Hofboek 1598-1686 acten en notities - diachronie.nl

vertrocken geweest, waer over de Hr. Admodiateur N. Mensinck, die ten selven daghe de p..nie(?) geroert, naer dat heeft gevraegt,
ende geseijt dat sulcx naer gescheijden Gerichte en in sijnen absentie dat wijlen d’Heer van t’ Walfaert sulcx was geschiet, die dan
oock tegen mijn heeft verklaert te sijn geschiet, maer hadde willen hebben, dien volgende t’selve alles nul crachteloos en van
geener weerde sijnde.
Ende dan oock soo sulcx bij sittenden Gerichte was ingebracht soude daerop ten dage sijn geantwoort naer behooren oock sijn,
immers die hofhoorige lieden geen servituten als an den Hoffheer, sijnde sijn Hoocheijt als de Landtsfurste.
Oock Notoir sijnde dat alhoewel Voormaels de Tegeders ofte Assessoren van t’ Hofgerichte hen Advijs hebben ingebracht ende de
Rentmeester daer tegen sijn Advijs, soo is naergeleeft ingevolgh het Advis van den rentmr ende niet dat van de Tegeders ende is t’
oock daerbij gebleven breeder daervan te komen vertoonen.
Dat bij Missive van den 18 Mij 1624 op voorgemelte brieff van Ludolph ter Vile sijne Hoocheijt Hoogh loffelijcker Memorie
heeft geordonneert omme die possesseurs van t’ goet Onnekinck bij Vonnise te doen verclaeren, daervan versteecken ende t’selve
goet vervallen te sijn aen die Domeijnen als oock om alle crediteuren aen die welcke t’ voorschreven goet (bui)ten consent ende
sonder kennisse van ons ofte onse voorsaeten Heeren van Bredevoort verba(nt) ofte tot hijpoteke gestelt mag wesen te doen
verclaeren geen actie te hebben op t’selve goet ende voort te doen tot onsen dienste.
fol. 258 v - Dat geene Rentmr. of Amptman ordinaris Hofrichter zijnde noch oock geen Admodiateur eenige Hofluiden mach
vrijen als met voorgaende consent van den Hofheere oock sulcks bij het hofboeck blijckende.
Dat geene Hofhoorige Persoonen veele weijniger eenighe vrije persoonen hoffgoederen moogen besitten, als met voorgaende
consent van den HoffHeere, ende moeten sij hoffhoorigen off vrije persoonen daervoor betaelen aen den hoffheere nae vermoogen
des goedes be……. het versterff etc. als mede in t’ Hoffboeck te vinden.
Oock geene hoffhoorighe persoonen te moogen trouwen sonder voorgaende consent van den Hoffheere ende waervoor sij moeten
betaelen etc. oock bij de jaerlijxe reeckeningen, als mede bij het hoffboeck blijckende.
3. Dat soo een hoffhoorigh persoon sich mochte coomen te verhijlicken op een hofgoet, soo mach den Hoffheer die
ongehijlijckte persoon verstooten, die hoffhoorige stervende wordt als lijffeijgen geerffdeelt.
4. Een hoffhoorich persoon getrouwt hebbende een vrij persoon coomenden t’ overlijden, soo comt den HoffHeere te
succedeeren in alle desselfs naelatenschap ende hebben desselfs Weduwe ende kinderen oock geen part of deel aan het
hofgoedt, maer op gen(aden) van den Heer te moeten koopen, omdat gem(elte) vrije vrouwe geen onvrije kinderen
voortbrengt, en alsoo geen bloedt voor den Heere gewonnen s(ijnde.)
5. Dat als een hofhoorich persoon op een ander goet ga(et) woonen, ende aldaer comt te sterven, wert aldaer en op sijn hofgoet
geërfdeelt.
6. Een hofhoorigh man sijn Hofgoet quijterende sonder voorgaende consent van den HofHeer, die is van den erve versteecken
maer op genaden van den HofHeer t’selve wederom te moogen koopen.
fol. 259 –
7. Dat soo een hofhoorigh persoon stilswijgende sonder voorgaende consent van den HoffHeere trouwt soo mach den
HoffHeere de aengehijlickte persoon verstooten, ende d’hofhoorige persoon is in een grooter boete aen den Heer vervallen
etc.
Ende soo ondertusschen d’ Hofhoorige persoon come t’overlijden, soo wordt dieselve geërfdeelt als een lijfeijgen, ende den
Heere succedeert in alle desselfs naelatenschappen, erve, goet. etc. als meermalen is geseijt.
Dat Aelbert Grievinck Ahoff in t’Hofboeck gecomen sijnde heeft moeten betaelen tot een recognitie of erfwinninge, soo die
genoemt wordt ------------------------------------------------------ 100 gl.
A o 1630 Borninckhoff ------------------------------------------------------- 125 gl.
Noch Gussinckloe ------------------------------------------------------------ 25 gl.
Alsoo blijvende d’ Heer Admodiateur bij sijne voorige Protesten, als meede bij desen e(is)?
fol. 260 - (bij de presentielijst van de hofdag) 15 Julij 1686 –
Jan ten Lintum heeft twee placken betaelt maer protesteerde den hr. Admodiateur dat hij niet te boecke sou gebracht worden voor
en aleer hij voldaen ende gequalificeert heeft als een hofman behoort.
Jan Tenckinck protesteerde den Heer Admodiateur dat hij met het versterff van sijn Mooder ende sijn vrouw overleden alsmede
het mishijlicken van sijn tegenwoordige vrouw voldaen ende sich gequalificeert heeft volgens voorgaenden protesten.
fol. 260 v - (bij de presentielijst van de hofdag) 15 Julij 1686 –
Wanner Smee(n)ck op Naeberinck in plaetse van sijn vader Wanner Smee(n)ck overleden zijnde op het goedt Naeberinck ende
heeft het versterff afgemaeckt van zijn vader zal. ingevolge het accoort daervan sijnde waertoe men sich doet refeereeren toe
weeten van den Hoffgoede Smeenck soo de voornoemde Warner Naeberinck bericht.