Hofboek 1598-1686 acten en notities - diachronie.nl

esegelt, ende onderschreven: Maurice de Nassau. Leger stont: Ter ordonnantie van Sijne Vorstlicken Genade onderteijckent:
P.de Jonghe
A’ tergo stondt: Ick underschreven Rentmeister van Bredevorth bekenne mitz deser mijne eigene hant, dess vorschreven sestien
dall. ontfangen te hebben.
fol. 108 - Actum den 16 Octobris 1622.Und was underschreven : Ludolph ter Vile.
Copia:
Mauritz bij der gratien Godts Prince van Orange, Grave van Nassau, Catzenellenbogen, Vianden, Dietz, Lingen, Moers, Bueren,
Leerdam, Marquis vander Vere ende van Vlissingen, Baron van Breda, der Stadt Grave ende lande van Cuijck, Diest, Grimbergen,
Herstall, Cranendonck, Warneston, Arlaij, Noseroij, St. Vijt, Daesburch, Lecq, Polanen, Niervaert, IJsselstein, St. Martensdijck,
Erffburggrave van Antwerpen ende van Besançon, Gouverneur ende Capitein generael van Gelderlandt, Hollandt, Zeelant,
Westfrieslandt, Zutphen, Utrecht, Overijssel, Stadt Groningen, Ommelanden ende Drent, Admiraell generaell,
Doen te weten, dat wij hebben geconsenteert ende geaccordeert, als wij consenteeren ende accordeeren bij dese, dat Aeltgien
Mensinck jegenwoirdich eijgenhorich Persoon van onsen huijse van Brevoort sall wesen gevrijt ende van den Eijgenhorigen
Diensten aldaer ontslagen, Mitz dat sij an Ludolph ter Vijle, Rentmeester van onse Stadt ende Heerlickheit Brevoort voornoempt,
voor de recognitie van voornoembden Vrijdom t’onsen behoeve sall betalen Seeven ende twintich daelders tot Dertich stuvers
fol. 108 v - het stuck. Twelck gedaen sijnde, ordonneeren wij den voornoembden Rentmeester van Brevoort d’ hiergemelte
Aeltgien Mensinck t’effecte deser rustelick ende vredelick te doen ende laten genieten ende gebruicken, ende van de gemelten 27
daelders in sijne Rekeninge te verandtwoorden. Des t’oorconde hebben wij dese met onsen name onderteickent ende ons Secreet
Segel hieronder op doen drucken. Gedaen in s’Gravenhage den 14 n Martij 1622. Ende was met Sijne Vorstlicken Genadens
opgedruckten Segel besegelt, ende onderschreven: Maurice de Nassau. Leger stondt: Ter ordonnantie van Sijne Vorstlicken
Genade onderteijckent: P.de Jonghe
A’ tergo stondt: Ick onderschreven Rentmeester van Bredeforth bekenne hiermit ende in crafft mijner eijgener hant dese
vorschrevene Soevenentwintich Dall. ontfangen te hebben. Actum den 15 Septembris 1622. Ludolph ter Vijle.
Copia:
Mauritz bij der gratien Godts Prince van Orange, Grave van Nassau, Catzenellenbogen, Vianden, Dietz, Lingen, Moers, Bueren,
Leerdam, Marquis vander Vehre ende van Vlissingen, Baron van Breda, der Stadt Grave ende lande van Cuijck, Diest,
Grimbergen, Herstall, Cranendonck, Warneston, Arlaij, Noseroij, St. Vijt, Daesburch, Leck, Polanen, Niervaert, IJsselstein, St.
Martensdijck, Erffburggrave van Antwerpen ende van Besançon,
fol. 109 - Gouverneur ende Capitein generael van Gelderlandt, Hollandt, Zeelandt, Westfrieslandt, Zutphen, Utrecht, Overijssel,
Groningen, Ommelanden ende Drent, Admiraell generaell,
Doen te weten, dat wij hebben geconsenteert ende geaccordeert, gelijck wij consenteeren ende accordeeren bij dese, dat Lijse
Deterinck iegenwoirdich hoffhorich Persoon van onsen huijse van Brevoort sall worden gevrijt ende van den Hoffrechten aldaer
ontslagen, Mitz dat zij an Ludolph ter Vijle, Rentmeester van onse Stadt ende Heerlicheit Brevoort vorschreven, voor de
recognitie van den voornoembden Vrijdom t’onsen behoeve sall betalen Sestien daelders tot Dertich stuvers t’stuck. Twelck
gedaen sijnde, ordonneeren wij den vorschreven Rentmeester van Brevoort de vorgemelte Lijse Deterinck t’effecte deser rustelick
ende vredelick te doen ende laten gebruicken ende genieten, ende van de gemelde Sestien daelders in sijne Rekeninge te
verandtwoorden. Des t’oorconde hebben wij dese mit onser name onderteijckent ende ons Secreet cachet hieronder op doen
drucken. Gedaen in s’Gravenhage den den XIIII n Martij 1622. (Locus Segelli) Onderschreven: Maurice de Nassau. Leger stont:
Ter ordonnantie van Sijne Vorstlicken Genade geteijckent: P.de Jonghe
A’ tergo stondt: Ick onderschreven Rentmeister van Bredevort bekenne mitz dese mijne eigene hant dese vorgemelte Sestien dall.
ontfangen te hebben. Actum den 29 Junij 1622. Ludolph ter Vile.
fol. 110 – (Hoffdach 15 Julij 1623) …….Enneken thoe Linthum, In Statt haerer voor desen avergegevener Vrijheijt und
gewoontelicken voerbeholt nae Havesrechte, Hefft harer Dochter Methe als een onbenoempt Kint vrij verclaert.
fol. 110 v – Warner Stortelers hefft sich na den Hoff toe Smeijnck de huijse toe Bredervort Hoffhorich ergeven, der Hoffrechten
gelijck andere Hoffhorige Personen te genieten und missgelden, een onbenoempt Kint vrij voerbeholden, Aengaende dat hij an
enen Vrije Persoon Methe thoe Linthem is gehijlickt, gelaefft affdracht te maecken. NB. Hefft affdracht gemaeckt den 18 Julij
1623.
Johan Willinck in Statt sijner voor desen avergegevene Vrijheit und gewoontlicken voorbeholdt van een onbenoempt Kint vrij te
holden, hefft na haves rechte sijne Dochter Hinneken Willinck vrij verclaert.
fol. 111- Johan Wolterinck, Lotte Swijtinck sijn huisfrow diewelcke sich mit authoriteit hares Mans und Mombaers uth haren
vrijen standt na den Hoff thoe Wolterinck hoerich ergeven, der Hoffrechten gelijck andere
fol. 111 v - Hoffhorige Personen te genieten und missgelden, Edoch een onbenoempt Kint vrij voerbeholden.
Thonijs Rensinck gnt Luijten, Enneken Wolterinck eheluijde hebben sich beide uth haren vrijen standt nae den Hoff thoe Luijten
Hoffhorich ergeven, der Hoffrechten gelijck andere Hoffhorige Personen te genieten und missgelden, een onbenoempt Kint vrij
voerbeholden, Edoch Idder een onbenoempt Kint vrij voerbeholden.