Hofboek 1598-1686 acten en notities - diachronie.nl

XVI C vijffendetwintich. Ende was met Hoochgeachten Sijnen Princelijcken Excellentien Segell besegelt. Onderschreven: Fr.
Hendr. de Nassau. Leger stont: Ter ordonnantie van Sijne Excellentie: J. vander Does. Concordat.
Copia:
Frederick Hendrick bij der gratien Godts Prince van Orange, Grave van Nassau, Catzenellenbogen, Vianden, Dietz, Lingen,
Moers, Bueren, Leerdam, Marquis vander Vehre ende van Vlissingen, Heere en Baron van Breda, der Stadt Grave
ende landen van Cuijck, Diest, Grimbergen, Herstal, Cranendonck, Warneston, Arlaij, Noseroij, St. Vijt, Daesburch, Polanen,
Willemstadt, Niervaert, IJsselstein, St. Martensdijck, Gertruijdenberge, Chasteau Regnart, de Hoge ende Lage Swaluwen ende van
Naeltwijck, Erffburchgrave van Antwerpen ende van Besançon, Erffmarschalck van Hollant, Gouverneur van Gelderlant, Hollant,
Zeelant, Westvrieslant, Zutphen, Utrecht
fol. 117 v - ende Overijssel, Captain ende Admiraell generael der Vereenigde Nederlanden.
Allen dergenen die dese sullen sien offte horen lesen, Saluijt.
Doen te weten, dat wij geconsenteert ende geaccordeert, als wij consenteeren ende accordeeren bij dese, dat Aeltgien Giesinck,
suster van Johan Giesinck, tegenwoordich hoffhorige Persone vanden huijse Brevoort sal worden gevrijt, Mitz voor de recognitie
van haeren Vrijdom aen onsen Rentmeester van onse Domeijnen van Brevoort Ludolph ter Ville een endetwintich daelders tot
dertich stuvers t’stuck t’onsen behoeve betalende, Twelck gedaen sijnde ordonneeren wij den vorschreven
Rentmeester van Brevoort de voornoemde Aeltgien Giesinck t’effecte deser rustelick ende vredelick te laten genieten, ende van
gemelde een ende twintich daelders in sijne Rekeninge te verandtwoorden. Gedaen in s’Gravenhage den XXVII n Septemb XVI C
vijffentwintich. Ende was met Sijner Princelijcken Excellentien Segell bestedigt. Ende onderschreven: Fr. Hen. de Nassau. Leger
stont: Ter ordonnantie van Sijne Excellentie onderteijcket: J. vander Does. Concordat.
fol. 118 -
Fredrick Hendrick bij der gratien Godts Prince van Orange, Grave van Nassau, Catzenellenboge, Vianden, Dietz, Lingen, Moers,
Bueren, Leerdam, Marquis vander Vehre ende van Vlissingen, Heere ende Baron van Breda, der Stadt Grave ende Landen van
Cuijck, Diest, Grimbergen, Herstall, Cranendonck, Warneston, Arlaij, Noseroij, St. Vijt, Daesburch, Polanen, Willemstadt,
Niervaert, IJsselsteijn, St. Martensdijck, Gertruijdenberch, Chasteau Regnart, de Hoge ende Lage Swaluwen ende van Naeltwijck,
Erffburchgrave van Antwerpen ende van Besançon, Erffmaerschalck van Hollandt, Gouverneur van Gelderlandt, Hollandt,
Zeelandt, WestVrieslandt, Zutphen, Utrecht ende Overijssel, Capitain ende Admiraell generael der Vereenigde Nederlanden.
Allen dergenen die dese sullen sien offte horen lesen, Salut.
Doen te weten, dat wij geconsenteert ende geaccordeert, als wij consenteeren ende accordeeren bij desen, dat Anthonis Rensinck,
genaempt Luijten, tegenwoirdich hoffhoorige Persoon vanden huijse Brevoort sal worden gevrijt, Mitz voor de recognitie van
sijnen Vrijdom anden Rentmeester van onse Domeijnen van Brevoort Ludolph ter Ville t’onsen behoeve betalende twintich dalers
tot dertich stuvers t’stuck, Alle twelcke gedaen sijnde, ordonneeren wij den vorschreven Rentmeester van Brevoort vornoemde
Anthonis Rensinck t’effecte deser rustelijck ende vredelijck te laten genieten, ende vande gemelde twintich daelders in sijne
rekeninge te verandtwoorden. Gedaen in s’Gravenhage den XXVII n Septemb XVI C vijffentwintich.
fol. 119 - Ende was met Sijner Princelijcken Excellentien Segell besegelt. Ende onderschreven: F. Henrich de Nassau. Leger
stont: Ter ordonnantie van Sijne Excellentie onderteeckent: J. vander Does. Concordat.
fol. 120 – Sabbati 28 Octobris 1626 – Drost und Hoffrichter Goswin van Lawick, Tegeders Johan Mierdinck, Johan Roerdinck.
Erschenen Gese Vijtz ter tijt als sij aen Johan Tenckinck bestaedt worden, sich uijt haren vrijen standt den Huijse tot Bredevoort
Hoffhorich ergeven, und dan na Hovesrechte gebruicklick, dat in sulcken Personen Plaetz eene van hare Kinderen so haer Godt
verlenen mochte die Vrijheit werden genieten moge, so is huijden dato erschenen Geesken Tenckinck, der vorgemelte Johan
Tenckincks und Gesen Vijtz nagelatene echte dochter, versoeckende in plaetse van haer zal. Moeder der Hoffrechten ontslagen
und vrijgelaten te worden, gelijck sij derselven Hoffrechten, allet na Hovesrechten, vermitz desen ontslagen und daervan vrij
erkandt is. Sonder fraude und argelist.
fol. 120 v – Veneris 9 Julij 1630 –Stadholder Ludolph ter Vijle Tegeders Johan Mierdinck, Johan Roerdinck.
Erschenen Derick Tangenhorst und hefft hem vrijwillich und welbnedachtlick uth sijnen vrijen standt na de Hoff ten
Borninckhave den Huijse thoe Bredevoort Hoffhorich ergeven, der Hoffrechten gelijck andere Hoffhorige Personen tegenieten
und missgelden. Met voerbeholdt und expressen consent des Heern Rentmeisters und Stadtholders recht, van een Kint t’sijnen
Koer te noemen Vrij te holden. Waervoer hij tot recognitie
fol. 121 – voer des Heeren recht eens sall betalen die Summa van hondert und Vijffundtwintich gulden ad twintich str. t’stuck.
Sonder exceptie und argelist.
Alsoe Berndt ten Borninckhave und Henrick sijn huijsfrouw ter tijt sij haer uth haren vrijen standt den Huijse tot Bredevoort
hoffhorich gegeven, elck een Kint na Haves recht, tot haren believen te nomineeren :/ vrij bescheiden, so hebben sij dieselven als
naemptlick Hilleken und Hinrick genomineert, diewelcke vermitz desen voor vrij erkant und angenomen worden. Allet sonder
fraude und argelist.
fol. 122 – (Hofdach 1630) -……Naele ten Borninckhave obijt. Und also sie des Tegeders Huisfrow. Ergo den Heere . 0 .
Voortss hefft Berndt Schulte ten Borninckhave voor sich und de sijnen an Derick Tangenhorst het Tegeder Ambt achtervolgents
und krafft tusschen heurluijden opgerichten Verdraghs gecedeert und overgegeven.