23.08.2013 Views

December 2007 - Divosa

December 2007 - Divosa

December 2007 - Divosa

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

waarin crediteuren hun geld terugkrijgen.<br />

Moraliteit<br />

Sinds het Wetboek van Koophandel uit 1838<br />

maakt het bij een akkoord tussen debiteur en<br />

schuldeisers niet meer uit of de schuldenaar<br />

zijn schulden al dan niet te goeder trouw was<br />

aangegaan. Bij rehabilitatie speelde het nog wel<br />

een rol.<br />

De huidige Faillissementswet van 1893 rept<br />

helemaal niet meer over de moraliteit van de<br />

debiteur. Faillissement werd een algemeen beslag<br />

op het vermogen van de schuldenaar ten<br />

behoeve van de crediteuren, ongeacht goede<br />

of kwade trouw. Ook voor de beoordeling van<br />

de surseanceaanvraag speelt vanaf 1935 goede<br />

of kwade trouw geen rol meer.<br />

Opvallend genoegd duikt het onderscheid wel<br />

weer op in de Wsnp: is een schuldenaar niet te<br />

goeder trouw geweest bij het ontstaan of niet<br />

betalen van schulden dan kan de rechter een<br />

verzoek tot toepassing van de regeling afwijzen.<br />

Reactionair element<br />

Arnoud Noordam noemt gerechtelijke toetsing<br />

van de goede trouw van de schuldenaar bij de<br />

toelating tot de Wsnp in zijn proefschrift “vanuit<br />

rechtshistorisch perspectief een ‘reactionair<br />

element’”. Overigens wel in een “revolutionaire<br />

kwijtscheldingsregeling”. Daarbij moet die<br />

schuldenaar zijn goede trouw trouwens zelf<br />

aannemelijk maken.<br />

“Met de impliciete veronderstelling dat de<br />

schuldenaar niet te goeder trouw is, tot het tegendeel<br />

blijkt, maakt de wetgever nog een stap<br />

verder terug in de tijd”, oordeelt Noordam. In<br />

dat licht zou de opstelling van Klink ten aanzien<br />

van mensen met schulden in de zorgverzekering<br />

consequent genoemd kunnen worden. *<br />

Bron: Arnoud Noordam, ‘Rechtshistorische<br />

verkenningen – hoofdstuk 3’ in: Schuldsanering<br />

en goede trouw (proefschrift Vrije Universiteit<br />

Amsterdam, <strong>2007</strong>)<br />

Sturingsperspectief<br />

De Wwb heeft meer beleidsruimte gebracht maar heeft ook de fi nanciële risico’s<br />

aanzienlijk groter gemaakt. Het functioneren van de sociale dienst heeft daardoor een<br />

ander perspectief gekregen.<br />

Onder de Wwb is het budget – binnen zekere marges – niet meer afhankelijk van het<br />

werkelijke aantal bijstandsuitkeringen, maar van de sociale en economische omstandigheden<br />

die de kans op veel of weinig bijstandsklanten bepalen. Dit betekent dat<br />

gemeenten in gelijke omstandigheden in principe gelijke budgetten krijgen. Natuurlijk<br />

is discussie mogelijk over wat nou precies gelijke omstandigheden zijn en of alle<br />

relevante omstandigheden goed in de verdeelsleutel zijn verwerkt. Die discussie vindt<br />

ook plaats. Maar bij de gehanteerde systematiek is het onvermijdelijk dat sommige<br />

gemeenten met fi nanciële tekorten worden geconfronteerd. Daar staat tegenover dat<br />

andere gemeenten geld overhouden.<br />

Deze bekostigingssystematiek vraagt om een herdefi niëring van de sturingsfunctie. In<br />

de praktijk gaan gemeenten hier soms heel verschillend mee om. Globaal kom je twee<br />

typen reacties tegen: gemeenten die willen ‘sturen op het budget’ en gemeenten die<br />

willen ‘sturen op de uitgaven’.<br />

In de eerste groep gaat het meestal om gemeenten waar de bijstandsuitgaven hoger<br />

zijn dan het budget. De fi nanciële spanning die dat met zich meebrengt, willen deze<br />

gemeenten oplossen met maatregelen die het budget verhogen. Dat is een moeilijke<br />

weg, want in de huidige systematiek gaat het budget alleen omhoog als er minder<br />

banen komen of meer mensen met een laag inkomen of meer laagopgeleiden, kortom<br />

als de sociaaleconomische kwetsbaarheid van de bevolking toeneemt. Maar als dat<br />

gebeurt, dan zullen meer mensen een beroep doen op de bijstand en zal het fi nanciële<br />

probleem blijven bestaan. De enige hoop voor gemeenten die de oplossing van hun<br />

fi nanciële probleem in het budget zoeken, is een wijziging van de bekostigingssystematiek<br />

die in hun voordeel werkt.<br />

Het tweede type reactie komt van gemeenten die wel kritisch willen kijken naar de<br />

eigen uitgaven en naar de eff ectiviteit van de eigen uitvoeringspraktijk. Kunnen onze<br />

uitgaven omlaag, met hoeveel en hoe doen we dat zonder in te leveren op onze<br />

wettelijke plichten? Sturen op de uitgaven dus, op de omvang van het bestand, op de<br />

instroom, op handhaving en op reïntegratie.<br />

Natuurlijk heeft elke gemeente het volste recht om te pleiten voor veranderingen in<br />

de bekostigingssystematiek die haar een hoger budget opleveren. Maar een gemeente<br />

doet zichzelf en haar burgers ernstig tekort als het daarbij blijft en als zij niet tegelijkertijd<br />

ook de eigen verrichtingen systematisch en kritisch tegen het licht houdt. Het is<br />

de professionele plicht van de sociale dienst manager om zowel het bestuur als ook de<br />

mensen binnen de eigen dienst daarvan te overtuigen, mocht dat nog nodig zijn.<br />

Leo Aarts,<br />

partner-directeur Aarts, de Jong, Wilms & Goudriaan<br />

Public Economics (Ape)<br />

10<br />

gastcolumn<br />

******************************************************************************************************<br />

29

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!