RAD 21: Vermeulen B. & M. H. Bartels, 2007. Boeren voor de stad ...
RAD 21: Vermeulen B. & M. H. Bartels, 2007. Boeren voor de stad ...
RAD 21: Vermeulen B. & M. H. Bartels, 2007. Boeren voor de stad ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
1. INLEIDING · MICHIEL BARTELS<br />
1.1 De zes fases van het grondgebruik<br />
De bevolkingsaanwas in <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen, <strong>de</strong> verste<strong>de</strong>lijking en <strong>de</strong> hiermee verbon<strong>de</strong>n<br />
<strong>de</strong> voedselproductie, noopten <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse bewoners van <strong>de</strong> Lage Lan<strong>de</strong>n<br />
om meer gron<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> landbouw te ontwikkelen. In het westen; Holland, Zeeland<br />
en Vlaan<strong>de</strong>ren, werd dit gedaan door veengebie<strong>de</strong>n droog te malen of binnenzeeën<br />
te omdijken en leeg te pompen. Dit heeft in het huidige landschap herkenbare<br />
pol<strong>de</strong>rs en dijken opgeleverd.<br />
In Oost-Ne<strong>de</strong>rland, op <strong>de</strong> zandgron<strong>de</strong>n, lag <strong>de</strong> zaak an<strong>de</strong>rs. Hier was eveneens veel<br />
water aanwezig, verstopt in grote moerassen, zompige hei<strong>de</strong>vel<strong>de</strong>n en on<strong>de</strong>rgelopen<br />
bouwgron<strong>de</strong>n. Deze wer<strong>de</strong>n afgewisseld door het ‘zan<strong>de</strong>ilan<strong>de</strong>nrijk’, <strong>de</strong> holocene<br />
en pleistocene zandkoppen die uit <strong>de</strong>ze nattigheid staken. Hierop werd door<br />
<strong>de</strong> prehistorische mens al gewoond. In <strong>de</strong> prehistorie, <strong>de</strong> inheems Romeinse tijd en<br />
<strong>de</strong>els in <strong>de</strong> vroege mid<strong>de</strong>leeuwen, wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> zandgron<strong>de</strong>n licht geploegd en bemest<br />
<strong>voor</strong> betere resultaten, <strong>de</strong> eerste fase van het agrarisch landgebruik. De hoeveelheid<br />
landbouwgrond bleek echter volstrekt onvoldoen<strong>de</strong> toen <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n en zeker<br />
Deventer in <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen begonnen te groeien.<br />
Tot <strong>de</strong> 13 <strong>de</strong> eeuw kon nog in <strong>de</strong> behoefte aan landbouwproducten <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>stad</strong><br />
wor<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>zien door binnen en direct buiten <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse ne<strong>de</strong>rzetting tuingron<strong>de</strong>n,<br />
akkers en wei<strong>de</strong>n te creëren, <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> fase van uitbreiding van het landbouwareaal.<br />
1 Daarna nam <strong>de</strong> ruimtebehoefte van <strong>de</strong> <strong>stad</strong> steeds grotere vormen<br />
aan. Nieuwe landbouwgebie<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n in gebruik genomen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke landbouwproductie.<br />
Gebie<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> Voor<strong>stad</strong>, rond <strong>de</strong> Molenbelt en <strong>de</strong> Rielerweg, wer<strong>de</strong>n<br />
steeds intensiever benut. 2 Deze <strong>de</strong>r<strong>de</strong> fase in <strong>de</strong> benutting van <strong>de</strong> extensieve<br />
landbouwgebie<strong>de</strong>n; <strong>de</strong> ontwikkeling naar steeds intensiever bebouw<strong>de</strong> gron<strong>de</strong>n kon<br />
alleen bereikt wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> toename van <strong>de</strong> hoeveelheid meststof. Hier<strong>voor</strong><br />
werd naast <strong>de</strong> gebruikelijke bio-organische meststof van <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rij en <strong>de</strong> akkers<br />
nu ook ste<strong>de</strong>lijk vuil gebruikt. De incorporatie van <strong>de</strong>ze, relatief dicht bij <strong>de</strong> <strong>stad</strong><br />
gelegen hoge gron<strong>de</strong>n, bleek echter niet voldoen<strong>de</strong> om te <strong>voor</strong>zien in <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke<br />
consumptiebehoefte.<br />
Ook <strong>de</strong> zeer ongunstige gebie<strong>de</strong>n, zoals <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>n van Relo (later Rielerenk), waar<br />
zandverstuivingen en grote zompigheid elkaar afwissel<strong>de</strong>n, bleken als vier<strong>de</strong> keus<br />
bruikbaar. Een meer dan 30 ha groot gebied, nu Brinkgreve, Rielerenk West, Rielerenk<br />
Oost en <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>n tussen <strong>de</strong> Bolkesteinlaan en het latere Overijssels<br />
Kanaal, werd in <strong>de</strong>ze vier<strong>de</strong> fase van <strong>de</strong> uitbreiding van het landbouwgron<strong>de</strong>n geschikt<br />
geacht <strong>voor</strong> cultivatie. Dit kon alleen bereikt wor<strong>de</strong>n door grote gecoördineer<strong>de</strong><br />
inspanningen vanuit <strong>de</strong> kapitaalkrachtige <strong>stad</strong> Deventer. Het aanvankelijk<br />
marginale landbouwgebied werd vanaf <strong>de</strong> 15 <strong>de</strong> eeuw geëgaliseerd, bemest en opgenomen<br />
in <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke landbouweconomie. Deze langzame ‘inpol<strong>de</strong>ring’ was qua<br />
inspanningen overeenkomstig met een Hollandse of Zeeuwse pol<strong>de</strong>r. Kenmerkend<br />
<strong>voor</strong> Oost-Ne<strong>de</strong>rland ging <strong>de</strong> ontwikkeling echter langzaam maar onafgebroken<br />
ver<strong>de</strong>r tot een goe<strong>de</strong> landbouwgrond was bereikt. Dui<strong>de</strong>lijk zichtbare landschapselementen<br />
zoals dijken en pol<strong>de</strong>rs waren er niet maar <strong>de</strong> hoeveelheid landbouwgrond<br />
nam toe en <strong>de</strong> boeren boer<strong>de</strong>n steeds beter op hun bestaan<strong>de</strong> akkers.<br />
De vijf<strong>de</strong> fase van het landgebruik trad aan het eind van <strong>de</strong> 19 <strong>de</strong> eeuw in. De natuurlijke<br />
mest en <strong>de</strong> <strong>stad</strong>sdrek wer<strong>de</strong>n vervangen door kunstmest. De handarbeid<br />
1 Binnen <strong>de</strong> ne<strong>de</strong>rzetting: <strong>Vermeulen</strong>, 2006A, 33-51: <strong>de</strong> 9-10 <strong>de</strong> -eeuwse boer<strong>de</strong>rij en 9 <strong>de</strong> -13 <strong>de</strong> -eeuwse tuinbouwgron<strong>de</strong>n en<br />
akkers aan <strong>de</strong> Bagijnenstraat. Mittendorff & <strong>Vermeulen</strong>, 2004: <strong>de</strong> grootschalige ophogingen en tuinen/akkers aan <strong>de</strong> Bruynssteeg<br />
uit <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1050-1300.<br />
Vlak buiten <strong>de</strong> ne<strong>de</strong>rzetting: <strong>de</strong> Driebergenbuurt en <strong>de</strong> Vaaltakkers als extensief landbouwgebied, uit opgravingen Driebergenbuurt<br />
(Klinkenbeltsweg, Moerakkerstraat): Haveman, 2005, 7-9; <strong>Vermeulen</strong>, 2006B, 8-9.<br />
2 Hermsen, 2005, <strong>21</strong>-24.<br />
1. INLEIDING<br />
7