Download - Gemeente Deventer

Verslag van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Deventer
Datum: 19 januari 2011
Tijd: 20.00 uur
Voorzitter: ir. A.P. Heidema
Griffier: drs. A.G. M. Dashorst
Gemeenteraad
Aanwezig:
O. Arslan, J.J. Breuker, E.H. van Brink, mw. C.M. ten Bulte-Herrebrugh, M.W.H. Elferink, mw. H. Eltink,
A. Emens, R.S. de Geest, J. Goejer, mw. E.G. Grijsen, mw. J.F. van Harsselaar-Timmer, mw.
C.N. Hunger, J.K. Jellema, W. de Jong, P.A.L. Kemperman, S.R.J. Kleine Schaars, mw. J. Lamberts-
Grotenhuis, D.A. Ledeboer, mw. E. van der Mik, B. Noor, J. Oggel, mw. J. Pannekoek, H.C. Rietman,
H.B. Scharp, mw. K. Schmidt-Versteeg, P.T.A. Sonneveldt, mw. A. Spa, T.W. Stegink, V. Stijns, mw.
M. van Tilburg, mw. G. Tomruk-Kisi, C.J. Verhaar, mw. M. Viveen-van den Bosch, M. Yazici, Ç. Yildirim
en mw. A. Zandstra-Keijl
Afwezig:
T.R. Poppens.
Aanwezige wethouders:
M.P. Swart, M.J. Ahne, mw. M.J.G. de Jager-Stegeman en J.P.H.M. Pierey
1. Opening
De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen van harte welkom. Hij geeft een toelichting op de
agenda en geeft vervolgens het woord aan de heer De Jong, die namens de ChristenUnie het college
een nieuwjaarsgeschenk aanbiedt ten behoeve van de Deventer gemeenschap. Het is een programma
voor een Deventer gezinsweek. Voor elk van de collegeleden zit er iets in het pakket. Burgemeester
Heidema aanvaardt dit cadeau namens het college in dank.
Mevrouw Zandstra constateert dat er geen vragenkwartier op deze agenda staat en verzoekt de
voorzitter dit alsnog te doen. De raad neemt dit ordevoorstel over.
1a. (Ingelast) Vragenkwartier
Fractie Algemeen Plattelands Belang over het faillissement van Coöperatie de Oorsprong
Mevrouw Zandstra leidt uit de beantwoording van de technische vragen door het college af dat de
gemeente betrokken is bij Coöperatie de Oorsprong, ook in financiële zin. In een artikel in de krant
wordt gesproken over een doorstart. Mevrouw Zandstra vraagt of het college hierover is benaderd en
zo ja, wanneer hierover het gesprek plaatsvindt. Tot slot vraagt zij of het college een standpunt heeft
ingenomen over een mogelijke doorstart en wat de rol van het college hierbij is.
Wethouder Swart deelt mee dat het college tot nu toe niet is benaderd met concrete voorstellen over
een mogelijke doorstart. Het college heeft hierover geen standpunt ingenomen. De uitspraak van de
rechter over het faillissement van de coöperatie was ook voor het college een verrassing. De wethouder
zegt desgevraagd toe de raad te zullen informeren over dit onderwerp als er concrete berichten zijn.
2. Besluitvorming amendement “Maatregelen armoedebeleid”
De voorzitter deelt mee dat dit amendement van het CDA opnieuw is geagendeerd, omdat tijdens de
raadsvergadering van 22 december jl. de stemmen staakten. Desgevraagd geeft hij een toelichting op
het bespreekvoorstel.

Mevrouw Van der Mik deelt desgevraagd mee dat het CDA het amendement handhaaft.
Gemeenteraad
Amendement CDA (22 december 2010)
“Voorgesteld wordt beslispunt 2 van het raadsbesluit als volgt aan te passen:
Voor het armoedebeleid in Deventer voor het jaar 2011 te kiezen voor scenario 2 en dit scenario
uit te breiden met de volgende maatregelen:
1. De inkomensgrens voor de duurzame gebruiksgoederenregeling stellen op 110% van het
bijstandsniveau, en de referteperiode op 3 jaar
en de “Beleidsnota armoedebeleid in Deventer voor het jaar 2011” met inachtneming van deze
maatregelen vast te stellen. Dekking van de aanvullend benodigde middelen kan worden
gevonden in de reserve eenmalige problematiek.
Toelichting:
In 2010 kende de Dzgg een inkomensgrens van 110% en een referteperiode van 3 jaar. In
scenario 2 voor 2011 wordt deze grens versoberd naar 100% en 5 jaar. Dit treft ouderen in de
portemonnee. Om dit te voorkomen handhaven wij ook voor 2011 de inkomensgrens voor deze
regeling op 110%.”
De heer Stijns vraagt of het CDA zal instemmen met het oorspronkelijke voorstel van het college
wanneer het amendement niet zou worden aangenomen.
Mevrouw Van der Mik antwoordt dat het CDA ervan uitgaat dat het amendement wordt aangenomen.
Mocht dat toch niet zo blijken te zijn, dan moet de fractie zich nader beraden.
Mevrouw Schmidt deelt mee dat de SP zal instemmen met het amendement, ook al betreurt de fractie
het dat de bijstandsnorm van 120 % wordt losgelaten.
De heer Stijns deelt mee dat de PvdA kan instemmen met het amendement, maar hij merkt op dat dit
een afgezwakte versie is van de oorspronkelijke voorstellen van de PvdA. De PvdA had liever gezien
dat alle mensen die in 2010 een beroep konden doen op een regeling, dit kunnen blijven doen. Hij
betreurt het verder dat er met deze korting op het armoedebeleid vooruitgelopen is op de algemene
bezuinigingsdiscussie. De PvdA is van mening dat zoveel mogelijk mensen optimaal gebruik moeten
kunnen maken van die regelingen die hen in staat stellen mee te doen in deze samenleving.
Mevrouw Ten Bulte deelt mee dat GroenLinks zich aansluit bij de stemverklaring van de PvdA.
Ook de heer De Jong sluit zich aan bij de stemverklaring van de PvdA en voegt hieraan toe dat hij blij
is dat hij door middel van het aanvragen van een schorsing destijds een bijdrage heeft mogen leveren
aan de totstandkoming van het amendement van het CDA.
Besluit:
Het amendement wordt aangenomen met 19 stemmen voor van de fracties CDA (4), PvdA (7),
GroenLinks (4), SP (2), ChristenUnie (1) en ToN (1) en 17 stemmen tegen van de fracties D66 (6), VVD
(4) Algemeen Plattelands Belang (4) en Algemeen Deventer Belang (3).
3. Werkprogramma handhaving 2011
Mevrouw Spa treedt op als voorzitter bij dit agendapunt.
De heer Verhaar deelt mee dat GroenLinks al vaker aandacht heeft gevraagd voor de brandveiligheid
in stallen. Hij wijst op het grote aantal dieren dat in Nederland omkomt bij boerderijbranden en op de
rampzalige gevolgen voor de dieren en de veehouders. LTO Nederland heeft inmiddels ook de
noodklok geluid. De mogelijkheden en bevoegdheden van een gemeenteraad om brandveiligheid in
stallen te verbeteren, zijn zeer beperkt. De raad kan wel hieraan extra aandacht besteden door kaders
te stellen voor de handhaving. Daarom dient GroenLinks het volgende amendement in:
2

Gemeenteraad
Amendement GroenLinks
“Aan hoofdstuk 1 van het Werkprogramma Handhaving 2011 wordt het volgende uitgangspunt
toegevoegd:
Brandveiligheid in stallen
In het kader van het werkprogramma handhaving 2011 wordt het komende jaar bij de
handhaving van omgevingsvergunningen (bouw, milieu e.d.) van veehouderijbedrijven in het
bijzonder gelet op de naleving van de brandveiligheidsmaatregelen in de veestallen. Ook wordt
beoordeeld of de bestaande vergunningvoorschriften nog toereikend zijn of dat actualisatie nodig
is. Indien nodig wordt voorlichting gegeven over de meest recente inzichten op dit gebied.
Toelichting:
De brandveiligheid van veestallen laat veel te wensen over: in de afgelopen vijf jaar zijn in
Nederland ruim 737.000 dieren omgekomen bij 736 branden. Naast de rampzalige gevolgen voor
de dieren zelf treden ook bij de veehouders in kwestie vaak emotionele gevolgen op als een
veestapel verloren gaat. Uit een recent rapport in opdracht van de Dierenbescherming en LTO
Nederland blijkt dat veestallen beter beschermd moeten en kunnen worden tegen brand. De
meest voorkomende oorzaken van brand in rundveestallen en varkens- en pluimveehouderijen
zijn te vermijden, bijvoorbeeld door de aanwezigheid van de juiste brandpreventieve en
repressieve voorzieningen en controles op aanleg en onderhoud van elektrische apparatuur
(voorkoming kortsluiting). In de omgevingsvergunningen (milieu/bouw et cetera) zijn deze
voorschriften opgenomen en bij de handhaving kan de focus hierop gericht worden waarbij ook
wordt nagegaan of de vergunningsvoorwaarden nog toereikend of verouderd zijn. Ook kan zo
nodig voorlichting worden gegeven.
Het amendement beoogt extra aandacht te geven aan dit onderwerp. Het college bepaalt zelf op
welke wijze invulling hieraan wordt gegeven en hoe het wordt ingepast binnen het
werkprogramma.”
De heer Elferink deelt de zorg van GroenLinks over het grote aantal dieren dat om het leven komt bij
stalbranden. Hij is het met de heer Verhaar eens dat er maatregelen genomen moeten worden, maar hij
pleit ervoor om dit vooraf en niet achteraf (via handhaving), te doen. Hij wijst daarbij ook op een
mogelijke aantasting van de rechtszekerheid van de veehouders wanneer er aanvullende voorwaarden
worden gesteld aan reeds verleende vergunningen. Spreker wijst erop dat staatssecretaris Bleker naar
aanleiding van Kamervragen momenteel in overleg is met LTO Nederland en met de Dierenbescherming.
De heer Elferink pleit ervoor de landelijke regelgeving die gericht zal zijn op preventie en
bestrijding af te wachten. Het APB zal dus niet instemmen met het amendement.
De heer Oggel deelt mee dat het amendement sympathiek overkomt op het CDA. Hij heeft echter ook
begrepen dat LTO Salland geen behoefte heeft aan dit amendement, omdat er al genoeg controles zijn
en die opvatting weegt voor hem zwaar. Het CDA heeft verder moeite met de formulering “Ook wordt
beoordeeld of de bestaande vergunningvoorschriften nog toereikend zijn of dat actualisatie nodig is”.
De heer Oggel merkt hierover op dat een handhaver moet beoordelen op basis van bestaande regels.
Hij adviseert GroenLinks deze zin in ieder geval te schrappen.
De heer Kleine Schaars deelt mee dat het ADB zich aansluit bij het standpunt van het APB.
Mevrouw Eltink deelt mee dat de VVD zich ook aansluit bij het standpunt van het APB. Zij verwijst naar
het rapport van LTO Nederland waarin staat dat de maatregelen niet achteraf, maar vooraf genomen
moeten worden.
De heer Goejer vraagt in hoeverre het amendement van GroenLinks past in de uitvoeringscapaciteit
van de gemeente op het gebied van handhaving. Verder vraagt hij wat de uitkomsten zijn van de risicoinventarisatie
in deze regio. De heer Goejer is het eens met het CDA dat de handhaver moet
beoordelen op basis van bestaande regels. Het kan niet de bedoeling zijn dat er via de handhaving
extra regels worden opgesteld.
Mevrouw Van Tilburg deelt mee dat D66 dit een sympathiek amendement vindt. Het kan geen kwaad
om via de handhaving extra aandacht te besteden aan de naleving van brandveiligheidsmaatregelen.
3

Gemeenteraad
Zij vraagt zich wel af op welke manier gecontroleerd wordt of het toezicht op de brandveiligheid
inderdaad geïntensiveerd is.
Burgemeester Heidema stelt voorop dat het gruwelijk is dat er zoveel dieren om het leven komen als
gevolg van boerderijbranden. Hij gaat in op het afstudeeronderzoek van twee HBO-studenten naar de
brandveiligheid in veestallen, waaruit blijkt dat de regelgeving zeer summier is. Er zijn bijvoorbeeld
geen specifieke eisen voor de brandweer. Als het gaat om het milieu, dan is het landbouwbesluit van
toepassing. Daarin staat alleen maar dat er voldoende mobiele brandblusapparaten aanwezig moeten
zijn in de stallen. In Deventer valt een derde van de 400 agrarische bedrijven onder dit landbouwbesluit.
In 2011 zal een controle plaatsvinden bij veertig van die bedrijven in Deventer. Tot slot gaat de
burgemeester in op het bouwbesluit, waarin eisen worden gesteld op het gebied van brandveiligheid bij
nieuwbouw en verbouwing van stallen. De gemeente ziet streng toe op de naleving van deze regels,
maar die gelden dus niet voor de bestaande bouw.
De burgemeester concludeert dat er in het HUP (handhavingsuitvoeringsprogramma) zeker aandacht is
voor de brandveiligheid van veebedrijven, maar dat de controles plaatsvinden op basis van beperkte
regelgeving. Hij is het dan ook met een aantal fracties eens dat nu eerst kritisch gekeken moet worden
naar de regelgeving en dat is een taak van de regering. Verder wijst hij op de schaarse
uitvoeringscapaciteit, die maar nauwelijks toereikend is om het huidige HUP uit te voeren. De gemeente
heeft dus geen mogelijkheden om het toezicht verder te intensiveren.
Burgemeester Heidema adviseert de raad daarom het amendement niet over te nemen. Hij zegt daarbij
toe dat het college zal bezien of er extra activiteiten kunnen worden ontplooid op het terrein van de
voorlichting, in overleg met LTO Salland.
Tweede termijn
De heer Verhaar dankt de portefeuillehouder voor de uitvoerige beantwoording van de vragen. Hij is
het ermee eens dat de regering aan zet is, omdat de regels nu ernstig tekortschieten. De heer Verhaar
pleit er wel voor om alvast stappen te zetten bij de handhaving van de bestaande regels. Daarmee kan
bijvoorbeeld begonnen worden bij de controles in 2011, die de portefeuillehouder heeft genoemd.
GroenLinks heeft daarnaast in het HUP een aantal aanknopingspunten gevonden op het gebied van de
brandveiligheid in stallen.
Op de vraag van D66 deelt de heer Verhaar mee dat het niet nodig is om de verscherpte handhaving te
controleren. Hij vertrouwt er immers op dat het amendement wordt uitgevoerd als het wordt aangenomen.
Tot slot deelt de heer Verhaar mee dat GroenLinks bereid is om de door het CDA genoemde
zin te schrappen.
De heer Elferink deelt mee dat het APB bij het standpunt blijft om het amendement niet te steunen,
omdat de oplossing volgens hem niet gelegen is in de handhaving, maar in de regelgeving. Hij noemt
als voorbeeld het probleem van de brandbare isolatie. Dat kan alleen worden opgelost door het gebruik
van dit materiaal bij voorbaat te verbieden.
De heer Goejer is van mening dat de beantwoording van de vragen door de portefeuillehouder helder
is en deelt mee dat zijn fractie de lijn van het college steunt. Dit betekent dat de PvdA tegen dit
amendement zal stemmen en de landelijke ontwikkelingen op het terrein van de regelgeving afwacht.
De PvdA hoopt dat de staatssecretaris snel met concrete antwoorden komt op de Kamervragen. De
brandveiligheid in stallen gaat de PvdA zeer aan het hart. De fractie zal met GroenLinks de
ontwikkelingen nauwlettend volgen en bezien welke acties er lokaal mogelijk zijn. Daarom wil de PvdA
hier volgend jaar bij de volgende bespreking van het HUP weer op terugkomen.
De heer Oggel sluit zich aan bij het standpunt van de PvdA en bij het verzoek om dit onderwerp
volgend jaar weer te bespreken. Ook het CDA is tevreden met de beantwoording van de vragen door
de portefeuillehouder, met name als het gaat om de toezeggingen op het gebied van de voorlichting.
Mevrouw Van Tilburg deelt mee dat D66 het amendement zal steunen, omdat het een goed signaal
vormt, in afwachting van de landelijke regelgeving.
4

Gemeenteraad
De heer Van Brink sluit zich hierbij aan. Het welzijn van mens en dier gaat de SP bijzonder aan het
hart en daarom steunt de fractie het amendement van GroenLinks. De SP wil dit signaal nu afgeven en
niet wachten tot de bespreking van het HUP volgend jaar.
Besluit:
Het amendement wordt verworpen met 12 stemmen voor van de fracties GroenLinks (4), D66 (6) en SP
(2) en 24 stemmen tegen van de fracties PvdA (7), VVD (4), Algemeen Plattelands Belang (4), CDA (4),
Algemeen Deventer Belang (3), ChristenUnie (1) en ToN (1)
De voorzitter brengt vervolgens het Werkprogramma Handhaving 2011 in stemming.
De heer Van Brink legt een stemverklaring af. De SP stemt in met het Werkprogramma Handhaving en
adviseert om de lessen die geleerd worden uit de brand in Moerdijk mee te nemen in het programma
voor 2012.
Besluit:
Het voorstel wordt met algemene stemmen aangenomen.
Mevrouw Spa geeft het voorzitterschap weer terug aan de heer Heidema.
4. Uitkomsten ateliers huisvesting gemeentelijke organisatie en opmaat naar het ontwerpproces
van het voorlopig ontwerp nieuw stadskantoorcomplex
De voorzitter geeft een toelichting op het bespreekvoorstel en op de procedure.
Op verzoek van de VVD wordt de vergadering voor vijf minuten geschorst.
De voorzitter heropent vervolgens de vergadering.
De heer Ledeboer blikt terug op een interessant en bezield proces van de ateliers, met een heldere
uitkomst, namelijk dat het stadskantoorcomplex past op de onderzochte locatie. De VVD heeft een
aantal fundamentele vragen gesteld over de duurzaamheid en de aanbestedingsvorm, de plaats van de
raadszaal, de stedenbouwkundige vorm en de inpassing in de stad en over de parkeergarage. De heer
Ledeboer verzoekt de wethouder een procesvoorstel te doen voor de beantwoording en bespreking van
deze vragen. Als de wethouder dit toezegt, kan de VVD instemmen met dit raadsvoorstel, onder
voorbehoud van een toelichting op punt 9, waarin gesproken wordt over het advies van BBN over de
aanbestedingsvorm. Er was immers al toegezegd dat hierover een aparte bijeenkomst zou worden
georganiseerd.
De heer Oggel deelt mee dat het CDA akkoord gaat met het voorstel, als stap in het proces om te
komen tot een betere huisvesting voor de ambtenaren. Zoals eerder is aangekondigd, zal het CDA in
de volgende fasen vooral zeer kritisch kijken naar de financiële consequenties.
Het CDA is van mening dat er geen nieuwe raadzaal hoeft te komen, omdat de fractie ervan uitgaat dat
de zaal in het historische stadhuis kan worden aangepast. Grote aanpassingen zijn volgens de heer
Oggel niet nodig, gezien de opkomst van de sociale media en de daarbij behorende apparaatjes, die
veel vergaderdeelnemers al op zak hebben en gebruiken. Het CDA is verder van mening dat een
onderzoek naar een multifunctionele ruimte die als raadzaal gebruikt kan worden, niet nodig is.
Tot slot vraagt de heer Oggel een toelichting op de passage in het collegevoorstel waarin staat dat er
een multifunctionele ruimte wordt gemaakt in de foyer van de oude schouwburg, terwijl de schouwburg
zou worden gesloopt.
Het CDA dient samen met de ChristenUnie, GroenLinks, TrotsopNederland en de SP het volgende
amendement in:
Amendement 1:
“Het voorgenomen besluit onder 5 te wijzigen, zodat het komt te luiden als volgt:
5. Met betrekking tot de raadzaal op basis van het door de griffie opgestelde programma van
eisen het college opdracht te geven:
5

Gemeenteraad
- met voorstellen te komen aanpassing van de huidige raadzaal;
- bij de uitwerking van de voorstellen nadrukkelijk aandacht te besteden aan
cultuurhistorische, functionele, financiële en technische aspecten;
- de raad bij de uitwerking te betrekken.
Toelichting:
Een nieuwe raadzaal is niet nodig. De zaal wordt minder dan veertig uur per jaar voor
vergaderingen van de raad gebruikt. Wel moet de raadzaal aan de eisen van deze tijd worden
aangepast. Het door de griffie opgestelde programma van eisen kan goed als
uitgangspunt/vertrekpunt hiervoor dienen. Een onderzoek naar nieuwbouw van de raadzaal in
het nieuwe stadhuiscomplex is niet nodig. Evenzo is niet nodig een onderzoek naar een
multifunctionele ruimte die als raadzaal gebruikt kan worden. Er zijn zowel binnen het huidige
stadhuis als in de omgeving van het stadhuis voldoende multifunctionele ruimtes aanwezig. Als
het amendement wordt aangenomen, houdt dit voor het CDA ook in dat er in het nieuwe
stadhuiscomplex geen multifunctionele ruimte komt.”
De heer Emens deelt mee dat het ADB blij is met het voorstel en met het proces tot nu toe waarin de
inspraak goed georganiseerd was. Het ADB kan in grote lijnen instemmen met het voorstel, met
inachtneming van de toezeggingen die de wethouder inmiddels heeft gedaan. De heer Emens heeft
één bedenking en dat betreft de termijn. In een eerder stadium is toegezegd dat onderzocht zou
worden of het proces versneld kon worden. Het ADB wil weten wat de uitkomst hiervan is.
Tot slot deelt de heer Emens mee dat de besluitvorming tijdens deze vergadering alleen te maken heeft
met een volgende fase in de uitwerking van plannen. Er hoeven dus nu geen keuzes gemaakt te
worden ten aanzien van het ontwerp. De keuze voor de locatie van de raadzaal is volgens spreker nu
niet aan de orde en zijn fractie zal het amendement daarom niet steunen.
De heer De Geest is blij met de eerdere toezegging van de wethouder voor een aparte bijeenkomst
over de financiële aspecten en met de toezegging over de verbeteringen in de informatievoorziening.
Spreker deelt mee dat zijn fractie kan instemmen met de centrale optie voor de huisvesting nu gebleken
is dat de vier dislocaties om een aantal redenen ongeschikt zijn. De heer De Geest verzoekt het college
in het verdere traject rekening te blijven houden met de eerder door de PvdA genoemde
uitgangspunten, namelijk betrokkenheid, openheid, duurzaamheid en soberheid.
Spreker verzoekt de wethouder om een toelichting op het beslispunt 6. De formulering hiervan
suggereert dat de raad nu al moet besluiten tot een parkeergarage met een maximaal aantal plekken,
terwijl naar de mening van de PvdA eerst onderzocht zou moeten worden wat de kosten en de effecten
zijn. Hij verzoekt het college dit punt mee te nemen tijdens de al eerder aangekondigde extra
bijeenkomst over de financiën.
Verder spreekt de heer De Geest een voorkeur uit voor huisvesting van de raad in het huidige,
historische gebouw. De argumenten om de raad in de nieuwbouw te huisvesten, hebben de PvdA nog
niet kunnen overtuigen, maar het ontbreekt nog aan informatie over de kosten en de mogelijkheden.
Spreker zou graag zien dat ook dit punt wordt meegenomen in de extra bijeenkomst.
Vervolgens deelt de heer De Geest mee dat de PvdA voorstander is van het behouden van de huidige
school aan de Polstraat. Hij verzoekt het college de raad ook hierover tussentijds te informeren.
Tot slot verzoekt hij het college om de beslissing over de toewijzing van huisvestingslasten over te
hevelen naar de extra bijeenkomst over financiën.
De heer Verhaar kijkt terug op het lange en intensieve voorbereidingstraject van de huisvesting van de
gemeentelijke organisatie. Hij is van mening dat het voorliggende plan in stedenbouwkundig opzicht
prijzenswaardig is, maar GroenLinks heeft echter ook nog wel bezwaren tegen het voorstel en dient
daarom twee amendementen in. Het eerste amendement heeft betrekking op een dislocatie en op de
omvang van de bouw. GroenLinks is van mening dat duurzaam bouwen betekent dat ook rekening
gehouden wordt met groei en krimp. GroenLinks wil dit opvangen door het creëren van één
nevenvestiging, die dient als expansievat, bij voorkeur op een plek die door de markt niet
vanzelfsprekend wordt opgepakt. Als de gemeente dat pand in de toekomst tijdelijk niet nodig zou
hebben, dan kan het verhuurd worden. Verder is GroenLinks van mening dat het voorgestelde
bouwvolume van 15.000 m² op die locatie te groot is. Dat is volgens de heer Verhaar een andere reden
om een deel van de huisvesting op een andere locatie te vestigen.
6

Gemeenteraad
De heer Verhaar geeft tot slot desgevraagd een toelichting op de tekst van het amendement. Deze
tekst volgt punt 3 van het raadsvoorstel en wijkt hier alleen van af op het punt van de dislocatie.
Amendement 2
“Voorgesteld wordt punt 3 van het voorstel als volgt te wijzigen:
Met betrekking tot het programma - dat een programma van eisen van 15.000 m² betreft - en de
publieksfuncties te besluiten om alle publieksfuncties, inclusief het Werkplein, te vestigen in het
bouwblok Grote Kerkhof - Grote Poot – Assenstraat – Bursestraat - Polstraat en daarnaast te
kiezen voor één dislocatie.
Toelichting:
Het voorgestelde bouwvolume van 15.000 m2 op één locatie is te groot voor het fijnmazige
weefsel van de oude binnenstad. Daarom is een beperkte bouw (11.000 m2) hier voldoende.
Aanvullende ruimte wordt gevonden in een disclocatie. Die het totaal meer toekomstbestendig
maakt, aangezien de gemeentelijke organisatie in de komende decennia zonder twijfel zal
groeien en krimpen, al naar gelang taken aan de gemeente worden toebedeeld of juist
onttrokken.”
De heer Verhaar gaat vervolgens in op het amendement over de schouwburggevel. De heer Verhaar is
niet overtuigd door de argumenten van het college om deze te slopen. De aanbeveling van professor
Meurs om de bestaande foyer van het schouwburggebouw als uitgangspunt te nemen voor
herontwikkeling, weegt voor GroenLinks zwaar. Desgevraagd licht hij zijn interpretatie van het rapport
van professor Meurs nader toe. Hij wijst er verder op dat tijdens de eerste presentatie van de architect
bleek dat de raad enthousiast was over het idee om de schouwburggevel te laten staan.
Amendement 3
“Voorgesteld wordt punt 5 van het voorstel met de volgende zin aan te vullen:
Uitgangspunt daarbij is dat de gevel van de oude schouwburg (grotendeels) behouden blijft.
Toelichting:
De quickscan cultuurhistorie van professor Meurs beveelt aan de bestaande foyer van het
schouwburg-gebouw als uitgangspunt te nemen voor herontwikkeling. Indien toch tot sloop wordt
overgegaan, dient hiervoor een goed onderbouwde aanleiding te bestaan. In het raadsvoorstel
ontbreekt die onderbouwing. Verschillende partijen in de raad, en ook het coalitieprogramma,
geven bovendien aan dat hergebruik van bestaande gebouwen de voorkeur verdient boven sloop
en nieuwbouw.”
Vervolgens gaat de heer Verhaar in op de locatie voor de raadzaal. GroenLinks is van mening dat de
raadzaal op deze plek moet blijven. Hij sluit zich aan bij het betoog van de heer Oggel. Deze zaal is van
oudsher de plek waar de raad vergadert en bevindt zich in het stadhuis. Er is geen reden om de
huisvesting te veranderen. Met kleine aanpassingen kan de zaal geschikt worden gemaakt voor de
toekomst.
Verder sluit de heer Verhaar zich aan bij de vragen die de VVD eerder heeft gesteld over de
aanbesteding en de duurzaamheid en hij wacht de reactie van de wethouder af.
Tot slot verzoekt hij het college de tekst van beslispunt 6 over de parkeergarage te verhelderen.
De heer Sonneveldt spreekt namens D66 zijn waardering uit voor het werk dat is verricht door alle
betrokkenen, waaronder de inwoners, het college en de ambtenaren. In beperkte tijd is een grote
prestatie geleverd in de ateliers. Verder deelt hij mee dat D66 een voorstander is van een huisvesting
van de gemeentelijke organisatie op één plek. Dit bevordert de verbinding tussen de ambtenaren en de
bestuurders, biedt één loket voor de inwoners en het blaast nieuw leven in dit deel van de binnenstad.
De heer Sonneveldt pleit verder voor een duurzame aanpak van het project. Er moet naar zijn mening
geïnvesteerd worden in kwaliteit. Het kan beter in één keer goed, dan dat het over vijf jaar weer
opnieuw moet. Dit geldt ook voor de raadzaal. Verder heeft hij een aantal vragen.
Allereerst sluit hij zich aan bij de vragen over de parkeergarage. Hij vraagt of het inderdaad de
bedoeling is dat de raad vandaag besluit over een maximaal aantal parkeerplaatsen voor omwonenden.
Volgens hem moeten eerst de consequenties van zo een besluit helder zijn. Hij vraagt naar de kosten,
naar de toerekening daarvan en naar de verkeersbelasting in de omliggende straten. Vervolgens sluit
7

Gemeenteraad
hij zich aan bij de vragen van de heer Oggel over de multifunctionele ruimte in de oude schouwburg. Hij
vraagt of anders wordt gedoeld op de plek waar nu de schouwburg staat. Tot slot merkt de heer
Sonneveldt op dat D66 tevreden is over de toezeggingen van de wethouder over de voorzieningen ten
aanzien van het openbaar vervoer bij het nieuwe stadskantoor. D66 zal de ontwikkelingen blijven
volgen.
De heer Van Brink herhaalt dat de SP dit plan beter vindt dan het vorige. Verder is de SP tevreden
over het feit dat de lat hoog ligt als het gaat om de ambities voor duurzaamheid. De heer Van Brink
deelt wel de zorgen van de VVD en GroenLinks over beslispunt 9 over de aanbestedingsvorm en wacht
het antwoord van de wethouder af.
De SP kan niet instemmen met de huisvesting van de publieksbalies op het Grote Kerkhof, want dit is
volgens de SP een zeer slecht bereikbare plek. De SP betreurt het dat niet gekozen is voor
alternatieven of dislocaties. Het college gaf aan dat andere opties te duur zouden zijn, maar een
financiële onderbouwing daarvan ontbreekt.
Tot slot herhaalt de heer Van Brink zijn pleidooi voor een gesloten gevel aan het Grote Kerkhof, bij
voorkeur de schouwburggevel, voor het behoud van de Polstraat 1 en voor het handhaven van de
huidige raadzaal. De heer Van Brink noemt een onderzoek naar een raadzaal en/of multifunctionele
ruimte in de nieuwbouw niet nodig en zonde van het geld.
De heer De Jong benadrukt dat deze vergadering een belangrijke stap vormt in een lang proces, dat
een grote impact heeft op de stad en de bewoners. Hij roept college en raad op om vandaag een
volgende stap te zetten, zodat het project kan doorgaan. De CU is voorstander van de realisatie van
een nieuw stadskantoorcomplex, ten behoeve van de huisvesting van ambtenaren. Met de keuze voor
de plek krijgt dit stuk van de binnenstad een impuls qua kwaliteit en levendigheid. De omstandigheden
zijn qua voorbereiding naar zijn mening zeer gunstig. De heer De Jong merkt daarbij wel op dat er door
de economische crisis veel druk is komen te liggen op de financiën. In het voortraject is volgens hem
niet goed uitgelegd waarom het de moeite waard is om zoveel geld in dit project te steken. Hij heeft
overwogen een amendement in te dienen om de financiële kaders voor dit project te verlagen.
Uiteindelijk heeft hij ervoor gekozen dit nog niet te doen, in afwachting van de door de wethouder
toegezegde bezuinigingsvoorstellen. De heer De Jong houdt de wethouder aan haar toezeggingen
naar aan leiding van de motie financiën en benadrukt dat het afweegbare voorstellen moeten zijn.
De heer De Jong gaat vervolgens in op de raadzaal. Er is verwarring ontstaan doordat het college een
alternatieve locatie lijkt voor te stellen, namelijk in de foyer van de oude schouwburg, die echter zou
worden afgebroken. In aansluiting van de vorige sprekers vraagt hij om een toelichting. De heer De
Jong is van mening dat het stadskantoor een representatieve entree moet krijgen. Als dat niet lukt met
behoud van de schouwburggevel dan kan deze beter worden afgebroken. De heer De Jong hoopt dan
dat er elders in de stad panden uit deze periode behouden kunnen blijven. Tot slot merkt hij op dat het
niet helder is wat er bedoeld wordt met de uitspraken die tijdens de Politieke Markt zijn gedaan,
namelijk dat de raadzaal hoe dan ook op deze plek moet blijven. De heer De Jong vraagt of het om de
huidige zaal gaat of om het gebouw.
De heer Ledeboer licht toe dat de VVD graag een onderzoek wil naar de mogelijkheden om de raad in
het huidige gebouw te huisvesten.
De heer De Jong wijst er naar aanleiding van de discussie tot dusver op dat het Programma van Eisen
weliswaar op verschillende plaatsen al is besproken, maar nog niet formeel is vastgesteld.
De heer Elferink deelt mee dat het APB niet kan instemmen met het voorstel voor de nieuwe
huisvesting van ambtenaren, omdat de financiële consequenties nog niet helder zijn. De wethouder
heeft aangekondigd deze financiële consequenties over zes weken met de raad te bespreken. Net als
de vorige spreker heeft zijn fractie overwogen een amendement in te dienen, met als doel het financiële
kader te verlagen. Een ander bezwaar van het APB is gelegen in de bereikbaarheid van het nieuwe
stadskantoor. De heer Elferink noemt de oplossingen en toezeggingen van het college op dit gebied tot
nu toe onvoldoende; er moeten naar zijn mening garanties komen over de bereikbaarheid.
8

Gemeenteraad
Wethouder De Jager zegt toe dat er een informatie- en discussiebijeenkomst zal plaatsvinden voordat
het ontwerpproces start. Deze open bijeenkomst wordt begin maart georganiseerd en gaat over de
raadzaal, de parkeergarage, de duurzaamheid, de multifunctionele ruimte in de nieuwbouw, de
financiën, de huisvesting van ambtenaren en de wijze van aanbesteden.
Wat de financiën betreft, deelt zij mee dat het college uitgaat van de huidige exploitatielasten van 8,2
miljoen euro. Dit budget omvat zowel de bouw als het beheer. Het college zal tijdens de bijeenkomst
begin maart een aantal concrete bezuinigingsmogelijkheden aangeven op grond waarvan de raad
keuzes kan maken.
Vervolgens geeft de wethouder desgevraagd een toelichting op de tekst over de parkeergarage. Het
gaat om parkeerplaatsen voor omwonenden en het maximaal aantal parkeerplaatsen dat daar moet
komen, is op dit moment nog niet vastgesteld. Het college zal tijdens de bijeenkomst in maart aangeven
wat de (financiële) consequenties zijn van extra parkeerplaatsen (nu zijn het er 45), zodat de raad een
afgewogen keuze kan maken voor het aantal parkeerplaatsen. De wethouder verwacht geen extra
verkeersdrukte in de omliggende straten, omdat de plaatsen niet voor bezoekers zijn bestemd. Dit zal
ook duidelijk met borden in de binnenstad worden aangegeven.
De wethouder zegt desgevraagd toe dat de raad wordt betrokken in het ontwerpproces en dat ook de
inwoners van Deventer nadrukkelijk betrokken worden bij het vervolg.
Vervolgens gaat de wethouder in op de vragen over de raadzaal. Tijdens de bijeenkomst begin maart
zal het college de mogelijkheden laten zien voor een raadzaal in het huidige, historische stadhuis. De
wethouder merkt hierbij wel op dat nu al vaststaat dat er ook een multifunctionele ruimte moet komen in
de nieuwbouw, om politiek, inwoners en ambtenaren een ruimte te bieden om thema’s te bespreken.
Dit is in lijn met het streven van het college naar een open bestuursstijl en past ook bij goed
werkgeverschap.
Naar aanleiding van de vragen over de Polstraat, bevestigt de wethouder dat het college ervan uitgaat
dat de school behouden blijft. In het vervolgtraject zal het college aangeven wat de consequenties
hiervan zijn. Mocht in de ontwerpfase blijken dat het toch niet mogelijk is, dan zal het college de raad
laten weten wat hiervoor de redenen zijn. Zij wijst er wel op dat het pand Polstraat 1 is aangepast, maar
nog niet in definitieve vorm. Dit pand is tijdelijk aangepast ten behoeve van de huisvesting van 25
ambtenaren gedurende drie jaar.
De wethouder bevestigt dat het college uitgaat van de sloop van de oude schouwburg. Naar aanleiding
van de vragen hierover licht zij toe dat in het collegevoorstel de plek wordt aangeduid waar een
multifunctionele ruimte zou kunnen worden gerealiseerd als de schouwburg is gesloopt. Sloop van de
schouwburg is volgens het college noodzakelijk om een representatief stadskantoorcomplex te creëren,
ook als het gaat om het onderhoud. Het rapport van professor Meurs biedt hiertoe de mogelijkheden.
Tot slot spreekt de wethouder de hoop uit dat raad en college op deze ingeslagen weg kunnen
voortgaan. Zij wijst op de intensieve voorbereiding, waarbij de voor deze fase benodigde informatie is
verstrekt, de alternatieven zijn gewogen en bijzondere sessies zijn georganiseerd in de vorm van de
ontwerpateliers en informatiebijeenkomsten.
Tweede termijn
De heer Ledeboer verzoekt de wethouder in de tweede termijn in te gaan op zijn vraag over de aanbestedingsvorm.
De heer Emens verzoekt de wethouder in te gaan op zijn verzoek om de besluitvorming spoedig af te
ronden. Hij verzoekt het college vóór de zomervakantie aan de raad een voorstel voor te leggen over
het voorlopig ontwerp.
De heer Verhaar gaat in op de voorgeschiedenis van dit project en op de rol die GroenLinks hierbij
gespeeld heeft. GroenLinks heeft altijd gepleit voor een kleiner stadskantoorcomplex plus één
dislocatie. Toen in de vorige coalitie bleek dat deze variant het niet ging redden, heeft de GroenLinkswethouder
echter het compromis trouw verdedigd. De heer Verhaar heeft uit media-uitingen de indruk
gekregen dat zijn fractie de laatste tijd in de raad niet altijd even serieus genomen wordt en hij betreurt
dat. Verder spreekt hij zijn teleurstelling uit over de uiteindelijke keuze voor één groot kantoorcomplex
in de binnenstad. De fractie zal daarom tegen het voorstel van het college stemmen. Tegelijkertijd
realiseert de fractie zich dat er breed draagvlak nodig is voor dit project. GroenLinks zal zich dan ook in
de vervolgfase constructief blijven opstellen.
9

Gemeenteraad
De heer De Geest bedankt de wethouder voor de beantwoording van de vragen. Hij wijst erop dat er
vóór de belangrijke bijeenkomst van maart nog veel werk verzet moet worden. Tot slot merkt hij op dat
hij het met de heer Emens eens is dat de vaart in het project moet blijven, maar de snelheid mag geen
doel op zich worden, want het gaat om een groot, ingrijpend project waarbij zorgvuldigheid zeer
belangrijk is.
De heer Elferink vraagt een toelichting op de status van de besluitvorming van vanavond en merkt op
dat er nog veel belangrijke informatie moet volgen. Hij vraagt of de besluitvorming over deze fase niet
beter na de bijeenkomst van maart kan plaatsvinden.
De heer Sonneveldt sluit zich aan bij de opmerking van de heer De Geest over het tempo van de
besluitvorming. Verder deelt hij mee dat D66 het amendement over de locatie van de raadzaal niet zal
steunen, omdat volgens D66 de kwaliteit van de zaal leidend moet zijn en niet de locatie. D66 wil eerst
het onderzoek afwachten. D66 zal ook de amendementen van GroenLinks niet steunen. De fractie
steunt het voornemen van het college om de schouwburg te slopen en heeft er vertrouwen in dat de
architect met een goed ontwerp zal komen.
De heer De Jong benadrukt nogmaals dat het Programma van Eisen het vertrekpunt moet zijn en dat
daarover nog geen formeel politiek besluit is genomen.
Hij verzoekt de wethouder in de tweede termijn in te gaan op de uitvoering van de motie financiën.
De heer Van Brink deelt mee dat de SP het amendement van GroenLinks niet zal steunen. SP ziet op
zich wel iets in een dislocatie, maar alleen als er een onderzoek komt naar de publieksbalies die daar
dan gevestigd kunnen worden.
De argumenten van de wethouder voor de sloop van de oude schouwburg hebben de SP niet
overtuigd. De SP steunt het amendement van GroenLinks voor het behoud van de gevel.
De SP zal het collegevoorstel niet steunen, omdat de SP van mening is dat de publieksfuncties in dit
voorstel niet goed gehuisvest worden.
Wethouder De Jager onderschrijft de opmerkingen over de vereiste zorgvuldigheid. Het college streeft
ernaar de besluitvorming spoedig af te ronden, maar kan niet toezeggen dat dit vóór de zomer gaat
lukken.
Op de vraag naar de status van de besluitvorming deelt zij mee dat vanavond een fase wordt
afgesloten, namelijk “uitkomsten van de ateliers huisvesting gemeentelijke organisatie en opmaat naar
het ontwerpproces van het voorlopig ontwerp nieuw stadskantoorcomplex”. Het is de bedoeling om op
deze manier, stap voor stap, te komen tot het definitief ontwerp en vervolgens tot de daadwerkelijke
bouw.
Op de vraag naar de uitvoering van de motie financiën deelt zij mee dat het inderdaad de bedoeling is
dat het college zichtbare, toetsbare en meetbare bezuinigingsvoorstellen voorlegt aan de raad. Deze
motie wordt dus uitgevoerd.
In antwoord op de vragen over de aanbestedingsvorm verwijst zij naar pagina 13 van het voorstel, waar
staat dat het college het advies van BBN over de aanbestedingsvorm heeft overgenomen. Dit is een
voorlopige keuze die begin maart zal worden toegelicht. De definitieve keuze wordt later gemaakt en is
afhankelijk van de ontwikkeling van het ontwerp en van de marktomstandigheden. Vóór de ontwerpfase
moet er helderheid zijn over de aanbestedingsvorm.
Tot slot deelt de wethouder mee dat het college de raad adviseert de amendementen niet over te
nemen.
Op verzoek van het CDA wordt de vergadering tien minuten geschorst.
Na schorsing heropent de voorzitter de vergadering.
De heer Oggel deelt mee dat amendement 1 na overleg met de andere indieners is aangepast. De
tekst bij het eerste liggend streepje wordt vervangen door:
- “met voorstellen te komen tot aanpassing van één van de bestaande ruimten in het historisch
stadhuis tot raadzaal;”
10

Gemeenteraad
De heer Oggel deelt mee dat, mocht uit onderzoek blijken dat het niet mogelijk is om in het historisch
stadhuis een raadzaal te maken, de indieners van dit amendement zich hierbij zullen neerleggen.
De heer De Geest deelt mee dat de PvdA dit gewijzigde amendement steunt, gehoord de toelichting.
De heer Ledeboer deelt mee dat dit ook geldt voor de VVD.
De heer Sonneveldt deelt mee dat D66 het gewijzigde amendement niet steunt, omdat zijn fractie niet
bij voorbaat de oplossing in de nieuwbouw wil uitsluiten. De kwaliteit van de nieuwe raadzaal staat
voorop.
De heer Emens deelt mee dat het ADB zich aansluit bij het standpunt en de argumentatie van D66.
De wethouder deelt mee dat het college het amendement kan overnemen, zolang helder is dat er
naast de raadzaal in het historisch stadhuis nog een multifunctionele ruimte nodig is in de nieuwbouw.
De voorzitter brengt de amendementen in stemming.
Besluit:
Amendement 1 wordt aangenomen met 11 stemmen tegen van de fracties D66 (6), Algemeen Deventer
Belang (3) en mw. Grijsen (Algemeen Plattelands Belang).
Besluit:
Amendement 2 wordt verworpen met de stemmen voor van de fractie GroenLinks (4).
Besluit:
Amendement 3 wordt verworpen met de stemmen voor van de fracties GroenLinks (4) en
SP (2)
De voorzitter brengt vervolgens het collegevoorstel in stemming.
De heer Van Brink legt een stemverklaring af. De SP zal tegen het collegevoorstel stemmen, omdat er
teveel bezwaren zijn. De heer Van Brink verwijst naar de argumenten die in eerste en tweede termijn
zijn genoemd. De SP zal zich in het vervolg van deze procedure constructief opstellen.
De heer Verhaar legt ook een stemverklaring af. GroenLinks kan niet instemmen met het voorstel,
vanwege het te grote bouwvolume en de wens van de fractie om één dislocatie te maken. GroenLinks
zal zich neerleggen bij het besluit van de raad en zal zich coöperatief opstellen in het vervolgtraject.
Besluit:
Het voorstel wordt aangenomen met 10 stemmen tegen van de fracties GroenLinks (4), Algemeen
Plattelands Belang (4) en SP (2).
5. Sluiting
De voorzitter wenst de aanwezigen wel thuis sluit de vergadering.
11