22.08.2013 Views

RAD 21: Vermeulen B. & M. H. Bartels, 2007. Boeren voor de stad ...

RAD 21: Vermeulen B. & M. H. Bartels, 2007. Boeren voor de stad ...

RAD 21: Vermeulen B. & M. H. Bartels, 2007. Boeren voor de stad ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

allen exact in het verleng<strong>de</strong> van <strong>de</strong> sleuven ten zui<strong>de</strong>n van werkput 1 lagen. Ter<br />

hoogte van werkput 26 werd een uitbreiding (werkput 27) aangelegd om meer dui<strong>de</strong>lijkheid<br />

te krijgen over <strong>de</strong> in <strong>de</strong> proefsleuf aangetroffen laatmid<strong>de</strong>leeuwse structuren.<br />

Ten noor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> houtwal lagen <strong>de</strong> werkputten 33 tot 47, elk ongeveer 20<br />

m van elkaar geschei<strong>de</strong>n. De werkputten 44 tot 47, ter hoogte van het mid<strong>de</strong>leeuwse<br />

erf Warmboldink, wer<strong>de</strong>n iets dichter bij elkaar aangelegd om een vollediger<br />

beeld van <strong>de</strong>ze vindplaats te krijgen. Ook wer<strong>de</strong>n er op erve Mensink (werkput<br />

33) en erve Warmboldink (werkput 44) om <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> re<strong>de</strong>n uitbreidingen aangelegd.<br />

Tot slot werd ook aan <strong>de</strong> oostzij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> Ou<strong>de</strong> Rielerweg een serie proefsleuven<br />

getrokken. Werkput 28 lag ongeveer noord zuid en volg<strong>de</strong> <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> Ou<strong>de</strong><br />

Rielerweg. De werkputten 29, 30, 31, 32, 48 en 49 wer<strong>de</strong>n allen noordoost zuidwest<br />

gegraven. Tegen werkput 32 wer<strong>de</strong>n twee kleine uitbreidingen aangelegd om meer<br />

zicht te krijgen op <strong>de</strong> palenrijen in <strong>de</strong>ze werkput. Werkput 48 werd met hetzelf<strong>de</strong><br />

doel direct bre<strong>de</strong>r gemaakt. Tot slot werd aan <strong>de</strong> uiterste zuidzij<strong>de</strong> van het terrein<br />

nog een oost west gelegen werkput (50) aangelegd. Aan het oostelijke uitein<strong>de</strong><br />

hiervan werd nog een uitbreiding gegraven.<br />

Alle sleuven zijn gedocumenteerd en ingemeten. Op regelmatige afstan<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n<br />

in alle proefsleuven <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mprofielen beschreven om een goed beeld te krijgen<br />

van <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mopbouw op verschillen<strong>de</strong> <strong>de</strong>len van <strong>de</strong> Rielerenk. In fase 1 werd alleen<br />

gecoupeerd op <strong>de</strong> plaatsen waar in het Definitief On<strong>de</strong>rzoek geen aanvullend on<strong>de</strong>rzoek<br />

zou plaats vin<strong>de</strong>n. De vindplaatsen <strong>voor</strong> het Definitief On<strong>de</strong>rzoek wer<strong>de</strong>n<br />

ver<strong>de</strong>r niet na<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzocht. De sporen zijn per werkput uitge<strong>de</strong>eld. Een spoornummer<br />

bestaat dus steeds uit een putaanduiding en een eigenlijk spoornummer.<br />

Ook <strong>de</strong> vond<strong>stad</strong>ministratie is per werkput opgezet. De fotoadministratie ken<strong>de</strong><br />

wel een doorlopen<strong>de</strong> nummering.<br />

Op basis van het AAO zijn zeven vindplaatsen aangewezen. Voor drie van <strong>de</strong>ze vindplaatsen<br />

werd opgraven geadviseerd. Drie an<strong>de</strong>re vindplaatsen wer<strong>de</strong>n als behou<strong>de</strong>nswaardig<br />

aangemerkt. Dit bleek echter in geen van <strong>de</strong> drie gevallen een optie,<br />

zodat ook <strong>de</strong>ze vindplaatsen tij<strong>de</strong>ns het Definitief On<strong>de</strong>rzoek zijn opgegraven. Een<br />

zeven<strong>de</strong> vindplaats werd op basis van <strong>de</strong> onvolledigheid en kwaliteit afgeschreven.<br />

2.4 Definitief On<strong>de</strong>rzoek (2003)<br />

Tij<strong>de</strong>ns het Definitief On<strong>de</strong>rzoek wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> zes na het proefon<strong>de</strong>rzoek geselecteer<strong>de</strong><br />

vindplaatsen on<strong>de</strong>rzocht. Deze hebben samen met <strong>de</strong> vindplaatsen uit het<br />

noodon<strong>de</strong>rzoek in 2004 een doorlopen<strong>de</strong> vindplaatsnummering gekregen die in <strong>de</strong><br />

rest van <strong>de</strong> rapportage als uitgangspunt dient (afb. 2.6). De nummering van <strong>de</strong> vindplaatsen<br />

is gebaseerd op <strong>de</strong> volgor<strong>de</strong> van <strong>de</strong> uitwerking en is dus niet chronologisch.<br />

Ook in <strong>de</strong>ze fase wer<strong>de</strong>n alle sporen gedocumenteerd, gecoupeerd en afgewerkt.<br />

De sporen, vondsten en fotoadministratie sloot aan op het <strong>voor</strong> het <strong>voor</strong>on<strong>de</strong>rzoek<br />

opgezette systeem.<br />

Vindplaats 1: Een spieker uit <strong>de</strong> vroege of mid<strong>de</strong>n ijzertijd (800 tot 250 v. Chr.)<br />

In werkput 2, gelegen in <strong>de</strong> zuidwesthoek van het on<strong>de</strong>rzoeksgebied, werd tij<strong>de</strong>ns<br />

het proefon<strong>de</strong>rzoek een kleine concentratie sporen en vondsten aangetroffen. Rond<br />

<strong>de</strong>ze plek werd in 2003 een groter opgravingsvlak opengelegd. In <strong>de</strong>ze 19 m bij 8,5<br />

m grote werkput wer<strong>de</strong>n alleen <strong>de</strong> resten van een geïsoleerd gelegen spieker aangetroffen.<br />

De werkput kreeg hetzelf<strong>de</strong> putnummer als <strong>de</strong> proefsleuf (werkput 2).<br />

17

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!