Programmaboekje : La Petite Bande - deSingel
Programmaboekje : La Petite Bande - deSingel
Programmaboekje : La Petite Bande - deSingel
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>La</strong> <strong>Petite</strong> <strong>Bande</strong> . Sigiswald Kuijken<br />
Christoph Genz tenor<br />
woensdag 7 februari 2001<br />
<strong>La</strong> <strong>Petite</strong> <strong>Bande</strong> . Sigiswald Kuijken<br />
Stephan Genz bariton<br />
donderdag 8 februari 2001
We zijn uiterst vereerd het Belgisch Vorstenpaar te mogen verwelkomen<br />
naar aanleiding van het twintigjarig bestaan van <strong>deSingel</strong><br />
tijdens het concert van <strong>La</strong> <strong>Petite</strong> <strong>Bande</strong> op 7 februari 2001.
woensdag 7 februari 2001<br />
<strong>La</strong> <strong>Petite</strong> <strong>Bande</strong> . Sigiswald Kuijken . Christoph Genz tenor<br />
Joseph Haydn<br />
Symfonie nr 104 in D, London<br />
Wolfgang Amadeus Mozart<br />
Concertaria: Misero! O sogno - Aura che intorni spiri, KV431<br />
Joseph Haydn<br />
Symfonie nr 99 in Es<br />
pauze<br />
Wolfgang Amadeus Mozart<br />
Concertaria’s:<br />
Per pietà, KV420<br />
A te fra tanti affanni, KV469<br />
Joseph Haydn<br />
Symfonie nr 100 in D, Militär<br />
donderdag 8 februari 2001<br />
<strong>La</strong> <strong>Petite</strong> <strong>Bande</strong> . Sigiswald Kuijken . Stephan Genz bariton<br />
Joseph Haydn<br />
Symfonie nr 101 in D, Die Uhr<br />
Joseph Haydn<br />
Symfonie nr 102 in Bes<br />
pauze<br />
Wolfgang Amadeus Mozart<br />
Concertaria’s:<br />
Mentre ti lascio, KV513<br />
Un bacio di mano, KV541<br />
Rivolgete, KV584<br />
Joseph Haydn<br />
Symfonie nr 103 in Es, Mit dem Paukenwirbel<br />
Joseph Haydn: de paradox<br />
Waarom houden we (bijna allen) van Haydn? Vanwaar deze<br />
bewondering, deze bijzondere vriendschap, deze verbondenheid<br />
met hem?<br />
Omdat hij de kunst verstaat ons te doen geloven dat hij als het ware<br />
een geheim met ons deelt, een afspraakje dat ons bijna medeplichtig<br />
maakt in een goedaardig complotje met hem. Nochtans verbergt<br />
zijn knipoog meer dan hij reveleert over zijn ziel; Haydn is zuinig<br />
met zijn glimlachjes, werpt ons geen gratuite blikken toe – men<br />
zou kunnen zeggen dat hij eerst uitzoekt wie het verdient om verleid<br />
te worden.<br />
En ’t is waar, niet iedereen is gevoelig voor de knipoog van de meester<br />
van Esterházy: indien je voor alles de tragiek zoekt, de diepe<br />
afgrond, vergeet het maar. En als je op zoekt bent naar het oppervlakkige,<br />
de goedkope afleiding of indien je het goddelijk genie<br />
zoekt die je als een zonnestraal – enigszins getemperd door een<br />
zekere flou artistique – moet bereiken: vergeet het maar. Bij Haydn,<br />
geen misleiding, geen reizen in een ver universum. Deze afwijzing<br />
van het fantastische, deze voorkeur voor de grenzen is verrassend<br />
voor een artiest!<br />
Haydn schijnt ons te willen zeggen: “De Eeuwigheid, het oneindige,<br />
belaagt ons te zeer van alle kanten; we kunnen er onmogelijk aan<br />
ontsnappen. <strong>La</strong>ngs voor, langs achter, omhoog en omlaag houdt<br />
het ons gevangen: overal waart de oneindigheid van tijd en ruimte.<br />
De macrokosmos overstijgt ons, de microkosmos is al even duizelingwekkend;<br />
waar zijn wij temidden daarvan? <strong>La</strong>ten we ons tevreden<br />
stellen met een stukje van dit alles, dat we zorgvuldig in ere<br />
houden – zo wordt het leven leefbaar en eindig en de tijd een vertrouwd<br />
getik dat men kan gebruiken, waarop men kan bouwen –<br />
een trouwe vriend, de onbreekbare motor die ons ten geschenke
werd gegeven en die heel ons kleine universum doet bewegen …”<br />
Haydn, dat is de zin voor de mechaniek, voor de constructie, de<br />
compositie in de meest letterlijke zin (zoals een kind dat met zijn<br />
blokkendoos speelt, huizen, torens, muren, bruggen … bouwt, en<br />
vrijheid en geborgenheid vindt in de nieuw bevochten grenzen …).<br />
De architect Haydn bouwt steeds nieuwe en verbazingwekkende<br />
huizen - sterke huizen gebouwd op rotsgrond. Alles is er juist en<br />
waarachtig, bewonderenswaardig evenwichtig en getuigend van<br />
goede smaak. Het is er goed wonen - men voelt zich er beschermd<br />
door een duurzame vrede.<br />
Voor sommigen is dat te geruststellend, niet interessant genoeg -<br />
alsof enkel de ontreddering artistiek bruikbaar is. Aan hen gaat<br />
Haydn ongemerkt voorbij. Jammer voor hen, want zelfs in het evenwicht<br />
zijn er duizend en één min of meer afwijkende nuances, fascinerend<br />
in hun frisheid en tegenspraak. Er is echter een wijze, beslagen<br />
en nederig ambachtsman nodig, zoals onze Franz-Joseph, die<br />
ze ons toont, releveert dankzij alweer duizend en één ingevingen.<br />
Haydn toont ons de grootsheid van wat ons beperkt lijkt; de oneindige<br />
verscheidenheid van wat monotoon schijnt – kortom, de<br />
onverwachte rijkdom van de eenvoud. Daarin is hij de allergrootste.<br />
Ik denk dat in een tijd als de onze, met haar vervreemdende technologie,<br />
zijn licht weldoend is. Ik houd ervan.<br />
Sigiswald Kuijken, januari 2001
Joseph Haydn: de Londense symfonieën nr 99-104<br />
Joseph Haydn (1732-1809) is de muziekgeschiedenis ingegaan als<br />
de vader van het strijkkwartet. Maar ook op het symfonische genre<br />
drukte papa Haydn zijn stempel. In zowat veertig jaar tijd schreef hij<br />
meer dan honderd symfonieën. Haydn werkte het grootste deel<br />
van zijn leven als kapelmeester van de Hongaarse familie Esterházy.<br />
Tijdens zijn jarenlange dienst bij de Esterházy’s beschikte de componist<br />
over een excellent orkest, zodat hij naar hartelust kon experimenteren<br />
met het genre dat in de tweede helft van de achttiende<br />
eeuw Europa veroverde: de symfonie. Het leven in paleis Esterháza<br />
bood Haydn dus vele mogelijkheden, maar er was ook een keerzijde<br />
aan de medaille. Haydn leidde in Esterháza een zeer geïsoleerd<br />
bestaan; hij moest componeren volgens de verlangens van de<br />
vorst en had het formele verbod gekregen kopieën van zijn muziek<br />
te verspreiden of compositieopdrachten van buitenstaanders te<br />
aanvaarden zonder een speciale toestemming. Die bijzondere toestemming<br />
kwam er toch een paar keer, zodat ook de buitenwereld<br />
kon kennismaken met het grote meesterschap van de componist.<br />
Rond 1780 waren de Europese muziekliefhebbers zich ervan<br />
bewust dat Haydn één van de belangrijkste componisten van zijn<br />
tijd was.<br />
Op 28 september 1790 overleed Prins Nikolaus en kwam er een<br />
einde aan Haydns exclusieve band met de Esterházy’s. Nikolaus’<br />
opvolger, Prins Paul Anton, deelde de muzikale interesses van zijn<br />
vader niet en ontbond het orkest. Haydn bleef wel op de loonlijst<br />
staan, maar werd (voorlopig) ontslagen van alle verplichtingen. De<br />
componist vond een nieuwe verblijfplaats in Wenen en begon er<br />
een nieuw leven. De herwonnen vrijheid van de componist ging<br />
echter niet onopgemerkt voorbij. Johann Peter Salomon, een Duits<br />
violist die in Londen werkte als concertmanager, was toevallig op<br />
het vasteland toen hij vernam dat Haydns broodheer gestorven<br />
was. Het duurde niet lang of hij ging bij Haydn aankloppen om hem<br />
te engageren voor zijn concerten in de Engelse hoofdstad. “Ik ben<br />
Salomon uit Londen en ik kom u halen”, zo zou hij zichzelf aan de<br />
componist hebben voorgesteld. “Morgen zullen we een contract<br />
sluiten.” Het contract ging over de compositie van een aantal werken,<br />
die onder leiding van de componist, tijdens de concertreeksen<br />
van Salomon zouden gecreëerd worden.<br />
Het plan om Haydn naar Londen te halen was niet nieuw. In de<br />
jaren 1780 hadden onder meer de organisatoren van de Professional<br />
Concerts al contact gezocht, ook uitgever Bland had verwoede<br />
pogingen gedaan om de componist naar Engeland te halen<br />
en meer dan eens had de Londense pers gewag gemaakt van een<br />
mogelijk bezoek.<br />
Toen de gevierde musicus in 1791 eindelijk in de stad aankwam,<br />
werd hij er als een koning onthaald. Hij werd ontvangen bij de<br />
belangrijkste edellieden en burgers van de stad, er stonden zelf<br />
enkele koninklijke bezoeken op het programma.<br />
Haydn zelf was ook zeer opgetogen over zijn bezoek want Londen<br />
maakte een geweldige indruk op hem. Een paar dagen na zijn aankomst<br />
schreef hij aan een vriend: “Deze immense stad overvalt me<br />
met haar pure schoonheid en haar wonderlijke monumenten”.<br />
Londen was op het einde van de achttiende eeuw één van de muzikale<br />
hoofdsteden van Europa, met talloze openbare concerten,<br />
muziekclubs en privé-initiatieven. Bovendien telde de stad een aantal<br />
uitstekende orkesten. Geen wonder dat Haydn zich voor zijn<br />
Londense concerten hoofdzakelijk op instrumentale muziek concentreerde,<br />
met als hoogtepunt de twaalf Londense symfonieën.<br />
De eerste zes symfonieën (nr 93-98) ontstonden in het kader van
Haydns eerste reis naar Londen (1791-1792). De tweede reeks van<br />
zes (nr 99-104) componeerde hij voor zijn tweede bezoek in de<br />
jaren 1794-1795.<br />
Aan het einde van de tweede reis probeerde de Engelse koning<br />
hem te overhalen om in Londen te blijven en bood hem onderdak<br />
aan in Windsor Castle, maar Haydn moest naar Oostenrijk terugkeren.<br />
In januari 1794 was prins Paul Anton Esterházy overleden en<br />
zijn opvolger wilde het orkest in ere herstellen. Aangezien Haydn<br />
nog steeds de officiële kapelmeester was, werd hij teruggeroepen<br />
om deze taak te vervullen.<br />
De twaalf Londense symfonieën tonen componist Haydn op het<br />
hoogtepunt van zijn kunnen, al zijn het niet echt vernieuwende<br />
werken. De kracht van deze orkestwerken ligt vooral in hun<br />
sublieme klankrijkdom, hun schat aan muzikale ideeën en hun subtiele<br />
diepgang. Enkele symfonieën kregen na verloop van tijd een<br />
bijnaam, zoals nr 96 de mirakelsymfonie, nr 100 de militaire, nr 103<br />
met de paukenroffel en nr 104 de Londense. Deze ondertitels kwamen<br />
niet van Haydn zelf, maar werden later door muziekliefhebbers<br />
toegevoegd.<br />
Nicole Van Opstal<br />
Wolfgang Amadeus Mozart<br />
Concertaria’s:<br />
• Misero! O sogno - Aura che intorni spiri, KV431<br />
• Per Pietà, KV420<br />
• A te fra tanti affanni, KV469 (uit: Davidde Penitente)<br />
• Mentre ti lascio, KV513<br />
• Un bacio di mano, KV541<br />
• Rivolgete, KV584 (uit: Cosí fan tutte)<br />
Naast zijn vele opera’s schreef Mozart nog een aanzienlijk aantal<br />
losstaande aria’s. Sommige daarvan waren bedoeld als alternatief<br />
voor bestaande opera-aria’s of werden in een bepaalde opera<br />
gewoon extra ingelast, om tegemoet te komen aan specifieke wensen<br />
van bepaalde uitvoerders. Af en toe werden dergelijke aria’s<br />
ook wel in opera’s van andere componisten gebruikt. Dit gebeurde<br />
bijvoorbeeld wanneer een componist niet in Wenen resideerde en<br />
men zijn opera wilde aanpassen aan de mogelijkheden van<br />
bepaalde zangers. Voor deze aanpassingen werd dan vaak een<br />
beroep gedaan op Mozart.<br />
In de periode 1783-1785 waren er vijf operaproducties van toen<br />
zeer succesvolle componisten waarvoor Mozart extra materiaal<br />
leverde. Voor Mozart was dit telkens een enorme kans om te bewijzen<br />
dat hij de vergelijking met de meest getalenteerde operacomponisten<br />
uit die tijd kon doorstaan. Deze extra aria’s waren haast<br />
per definitie zeer virtuoos; ze boden aan één of ander gevierd zanger<br />
of aan een prima donna de kans om hun vocale kunsten of dramatische<br />
kwaliteiten uitgebreid te etaleren.<br />
Naast deze opera-aria’s componeerde Mozart ook een aanzienlijk<br />
aantal concertaria’s, meestal met een bepaalde zanger of zangeres<br />
voor ogen. Bijgevolg waren die aria’s “precies op maat van de zan-
gers gesneden, net zoals een goed ontworpen jurk”, zoals Mozart<br />
zelf noteerde in een brief van 1778.<br />
Concertaria’s waren enorm geliefd bij het achttiende-eeuwse concertpubliek.<br />
Ook Mozart hield van het genre; hij kon er bij het grote<br />
publiek op een zeer directe en overtuigende manier zijn talent voor<br />
dramatische muziek mee bewijzen. In enkele van deze concertaria’s<br />
verwerkte Mozart prachtige instrumentale soli, zoals voor hobo,<br />
piano en zelfs contrabas.<br />
Van de aria’s die Christoph en Stephan Genz tijdens hun concerten<br />
met <strong>La</strong> <strong>Petite</strong> <strong>Bande</strong> zullen vertolken, werd er één voor het concertpodium<br />
gecomponeerd. De andere zijn vervangingsaria’s voor welbepaalde<br />
operaproducties.<br />
“Gisteren en eergisteren waren er belangrijke concerten georganiseerd<br />
door het Wiener Tonkünstler-Gesellschaft. Ik speelde er een<br />
concerto en Adamberger zong er één van mijn rondeaus”, dat<br />
schreef Mozart op 24 december 1783. Het bedoelde rondeau was<br />
de aria Misero! O sogno - Aura che intorni spiri, KV431 die hij voor<br />
tenor Johann Valentin Adamsberger componeerde. Uit de aria blijkt<br />
duidelijk dat Adamsberger een bijzonder talent moet geweest zijn.<br />
De aria vraagt niet alleen een zorgvuldige stembeheersing van de<br />
uitvoerder, maar doet ook uitvoerig beroep op zijn dramatische<br />
kwaliteiten.<br />
Mentre ti lascio, KV513 werd gecomponeerd op 23 maart 1787<br />
voor Mozarts vriend baron Gottfried von Jacquin. Deze bas-aria, op<br />
tekst van Ducca Sant’Angioli-Morbilli, werd toegevoegd aan de<br />
opera <strong>La</strong> disfatta di Dario van Giovanni Paisiello en beschrijft op een<br />
meesterlijke wijze de gevoelens van een vader die afscheid neemt<br />
van zijn dochter.<br />
Voor de opera Le gelosie fortunate van Pietro Anfossi componeerde<br />
Mozart in mei 1788 de aria Un bacio di mano, KV541. De zanger die<br />
hij op het oog had was Francesco Albertarelli. Hoewel het libretto<br />
geschreven werd door F. Livigni, is het mogelijk dat Lorenzo da<br />
Ponte de tekst voor de aria leverde. Deze tekst gaat over een vrolijke<br />
Fransman die op een ironische wijze raad geeft aan een niet zo<br />
snuggere minnaar.<br />
Nicole Van Opstal
egin concert 20.00 uur<br />
pauze omstreeks 21.10 uur<br />
einde omstreeks 22.15 uur<br />
inleiding door Nicole van Opstal . 19.15 uur . Foyer<br />
tekst programmaboekje Sigiswald Kuijken, Nicole van Opstal<br />
coördinatie programmaboekje <strong>deSingel</strong><br />
druk programmaboekje Tegendruk<br />
gelieve uw GSM uit te schakelen!<br />
woensdag 7 februari 2001<br />
<strong>La</strong> <strong>Petite</strong> <strong>Bande</strong> . Sigiswald Kuijken<br />
Christoph Genz tenor<br />
Joseph Haydn<br />
Symfonie nr 104 in D, London 28’<br />
• Adagio - Allegro<br />
• Andante<br />
• Menuet: Allegro – Trio<br />
• Finale: Spirituoso<br />
Wolfgang Amadeus Mozart<br />
Concertaria: Misero! O sogno - Aura che intorni spiri, KV431 10’<br />
Joseph Haydn<br />
Symfonie nr 99 in Es 28’<br />
• Adagio - Vivace assai<br />
• Adagio<br />
• Menuet: Allegretto – Trio<br />
• Vivace<br />
pauze<br />
Wolfgang Amadeus Mozart<br />
Concertaria’s:<br />
Per pietà, KV420 8’<br />
A te fra tanti affanni, KV469 (uit Davidde Penitente) 7’<br />
Joseph Haydn<br />
Symfonie nr 100 in D, Militär 24’<br />
• Adagio – Allegro<br />
• Allegretto<br />
• Menuet: Moderato<br />
• Finale: Presto
Joseph Haydn<br />
Symfonie nr 104 in D, London<br />
Van alle Londense symfonieën is dit de enige die in de titel met Londen<br />
geassocieerd wordt. Waarom dat zo is, is niet duidelijk.<br />
Op de autograaf noteerde Haydn: “Dit is de twaalfde symfonie die<br />
ik in Engeland geschreven heb”. Onder het publiek dat op 4 mei<br />
1795 de première bijwoonde, bevond zich ook muziekchroniqueur<br />
Charles Burney. “Zo’n muziek heb ik nog nooit voordien gehoord,<br />
dat dit het werk kan zijn van een sterveling! Dankzij producties als<br />
deze kunnen we ons een beetje voorstellen wat Apollo en zijn<br />
muzen zouden componeren”, schreef hij in een brief aan zijn dochter<br />
Susan.<br />
Een gewichtig inleidend adagio leidt naar het allegro dat zich vol<br />
kracht en enthousiasme ontvouwt. Het lyrische tweede deel<br />
(andante) begint rustig en luchtig maar bouwt door de opeenvolging<br />
van modulaties (veranderingen van toonaard) toch spanning<br />
op. Het menuet zit boordevol verrassingen, waarna het allegro spirituoso<br />
het geheel op een meesterlijke wijze besluit. Haydn demonstreerde<br />
in dit deel een knap staaltje van orkestraal contrapunt.<br />
Wolfgang Amadeus Mozart<br />
Concertaria:<br />
Misero! O sogno – Aura, che intorno spiri, KV431 (425b)<br />
Misero! O sogno, o son desto? Chiuso è il varco all’uscita. Io<br />
dunque, oh stelle! solo in questo rinchiuso abitato dall’ombre,<br />
luogo tacito, e mesto, ove non s’ode nell’orror della notte che<br />
de’notturni augelli la lamentabil voce, i giorni miei dovrò qui terminar?<br />
Aprite, indegne, questa porta infernale, spietate, aprite, aprite.<br />
Alcun non m’ode, alcun non m’ode e solo, ne’cavi sassiascoso,<br />
risponde a’mestiacenti eco pietoso. E dovrò qui morir? Ah!<br />
negliestremi amari sospiri almen potessi, oh Dio! oh Dio! dar al caro<br />
mio ben, dar al caro mio ben l’ultimo addio!<br />
Aura, che intorno spiri, sull’ali a leiche adoro, deh! porta i miei<br />
sospiri, miei sospiri, dì che per essamoro, dì che per essa moro, che<br />
più essa moro, che più non mi vedrà.<br />
Ho mille lorve il torno, divarie voci il suono, che orribile soggiorno,<br />
che nuova crudeltà, che nuova crudeltà.<br />
Che barbara sorte, che stato dolente, mi lagno, sospiro, nessuno mi<br />
sente, nel grave periglio nessuno non miro, non spero consiglio,<br />
non trovo piètà, non spero consiglio, non trovo pietà, non trovo,<br />
non trovo pietà.<br />
Mi lagno, sospiro, nessuno mi sente, non spero consiglio, non trovo<br />
pietà, nel grave periglio, nessuno non miro, non spero consiglio,<br />
non trovo pietà.
Joseph Haydn<br />
Symfonie nr 99 in Es<br />
Nadat hij enkele gewaardeerde dansreeksen had geschreven voor<br />
feestelijke bijeenkomsten van de Weense adel, begon Haydn eind<br />
1792 aan de voorbereidingen van zijn tweede concertreis naar Londen.<br />
In de overeenkomst met Salomon stond opnieuw de opdracht<br />
om zes symfonieën te schrijven.<br />
De eerste uit de reeks, de symfonie nr 99 in Es toont meteen dat<br />
Haydn opnieuw indruk wilde maken op het Londense publiek. Het<br />
werk heeft veel grotere allures dan zijn voorgangers en bovendien<br />
voegt Haydn voor het eerst twee klarinetten toe, waardoor het<br />
gevarieerde orkestpallet nog kleurrijker wordt. Met deze symfonie<br />
opende Haydn op 10 februari 1794 een nieuw seizoen van de Salomonconcerten.<br />
Zoals hij dat gewoon was, leidde hij het orkest “terwijl<br />
hij op de pianoforte begeleidde”, aldus de Morning Chronicle.<br />
De recensent was diep onder de indruk van de compositie: “De<br />
onovertroffen Haydn heeft hier een werk afgeleverd waarover ik<br />
niet in gewone termen kan schrijven. Het is één van de grootste<br />
meesterwerken die we ooit gehoord hebben. Het zit boordevol<br />
ideeën, die even nieuw als indrukwekkend zijn. De symfonie raakt<br />
je tot in het diepste van je ziel. Het publiek antwoordde dan ook<br />
met een dolenthousiast applaus”. Het enthousiasme was zo groot<br />
dat het werk tijdens het volgende concert hernomen werd.<br />
Met uitzondering van nr 95 beginnen alle Londense symfonieën<br />
met een trage inleiding. Ondanks haar zeer dramatisch karakter<br />
leidt deze inleiding naar een lichtvoetig, goedgehumeurd vivace<br />
assai. Het tweede deel, adagio, is één van de meest verfijnde en<br />
nobele die Haydn ooit geschreven heeft. Terwijl hij aan dit deel<br />
werkte, kreeg Haydn het bericht dat Marianne von Genzinger overleden<br />
was. Met deze vrouw, de echtgenote van de dokter van Prins<br />
Esterházy, voerde Haydn sinds jaren een regelmatige en zeer per-<br />
soonlijke correspondentie. Haar dood was voor de componist dan<br />
ook een groot verlies, wat de droevige toon en de serene melancholie<br />
in dit adagio zou kunnen verklaren.<br />
Na een luchtig menuet besluit deze symfonie met een even grootse<br />
als vrolijke finale.
Wolfgang Amadeus Mozart<br />
Concertaria: Per pietà, KV420<br />
uit de opera Il curioso indiscreto (II, 4) van Pasquale Anfossi<br />
Il Conte<br />
Per pietà non ricercate la cagion del mio tormento, sì crudele in me<br />
lo sento, che neppur lo so spiegar.<br />
Vo’ pensando ma poi come? Per uscir mache mi giova di far questa<br />
o quella prova se non trovo, se non trovo in che sperar.<br />
Ah, tra l’ire e tra glisdegni della mia funesta sorte, della mia funesta<br />
sorte, chiamo, chiamo, chiamo solo, oh Dio, la morte che mi venga<br />
a consolar, chiamo, chiamo, chiamo solo, oh Dio, la morte che mi<br />
venga a consolar.
Wolfgang Amadeus Mozart<br />
A te fra tanti affanni, KV469<br />
(uit Davidde Penitente)<br />
A te, fra tanti affanni<br />
pietà cercai, Signore,<br />
Che vedi il mio bel core, che mi conosci almen<br />
Udisti i voti miei:<br />
e già godea quest’alma per te l’usata calma delle tempeste in sen.<br />
Joseph Haydn<br />
Symfonie nr 100 in D, Militär<br />
Nadat hij zijn tweede bezoek aan Engeland begonnen was met de<br />
uitvoering van de niet zo eenvoudige symfonieën nr 99 en 101,<br />
besloot Haydn zijn bijdrage aan de reeks lenteconcerten van Salomon<br />
af te sluiten met de symfonie nr 100.<br />
Het Londense publiek kreeg ze voor het eerst te horen op 31 maart<br />
1794 in The Hanover Square Rooms. Het was trouwens de laatste<br />
concertreeks die op Hanover Square doorging, het jaar nadien werden<br />
de Salomonconcerten opgenomen in de reeks Opera concerts<br />
in King’s Theater, Haymarket.<br />
De onvangst van symfonie nr 100 was enorm uitbundig. Het werk<br />
werd geprezen om zijn eenvoud en toegankelijkheid. “Deze symfonie<br />
is duidelijk minder geleerd en makkelijker te vatten dan enkele<br />
andere recente werken van hem, hoewel ze even rijk is aan nieuwe<br />
ideeën”, aldus de Londense correspondent van de Allgemeine<br />
Musikalische Zeitung. Vooral het tweede deel viel in de smaak door<br />
de bijzondere instrumentatie. Haydn gebruikte onder meer cimbalen,<br />
triangels en trommels (zogenaamde Turkse instrumenten) en<br />
voegde trompetsolo’s en fanfare-achtige passages toe waardoor<br />
de symfonie haar bijnaam de militaire kreeg.
egin concert 20.00 uur<br />
pauze omstreeks 21.00 uur<br />
einde omstreeks 22.10 uur<br />
inleiding door Nicole van Opstal . 19.15 uur . Foyer<br />
tekst programmaboekje Sigiswald Kuijken, Nicole van Opstal<br />
coördinatie programmaboekje <strong>deSingel</strong><br />
druk programmaboekje Tegendruk<br />
gelieve uw GSM uit te schakelen!<br />
donderdag 8 februari 2001<br />
<strong>La</strong> <strong>Petite</strong> <strong>Bande</strong> . Sigiswald Kuijken<br />
Stephan Genz bariton<br />
Joseph Haydn<br />
Symfonie nr 101 in D, Die Uhr 28’<br />
• Adagio – Presto<br />
• Andante<br />
• Menuet: Allegretto – Trio<br />
• Vivace<br />
Joseph Haydn<br />
Symfonie nr 102 in Bes 24’<br />
• <strong>La</strong>rgo vivace<br />
• Adagio<br />
• Menuet: Allegro – Trio<br />
• Finale: Presto<br />
pauze<br />
Wolfgang Amadeus Mozart<br />
Concertaria’s:<br />
Mentre ti lascio, KV513 6’<br />
Un bacio di mano, KV541 2’<br />
Rivolgete, KV584 (uit: Cossi fan tutti) 6’<br />
Joseph Haydn<br />
Symfonie nr 103 in Es, Mit dem Paukenwirbel 32’<br />
• Adagio - Allegro con spirito<br />
• Andante più tosto Allegretto<br />
• Menuet<br />
• Finale: Allegro con spirito
Joseph Haydn<br />
Symfonie nr 101 in D, Die Uhr<br />
Ook de Symfonie nr 101 dankt haar bijnaam aan het tweede deel.<br />
De begeleidingsfiguur in de fagot en de pizzicato in de strijkers roepen<br />
het effect op van een tikkende klok.<br />
Globaal gezien is het werk licht en opgeruimd van karakter en voldoet<br />
het perfect aan de toenmalige eisen voor vermakelijke en<br />
onderhoudende muziek.<br />
Hoewel de symfonie begint met een somber adagio, rijk aan chromatiek,<br />
voeren de beide thema’s van het eerste deel de luisteraar<br />
onmiddellijk naar meer opgewekte sferen. Het tweede deel,<br />
andante (de klok), ontvouwt zich aanvankelijk voorzichtig en<br />
behoedzaam, maar krijgt gaandeweg meer kracht en impact. Het<br />
wordt gevolgd door een opgewekt menuet, waarvan het middendeel<br />
(trio) voorbehouden is aan enkele solistische houtblazers.<br />
Deze fluiten en fagotten zorgen even voor een pastorale sfeer.<br />
In de energieke finale laat Haydn de thema’s van het eerste deel<br />
opnieuw opduiken, waardoor de cirkel gesloten wordt.
Joseph Haydn<br />
Symfonie nr 102 in Bes<br />
Bij de première van Haydns symfonie nr 102 op 2 februari 1795<br />
deed zich een bijzonder incident voor. Tijdens de uitvoering stond<br />
het publiek zo in bewondering voor Haydn dat velen hun plaats verlieten<br />
en dichter bij het orkest kwamen staan om de beroemde dirigent<br />
van nabij te kunnen bekijken. Nauwelijks was het volk voor het<br />
orkest samengedromd of de reusachtige luchter kwam los van het<br />
plafond en viel naar beneden. Als bij wonder raakte niemand<br />
gewond.<br />
Hoewel de symfonie nr 102 één van de hoogtepunten uit de reeks<br />
is, wordt ze niet zo vaak gespeeld. Nochtans is dit werk volgens<br />
sommigen het beste orkestwerk dat Haydn ooit schreef. Het wijst<br />
vooruit naar het symfonische oeuvre van Ludwig van Beethoven.<br />
In het inleidende largo hangt een gespannen sfeer door de dramatisch<br />
aanzwellende akkoorden en dynamische contrasten. Ze introduceren<br />
een krachtig allegro vivace vol spanning en tegenstellingen.<br />
In het tweede deel, een adagio met een elegische melodie,<br />
is de sfeer donker en bedrukt. De melancholische toon wordt versterkt<br />
door de instrumentatie: fagotten, gestopte hoorns en trompetklanken<br />
zorgen voor een enigszins donkergetinte atmosfeer.<br />
Voor enige vrolijkheid is het wachten op het menuet, dat beheerst<br />
wordt door een joviaal klinkende volksdansmelodie. Ook de finale<br />
heeft een opgeruimd karakter, humor en lichtvoetigheid bepalen<br />
hier de sfeer.<br />
Wolfgang Amadeus Mozart<br />
Concertaria: Mentre ti lascio, KV513<br />
(uit de opera <strong>La</strong> disfatta di Dario op een tekst van Duca<br />
Sant‘ Angioli-Moribilli)<br />
Dario<br />
Mentre ti lascio, oh figlia, oh figlia, in sen mi trema il core, in sen mi<br />
trema il core.<br />
Ahi che partenza amara. Ahi che partenza amara!<br />
Provo nel mio dolore le smanie ed il terror, le smanie ed il terror, le<br />
smanie ed il terror.<br />
Mentre ti la scio oh figlia, in sen mi trema il core.<br />
Ahi che partenza amara! Provo nel mio dolore le smanie ed il terror.<br />
Parto. Tu piangi? Tu piangi? Oh Dio!<br />
Ti chieggio un sol momento, un sol momento. Mentre ti la scio, oh<br />
figlia, in sen mi trema il core. Ahi che partenza amara!<br />
Figlia ti lascio. Oh Dio che fier tormento!<br />
Ti chieggio un sol momento, un sol momento. Figlia ti lascio. Ahi<br />
che partenza amara! Oh Dio che fier tormento! Ah mi si spezza il<br />
cor, ah mi si spezza il cor. Parto. Addio.<br />
Tu piaggi! Ahi che partenza amara!<br />
Ahi che partenza amara! Oh Dio che fier tormento!<br />
Figlia, io parto, ti lascio. Addio. Ahi che partenza a mara! Oh Dio<br />
che fier tormento! Ah mi si spezza il cor.
Wolfgang Amadeus Mozart<br />
Un bacio di mano, KV541<br />
(uit de opera Le gelosie fortunate (II, 4) op een tekst van Lorenzo Da<br />
Ponte)<br />
M. Giro<br />
Un bacio di mano vi fa maraviglia, e poi bella figlia volete sposar.<br />
Voi siete un po’tondo, mio caro Pompeo, l’usanze del mondo<br />
andate a studiar.<br />
Un uom, che si sposa con giovin vezzosa, a certi caprici, dee pria<br />
rinuncia, dee libere voglie la sciar alla moglie, dee sempre le porte<br />
aperte lasciar, dee chiudere gli occhi, gliorecchi, la bocca, se il re<br />
degli sciocchi non vuole sembrar. Voi siete un po’tondo, mio caro<br />
Pompeo, l’usanza del mondo andate e studiar.<br />
Wolfgang Amadeus Mozart<br />
Rivolgete, KV584<br />
(uit Cosi fan tutte)<br />
Rivolgete a lui lo sguardo<br />
e vedrete come sta.<br />
Tutto dice, io gelo … io ardo …<br />
idol mio pietà.<br />
E voi, cara, un sol momento<br />
il bel ciglio a me volgete,<br />
e nel moi ritroverete,<br />
quel che il labbro dir non sa.<br />
Un Orlando innamorato<br />
non è niente in mio confronto;<br />
un Medoro il sen piagato<br />
verso lui per nulla io conto:<br />
Son di foco i miei sospiri,<br />
son di bronzo i suoi desiri:<br />
Se si parla poi di merto<br />
certo io sono, ed egli è certo<br />
che gli uguali non si trovano<br />
da Vienna al Canadà.<br />
Siam due Cresi per ricchezza,<br />
due Narcisi per bellezza,<br />
in amor i Marcantoni<br />
verso noi sarian buffoni,<br />
siam più forti d’un Ciclopo<br />
letterati al par di Esopo<br />
se balliamo un Pich ne cede,<br />
sì gentil e snello è il piede.<br />
Se cantiam, col trillo solo<br />
facciam torto all’usignuolo;<br />
e qualch’altro capitale
abbiam poi che alcun non sa.<br />
Bella bella! Tengon sodo:<br />
se ne vanno ed ne godo;<br />
erione di costanza,<br />
specchi son di fedeltà.<br />
Joseph Haydn<br />
Symfonie nr 103 in Es, Mit dem Paukenwirbel<br />
De symfonie nr 103 ging in première op 2 maart 1795 in de reeks<br />
Opera Concerts. Enkele dagen voordien hadden de kranten het<br />
concert in grote letters aangekondigd.<br />
De hooggespannen verwachtingen werden alweer ingelost. In de<br />
Morning Chronicle stond de dag nadien te lezen: “Er werd een<br />
nieuwe symfonie uitgevoerd van de innemende Joseph Haydn. Het<br />
werk zit vol geniale fragmenten, zowel qua melodieën als qua<br />
klankrijkdom. De inleiding eiste onmiddellijk alle aandacht, het allegro<br />
charmeerde ons allemaal, voor het andante werd bis geroepen,<br />
het menuet was charmant en schattig en het laatste deel was de<br />
kroon op het werk”.<br />
De symfonie dankt haar naam aan de aanzwellende paukenroffel<br />
waarmee het werk begint.
<strong>La</strong> <strong>Petite</strong> <strong>Bande</strong><br />
Het barokorkest <strong>La</strong> <strong>Petite</strong> <strong>Bande</strong> werd in 1972 opgericht door Sigiswald Kuijken,<br />
op verzoek van de Duitse platenfirma Harmonia Mundi, om Lully’s Le Bourgeois<br />
Gentilhomme op te nemen onder leiding van Gustav Leonhardt. De orkestbezetting<br />
en de naam werden ontleend aan het orkest van Lully zelf aan het hof van<br />
Lodewijk de XIV. Ondermeer door authentieke instrumenten te gebruiken en de<br />
oude speelwijze in ere te herstellen werd er naar gestreefd deze muziek, zowel<br />
qua interpretatie als qua klankbeeld, zo getrouw mogelijk te laten herleven, zonder<br />
daarbij in een strak academisme te vervallen. Oorspronkelijk was het niet de<br />
bedoeling dat <strong>La</strong> <strong>Petite</strong> <strong>Bande</strong> een permanent orkest zou worden, maar het succes<br />
van de plaatopnamen was zo groot dat de groep geregeld concerten ging geven.<br />
Na een eerste periode, waarin het accent vooral lag op de Franse barokmuziek<br />
(Lully, Campra, Muffat) werd ook het Italiaanse repertoire aangevat (Corelli,<br />
Vivaldi en anderen). Daarna kwam als vanzelfsprekend ook het oeuvre van J.S.<br />
Bach aan de beurt. De laatste jaren heeft het orkest zich ook vaak laten opmerken<br />
door zijn veelgeprezen interpretaties van de klassieke meesters (Mozart, Haydn).<br />
Onder leiding van Gustav Leonhardt of van Sigiswald Kuijken, de vaste dirigent,<br />
heeft <strong>La</strong> <strong>Petite</strong> <strong>Bande</strong> sinds zijn ontstaan talrijke plaatopnamen gemaakt: opera’s<br />
van Rameau en Händel, Bachs Vioolconcerti (met Sigiswald Kuijken als solist), de<br />
Johannes- en Matthäuspassion, de Hohe Messe en het Magnificat, evenals de<br />
Brandenburgse Concerten en de Orkestsuites. Uit het klassieke repertoire werden<br />
o.m. opgenomen: het Requiem, Vioolconcerti en Sinfonie Concertante (solisten:<br />
Sigiswald Kuijken en Ryo Terakado) en de Da Ponte-opera’s Cosí fan tutte, Don<br />
Giovanni en Le Nozze di Figaro van Mozart, de Schöpfung, Jahreszeiten en meer<br />
dan twintig symfonieën van Haydn. <strong>La</strong> <strong>Petite</strong> <strong>Bande</strong> neemt op voor Deutsche Harmonia<br />
Mundi, Denon en Accent. De vaste kern van het orkest bestaat uit internationaal<br />
bekende solisten, specialisten op het gebied van de authentieke historische<br />
uitvoeringspraktijk. <strong>La</strong> <strong>Petite</strong> <strong>Bande</strong> is regelmatig te horen en te zien op binnen- en<br />
buitenlandse radio- en televisiestations, en trad op in vele belangrijke Europese<br />
festivals en concertzalen, en verder ook in Japan, Australië en Zuid-Amerika. Het<br />
jaar 2000 herdacht de tweehonderd vijftigste verjaardag van J.S. Bachs overlijden,<br />
en <strong>La</strong> <strong>Petite</strong> <strong>Bande</strong> vierde deze gelegenheid met de Brandenburgse Concerti<br />
(januari, juni, juli, november), de Hohe Messe (augustus-oktober) en Cantates<br />
(oktober-november). Sinds 1998 brengt <strong>La</strong> <strong>Petite</strong> <strong>Bande</strong> de vocale werken van J.S.<br />
Bach (Cantates, Passies, enz.) met slechts één zanger per partij (d.w.z. zonder koor<br />
in de huidige betekenis van het woord) - geheel in overeenstemming met de laatste<br />
stand van zaken in het researchwerk daaromtrent: de Thomascantor zelf blijkt<br />
al deze werken in dat perspectief ontworpen te hebben. April 2000 werd gekenmerkt<br />
door een hernieuwde samenwerking met het Collegium Vocale (Gent) in<br />
Haydns Die Sieben Letzte Worte Unseren Erlösers. In november 2000 werkte het<br />
orkest voor het eerst samen met de het vocaal ensemble Ex Tempore, in een productie<br />
rond de Vespere de Confessore en ander religieus werk van Mozart. Het seizoen<br />
2001-2002 wordt reeds ingezet in de zomer met een concertant programma<br />
rond Antonio Vivaldi, aangevuld met een concertante Serva Padrona van G.B. Pergolesi.<br />
In het najaar volgt dan Mozarts Die Entführung aus dem Serail (concertant)<br />
met onder meer Isolde Siebert, Cyndia Sieden, Christoph Genz, Knut Schoch,<br />
Stephan Schreckenberger en Cornelius Hauptmann. In december wordt het orkest<br />
opnieuw uitgenodigd naar Japan, met een gevarieerd Mozart-programma. Als<br />
Cultureel Ambassadeur van Vlaanderen wordt <strong>La</strong> <strong>Petite</strong> <strong>Bande</strong> gesteund door het<br />
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Sinds 1997 is <strong>La</strong> <strong>Petite</strong> <strong>Bande</strong> in residentie<br />
in de Stad Leuven, en ontvangt het ensemble een structurele sponsoring van<br />
KBC Bank & Verzekeringen.
Christoph Genz, tenor<br />
Als lid van het Leipziger Thomanerchor kreeg Christoph Genz zijn eerste muzikale<br />
opleiding. Aan het King’s College in Cambridge studeerde hij Muziekwetenschappen<br />
en maakt er deel uit van het King’s College Koor. Vervolgens studeerde hij<br />
zang bij Hans-Joachim Beyer aan de Hogeschool voor Muziek in Leipzig. Bij Elisabeth<br />
Schwarzkopf studeerde Christoph Genz liedinterpretatie. Christoph Genz<br />
won reeds enkele grote prijzen bij internationale zangwedstrijden, waaronder de<br />
Eerste Prijs op het Concours van Grimsby (1995) en op de Internationale Johann<br />
Sebastian Bach-wedstrijd in Leipzig (1996). Hij werd reeds uitgenodigd voor verschillende<br />
concerten, liedavonden en operaproducties in Europa, Afrika en de<br />
U.S.A. onder de leiding van dirigenten als Ludwig Güttle, Sir Simon Rattle, Philippe<br />
Herreweghe, Sigiswald Kuijken, Peter Schreier, Helmuth Rilling, Sir John Eliot Gardiner,<br />
Thomas Hengelbrock, Giuseppe Sinopoli. Daarnaast verleende hij zijn<br />
medewerking aan talrijke concerten en cd-opnames, met onder andere Musica<br />
Antiqua olv. Reinhard Goebel, alsook cd-opnames met verschillende werken van<br />
J.S. Bach en Max Bruch, de Johannes-passie van Bach onder leiding van Ludwig<br />
Güttler bij Berlin Classics, de Lofzang van Mendelssohn onder leiding van Helmuth<br />
Rilling bij Hänssler. Bij Berlin Classics zijn enkele cd’s met Bach-cantates onder leiding<br />
van Ludwig Güttler verschenen. Ook DGG-Archiv-Produktion bracht een<br />
aantal Bach-cantates onder leiding van Sir John Eliot Gardiner uit. Christoph Genz<br />
geeft regelmatig concerten op gerenommeerde festivals, zoals de Schubertiade<br />
Hohenems, Verbier, Davos, Luzerner Musikfestwochen, Aix-en-Provence. Hij zingt<br />
bovendien op diverse liedavonden in oa. de Alte Oper Frankfurt, het Concertgebouw<br />
Amsterdam, Louvre Parijs en Wigmore Hall in Londen. Tijdens het seizoen<br />
1997-1998 was Christoph Genz verbonden aan het theater van Basel. Hij gaf ook<br />
verschillende gastoptredens bij de Opera de Nancy (Fernando in Cosi fan tutte),<br />
Théâtre de Champs Elysées in Parijs (Tamino in Die Zauberflöte), de Opera de <strong>La</strong>usanne,<br />
Teatro alla Scala in Milaan (olv. Guiseppe Sinopoli), op de Festspiele van<br />
Aix-en-Provence (Die Zauberflöte). In het seizoen 2000-2001 maakt Christoph<br />
Genz als Fernando (Cosi fan tutte) zijn debuut in de Staatsopera van Hamburg.<br />
Stephan Genz, bariton<br />
Stephan Genz werd in 1973 in Erfurt geboren. Als lid van het Leipziger Thomanerchor<br />
kreeg hij zijn eerste muzikale opleiding. Aan de Hogeschool voor Muziek en<br />
Theater te Leipzig studeerde hij bij Hans-Joachim Beyer. Vanaf 1994 vervolgde hij<br />
zijn studies bij Mitsuko Shirai en Harmut Höll aan de Staatshogeschool voor<br />
Muziek in Karlsruhe. Ook bij Dietrich Fischer-Dieskau en Elisabeth Schwarzkopf<br />
studeerde Stephan Genz liedinterpretatie. Hij won enkele prijzen bij gerenommeerde<br />
internationale wedstrijden, waaronder de Internationale Johannes<br />
Brahms-wedstrijd in Hamburg (1994) en de Internationale Hugo Wolf-wedstrijd in<br />
Stuttgart. Stephan Genz is als gastzanger verbonden aan de opera’s van o.a. Berlijn<br />
(Duitse Staatsopera), <strong>La</strong>usanne, Rennes, Straatsburg en Parijs (Bastille) en de<br />
Scala te Milaan. Hij concerteerde met talrijke gerenommeerde dirigenten, zoals<br />
Myung-Whun Chung, Marcus Creed, Sir John Eliot Gardiner, Philippe Herreweghe,<br />
Sigiswald Kuijken, Fabio Luisi, Georges Pétre, René Jacobs, Giuseppe<br />
Sinopoli. Ondertussen verschenen cd-opnames met Goethe-liederen van Hugo<br />
Wolf (Claves) en liederen van Franz Schubert (Capriccio). Andere opnames verschenen<br />
bij Hyperion (Wolf, Eichendorf-liederen, piano: Roger Vignoles), bij Claves<br />
(Schumann, Heine-liederen) en Teldec. Voor enkele van deze opnames ontving<br />
hij de zeer gegeerde Diapason d’Or en de Timbre Platin. In oktober 1999 ontving<br />
Stephan Genz de Brahms-prijs in Schleswig-Holstein. In de categorie solozang<br />
werd hij, eveneens in oktober 1999, bekroond met de zeer gegeerde Grammophone<br />
Award. De bariton gaf talrijke Liederavonden en concerten in de Verenigde<br />
Staten en in bijna alle Europese landen. Zijn debuut in de Londense Wigmore<br />
Hall in maart 1999 werd een groot succes. Sindsdien gaf hij telkens weer<br />
Liederavonden in de Wigmore Hall. Hij werd vervolgens uitgenodigd voor Liederavonden<br />
in Amsterdam (Concertgebouw), Frankfurt (Alte Oper), Brussel (De<br />
Munt), Parijs (Chatelet, Champs Elysées), naar de Schubertiade van Hohenems,<br />
naar Italië, Spanje en Japan (Tokio, Okoyama, Nagaoka), Festival Verbier, Festspiele<br />
Aix-en-Provence.
<strong>La</strong> <strong>Petite</strong> <strong>Bande</strong><br />
Viool I<br />
Ryo Terakado<br />
Luis Otavio Santos<br />
Dmitry Badiarov<br />
Makoto Akatsu<br />
Mira Glodeanu<br />
Eva-Maria Röll<br />
Viool II<br />
Sara Kuijken<br />
Paul Herrera<br />
Guya Martinini<br />
Cathérine Girard<br />
Jean-Paul Burgos<br />
Kaori Toda<br />
Altviool<br />
Marleen Thiers<br />
Michiyo Kondo<br />
Benoit Douchy<br />
Cello<br />
Hidemi Suzuki<br />
Emmanuel Balssa<br />
René Schiffer<br />
Contrabas<br />
James Munro<br />
Tom Devaere<br />
Géry Cambier<br />
Traverso<br />
Marc Hantai<br />
Frank Theuns<br />
Hobo<br />
Patrick Beaugiraud<br />
Anneke Vanlancker<br />
Klarinet<br />
Lorenzo Coppola<br />
Daniele <strong>La</strong>tini<br />
Fagot<br />
Alain De Rijckere<br />
Yukiko Murakami<br />
Hoorn<br />
Claude Maury<br />
Hermes Pecchinini<br />
Trompet<br />
Graham Nicholson<br />
Thibaud Robinne<br />
Pauken<br />
Norbert Pflanzer