</strong> gevraagd om middels e<strong>en</strong> korte verk<strong>en</strong>ning de omvang <strong>en</strong> de aard van mantelzorg<br />

in Dr<strong>en</strong>the in beeld te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. De <strong>rapport</strong>age moet di<strong>en</strong><strong>en</strong> als basis voor discussie waarbij<br />

de uitkomst dat aanvull<strong>en</strong>d onderzoek vereist is, tot de mogelijkhed<strong>en</strong> behoort. Het doel van<br />

deze <strong>rapport</strong>age wijkt daarmee <strong>en</strong>igszins af van de <strong>rapport</strong>age over <strong>vrijwilligers</strong>werk.<br />

Leeswijzer<br />

In het eerste hoofdstuk van dit deel wordt ingegaan op de omvang van mantelzorg binn<strong>en</strong><br />

Dr<strong>en</strong>the. Deze cijfers zijn afkomstig van het Dr<strong>en</strong>ts Panel. Hierbij wordt regelmatig de<br />

vertaalslag gemaakt naar absolute aantall<strong>en</strong> mantelzorgers in Dr<strong>en</strong>the. In de<br />

vervolghoofdstukk<strong>en</strong> wordt de aard van de verle<strong>en</strong>de mantelzorg ontrafeld <strong>en</strong> wordt meer<br />

nadruk gelegd op de verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> mantelzorg <strong>en</strong> –zorgers, vervolg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong><br />

hoofdstuk met conclusies. Tot slot wordt e<strong>en</strong> beschrijving van de verschill<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de groep<strong>en</strong> mantelzorgers <strong>en</strong> <strong>vrijwilligers</strong> gegev<strong>en</strong>.<br />

Voordat inhoudelijk wordt ingegaan op uitkomst<strong>en</strong>, wordt eerst e<strong>en</strong> korte beschrijving<br />

gegev<strong>en</strong> van <strong>en</strong>kele begripp<strong>en</strong> die telk<strong>en</strong>s in de <strong>rapport</strong>age terugkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>en</strong>ige uitleg<br />

behoev<strong>en</strong>.<br />

Enkele begripp<strong>en</strong><br />

Mantelzorg<br />

Het gr<strong>en</strong>sgebied tuss<strong>en</strong> <strong>vrijwilligers</strong>werk, e<strong>en</strong> bur<strong>en</strong>‐ of vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>di<strong>en</strong>st <strong>en</strong> mantelzorg is<br />

soms <strong>en</strong>igszins arbitrair. In dit onderzoek is geprobeerd e<strong>en</strong> duidelijke scheiding aan te<br />

br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> deze vorm<strong>en</strong> van onbetaald werk. In de vorige hoofdstukk<strong>en</strong> is uitgebreid<br />

ingegaan op <strong>vrijwilligers</strong>werk.<br />

Mantelzorg onderscheidt zich in het bijzonder op e<strong>en</strong> tweetal punt<strong>en</strong> van <strong>vrijwilligers</strong>werk. 8<br />

T<strong>en</strong> eerste is er bij mantelzorg altijd sprake van e<strong>en</strong> bestaande persoonlijke relatie tuss<strong>en</strong> de<br />

hulpgever <strong>en</strong> de hulpbehoev<strong>en</strong>de (familie, vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, k<strong>en</strong>niss<strong>en</strong>). Daarnaast is er bij<br />

mantelzorg altijd sprake van e<strong>en</strong> bijzondere hulpbehoefte. Hierbij is het uitgangspunt dat<br />

8 In de notitie “Vrijwillige inzet <strong>en</strong> mantelzorg; Wat doet u voor Dr<strong>en</strong>the. <strong>Provincie</strong> Dr<strong>en</strong>the 2007?, p. 6”,<br />

word<strong>en</strong> schematisch alle verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> mantelzorg <strong>en</strong> <strong>vrijwilligers</strong> weergegev<strong>en</strong>.<br />

‐23‐


hulp wordt gegev<strong>en</strong> omdat de hulpbehoev<strong>en</strong>de bepaalde handeling<strong>en</strong> die tot de dagelijkse<br />

routine hor<strong>en</strong>, niet meer zelf kan uitvoer<strong>en</strong>. Deze steun bij het dagelijks functioner<strong>en</strong> bestaat<br />

uit e<strong>en</strong> drietal typ<strong>en</strong> hulp. Het gaat om huishoudelijke hulp, persoonlijke verzorging of<br />

begeleiding.<br />

Langdurig <strong>en</strong> int<strong>en</strong>sief<br />

Mantelzorg kan word<strong>en</strong> onderverdeeld in verschill<strong>en</strong>de gradaties 9 . T<strong>en</strong> eerste is er e<strong>en</strong><br />

onderscheid naar duur. Hierbij wordt vaak de knip gezet bij mantelzorg die korter of langer<br />

dan 3 maand<strong>en</strong> heeft geduurd. T<strong>en</strong> tweede wordt vaak gekek<strong>en</strong> naar de int<strong>en</strong>siteit van de<br />

verle<strong>en</strong>de zorg. Hierbij wordt de scheiding aangebracht bij meer of minder dan 8 uur per<br />

week. Door deze twee indeling<strong>en</strong> zijn er vier mogelijke classificaties.<br />

‐ Kortdur<strong>en</strong>d <strong>en</strong> niet int<strong>en</strong>sief<br />

‐ Kortdur<strong>en</strong>d <strong>en</strong> wel int<strong>en</strong>sief<br />

‐ Langdurig <strong>en</strong> niet int<strong>en</strong>sief<br />

‐ Langdurig <strong>en</strong> wel int<strong>en</strong>sief.<br />

Bij veel mantelzorgbeleid <strong>en</strong> ook in veel onderzoek 10 ligt de klemtoon op de meer int<strong>en</strong>sieve<br />

of langdurige vorm<strong>en</strong> van mantelzorg. Gezi<strong>en</strong> de beperking<strong>en</strong> tot beleidsinterv<strong>en</strong>tie wordt<br />

aan kortdur<strong>en</strong>de <strong>en</strong> tegelijkertijd niet‐int<strong>en</strong>sieve vorm<strong>en</strong> van mantelzorg minder aandacht<br />

besteed. Ook in deze <strong>rapport</strong>age ligt de nadruk op langdurige of int<strong>en</strong>sieve mantelzorg. Te<br />

meer omdat de kleine <strong>en</strong> niet‐int<strong>en</strong>sieve vorm van zorg lastig is op te spor<strong>en</strong> (veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

verget<strong>en</strong> deze hulp of herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> het niet als zodanig) . Ook in ons verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>d onderzoek<br />

was ge<strong>en</strong> ruimte <strong>en</strong> capaciteit om deze vorm van mantelzorg volledig in kaart te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />

Leeftijd<br />

Mantelzorg is niet gebond<strong>en</strong> aan leeftijd. Toch wordt in deze <strong>rapport</strong>age de nadruk gelegd<br />

op mantelzorg van 18+ers. Dit komt overe<strong>en</strong> met het 1 e deel van deze <strong>rapport</strong>age over<br />

<strong>vrijwilligers</strong>werk alsmede met het vergelijk<strong>en</strong>de onderzoek onder mantelzorgers van de<br />

laatse jar<strong>en</strong> (Mantelzorg; over de hulp aan <strong>en</strong> van mantelzorgers, SCP 2003). Daar komt bij<br />

dat er in dit onderzoek e<strong>en</strong> te beperkt aantal cijfers voorhand<strong>en</strong> is over jeugdige<br />

mantelzorgers.<br />

9 Bijvoorbeeld: Mantelzorg, 2003.<br />

10 Bijvoorbeeld: mantelzorg in getall<strong>en</strong>, SCP 2003.<br />

‐24‐


6. Omvang van mantelzorg in Dr<strong>en</strong>the<br />

In de eerste paragraaf van hoofdstuk 6 wordt ingegaan op het absolute <strong>en</strong> relatieve aantal<br />

mantelzorgers in Dr<strong>en</strong>the. Paragraaf 6.2 beschrijft wie deze mantelzorgers zijn.<br />

6.1 Aantal mantelzorgers<br />

In Dr<strong>en</strong>the verle<strong>en</strong>de 20 proc<strong>en</strong>t van de volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> de afgelop<strong>en</strong> 12 maand<strong>en</strong> mantelzorg.<br />

Dit betek<strong>en</strong>t dat van de 380.000 <strong>Dr<strong>en</strong>tse</strong> volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> 11 er ongeveer 76.000 het afgelop<strong>en</strong> jaar<br />

mantelzorg verle<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Landelijk gezi<strong>en</strong> verl<strong>en</strong><strong>en</strong> 3.750.000 (30%) van de volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> 12<br />

jaarlijks e<strong>en</strong> vorm van mantelzorg. Beide cijfers zijn echter inclusief de kortdur<strong>en</strong>de <strong>en</strong> niet‐<br />

int<strong>en</strong>sieve vorm<strong>en</strong> van zorg. Het is, zoals in het vorige hoofdstuk is te lez<strong>en</strong>, aannemelijk dat<br />

in Dr<strong>en</strong>the dit perc<strong>en</strong>tage in de praktijk e<strong>en</strong> stuk hoger ligt. Kortdur<strong>en</strong>d én niet‐int<strong>en</strong>sieve<br />

zorg is lastig op te spor<strong>en</strong>. En in het nu gehoud<strong>en</strong> onderzoek is hier niet specifiek <strong>en</strong><br />

uitgebreid op ingezet. In het landelijke onderzoek is daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> wel flink geïnvesteerd in<br />

deze kortdur<strong>en</strong>de <strong>en</strong> niet‐int<strong>en</strong>sieve vorm.<br />

Zodra deze kortdur<strong>en</strong>de <strong>en</strong> niet‐int<strong>en</strong>sieve vorm van mantelzorg buit<strong>en</strong> beschouwing wordt<br />

gelat<strong>en</strong>, komt het <strong>Dr<strong>en</strong>tse</strong> cijfer nag<strong>en</strong>oeg overe<strong>en</strong> met het landelijke perc<strong>en</strong>tage<br />

mantelzorgers. De verwachting, dat veel kleine, kortdur<strong>en</strong>de mantelzorg niet als mantelzorg<br />

wordt herk<strong>en</strong>d, lijkt door deze uitkomst<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> bevestigd.<br />

Tabel 6.1 Aantal mantelzorgers in Nederland <strong>en</strong> Dr<strong>en</strong>the, naar duur <strong>en</strong> int<strong>en</strong>siteit<br />

Nederland Dr<strong>en</strong>the<br />

absoluut perc. absoluut perc.<br />

korter dan 3 maand<strong>en</strong> <strong>en</strong> minder dan 8 uur p/wk 1.400.000 11% 11.800 3%<br />

korter dan 3 maand<strong>en</strong> <strong>en</strong> meer dan 8 uur p/wk 300.000 2% 5.500 2%<br />

langer dan 3 maand<strong>en</strong> <strong>en</strong> minder dan 8 uur p/wk 1.300.000 10% 31.700 8%<br />

langer dan 3 maand<strong>en</strong> <strong>en</strong> meer dan 8 uur p/wk 750.000 6% 27.000 7%<br />

totaal aantal mantelzorgers 3.750.000 30% 76.000 20%<br />

Uit de tabel blijkt dat de afgelop<strong>en</strong> 12 maand<strong>en</strong>, langdurige mantelzorg (meer dan 3<br />

maand<strong>en</strong>) of int<strong>en</strong>sieve mantelzorg (meer dan 8 uur per week) door 17% van de Dr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> is<br />

verle<strong>en</strong>d. Dit is nag<strong>en</strong>oeg gelijk aan het landelijke perc<strong>en</strong>tage (18%). Mantelzorg die langer<br />

dan 3 maand<strong>en</strong> duurt én waaraan meer dan 8 uur per week wordt besteed, is door 7% van<br />

11 CBS/Statline, 1 januari 2007<br />

12 Op 1 januari 2007 war<strong>en</strong> er 12.454.373 Nederlanders van 18 jaar <strong>en</strong> ouder (bron: CBS/Statline).<br />

‐25‐


de <strong>Dr<strong>en</strong>tse</strong> bevolking verle<strong>en</strong>d. Ook dit komt ongeveer overe<strong>en</strong> met het landelijke<br />

perc<strong>en</strong>tage (6%). In absolute aantall<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>t dit dat er de afgelop<strong>en</strong> 12 maand<strong>en</strong> zo’n<br />

64.000 Dr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> int<strong>en</strong>sieve of langdurige mantelzorg hebb<strong>en</strong> verle<strong>en</strong>d. Bij 27.000 van h<strong>en</strong> is<br />

het zelfs int<strong>en</strong>sief én langdurig. Het aandeel Dr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dat kortdur<strong>en</strong>de <strong>en</strong> niet‐int<strong>en</strong>sieve<br />

vorm<strong>en</strong> van mantelzorg heeft verle<strong>en</strong>d, is 3%. Dit relatief lage cijfer komt overe<strong>en</strong> met de<br />

verwachting dat deze vorm van mantelzorg door de mantelzorg veelal niet als zondanig<br />

wordt (h)erk<strong>en</strong>d.<br />

6.2 Mantelzorgers nader beschrev<strong>en</strong><br />

Mantelzorgers kom<strong>en</strong> onder alle <strong>Dr<strong>en</strong>tse</strong> bevolkinggroep<strong>en</strong> voor. E<strong>en</strong> red<strong>en</strong> hiervoor is dat<br />

mantelzorg je vaak overkomt <strong>en</strong> niet bij voorbaat e<strong>en</strong> bewuste keuze is. Ondanks dat zi<strong>en</strong> we<br />

dat de groep <strong>Dr<strong>en</strong>tse</strong> mantelzorgers bepaalde k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> heeft.<br />

In figuur 6.1 is de relatie tuss<strong>en</strong> leeftijd <strong>en</strong> mantelzorgers weergegev<strong>en</strong>.<br />

aandeel mantelzorgers<br />

45%<br />

40%<br />

35%<br />

30%<br />

25%<br />

20%<br />

15%<br />

10%<br />

5%<br />

0%<br />

Mantelzorgers per leeftijd, 5‐jarige tr<strong>en</strong>dlijn<br />

20 30 40 50 60 70 80<br />

Leeftijd<br />

mantelzorg<br />

langdurige <strong>en</strong> int<strong>en</strong>sieve<br />

mantelzorg<br />

De blauwe tr<strong>en</strong>dlijn in figuur 6.1 geeft weer welk perc<strong>en</strong>tage van de bevolking mantelzorg<br />

verle<strong>en</strong>t. De figuur laat zi<strong>en</strong> dat mantelzorgers zelf al vaak ‘op leeftijd’ zijn. De piek ligt rond<br />

60 jaar. Zo’n 30 proc<strong>en</strong>t van de groep 55 ‐ 65 jarig<strong>en</strong> verle<strong>en</strong>t mantelzorg. Deze leeftijdspiek<br />

ligt relatief hoog in vergelijking met landelijke cijfers van het SCP uit 2003. Daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong><br />

kom<strong>en</strong> de cijfers overe<strong>en</strong> met de jongste verwachting van het SCP dat mantelzorgers in de<br />

aankom<strong>en</strong>de jar<strong>en</strong> toekomst steeds ouder word<strong>en</strong> (SCP 2007, Blijv<strong>en</strong>d in Balans).<br />

‐26‐


De rode tr<strong>en</strong>dlijn in de figuur geeft het perc<strong>en</strong>tage person<strong>en</strong> weer dat het afgelop<strong>en</strong> jaar<br />

langdurige <strong>en</strong> int<strong>en</strong>sieve mantelzorg heeft verle<strong>en</strong>d. Deze lijn laat zi<strong>en</strong> dat ook langdurige <strong>en</strong><br />

int<strong>en</strong>sieve mantelzorg verhoudingsgewijs het meest wordt verle<strong>en</strong>d door de groep 50‐plus.<br />

E<strong>en</strong> analyse tuss<strong>en</strong> de duur <strong>en</strong>/of int<strong>en</strong>siteit van de verle<strong>en</strong>de mantelzorg <strong>en</strong> andere<br />

achtergrondvariabel<strong>en</strong> toont ge<strong>en</strong> verband<strong>en</strong>.<br />

Uit de analyse met verschill<strong>en</strong>de achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> blijkt verder dat mantelzorgers:<br />

- vaker vrouw dan man zijn (25% van de vrouw<strong>en</strong> verle<strong>en</strong>t mantelzorg t.o.v. 14% van de<br />

mann<strong>en</strong>);<br />

- ev<strong>en</strong>redig verdeeld zijn tuss<strong>en</strong> de <strong>Dr<strong>en</strong>tse</strong> sted<strong>en</strong> 13 <strong>en</strong> dorp<strong>en</strong> (ca. 20% van de bewoners);<br />

- in alle <strong>Dr<strong>en</strong>tse</strong> regio’s ev<strong>en</strong>veel voorkom<strong>en</strong>;<br />

- verhoudingsgewijs minder vaak hoog opgeleid zijn (16% van de hoogopgeleid<strong>en</strong> verle<strong>en</strong>t<br />

mantelzorg t.o.v. 21% van de lagere/midd<strong>en</strong>‐opleiding<strong>en</strong>;<br />

- ev<strong>en</strong>redig zijn verdeeld over werk<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet‐werk<strong>en</strong>d<strong>en</strong>.<br />

Deze k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van mantelzorger kom<strong>en</strong> nag<strong>en</strong>oeg geheel overe<strong>en</strong> met onderzoek dat is<br />

verricht met landelijke cijfers 14 . E<strong>en</strong> ander opvall<strong>en</strong>d punt is dat de verhouding<br />

mantelzorgers ev<strong>en</strong>redig is verspreid tuss<strong>en</strong> dorp<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> sted<strong>en</strong> anderzijds<br />

(HEMAC‐sted<strong>en</strong>). Dit in teg<strong>en</strong>stelling tot de populatie <strong>vrijwilligers</strong> die duidelijk vaker<br />

woonachtig is op het platteland (zie deel 1 van deze <strong>rapport</strong>age).<br />

13 Het gaat om de sted<strong>en</strong> Hoogeve<strong>en</strong>, Emm<strong>en</strong>, Meppel, Ass<strong>en</strong> <strong>en</strong> Coevord<strong>en</strong>.<br />

14 Zie voor e<strong>en</strong> overzicht SCP, Mantelzorg 2001 <strong>en</strong> SCP 2007, Blijv<strong>en</strong>d in Balans; e<strong>en</strong> toekomstverk<strong>en</strong>ning van<br />

informele zorg.<br />

‐27‐


‐28‐


7. Aard <strong>en</strong> belasting van mantelzorg<br />

De eerste paragraaf van hoofdstuk 7 gaat in op de verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> mantelzorg die<br />

word<strong>en</strong> verle<strong>en</strong>d <strong>en</strong> aan wie mantelzorg wordt gegev<strong>en</strong>. Paragraaf 7.2 geeft e<strong>en</strong> beschrijving<br />

van de belasting die mantelzorgers ervar<strong>en</strong>.<br />

7.1 Aard van mantelzorg<br />

Mantelzorg is inhoudelijk onder te verdel<strong>en</strong> in drie verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> hulp. Het gaat om:<br />

1. huishoudelijke hulp (boodschapp<strong>en</strong> do<strong>en</strong>, et<strong>en</strong> kok<strong>en</strong>, de was do<strong>en</strong>, schoonmak<strong>en</strong> etc.);<br />

2. persoonlijke verzorging (wass<strong>en</strong>, aan‐ <strong>en</strong>/of uitkled<strong>en</strong>, et<strong>en</strong>, verplaats<strong>en</strong> etc.);<br />

3. begeleiding (troost gev<strong>en</strong>, aanwezig zijn, regel<strong>en</strong> van zak<strong>en</strong>, met iemand meegaan etc.).<br />

Van deze drie soort<strong>en</strong> mantelzorg wordt begeleiding het meest gegev<strong>en</strong>. 78% van de <strong>Dr<strong>en</strong>tse</strong><br />

mantelzorgers geeft begeleiding (landelijk is dit 81%). Huishoudelijke hulp wordt door 59%<br />

gegev<strong>en</strong> (landelijk 75%) <strong>en</strong> nog e<strong>en</strong>s 22% geeft de meest int<strong>en</strong>sieve vorm van mantelzorg,<br />

namelijk persoonlijke verzorging (landelijk 34%). Landelijk ligg<strong>en</strong> de perc<strong>en</strong>tages iets hoger.<br />

Gecombineerde mantelzorg<br />

Het totaal van bov<strong>en</strong>staande cijfers is meer dan 100% (78%+59%+22%=159%). Dit betek<strong>en</strong>t<br />

dat e<strong>en</strong> groot aantal mantelzorgers meer dan één soort hulp verle<strong>en</strong>t. In onderstaand<br />

overzicht staat de mate waarin de drie typ<strong>en</strong> mantelzorg in combinatie word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>.<br />

Combinaties van mantelzorg:<br />

Van de mantelzorgers die huishoudelijke hulp verl<strong>en</strong><strong>en</strong>, verle<strong>en</strong>t 27% ook persoonlijke<br />

verzorging.<br />

Van de mantelzorgers die huishoudelijke hulp verl<strong>en</strong><strong>en</strong>, verle<strong>en</strong>t 69% ook begeleiding.<br />

Van de mantelzorgers die persoonlijke verzorging verl<strong>en</strong><strong>en</strong>, verle<strong>en</strong>t 73% ook huishoudelijke<br />

hulp.<br />

Van de mantelzorgers die persoonlijke verzorging verl<strong>en</strong><strong>en</strong>, geeft 75% ook begeleiding.<br />

Van de mantelzorgers die begeleiding gev<strong>en</strong>, verle<strong>en</strong>t 53% ook huishoudelijke hulp.<br />

Van de mantelzorgers die begeleiding gev<strong>en</strong>, verle<strong>en</strong>t 21% ook persoonlijke verzorging.<br />

De cijfers lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat met name de groep mantelzorgers die persoonlijke verzorging geeft,<br />

dit vaak doet in combinatie met andere zorg. Meestal wordt naast persoonlijke verzorging<br />

ook huishoudelijke hulp <strong>en</strong> begeleiding gegev<strong>en</strong>.<br />

‐29‐


Uit nadere analyse blijkt ook dat persoonlijke verzorging de meest int<strong>en</strong>sieve vorm van<br />

mantelzorg is. Drie van de vier mantelzorgers die persoonlijke verzorging verl<strong>en</strong><strong>en</strong>, do<strong>en</strong> dit<br />

op int<strong>en</strong>sieve wijze (meer dan 8 uur per week). Van de overige mantelzorgers verle<strong>en</strong>t e<strong>en</strong><br />

beduid<strong>en</strong>d lager perc<strong>en</strong>tage int<strong>en</strong>sieve zorg. Verder blijkt het soort zorg dat wordt verle<strong>en</strong>d<br />

ge<strong>en</strong> relatie te verton<strong>en</strong> met de duur van de verle<strong>en</strong>de zorg. Bij alle soort<strong>en</strong> mantelzorg geldt<br />

dat het tuss<strong>en</strong> de 75% <strong>en</strong> 80% van de gevall<strong>en</strong> langdurig van aard is (langer dan 3 maand<strong>en</strong>).<br />

Achtergrondvariabel<strong>en</strong> van de mantelzorgers zoals leeftijd <strong>en</strong> geslacht ton<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> verband<br />

met de duur, int<strong>en</strong>siteit of het soort mantelzorg dat wordt gegev<strong>en</strong>.<br />

De hulpbehoev<strong>en</strong>de<br />

E<strong>en</strong> beter inzicht in de aard van mantelzorg kan word<strong>en</strong> verkreg<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> beeld te<br />

schets<strong>en</strong> van de hulpbehoev<strong>en</strong>de.<br />

De leeftijd van de hulpbehoev<strong>en</strong>de varieert van heel jong tot heel oud. Gemiddeld ligt de<br />

leeftijd rond 70 jaar. Zo’n driekwart van de hulpbehoev<strong>en</strong>d<strong>en</strong> is ouder dan 60 jaar <strong>en</strong> ruim 90<br />

proc<strong>en</strong>t is ouder dan 40 jaar.<br />

De kern van de definitie van mantelzorg behelst dat er e<strong>en</strong> persoonlijke relatie is tuss<strong>en</strong><br />

deg<strong>en</strong>e die mantelzorg ontvangt <strong>en</strong> de persoon die mantelzorg verle<strong>en</strong>t.<br />

In onderstaande tabel is de frequ<strong>en</strong>tie van de voorkom<strong>en</strong>de relaties tuss<strong>en</strong> de mantelzorger<br />

<strong>en</strong> de hulpbehoev<strong>en</strong>de weergegev<strong>en</strong>.<br />

Tabel 7.1 Relatie mantelzorger <strong>en</strong> hulpbehoev<strong>en</strong>de<br />

de hulpbehoev<strong>en</strong>de is: <strong>Dr<strong>en</strong>tse</strong> cijfers landelijke cijfers 15<br />

niet‐inwon<strong>en</strong>de ouder 43% 44%<br />

k<strong>en</strong>nis/vri<strong>en</strong>d/bur<strong>en</strong> 18% 18%<br />

partner 12% 14%<br />

niet‐inwon<strong>en</strong>d, andere familie 7% 6%<br />

niet‐inwon<strong>en</strong>de zus of broer 7% 6%<br />

niet‐inwon<strong>en</strong>de grootouder 3% 4%<br />

overig 16 10% 8%<br />

totaal 100% 100%<br />

Uit tabel 7.1 blijkt dat de grootste groep hulpbehoev<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, uitwon<strong>en</strong>de ouders zijn. Van alle<br />

gegev<strong>en</strong> hulp komt 43% bij h<strong>en</strong> terecht. Achtti<strong>en</strong> proc<strong>en</strong>t van de hulp wordt gegev<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong><br />

vri<strong>en</strong>d, k<strong>en</strong>nis of buur. Dit betek<strong>en</strong>t dat 82% van de hulp naar verwant<strong>en</strong> gaat.<br />

15 SCP, 2003; mantelzorg.<br />

‐30‐


De tabel laat verder zi<strong>en</strong> dat de uitkomst<strong>en</strong> vrijwel id<strong>en</strong>tiek zijn aan de landelijke cijfers.<br />

Uit de analyse blijkt dat mantelzorg aan inwon<strong>en</strong>de hulpbehoev<strong>en</strong>d<strong>en</strong> in de meeste gevall<strong>en</strong><br />

int<strong>en</strong>siever <strong>en</strong> langduriger is dan aan niet‐inwon<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Ook word<strong>en</strong> vaker meerdere<br />

vorm<strong>en</strong> van mantelzorg verle<strong>en</strong>d zodra de mantelzorger <strong>en</strong> de hulpbehoev<strong>en</strong>de bij elkaar in<br />

huis won<strong>en</strong>.<br />

7.2 Mantelzorg <strong>en</strong> belasting<br />

Mantelzorg is niet vrijblijv<strong>en</strong>d. Vandaar dat in het onderzoek <strong>en</strong>kele vrag<strong>en</strong> zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

over de belasting van de mantelzorgers.<br />

T<strong>en</strong> eerste is gevraagd hoe belast de mantelzorger zich de afgelop<strong>en</strong> 12 maand<strong>en</strong> voelde to<strong>en</strong><br />

hij of zij mantelzorg gaf?<br />

In de volg<strong>en</strong>de tabel zijn de uitkomst<strong>en</strong> weergegev<strong>en</strong>.<br />

Tabel 7.2 Belasting bij mantelzorgers<br />

Mate van belasting <strong>Dr<strong>en</strong>tse</strong> cijfers landelijke cijfers<br />

niet of nauwelijks belast 47% 29%<br />

e<strong>en</strong> beetje belast 38% 45%<br />

(vrij) zwaar belast 10% 19%<br />

zeer zwaar belast/overbelast 5% 7%<br />

totaal 100% 100%<br />

Uit tabel 7.2 blijkt dat ruim de helft van de <strong>Dr<strong>en</strong>tse</strong> mantelzorgers (38%+10%+5%=53%) de<br />

verle<strong>en</strong>de zorg in meer of minder mate als belasting ervaart. Vijfti<strong>en</strong> proc<strong>en</strong>t van de<br />

mantelzorgers voelt zich (vrij) zwaar belast of zelfs overbelast. Iets meer dan de helft van de<br />

mantelzorgers ervaart de verle<strong>en</strong>de hulp niet of nauwelijks als belasting. In vergelijking met<br />

de landelijke cijfers valt op dat <strong>Dr<strong>en</strong>tse</strong> mantelzorgers de belasting in het algeme<strong>en</strong> als<br />

minder zwaar ervar<strong>en</strong>.<br />

In gevall<strong>en</strong> waarbij de mantelzorger door ziekte of vakantie (respijt) ge<strong>en</strong> zorg kan verl<strong>en</strong><strong>en</strong>,<br />

is het voor de mantelzorger e<strong>en</strong> prettig idee om te wet<strong>en</strong> dat hij/zij erg<strong>en</strong>s op terug kan<br />

vall<strong>en</strong>. Deze back‐up kan zowel <strong>en</strong>ige lichamelijke belasting alsmede e<strong>en</strong> stuk psychische<br />

belasting wegnem<strong>en</strong>.<br />

In het onderzoek is gevraagd wat er gebeurt indi<strong>en</strong> de mantelzorger door omstandighed<strong>en</strong><br />

als ziekte of vakantie ge<strong>en</strong> mantelzorg kan verl<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

16 O.a. inwon<strong>en</strong>de ouder (3%), niet‐inwon<strong>en</strong>d kind (4%), uitwon<strong>en</strong>d kind, zus of broer thuiswon<strong>en</strong>d,<br />

collega, grootouder thuiswon<strong>en</strong>d, huisg<strong>en</strong>oot.<br />

‐31‐


Tabel 7.3 Aanwezigheid vervang<strong>en</strong>de zorg<br />

Wat gebeurde er indi<strong>en</strong> u door omstandighed<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> mantelzorg kon<br />

verl<strong>en</strong><strong>en</strong>?<br />

perc<strong>en</strong>tage<br />

andere mantelzorgers nam<strong>en</strong> mijn tak<strong>en</strong> dan over 63%<br />

thuiszorg had mijn tak<strong>en</strong> dan overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> 10%<br />

opname in e<strong>en</strong> tehuis was dan noodzakelijk geweest 6%<br />

ontslag uit het ziek<strong>en</strong>huis was dan onmogelijk 1%<br />

de hulpbehoev<strong>en</strong>de moest zich dan zelf zi<strong>en</strong> te redd<strong>en</strong> 21%<br />

totaal 100%<br />

Tabel 7.3 laat zi<strong>en</strong> dat in totaal circa 73% van de mantelzorgers op iemand of iets terug kan<br />

vall<strong>en</strong>. Verreweg het grootste deel hiervan wordt wederom opgelost met behulp van<br />

informele hulp. Voor meer dan e<strong>en</strong> kwart van de mantelzorgers is vervang<strong>en</strong>de zorg minder<br />

goed geregeld. Ruim twintig proc<strong>en</strong>t van de mantelzorgers geeft aan dat de hulpbehoev<strong>en</strong>de<br />

zichzelf dan maar moet redd<strong>en</strong>, <strong>en</strong> nog e<strong>en</strong>s 6% ziet als <strong>en</strong>ige oplossing opname van de<br />

hulpbehoev<strong>en</strong>de in het ziek<strong>en</strong>huis.<br />

De vraag die naar vor<strong>en</strong> komt is of er e<strong>en</strong> verband is tuss<strong>en</strong> mantelzorgers die ge<strong>en</strong><br />

vervanging hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> de mate van belasting die wordt ervar<strong>en</strong>. In de tabel hieronder is het<br />

antwoord op deze vraag weergegev<strong>en</strong>.<br />

Tabel 7.4 De mate van belasting in combinatie met de aanwezigheid van vervang<strong>en</strong>de zorg.<br />

vervang<strong>en</strong>de<br />

mate van belasting<br />

niet‐nauwelijks‐beetje vrij zwaar‐zwaar‐overbelast<br />

aanwezig 88% 12% 100%<br />

zorg niet aanwezig 77% 23% 100%<br />

totaal 85% 15% 100%<br />

Eerder in dit hoofdstuk werd al beschrev<strong>en</strong> dat in totaal 15% van de mantelzorgers zich (vrij)<br />

zwaar belast of zelfs overbelast voelt. Tabel 7.4 laat zi<strong>en</strong> dat van de mantelzorgers die<br />

vervang<strong>en</strong>de zorg achter de hand hebb<strong>en</strong>, 12% zich (vrij) zwaar of overbelast voelt. Van de<br />

mantelzorgers zonder ‘back‐up’ ligt dit twee keer zo hoog. Van h<strong>en</strong> voelt bijna e<strong>en</strong> kwart<br />

zich (vrij)zwaar‐ of overbelast.<br />

Naast het gevond<strong>en</strong> verband tuss<strong>en</strong> de afwezigheid van vervang<strong>en</strong>de zorg <strong>en</strong> belasting voor<br />

de mantelzorger blijkt er nog e<strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk te zijn die de mate van belasting beïnvloedt. Dit is<br />

de int<strong>en</strong>siteit van de gebod<strong>en</strong> zorg. Hoe meer ur<strong>en</strong> mantelzorg, des te groter is de belasting.<br />

Andere variabel<strong>en</strong> zoals de duur van de mantelzorgperiode of het soort mantelzorg ton<strong>en</strong><br />

ge<strong>en</strong> relatie met de ervar<strong>en</strong> mate van belasting voor de verzorger. Ditzelfde geldt ook voor<br />

andere achtergrondvariabel<strong>en</strong> zoals leeftijd <strong>en</strong> geslacht.<br />

‐32‐


8. Conclusies Mantelzorg<br />

Conclusies<br />

In dit deel is antwoord gegev<strong>en</strong> op drie onderzoeksvrag<strong>en</strong>:<br />

1. Wat is de omvang <strong>en</strong> aard van mantelzorg in Dr<strong>en</strong>the?<br />

2. Zijn er verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de omvang <strong>en</strong> aard van mantelzorg in Dr<strong>en</strong>the <strong>en</strong> in de rest<br />

van Nederland?<br />

3. Welke vorm<strong>en</strong> van mantelzorg zijn te onderscheid<strong>en</strong> naar aard van de relatie <strong>en</strong> mate<br />

van belasting van de mantelzorger?<br />

De volg<strong>en</strong>de conclusies kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> getrokk<strong>en</strong>:<br />

• De <strong>Dr<strong>en</strong>tse</strong> cijfers kom<strong>en</strong> nag<strong>en</strong>oeg overe<strong>en</strong> met de cijfers die landelijk door het Sociaal<br />

<strong>en</strong> Cultuur Planbureau zijn verzameld. Het <strong>en</strong>ige verschil betreft de leeftijd van de<br />

groep <strong>Dr<strong>en</strong>tse</strong> mantelzorgers. Deze is in Dr<strong>en</strong>the relatief hoog. De verwachting 17 is dat<br />

deze gemiddelde leeftijd op relatief korte termijn ook landelijk zal stijg<strong>en</strong>.<br />

• Het perc<strong>en</strong>tage mantelzorgers in Dr<strong>en</strong>the dat in de afgelop<strong>en</strong> 12 maand<strong>en</strong> int<strong>en</strong>sieve of<br />

langdurige mantelzorg verle<strong>en</strong>de, ligt op 17% van de volwass<strong>en</strong> bevolking. In absolute<br />

aantall<strong>en</strong> gaat het om 64.000 volwass<strong>en</strong> Dr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die int<strong>en</strong>sieve of langdurige mantelzorg<br />

verl<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

• In teg<strong>en</strong>stelling tot bij <strong>vrijwilligers</strong>werk verricht<strong>en</strong> hoog opgeleid<strong>en</strong> minder vaak<br />

mantelzorg. Dit beeld komt ook uit landelijke cijfers naar vor<strong>en</strong>.<br />

• <strong>Dr<strong>en</strong>tse</strong> vrouw<strong>en</strong> verricht<strong>en</strong> vaker mantelzorg dan mann<strong>en</strong>.<br />

• Bewoners van het platteland verricht<strong>en</strong> verhoudingsgewijs ev<strong>en</strong>veel mantelzorg als<br />

bewoners uit <strong>Dr<strong>en</strong>tse</strong> sted<strong>en</strong>.<br />

• Ouder<strong>en</strong> in Dr<strong>en</strong>the (met name de groep 55‐65 jaar) zett<strong>en</strong> zich relatief vaak in als<br />

mantelzorger. Jonge dertigers verricht<strong>en</strong> relatief weinig mantelzorg.<br />

• Begeleiding van de hulpbehoev<strong>en</strong>de is de meest voorkom<strong>en</strong>de vorm van<br />

mantelzorg.<br />

• In de meeste gevall<strong>en</strong> word<strong>en</strong> meerdere vorm<strong>en</strong> van mantelzorg tegelijkertijd door één<br />

mantelzorger verle<strong>en</strong>d. Hierbij gaat het om begeleiding, huishoudelijke hulp <strong>en</strong><br />

persoonlijke verzorging.<br />

• Voor alle soort<strong>en</strong> mantelzorg geldt dat ze vaak langdurig van aard zijn.<br />

• De gemiddelde leeftijd van de hulpbehoev<strong>en</strong>de ligt rond de 70 jaar. Ruim 80% van de<br />

gegev<strong>en</strong> mantelzorg gaat naar familieled<strong>en</strong>.<br />

• Meer dan de helft van de mantelzorgers voelt zich in meer of mindere mate belast met<br />

hun taak. Landelijk wordt e<strong>en</strong> grotere belasting ervar<strong>en</strong> dan in Dr<strong>en</strong>the.<br />

17 SCP, 2007, Blijv<strong>en</strong>d in Balans.<br />

‐33‐


• In geval van vakantie of ziekte van de mantelzorger heeft ruim e<strong>en</strong> kwart van h<strong>en</strong> ge<strong>en</strong><br />

alternatieve/vervang<strong>en</strong>de mantelzorg achter de hand.<br />

• Verhoudingsgewijs verricht<strong>en</strong> veel mantelzorgers ook <strong>vrijwilligers</strong>werk (<strong>en</strong> vice versa).<br />

De grootste overe<strong>en</strong>komst tuss<strong>en</strong> beide groep<strong>en</strong> is de leeftijdsverdeling. Zo zijn s<strong>en</strong>ior<strong>en</strong><br />

in beide groep<strong>en</strong> oververteg<strong>en</strong>woordigd <strong>en</strong> jonge dertigers juist onderverteg<strong>en</strong>woordigd.<br />

‐34‐


9. Mantelzorgers <strong>en</strong> <strong>vrijwilligers</strong> vergelek<strong>en</strong><br />

Deel 1 van deze <strong>rapport</strong>age gaat over <strong>vrijwilligers</strong>werk, deel 2 over mantelzorg. De vraag<br />

di<strong>en</strong>t zich aan of het om dezelfde groep m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> gaat of juist niet. Is de groep <strong>vrijwilligers</strong><br />

van deel 1 dezelfde groep als de groep mantelzorgers van deel 2? Of hebb<strong>en</strong> mantelzorgers<br />

ge<strong>en</strong> tijd meer om <strong>vrijwilligers</strong>werk te do<strong>en</strong>?<br />

Uit de analyse blijkt dat er wel degelijk overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> <strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> zijn tuss<strong>en</strong> vrij‐<br />

willigers <strong>en</strong> mantelzorgers.<br />

Zo blijkt dat:<br />

‐ van de groep mantelzorgers 53% <strong>vrijwilligers</strong>werk verricht;<br />

‐ van de groep niet‐mantelzorgers 43% <strong>vrijwilligers</strong>werk verricht.<br />

Dit betek<strong>en</strong>t dat mantelzorgers vaker <strong>vrijwilligers</strong>werk do<strong>en</strong> dan niet‐mantelzorgers.<br />

Dus ondanks dat veel mantelzorgers het druk hebb<strong>en</strong> met de zorg aan e<strong>en</strong> hulpbehoev<strong>en</strong>de<br />

do<strong>en</strong> ze er in relatief veel gevall<strong>en</strong> ook nog <strong>vrijwilligers</strong>werk bij.<br />

Er zijn dan ook overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de groep<strong>en</strong> <strong>vrijwilligers</strong> <strong>en</strong> mantelzorgers. De<br />

grootste overe<strong>en</strong>komst is de leeftijd. Er zijn echter ook verschill<strong>en</strong>.<br />

Het onderstaande schema geeft de belangrijkste overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> <strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> weer.<br />

Tabel 9.1 Achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van mantelzorgers <strong>en</strong> <strong>vrijwilligers</strong>.<br />

achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

<strong>vrijwilligers</strong> mantelzorgers<br />

leeftijd: piek 60‐70 jaar 60‐70 jaar<br />

leeftijd: dal rond 30 e rond 30 e<br />

opleiding ev<strong>en</strong>redig verdeeld over het<br />

opleidingsniveau<br />

relatief weinig hoog opgeleid<strong>en</strong><br />

geslacht ev<strong>en</strong>veel mann<strong>en</strong> als vrouw<strong>en</strong> meer vrouw<strong>en</strong> dan mann<strong>en</strong><br />

dagbezigheid verhoudingsgewijs iets meer<br />

niet‐werk<strong>en</strong>d<strong>en</strong><br />

ev<strong>en</strong>veel werk<strong>en</strong>d<strong>en</strong> als niet‐<br />

werk<strong>en</strong>d<strong>en</strong><br />

woonomgeving relatief veel plattelanders ev<strong>en</strong>redige verdeling tuss<strong>en</strong><br />

stedeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> plattelanders<br />

Ondanks dat <strong>vrijwilligers</strong>werk <strong>en</strong> mantelzorg door alle leeftijdsgroep<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verricht, is<br />

het met name de groep s<strong>en</strong>ior<strong>en</strong> die sterk actief is. Jonge dertigers do<strong>en</strong> minder vaak mee<br />

aan mantelzorg/<strong>vrijwilligers</strong>werk. E<strong>en</strong> opvall<strong>en</strong>de teg<strong>en</strong>stelling tuss<strong>en</strong> mantelzorgers <strong>en</strong><br />

<strong>vrijwilligers</strong> is dat mantelzorgers relatief vaak laag zijn opgeleid terwijl <strong>vrijwilligers</strong> ev<strong>en</strong><br />

vaak laag als hoog zijn opgeleid. E<strong>en</strong> ander verschil is dat bewoners van het platteland vaker<br />

aan <strong>vrijwilligers</strong>werk do<strong>en</strong> dan stedeling<strong>en</strong>. Bij mantelzorg is deze relatie afwezig.<br />

‐35‐


‐36‐


Geraadpleegde literatuur<br />

ANP (2005). SCP: mantelzorgers dreig<strong>en</strong> overbelast te rak<strong>en</strong>. De Volkskrant, 29‐08‐2005.<br />

Boer, A.H. de, R. Schellingerhout <strong>en</strong> J.M. Timmermans (2003). Mantelzorg in getall<strong>en</strong>. D<strong>en</strong><br />

Haag: Sociaal <strong>en</strong> Cultuur Planbureau.<br />

Boer, A.H. de & J.M. Timmermans (2007). Blijv<strong>en</strong>d in balans. E<strong>en</strong> toekomstverk<strong>en</strong>ning van<br />

informele zorg. D<strong>en</strong> Haag: Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau.<br />

C<strong>en</strong>tERdata (Katholieke Universiteit Brabant) Vrag<strong>en</strong>lijst mantelzorg. Geraadpleegd van<br />

http://www.scp.nl/publicaties/boek<strong>en</strong>/9037701124/Mantelzorg‐vrag<strong>en</strong>lijst.pdf.<br />

Dekker, P. & J. de Hart (2002). Participatie. In: Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau (Red.), Sociaal<br />

<strong>en</strong> Cultureel Rapport 2002. De kwaliteit van de quartaire sector. D<strong>en</strong> Haag: SCP.<br />

Dekker, P., J. de Hart & L. Faulk (2007). Toekomstverk<strong>en</strong>ning vrijwillige inzet 2015. D<strong>en</strong> Haag:<br />

Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau.<br />

Eijk, L.M. van, J. Kruijer, M. Sam e.a. (1999). Tr<strong>en</strong>d<strong>rapport</strong>age ouder<strong>en</strong> 1999. Groning<strong>en</strong>:<br />

Provinciaal Ontwikkelingsinstituut Zorg <strong>en</strong> Welzijn.<br />

Eijk, L.M. van & I. Miedema (2001). Ouder<strong>en</strong> op de wachtlijst nader bekek<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> onderzoek onder<br />

ouder<strong>en</strong> op de wachtlijst voor e<strong>en</strong> verzorgingshuis in Oost‐Groning<strong>en</strong>. Groning<strong>en</strong>:<br />

Provinciaal Ontwikkelingsinstituut Zorg <strong>en</strong> Welzijn.<br />

Hal, T. van, E. Hardeman, K. Rat e.a. (2005). Uitsluit<strong>en</strong> of uitnodig<strong>en</strong>? Tr<strong>en</strong>d<strong>rapport</strong><br />

<strong>vrijwilligers</strong>werk 2004/ 2005. Utrecht: CIVIQ.<br />

Hart, J. de (1999). Langetermijntr<strong>en</strong>ds in lidmaatschapp<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>vrijwilligers</strong>werk. In: P. Dekker,<br />

J. de Hart, M. Leij<strong>en</strong>aar, K. Niemoller e.a. (Red.), Vrijwilligerswerk vergelek<strong>en</strong>; Civil<br />

Society <strong>en</strong> Vrijwilligerswerk III (p. 33 ‐ 68). D<strong>en</strong> Haag: Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau.<br />

KITTZ (2005). Mantelzorg, e<strong>en</strong> onmisbare pijler. Groning<strong>en</strong>.<br />

Klerk, M.M.Y. de & R. Schellingerhout (2006). Ondersteuning gew<strong>en</strong>st. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met lichamelijke<br />

beperking<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> op het terrein van won<strong>en</strong>, zorg, vervoer <strong>en</strong> welzijn. D<strong>en</strong><br />

Haag: Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau.<br />

Ministerie van Volksgezondheid Welzijn <strong>en</strong> Sport (2005). Kamerstuk: De mantelzorger in beeld.<br />

D<strong>en</strong> Haag.<br />

Nederlands Instituut Zorg <strong>en</strong> Welzijn (2006). Factsheet Expertisec<strong>en</strong>trum Informele zorg. Facts <strong>en</strong><br />

tr<strong>en</strong>ds. Mantelzorg in Nederland. Utrecht.<br />

Parker Brady, H.G. & W. Kok (2001). E<strong>en</strong> kapstok voor de mantelzorg. Ontwikkeling <strong>en</strong> perspectief<br />

van de mantelzorg(ers) in Dr<strong>en</strong>the. Ass<strong>en</strong>: STAMM.<br />

Parker Brady, H.G. (2002). Wel of niet de schouders eronder? Ass<strong>en</strong>: STAMM.<br />

‐37‐


<strong>Provincie</strong> Dr<strong>en</strong>the (2004). Contour<strong>en</strong>nota: M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in het middelpunt. Provinciale sociale ag<strong>en</strong>da<br />

2005‐2008. Ass<strong>en</strong>.<br />

<strong>Provincie</strong> Dr<strong>en</strong>the (2007). Vrijwillige inzet <strong>en</strong> mantelzorg. Wat doet u voor Dr<strong>en</strong>the? Ass<strong>en</strong>.<br />

<strong>Provincie</strong> Fryslân (2007). Sociaal Rapport Fryslân 2007. Leeuward<strong>en</strong>.<br />

Rigter Research (2002). Motiev<strong>en</strong> voor <strong>vrijwilligers</strong>werk. Ass<strong>en</strong>: STAMM.<br />

Schellingerhout, R. (2003). De mantelzorger. In: J. M. Timmermans (Red.), Mantelzorg. Over de<br />

hulp van <strong>en</strong> aan mantelzorgers (p. 33‐ 57). D<strong>en</strong> Haag: Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau.<br />

Schoonhov<strong>en</strong>, J. van & M. Klein Kran<strong>en</strong>berg (2006). Rapportage Zicht op mantelzorg in Ede.<br />

Velp: Spectrum C<strong>en</strong>trum Maatschappelijke Ontwikkeling Gelderland.<br />

Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau (2003). De sociale staat van Nederland 2003. D<strong>en</strong> Haag: SCP.<br />

Sour<strong>en</strong>, M. (2007). Mantelzorgers mak<strong>en</strong> weinig gebruik van verlofregeling<strong>en</strong>.<br />

Sociaaleconomische tr<strong>en</strong>ds. Statistisch kwartaal, (2e kwartaal 2007) p. 31‐ 35.<br />

Timmermans, J.M. (2003). Mantelzorg. Over de hulp van <strong>en</strong> aan mantelzorgers. D<strong>en</strong> Haag: Sociaal<br />

<strong>en</strong> Cultureel Planbureau.<br />

Tympaan Instituut (2005). Bek<strong>en</strong>dheid met <strong>en</strong> behoefte aan informatie over ondersteuning,<br />

inhoudelijke onderwerp<strong>en</strong> <strong>en</strong> organisaties. Resultat<strong>en</strong> van de eerste vrag<strong>en</strong>ronde van het<br />

mantelzorgpanel Zuid‐ Holland Noord. Voorburg.<br />

‐38‐


Bijlage 1 Responsoverzicht Dr<strong>en</strong>ts Panel<br />

Responsoverzicht Dr<strong>en</strong>ts Panel<br />

Achtergrondk<strong>en</strong>merk respons, absoluut respons, proc<strong>en</strong>tueel<br />

leeftijd<br />

18 t/m 29 jr. 156 11%<br />

30 t/m 49 jr. 410 28%<br />

50 t/m 64 jr. 493 34%<br />

65+ 400 27%<br />

geslacht<br />

man 713 49%<br />

vrouw 746 51%<br />

regio<br />

midd<strong>en</strong> Dr<strong>en</strong>the 399 27%<br />

zuidoost Dr<strong>en</strong>the 460 32%<br />

zuidwest Dr<strong>en</strong>the 394 27%<br />

noord Dr<strong>en</strong>the 206 14%<br />

opleidingsniveau 18<br />

laag opgeleid 323 22%<br />

gemiddeld 703 48%<br />

hoog opgeleid 424 29%<br />

TOTAAL 1459 100%<br />

In totaal hebb<strong>en</strong> 1459 respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> de vrag<strong>en</strong>lijst ingevuld. De door ons a‐select gekoz<strong>en</strong><br />

deelnemers kond<strong>en</strong> op twee manier<strong>en</strong> meedo<strong>en</strong>. Schriftelijk via de post of digitaal via<br />

internet. Met name jonger<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoog opgeleid<strong>en</strong> maakt<strong>en</strong> veelvuldig gebruik van internet.<br />

Met behulp van 1459 respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kan e<strong>en</strong> prima beeld word<strong>en</strong> geschetst van de m<strong>en</strong>ing<br />

van de ‘gemiddelde Dr<strong>en</strong>t’. Dit geschetste beeld is echter niet g<strong>en</strong>oeg om e<strong>en</strong> repres<strong>en</strong>tatief<br />

beeld te gev<strong>en</strong>. Om deze red<strong>en</strong> wordt gebruik gemaakt van correctiefactor<strong>en</strong>. Deze correctie<br />

is toegepast op de drie meest belangrijke achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. Deze variabel<strong>en</strong> zijn de<br />

‘verhouding man/vrouw’, ‘leeftijd’ <strong>en</strong> de ‘woongeme<strong>en</strong>te van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>’. Op deze<br />

manier zijn de <strong>Dr<strong>en</strong>tse</strong> panelresultat<strong>en</strong> wel repres<strong>en</strong>tatief voor e<strong>en</strong> gemiddeld Dr<strong>en</strong>ts cijfer.<br />

Uiteraard blijft het ook mogelijk om analyses op doelgroepniveau te pres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>.<br />

18 Van 9 person<strong>en</strong> is het opleidingsniveau niet bek<strong>en</strong>d.<br />

‐39‐


Bijlage 2 Gedeelte uit de VRAGENLIJST DRENTS PANEL<br />

onderdel<strong>en</strong> VRIJWILLIGERSWERK EN MANTELZORG<br />

De volg<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong> gaan over <strong>vrijwilligers</strong>werk.<br />

Vrijwilligerswerk is werk dat niet-verplicht <strong>en</strong> onbetaald wordt verricht voor ander<strong>en</strong> of voor de<br />

sam<strong>en</strong>leving. Wij bedoel<strong>en</strong> hier ge<strong>en</strong> mantelzorg mee. Dit komt verderop in de vrag<strong>en</strong>lijst aan de<br />

orde.<br />

10. HEBT U DE AFGELOPEN 12 MAANDEN VRIJWILLIGERSWERK GEDAAN?<br />

1 ja<br />

2 ja, maar op dit mom<strong>en</strong>t doe ik dit niet meer<br />

3 nee ga door naar vraag 20<br />

11. OM WAT VOOR SOORT ACTIVITEITEN VRIJWILLIGERSWERK GAAT HET? (u kunt<br />

meerdere antwoord<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>)<br />

1 bestuurswerk<br />

2 uitvoer<strong>en</strong>d werk voor de sportver<strong>en</strong>iging, collecter<strong>en</strong>, buurtwerk, ouderhulp op school etc.<br />

3 praktische hulp gev<strong>en</strong> aan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> waar u ge<strong>en</strong> persoonlijke relatie mee hebt (bijv. kluss<strong>en</strong><br />

in de tuin, administratie do<strong>en</strong>)<br />

4 maatschappelijke stage via school<br />

5 vrijwillige inzet vanuit het werk<br />

6 anders<br />

12. IS HET VRIJWILLIGERSWERK DAT DE AFGELOPEN 12 MAANDEN DEED,<br />

STRUCTUREEL (DAT WIL ZEGGEN LANGDURIG ZONDER EINDDATUM) OF ZIJN HET MEER<br />

KORTE KLUSSEN?<br />

1 langdurige activiteit<strong>en</strong><br />

2 korte, afgeronde kluss<strong>en</strong><br />

3 beide<br />

13. DOET U HET VRIJWILLIGERSWERK VIA EEN ORGANISATIE?<br />

1 ja<br />

2 nee, het is niet georganiseerd ga naar vraag 15<br />

3 het is zowel georganiseerd als niet georganiseerd<br />

14. IN WAT VOOR SECTOREN DOET U DIT GEORGANISEERDE VRIJWILLIGERSWERK?<br />

(meerdere antwoord<strong>en</strong> mogelijk)<br />

1 politieke partij of politieke ver<strong>en</strong>iging<br />

2 werkgeversorganisatie, vakbond of midd<strong>en</strong>standsorganisatie<br />

3 organisatie met e<strong>en</strong> specifiek maatschappelijk doel, zoals Amnesty<br />

4 organisatie op het gebied van natuur of milieu (Natuurmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, Gre<strong>en</strong>peace)<br />

5 onderwijs- of schoolver<strong>en</strong>iging<br />

6 vrouw<strong>en</strong>ver<strong>en</strong>iging of -bond<br />

7 sportver<strong>en</strong>iging (niet als beoef<strong>en</strong>aar)<br />

8 culturele ver<strong>en</strong>iging (zang, muziek, toneel)<br />

9 hobbyver<strong>en</strong>iging<br />

10 jeugdver<strong>en</strong>iging, clubhuis, padvinderij<br />

11 ver<strong>en</strong>iging voor beeld<strong>en</strong>de vorming (schilder<strong>en</strong>, tek<strong>en</strong><strong>en</strong>, beeldhouw<strong>en</strong>)<br />

‐40‐


12 buurt- , wijk- of dorpsver<strong>en</strong>iging<br />

13 andere organisatie<br />

15. HOEVEEL TIJD BESTEEDT U GEMIDDELD PER WEEK AAN<br />

VRIJWILLIGERSACTIVITEITEN? ALS U NU GEEN VRIJWILLIGERSWERK MEER<br />

DOET: HOEVEEL TIJD BESTEEDDE U TOEN U HET NOG WEL DEED?<br />

1 minder dan 4 uur per week<br />

2 4 tot 10 uur per week<br />

3 10 tot 20 uur per week<br />

4 20 uur of meer per week<br />

5 (zeer) wissel<strong>en</strong>d<br />

16. WAT IS VOOR U DE BELANGRIJKSTE REDEN OM VRIJWILLIGERSWERK TE DOEN?<br />

1 ik vind het <strong>vrijwilligers</strong>werk leuk om te do<strong>en</strong><br />

2 het <strong>vrijwilligers</strong>werk dat ik doe is nuttig<br />

3 het contact met collega-<strong>vrijwilligers</strong><br />

4 <strong>vrijwilligers</strong>werk wordt gewaardeerd in mijn sociale omgeving<br />

5 opdo<strong>en</strong> van ervaring<strong>en</strong> die nuttig zijn voor later<br />

6 nieuwe vaardighed<strong>en</strong> ler<strong>en</strong><br />

7 ik blijf actief <strong>en</strong> gezond<br />

8 anders<br />

17. IS HET VRIJWILLIGERSWERK DAT U DOET GEBONDEN AAN VASTE TIJDEN?<br />

1 ja<br />

2 nee<br />

3 gedeeltelijk<br />

18. DOET U HET VRIJWILLIGERSWERK IN UW EIGEN BUURT / DORP OF ELDERS?<br />

1 in eig<strong>en</strong> buurt / dorp<br />

2 elders, buit<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> buurt / dorp<br />

19. HOE LANG DOET U DIT VRIJWILLIGERSWERK AL?<br />

1 korter dan e<strong>en</strong> half jaar<br />

2 half jaar tot 2 jaar<br />

3 2 tot 5 jaar<br />

4 5 tot 10 jaar<br />

5 10 jaar of langer<br />

6 ik b<strong>en</strong> er onlangs mee gestopt<br />

20. DE VOLGENDE VRAGEN GAAN OVER MANTELZORG.<br />

Mantelzorg is het onbetaald verl<strong>en</strong><strong>en</strong> van hulp aan iemand in uw naaste omgeving omdat die persoon<br />

vanwege e<strong>en</strong> ziekte, handicap, ongeval, ziek<strong>en</strong>huisopname, aando<strong>en</strong>ing of e<strong>en</strong> gebrek hulp nodig<br />

heeft.<br />

Het gaat daarbij om iemand waarmee u e<strong>en</strong> persoonlijke relatie heeft: bijvoorbeeld e<strong>en</strong> familielid,<br />

vri<strong>en</strong>d, k<strong>en</strong>nis of uw partner.<br />

Het gaat niet om de normale dagelijkse verzorging van kinder<strong>en</strong> in uw huishoud<strong>en</strong> of het incid<strong>en</strong>teel<br />

help<strong>en</strong> van bur<strong>en</strong> of vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> met bijvoorbeeld e<strong>en</strong> klusje in de tuin of met computerproblem<strong>en</strong>.<br />

‐41‐


20. HEBT U IN DE AFGELOPEN 12 MAANDEN MANTELZORG VERLEEND?<br />

1 ja<br />

2 nee ga door naar vraag 28<br />

21. WELKE HULP BOOD U: (meerdere antwoord<strong>en</strong> mogelijk)<br />

( als u meerdere person<strong>en</strong> mantelzorg heeft gebod<strong>en</strong>, gaat het bij de volg<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong> om de<br />

persoon die u het meest hebt geholp<strong>en</strong>).<br />

1 huishoudelijke verzorging (boodschapp<strong>en</strong>, et<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>, de was do<strong>en</strong>, schoonmak<strong>en</strong>, etc.)<br />

2 persoonlijke verzorging (wass<strong>en</strong>, aan- of uitkled<strong>en</strong>, et<strong>en</strong>, verplaats<strong>en</strong>, etc.)<br />

3 begeleiding (troost, aanwezig zijn, regel<strong>en</strong> van zak<strong>en</strong>, met iemand meegaan, etc.)<br />

22. IN HOEVEEL VAN DE AFGELOPEN 12 MAANDEN HEBT U MANTELZORG<br />

VERLEEND? (vul op de stippellijn het aantal maand<strong>en</strong> in).<br />

In de afgelop<strong>en</strong> 12 maand(<strong>en</strong>) heb ik in ................ maand<strong>en</strong> mantelzorg verle<strong>en</strong>d.<br />

23. HOEVEEL UUR HULP GAF U IN WEKEN WAARIN DE HULPVRAAG HET GROOTST<br />

WAS?<br />

............... uur<br />

24. WAT IS/WAS DE LEEFTIJD VAN DE PERSOON AAN WIE U MANTELZORG GAF?<br />

............. jaar<br />

25. WAT IS/WAS UW RELATIE MET DEZE PERSOON?<br />

1 partner 8 niet-inwon<strong>en</strong>de zus of broer<br />

2 thuiswon<strong>en</strong>d kind 9 niet-inwon<strong>en</strong>de ouder<br />

3 inwon<strong>en</strong>de ouder 10 niet-inwon<strong>en</strong>de grootouder<br />

4 inwon<strong>en</strong>de zus of broer 11 niet-inwon<strong>en</strong>d kind<br />

5 inwon<strong>en</strong>de grootouder 12 niet-inwon<strong>en</strong>d, andere familie<br />

6 inwon<strong>en</strong>d, andere huisg<strong>en</strong>oot 13 k<strong>en</strong>nis, vri<strong>en</strong>d, niet-inwon<strong>en</strong>d<br />

7 collega<br />

26. SOMMIGE MENSEN VOELEN ZICH ERG BELAST DOOR DE MANTELZORG VOOR EEN<br />

HULPBEHOEVENDE. VOOR ANDERE MENSEN GELDT DIT MINDER. ALLES<br />

BIJEENGENOMEN, HOE BELAST VOELDE U ZICH DE AFGELOPEN 12 MAANDEN<br />

TOEN U MANTELZORG GAF?<br />

1 niet / nauwelijks belast<br />

2 e<strong>en</strong> beetje belast<br />

3 vrij zwaar belast<br />

4 zeer zwaar belast<br />

5 overbelast<br />

27. ALS U DOOR OMSTANDIGHEDEN (BIJVOORBEELD ZIEKTE OF VAKANTIE) GEEN<br />

MANTELZORG KON VERLENEN, WAT GEBEURDE ER DAN?<br />

1 andere mantelzorgers nam<strong>en</strong> mijn tak<strong>en</strong> dan over<br />

2 opname in e<strong>en</strong> tehuis was onvermijdelijk geweest<br />

3 thuiszorg had mijn tak<strong>en</strong> dan overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

4 ontslag uit het ziek<strong>en</strong>huis was dan onmogelijk<br />

5 opname in e<strong>en</strong> tehuis was dan noodzakelijk<br />

6 de hulpbehoev<strong>en</strong>de moest zich dan zelf zi<strong>en</strong> te redd<strong>en</strong><br />

‐42‐


Bijlage 3 Toelichting <strong>en</strong> verantwoording clusteranalyse<br />

Voor de indeling van de <strong>vrijwilligers</strong>groep<strong>en</strong> in hoofdstuk 3 is gebruik gemaakt van e<strong>en</strong><br />

clusteranalyse. In e<strong>en</strong> clusteranalyse 19 (in dit geval e<strong>en</strong> “twostep cluster analysis”) word<strong>en</strong><br />

binn<strong>en</strong> de onderzoeksgroep van <strong>vrijwilligers</strong> groep<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> op basis van e<strong>en</strong> aantal<br />

geselecteerde variabel<strong>en</strong> in de dataset.<br />

Er is voor de volg<strong>en</strong>de vier variabel<strong>en</strong> gekoz<strong>en</strong>:<br />

1. leeftijd van de respond<strong>en</strong>t<br />

2. langdurig of kort <strong>vrijwilligers</strong>werk<br />

3. duur <strong>vrijwilligers</strong>werk<br />

4. vaste of flexibele tijd<strong>en</strong>.<br />

De red<strong>en</strong><strong>en</strong> voor de keuze van deze variabel<strong>en</strong> zijn de volg<strong>en</strong>de. Uit de analyse in hoofdstuk<br />

2 blijkt de leeftijd van de respond<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> belangrijk onderscheid<strong>en</strong>d criterium te zijn voor de<br />

mate waarin de respond<strong>en</strong>t <strong>vrijwilligers</strong>werk doet <strong>en</strong> voor het soort <strong>vrijwilligers</strong>werk dat hij/<br />

zij verricht. De variabele langdurig of kort <strong>vrijwilligers</strong>werk geeft e<strong>en</strong> belangrijk<br />

onderscheid<strong>en</strong>d k<strong>en</strong>merk van het <strong>vrijwilligers</strong>werk weer. De huidige vrijwilliger geeft steeds<br />

vaker de voorkeur aan korte kluss<strong>en</strong>. Hoe lang m<strong>en</strong> zich al vrijwillig inzet (duur vrijwilli‐<br />

gerswerk) is ook bepal<strong>en</strong>d voor het soort <strong>vrijwilligers</strong>werk, dat wordt gedaan. Tot slot is de<br />

variabele vaste of flexibele tijd<strong>en</strong> als laatste toegevoegd omdat die ook e<strong>en</strong> bepaald k<strong>en</strong>merk<br />

van het <strong>vrijwilligers</strong>werk weerspiegelt, waarop <strong>vrijwilligers</strong> kunn<strong>en</strong> selecter<strong>en</strong>. Als<br />

variabel<strong>en</strong> zijn afgevall<strong>en</strong>: stad‐platteland, georganiseerd‐ongeorganiseerd <strong>vrijwilligers</strong>werk<br />

<strong>en</strong> waar het <strong>vrijwilligers</strong>werk wordt gedaan, omdat deze variabel<strong>en</strong> in de clusteranalyse als<br />

niet voldo<strong>en</strong>de onderscheid<strong>en</strong>d naar vor<strong>en</strong> kwam<strong>en</strong>.<br />

19 Datavereist<strong>en</strong> voor de clusteranalyse:<br />

1. De variabel<strong>en</strong> bestaan uit zowel continue als categorale variabel<strong>en</strong>, waarvan wordt verondersteld dat ze onafhankelijk<br />

zijn, dat wil zegg<strong>en</strong> dat de variabel<strong>en</strong> niet of nauwelijks onderling correler<strong>en</strong>.<br />

2. De continue variabel<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> normale verdeling; de categorale variabel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> multinomiale verdeling.<br />

‐43‐


Uit de clusteranalyse in SPSS met de bov<strong>en</strong>staande variabel<strong>en</strong> zijn onder andere de volg<strong>en</strong>de<br />

resultat<strong>en</strong> verkreg<strong>en</strong>:<br />

Cluster N % Leeftijd<br />

Gemiddeld Stud<strong>en</strong>t’s<br />

t 20<br />

Hoogste score<br />

op variabele 21<br />

1 199 29,5% 55 +1,8 Vaste of flexibele<br />

tijd<strong>en</strong><br />

2 195 28,9% 56 +3,8* Duur van het<br />

<strong>vrijwilligers</strong>werk<br />

3 280 41,5% 49 ‐3,6* Langdurig of<br />

Totaal 674 100,0% 53<br />

* in absolute zin bov<strong>en</strong> de kritische waarde.<br />

kort<br />

K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het<br />

<strong>vrijwilligers</strong>werk<br />

langdurig, vast, duur<br />

gem. 2‐5 jaar<br />

langdurig, niet‐vast,<br />

duur gem. 5‐10 jaar<br />

kort, flexibel, duur<br />

gem. 0‐2 jaar<br />

Op basis van bov<strong>en</strong>staande resultat<strong>en</strong> kan de conclusie word<strong>en</strong> getrokk<strong>en</strong> dat de indeling in<br />

drie clusters voldo<strong>en</strong>de onderscheid<strong>en</strong>d is.<br />

20 Stud<strong>en</strong>t’s t is e<strong>en</strong> maat om te test<strong>en</strong> of het gemet<strong>en</strong> verschil in gemiddeld<strong>en</strong> in de drie clusters significant is (dat wil zegg<strong>en</strong><br />

niet ontstaan is door toeval).<br />

21 Chikwadraat score: hoe hoger de score, hoe groter het onderscheid<strong>en</strong>d vermog<strong>en</strong> van de variabele.<br />

‐44‐

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!