Hofboek 1598-1686 acten en notities - diachronie.nl

fol. 122 v – Derick Tangenhorst hefft vermitz desen het Tegeder Ampt geaccepteert und mit opgestreckten vingeren tot Gott und
sijn heijlich woort gelaefft und geschworen dat Tegeder Ampt sijns bester Vermogens und verstandts oprecht und getrouwelick te
bedienen und alles te doen wat een getrow Tegeder te doen schuldich is. Daerop sonst alle Vrijheidt recht und gerechticheit eens
Tegederss versproken und toegesagt worden. Lotte Uxor.
fol. 123 – Martis 20 Julij 1630 Stadtholder Ludolph ter Vijle, Tegeders Reiner Schulte ten Ahave, Derick Schulte ten
Borninckhave
Erschenen Berndt ten Gussinckloe, Goerkinck soon, und Berendtken ten Gussinckloe Henricks dochter, sijn huijsfrow, und
hebben haer beijde vrijwillich und walbedechtlich uuijt haren angebornen Vrijen standt den Huijse tot Bredevoort nae den Hoff
toe Gussinckloe Hoffhorich ergeven, der Hoffrechten gelijck andere Hoffhorige Personen tegenieten und missgelden,
fol. 123 v- Vorbeholden Ideren een onbenoempt vrij Kint. Waervoer sij tot een recognitie voer den Heere vorschreven gelooft die
Somma van VijffentSoeventich gulden ad twintich Str t’ Stuck.
fol. 129 – Sabbati 29 Novembris A o 1634 – Stadtholder Ludolph ter Vile, Tegeders Johan Roerdinck, Johan thoe Lintum.
Erschenen Jenneken ten Essche , eheliche Huijsfrouw Johan Mierdincks mit gemelte Ihren Man und Mombar, und thoefolge Ihrer
am 8 Augusti Ao 1599 bedongenen reserve van een Kijnt toe benoemen und vrij teholden, hefft haer dochter Enneken Mierdinck,
alles met consent und approbatie gemelten heren Stadtholders und Rentmeisters, vrij genominiert und verclaert, doende sulcks
Krafft deses. Sonder exception und argelist.
fol. 132 – (Hoffdach 1636) ……Die Hr. Rentmeister Joost ter Vijle vragende een Ordell, watt die geene verboert so op den
gewoontlicken Hoffdach niet comparierden.
Daerop die Tegeders geantwordt datse verboert een schepel garsten.
Lunæ 25 Julij 1636 –Voor den Stadholder Joost ter Vijle Rentmeister, Tegeder Derick Schulte ten Borninckhave, Erschenen
Thonijs Luijten und hefft vrijwillich und wolbedachtlick sijnen soon Johan Luijten /: bij sijn zaliger Huisfrouw Enneken
Wolterinck geprocreeert:/ na gemelte Luijten goedt Hoffhorich genoempt und verclaert. Doende sulcx Krafft deses. Sonder
exception und argelist.
fol. 133 v – Jovis 27 Octobris 1636 – Stadtholder Joost ter Vijle Rentmeister, Tegeders Derick Schulte ten Borninckhave, Johan
Leverdinck.
Erschenen Gissbert Grievinck, echte Soon van Reiner Grievinck, Schulte ten Ahave sijnes olderdombs van Dertich Jahren, und
hefft sich vrijwillich und walbedachtlick uuijdt sijnen angebornen Vrijen standt nae den Hoff ten Ahave den Huijse toe Bredevoort
Hoffhoerich ergeven, der Hoffrechten gelijck andere Hoffhoerige Persohnen und Tegeders toegenieten und missgelden, Mit
expressen bedinge und vorbeholdt sampt consent dess Heren Stadtholders und Rentmeisters vorschreven van een onbenoembt Vrij
Kindt, und dat Ingevallen hij sonder echte lijffes erven doodts verscheiden wurde, alss dan sijn broeder offt Susters sich weder in
sijn plaetz nae den Hoff hoerich sollen geven mogen. In allen des Heeren recht vorbeholden. Waer-
fol. 133 – voer hij tot recognitie voor des Heeren recht eens betalen sall die Somma van Vijffund Vijfftich guldens tot twintich str.
tstuck. Sonder fraude und argelist.
Lunæ 20 Februarij 1637 – Stadholder Joost ter Vile, Tegeders, Derick Schulte ten Borninckhave, Gissbert Grievinck
Erschenen Berndt Huijninck voer sich, Berndeken Doornincks sijner Huijsfrouwe, daervoor de rato cavierende, die bekande voer
sich, Huijsfrouwe vorschreven und sijnen erven, voer eene walbetaelde Summa geldes, rechtes steden ewigen und
onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Gerrit Roerdinck, Derissken Wehninck eheluijden und haren
erven sijn alinge recht und gerechticheit dess Hoffhoerigen Erffs uund
fol. 133 v – Goedes Huijninck Inden kerspell Aelten, Buerschap Dale gelegen, niet daervan uthgesondert, mit desselven alinge
olde und nije toebehoer und gerechticheit, sijnde den Huijse toe Bredevoort Hoffhorich. Deses gecediert und uthgegaen, Daerop
mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap, verder und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Haves- und Landtrechte.
Bij veronderpandongh sijner goederen. Sonder exception und argelist.
Voorts Erschenen Gerrit Roerdinck Derissken Wehninck eheluide, Und bekanden voer sich und haren erven rechter wetlicker und
berekender schuldt schuldich te sijn Berndt Huijninck, Berndeken Doonincks eheluiden, Die Somma van driehondert Dall. den
dall. ad dertich
fol. 134 – str. den str. tot Vijfftijn placken gerekent, gelavende dieselve halff op naestanstaende Maij, edoch viertijn dage daernae
onverhaelt, und d’ander helffte op Maij 1638 gewisslick und onfeilbaer te betalen bij veronderpandongh des Erff und goedes
Huijninck und pœne van parate executie. Sonder exception und argelist.
fol. 138 v – Martis 22 Januarij 1639 – Stattholder Joost ter Vijle Rentmeister, Tegeders Reiner Grievinck Schulte ten Ahave,
Derick Schulte ten Borninckhaffe.
Erschenen Garrit Roerdinck und referierde hoe dat naedemaell hem Roerdinck ten deele iure hære ditario van wegen sijner
huijsfrouwen
fol. 139 –ten deele iure cessionis toegevallen ende overgelaten was het Hoffhorige goedt Huijninck inden Kerspell van Aelten
Buerschap Dalen gelegen, ende alsoe t’hem Comparant niet gelegen was t’selve goedt selver te bewonen ende te cultivieren,