RAD 21: Vermeulen B. & M. H. Bartels, 2007. Boeren voor de stad ...
RAD 21: Vermeulen B. & M. H. Bartels, 2007. Boeren voor de stad ...
RAD 21: Vermeulen B. & M. H. Bartels, 2007. Boeren voor de stad ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
7.CONCLUSIE · BART VERMEULEN<br />
7.1 Inleiding<br />
Het is uitzon<strong>de</strong>rlijk, dat <strong>de</strong> bewonings- en gebruiksgeschie<strong>de</strong>nis van een op het<br />
eerste gezicht marginaal gebied zoals <strong>de</strong> Rielerenk integraal is on<strong>de</strong>rzocht.<br />
Het proefsleuvenon<strong>de</strong>rzoek toon<strong>de</strong> al aan, dat het gebied zeker niet leeg was en<br />
vanaf <strong>de</strong> prehistorie tot he<strong>de</strong>n een belangrijk <strong>de</strong>el uitmaakte van <strong>de</strong> voedseleconomie.<br />
Het <strong>de</strong>finitief on<strong>de</strong>rzoek heeft een schat aan gegevens over <strong>de</strong> ontwikkeling<br />
van het cultuurlandschap op van nature <strong>voor</strong> akkerbouw ongeschikte locaties<br />
opgeleverd. Methodisch heeft het on<strong>de</strong>rzoek aangetoond, dat gebie<strong>de</strong>n die, bij<strong>voor</strong>beeld<br />
na boringen, archeologisch leeg lijken dat niet hoeven te zijn. De resultaten<br />
van het on<strong>de</strong>rzoek geven aan, dat het belangrijk en zinvol is om ook informatie<br />
buiten ne<strong>de</strong>rzettingskernen te verzamelen.<br />
7.2 Het landschap van <strong>de</strong> Rielerenk: Van laag en nat naar hoog en droog<br />
Het natuurlijk landschap on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Rielerenk ken<strong>de</strong> grote verschillen in hoogte en<br />
daarmee in vochtigheid. Er was geen sprake van een aaneengesloten <strong>de</strong>kzandrug,<br />
maar van verschillen<strong>de</strong> <strong>de</strong>kzandhoogten, die van elkaar geschei<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n door<br />
<strong>de</strong>kzandlaagten. De basis van het landschap op <strong>de</strong> Rielerenk wordt gevormd door<br />
een vlakke lemige laag Oud Dekzand, die slecht water doorlaat. Deze zandlaag is tij<strong>de</strong>ns<br />
<strong>de</strong> Weichselien-ijstijd afgezet door smeltwaterstromen. Over het Ou<strong>de</strong> Dekzand<br />
ligt het fijnere Jonge Dekzand, dat door windafzetting is ontstaan. Dit kenmerkt<br />
zich door relatief grote hoogteverschillen over kleine afstand. Dit Jonge<br />
Dekzand gaf het natuurlijk landschap zijn <strong>de</strong>finitieve vorm en oorspronkelijke reliëf.<br />
De ondoorlatendheid van het ou<strong>de</strong> <strong>de</strong>kzand zorg<strong>de</strong> er<strong>voor</strong>, dat het water over <strong>de</strong>ze<br />
afzetting afstroom<strong>de</strong> naar <strong>de</strong> lager gelegen <strong>de</strong>len van het gebied, die daardoor extra<br />
drassig wer<strong>de</strong>n. Hierdoor ontston<strong>de</strong>n er veenlagen en op sommige plaatsen vennetjes.<br />
De laatste twee van <strong>de</strong>ze vennetjes wer<strong>de</strong>n pas in <strong>de</strong> 20 ste eeuw ge<strong>de</strong>mpt.<br />
De kenmerken<strong>de</strong> landschappelijke elementen op <strong>de</strong> Rielerenk zijn <strong>de</strong>kzandruggen<br />
en <strong>de</strong>kzandlaagten. Op <strong>de</strong> <strong>de</strong>kzandruggen stond oorspronkelijk bos dat afhankelijk<br />
van <strong>de</strong> hoogteligging een an<strong>de</strong>re samenstelling ken<strong>de</strong>. In <strong>de</strong> <strong>de</strong>kzandlaagten was het<br />
pakket Jong Dekzand dun of ontbrak het zelfs volledig. Op het lemige Ou<strong>de</strong> Dekzand<br />
stagneer<strong>de</strong> het water en zijn moerige, bijna venige bo<strong>de</strong>ms ontstaan. Op <strong>de</strong>ze<br />
natte bo<strong>de</strong>ms ston<strong>de</strong>n zogenaam<strong>de</strong> broekbossen met elzen en berken.<br />
Vanaf <strong>de</strong> late prehistorie werd dit door bossen gedomineer<strong>de</strong> landschap omgevormd<br />
tot een zogenaamd parklandschap. Dit bestond uit bossen met daartussen<br />
open ruimten, die als ne<strong>de</strong>rzettingsareaal en akkerbouwgebied in gebruik waren.<br />
Voor <strong>de</strong> Rielerenk zijn uit <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> geen akkers aanwijsbaar. Vermoe<strong>de</strong>lijk<br />
ontwikkel<strong>de</strong> het bosgebied zich gelei<strong>de</strong>lijk tot hei<strong>de</strong> en grasland, waar in <strong>de</strong> lagere<br />
<strong>de</strong>len geen hei<strong>de</strong> maar gras en zegge groei<strong>de</strong>n. Deze gebie<strong>de</strong>n waren als gemeenschappelijke<br />
wei<strong>de</strong>grond in gebruik. Vanaf <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen wer<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> natuurlijke<br />
bo<strong>de</strong>ms ophogingslagen bestaan<strong>de</strong> uit meststoffen en grond opgebracht.<br />
Op <strong>de</strong>ze wijze is op <strong>de</strong> natuurlijke on<strong>de</strong>rgrond een cultuur<strong>de</strong>k ontstaan. Omdat op<br />
<strong>de</strong> lagere <strong>de</strong>len meer grond werd opgebracht dan op <strong>de</strong> hogere <strong>de</strong>len, is het natuurlijk<br />
reliëf gelei<strong>de</strong>lijk afgevlakt. Dit effect werd nog ver<strong>de</strong>r verstrekt door <strong>de</strong><br />
ruilverkaveling en daaropvolgen<strong>de</strong> mechanische egalisaties van het gebied.<br />
7.CONCLUSIE<br />
113