brief - Defence for Children
brief - Defence for Children
brief - Defence for Children
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Aan: Vaste commissie voor Justitie en Veiligheid<br />
Van: VluchtelingenWerk Nederland en <strong>Defence</strong> <strong>for</strong> <strong>Children</strong><br />
Btr: Uitwerking overgangsregeling en permanente regeling voor langdurig verblijvende kinderen<br />
Geachte Kamerleden van de Commissie voor Justitie en Veiligheid,<br />
woordvoerders Asiel- en Migratiebeleid,<br />
VluchtelingenWerk en <strong>Defence</strong> <strong>for</strong> <strong>Children</strong> stellen u met deze <strong>brief</strong> op de hoogte over de zorgen die<br />
wij hebben rondom de <strong>brief</strong> van staatssecretaris Teeven, d.d. 21 december 2102, over het<br />
kinderpardon en de toekomstige oplossing voor gewortelde kinderen: de overgangsregeling en<br />
permanente regeling voor langdurig verblijvende kinderen. Vluchtelingenwerk Nederland en <strong>Defence</strong><br />
<strong>for</strong> <strong>Children</strong> denken dat het belangrijk is om over deze <strong>brief</strong> zo spoedig mogelijk een debat te voeren.<br />
Wij zien namelijk nog een aantal ernstige knelpunten. Hierdoor kunnen bepaalde groepen kinderen<br />
niet profiteren van de noodzakelijke oplossing voor gewortelde kinderen.<br />
I ZORGEN OVER OVERGANGSREGELING<br />
A. KINDEREN GEBOREN NA ASIELPROCEDURE VAN OUDERS VALLEN NIET ONDER REGELING<br />
De staatssecretaris stelt dat het kind zelf asiel moeten hebben aangevraagd. Als kinderen zijn<br />
geboren tijdens de asielaanvraag, vallen deze kinderen ook onder de overgangsregeling. Echter, als<br />
ze zijn geboren na de afwijzing van het asielverzoek, gelden ze als kind van een onrechtmatige<br />
verblijvende reguliere migrant en niet meer als kind van een asielzoeker, terwijl ze in een COA-locatie<br />
verblijven en daarmee onder het toezicht van de overheid zijn. Zij zijn dus uitgesloten van de<br />
overgangsregeling. Dat is strijdig met de intentie een regeling te treffen voor gewortelde kinderen uit<br />
een gezin met een asielachtergrond. Het zou voldoende moeten zijn dat het kind of de ouder asiel<br />
heeft aangevraagd.<br />
Voorbeeld<br />
Een asielzoekster raakt uitgeprocedeerd in 2004. In 2005 bevalt ze van een dochter. In 2006 dient de<br />
moeder vanwege gezondheidsproblemen een medische aanvraag in. Het kind wordt geregistreerd<br />
tijdens deze reguliere procedure. Moeder en kind wonen in een gezinslocatie en voldoen aan de<br />
overige criteria. Dit kind valt niet onder de overgangsregeling.<br />
1
B. EX-AMV’ERS KUNNEN NAUWELIJKS AAN DE CRITERIA VOLDOEN<br />
Hoewel de overgangsregeling in beginsel ook toegankelijk is voor 18-, 19- en 20-jarigen, blijkt het<br />
voor de alleenstaande jongeren in die leeftijdsgroep erg ingewikkeld hier een beroep op te doen.<br />
Voor hen is het namelijk veel moeilijker dan voor kinderen in gezinnen om te voldoen aan de<br />
voorwaarde om in het zicht van de overheid te zijn gebleven. Sinds de opening van de gezinslocaties<br />
is er opvang voor gezinnen met kinderen. Vandaar dat in de <strong>brief</strong> van de staatsecretaris ook staat dat<br />
het toezicht met name wordt getoetst vanaf het moment dat kinderen in gezinnen niet meer op<br />
straat gezet mochten worden (27 juli 2010). Ex-amv’ers hebben na hun achttiende geen toegang<br />
meer gehad tot de opvang en ook de voogdij houdt op als de jongere achttien is. Door Nidos zijn zij<br />
veelal verwezen naar Perspectief-projecten of noodopvang-trajecten op lokaal niveau. Bij het<br />
criterium ‘toezicht’ zouden Perspectief, gemeenten, scholen en bijvoorbeeld pleegouders ook<br />
moeten kunnen verklaren over het feit dat de jongere in beeld is gebleven.<br />
Voorbeeld<br />
P kwam op zijn negende alleen vanuit Angola naar Nederland in 2001. Hij vroeg asiel aan maar dit is<br />
afgewezen. Nu is hij 20 jaar en al 12 jaar in Nederland. Hij heeft in verschillende pleeggezinnen<br />
gewoond. P heeft zich altijd aan zijn meldplicht gehouden. In december 2010 werd hij tijdens het<br />
stempelen opgepakt en in vreemdelingenbewaring gezet. De rechter oordeelde dat P moest worden<br />
vrijgelaten. Sinds die tijd woont hij op verschillende adressen, soms bij zijn oude pleegouders, soms<br />
bij een ander gezin dat hem helpt. Ook is P sindsdien bekend bij politici die het voor hem hebben<br />
opgenomen. P is niet altijd in beeld gebleven van de rijksoverheid omdat hij op straat was gezet en<br />
vanaf zijn 18e geen recht meer had op opvang. Wel was hij bekend bij verschillende organisaties en<br />
hulpverleners. Die mogen echter niet verklaren dat P onder toezicht is gebleven. P zou niet onder de<br />
overgangsregeling vallen.<br />
C. Geen oog voor bewijsnood aantonen identiteit kan veel kinderen uitsluiten<br />
Als tijdens de asielprocedure getwijfeld is aan identiteit of nationaliteit, wordt dit ook nu<br />
tegengeworpen en valt het kind NIET onder de regeling. Pas als de asielzoeker een andere identiteit<br />
of nationaliteit aandraagt en deze met documenten kan bewijzen of een verklaring kan afleggen,<br />
komt hij in aanmerking voor de regeling. Het is dan in de overgangsregeling niet mogelijk om vast te<br />
houden aan de identiteit die in de asielprocedure werd opgegeven. Bij de Ranov-vergunning<br />
(generaal pardon) bestond deze mogelijkheid wel. Dit is ook nodig omdat veel asielzoekers in<br />
bewijsnood verkeren omtrent het aantonen van hun identiteit. Het kan kinderen niet verweten<br />
worden wat ouders allemaal wel of niet kunnen verzamelen aan bewijsmateriaal over hun identiteit.<br />
Voorbeeld<br />
A heeft een kind B. A zegt bij zijn asielaanvraag dat hij uit Somalië komt. De IND gelooft dit niet en<br />
wijst de aanvraag af. A houdt vol dat hij echt uit Somalië komt maar ook de rechter en de Raad van<br />
State stellen dat de IND wel mocht twijfelen daaraan. A en het kind B zijn uitgeprocedeerd en<br />
verblijven vijf jaar in Nederland. B zou in principe onder de regeling vallen. Nu echter de IND heeft<br />
getwijfeld over de identiteit van A, komt B niet in aanmerking voor het kinderpardon. Er bestaat<br />
alleen de mogelijkheid tot identiteitsherstel als A nu verklaart dat hij uit een ander land komt. Blijft<br />
hij erbij dat hij uit Somalië komt, dan komt B niet in aanmerking voor de overgangsregeling.<br />
2
II ZORGEN OVER DE PERMANENTE REGELING<br />
GEEN STRUCTURELE REGELING VOOR GEWORTELDE KINDEREN<br />
MAAR BUITENSCHULD-BELEID-PLUS<br />
In de <strong>brief</strong> van de staatssecretaris wordt aangegeven dat meewerken aan terugkeer een belangrijk<br />
criterium is om in aanmerking te komen voor de permanente regeling. Meewerken aan vertrek is op<br />
de strengst denkbare manier ingevuld door te stellen dat aan dezelfde voorwaarden voldaan moet<br />
zijn als voor de buitenschuld-vergunning. Daarmee bestaat er dus feitelijk helemaal geen nieuwe<br />
regeling voor gewortelde kinderen. Iemand die een buitenschuld-vergunning kan krijgen, heeft geen<br />
‘wortelingsvergunning’ meer nodig. Het onderliggende idee voor de regeling was dat kinderen niet<br />
eindeloos de dupe moeten zijn van handelen en nalaten van de ouders. Dat schrijft de<br />
staatssecretaris ook in zijn <strong>brief</strong>. Nu wordt met dit buitenschuld-criterium alsnog ingevoerd dat het<br />
kind volledig afhankelijk is van het gedrag van de ouders. Denkbaar is ook een meewerkcriterium<br />
waarbij gekeken wordt naar verblijf onder toezicht, nakomen van afspraken met DT&V etc. Als de<br />
overheid en de ouders er niet in geslaagd zijn om binnen vijf jaar na de asielaanvraag terugkeer te<br />
realiseren, dan zou het kind op basis van zijn eigen rechten een vergunning moeten krijgen.<br />
KINDEREN EN HUN BELANGEN ONVOLDOENDE GEWAARBORGD IN BEIDE REGELINGEN<br />
Staatssecretaris Teeven schrijft in zijn <strong>brief</strong>: ‘In de overgangsregeling en de definitieve regeling wordt<br />
rekening gehouden met de bijzondere belangen van kinderen…‘ Met bovenstaande voorbeelden<br />
menen VluchtelingenWerk Nederland en <strong>Defence</strong> <strong>for</strong> <strong>Children</strong> aan te tonen dat de kinderbelangen<br />
onvoldoende worden gewaarborgd in beide regelingen.<br />
VluchtelingenWerk Nederland en <strong>Defence</strong> <strong>for</strong> <strong>Children</strong> betreuren het dat de hooggespannen<br />
verwachtingen over deze twee kinderregelingen niet waargemaakt worden. We vinden het uiteraard<br />
bijzonder jammer dat de aanbevelingen uit de <strong>brief</strong> die wij samen met vier andere vluchtelingen- en<br />
kinderrechtenorganisaties op 8 december 2012 naar staatssecretaris Teeven stuurden, nauwelijks<br />
overgenomen zijn en hopen dat u ook voor de andere gewortelde kinderen nog een lans wilt breken.<br />
We zijn buitengewoon teleurgesteld over het feit dat ook onder de toch al beperkte groep kinderen<br />
die volgens de toezeggingen in het regeerakkoord wél geholpen zouden worden, er door de strikte<br />
uitwerking van het kinderpardon toch veel kinderen zijn die buiten de boot dreigen te vallen. En we<br />
vinden het onbestaanbaar dat de beloofde regeling voor toekomstige gewortelde kinderen<br />
onvoldoende recht doet aan de breed gedeelde maatschappelijke behoefte het eigenstandige belang<br />
van deze kinderen te erkennen. De facto is er helemaal geen regeling voor de toekomst die op<br />
kinderrechten is gebaseerd maar wordt er een toch al bijzonder streng buitenschuld-beleid nog eens<br />
stevig aangehaald.<br />
Op grond van de verkiezingsprogramma’s van alle politieke partijen stellen wij vast dat er een ruime<br />
Kamermeerderheid moet zijn om gewortelde kinderen een daadwerkelijke veilige en zekere<br />
toekomst te geven in Nederland. Wij hopen dat deze meerderheid zich laat horen en er voor zorgt<br />
dat de gewortelde kinderen in Nederland zich niet voor niets hebben verheugd op deze<br />
kabinetsperiode.<br />
Met vriendelijke groet,<br />
Carla van Os, <strong>Defence</strong> <strong>for</strong> <strong>Children</strong>, c.vanos@defence<strong>for</strong>children.nl, telefoon: 06 2000 3200<br />
Ayaan Abukar, Vluchtelingenwerk Nederland, telefoon: 020 346 72 00<br />
3