hangbuikzwijnen - Diergeneeskundig Memorandum

hangbuikzwijnen - Diergeneeskundig Memorandum hangbuikzwijnen - Diergeneeskundig Memorandum

22.08.2013 Views

deze zouden niet veel voorkomen. In zeldzame gevallen kan er sprake zijn van Demodexschurft (follicular mange) waarbij zich een pustulaire dermatitis zou ontwikkelen. De mijt die bij varkens wordt gevonden is Demodex phylloides. Endoparasieten De endoparasieten die voor kunnen komen zijn spoelwormen (Ascaris suum), zweepwormen (Trichuris suis), knobbelwormen (Oesophagostomum spp.), rode maagwormen (Hyostrongylus rubidus), aaltjeswormen (Strongyloides ransomi) en longwormen (Metastrongylus spp.). Er worden nog enkele andere wormen genoemd: nierworm (Stephanurus dentatus), Ascarops strongylina, Trichinella spiralis, Taenia hydatigena en Macracanthorhyncus hirudinaceus. Leverbotinfecties (Fasciola hepatica) kunnen ook bij het varken met weidegang voorkomen in leverbotrijke jaren. In de literatuur over hangbuikzwijnen wordt hier geen melding van gemaakt. Symptomen die voor kunnen komen bij infecties met endoparasieten zijn slechte eetlust, gewichtsverlies, diarree en een vertraagde groei en ontwikkeling. Hoesten kan voorkomen bij Ascariosis (migrerende larven) en Metastrongylosis. Trichuris suis en Strongyloides ransomi kunnen bloederige diarree veroorzaken en een oorzaak zijn van anemie. De larvale stadia van Strongyloides ransomi infecteren jonge biggen via het colostrum en/of de larven kruipen door de huid. Er kan een beeld ontstaan van neonatale diarree of een beeld dat lijkt op smeerwrang. De therapie, die gebaseerd moet zijn op het resultaat van coprologisch onderzoek , bestaat uit toediening van een goed werkzaam anthelminthicum. Trichuris-infecties zijn lastig te behandelen. Preventie Volwassen hobbyvarkens zouden tweemaal per jaar onderzocht moeten worden op endoparasieten d.m.v. coprologisch onderzoek en biggen vanaf 6 weken tot 6 maanden leeftijd iedere twee maanden. D.M. 53e jaargang - No. 2 blz. Preventie van ecto- en endoparasieten wordt aanbevolen. Diverse middelen zijn daartoe beschikbaar. Ter preventie van Strongyloides ransomi infecties bij jonge biggen kan aan zeugen 7 dagen voor de te verwachten werpdatum ivermectine gegeven worden. Ascaris suum kan, naast de boven beschreven verschijnselen van hoest, groeivertraging en eventueel diarree, ook de mens besmetten door contact met besmette faeces maar dit komt zelden voor. Coccidiose Coccidia (Isospora suis) kunnen ook voorkomen bij hangbuikzwijnen. Eimeria spp. worden niet beschreven in de literatuur bij het hangbuikzwijn maar kunnen wel voorkomen bij varkens. Coccidiose veroorzaakt diarree met pasteuze, gele mest bij jonge biggen van 5-15 dagen oud. De dieren scheiden niet altijd oöcysten uit waardoor de diagnose bemoeilijkt wordt. In Nederland is toltrazuril geregistreerd voor de behandeling van coccidiose bij varkens. MYCOSEN Ringworm Deze schimmelziekte komt weinig voor bij varkens. De pathogene species die bij varkens het meeste voorkomen zijn Microsporum nanum en Trichophyton verrucosum; M. canis, M. gypseum en T. mentagrophytes worden ook genoemd. M. canis is erg besmettelijk voor de mens en T. mentagrophytes is een zoönose. Om de diagnose te stellen kan een schimmelkweek, een Woodse lamp (alleen M. canis), of microscopisch onderzoek van huidafkrabsels uitsluitsel geven. De therapie bestaat uit het topicaal en oraal (indien nodig) toedienen van antimycotica. Candidiase Candidiase, een gistinfectie, is gemeld bij het Vietnamese hangbuikzwijn. Candida albicans kan de huid aantasten en de tractus digestivus tot en met het oesophageale deel van de maag. Bij biggen komt een fataal verlopende infectie van de mondholte voor.

Hoofdstuk VI: sedAtIVA en AnAestHetIcA Anaesthesie Er is relatief veel literatuur over anaesthesie bij hangbuikzwijnen door veelvuldig gebruik van (mini-)varkens in onderzoek. Een aantal anatomische eigenschappen van hangbuikzwijnen zoals de kleine oren, de donkere, stugge, geplooide huid, met dikke subcutane vetlaag, en de moeilijke bereikbaarheid van de bloedvaten, maakt het geven van anaesthesie lastiger dan bij grotere, niet gepigmenteerde Göttinger varkens. Het Vietnamese hangbuikzwijn is gevoeliger voor anaesthetica dan de meeste andere varkensrassen. Er zijn in Nederland weinig sedativa en anaesthetica geregistreerd voor gebruik bij het varken zodat er soms “off-label use” toegepast moet worden. Sedatie/Premedicatie *Azaperon Azaperon is een neurolepticum dat sedatie geeft zonder narcose. De dosering voor sedatie is 1-2 mg/kg lg. Volwassen beren mogen hiervan niet meer dan 1 mg/kg hebben, omdat het protrusie van de penis veroorzaakt met kans op beschadigingen. Azaperon geeft perifere vasodilatatie waardoor de oorvenen makkelijker te injecteren zijn. Anaesthesie voor kortdurende ingrepen. *Stressnil-ketamine Voor kortdurende ingrepen, zoals klauwtjes bekappen, oren schoonmaken, bloed -of echo-onderzoek doen, of van castratie kan de anaesthesie als volgt uitgevoerd worden: premedicatie: 4 mg/kg lg azaperon (Stressnil ® ), i.m. vlak achter het oor, vervolgens 5 tot 10 minuten wachten; anesthesie: 10 mg/kg lg ketamine i.m. toedienen en lidocaine locaal, 0,5-1 ml. Anaesthesie voor langdurende ingrepen *Pre-anaesthetisch management Een hangbuikzwijn dat ouder is dan 8 weken moet minimaal 12 uur vasten en mag 4-6 uur geen water meer gedronken hebben voordat het onder anaesthesie gaat. Biggen jonger dan 8 weken mogen geen eten of drinken hebben vanaf 1-2 uur voor inductie. Een dier dat niet heeft gevast moet altijd geïntubeerd worden. Een pre-anaesthetisch klinisch onderzoek van hart en respiratieapparaat moet worden gedaan en het dier moet worden gewogen. Premedicatie: Er wordt atropine (0,04 mg/kg i.m.), s.c. of i.v. toegediend. Atropine voorkomt speekselen en het optreden van een bradycardie. De ogen moeten worden gezalfd. Injectie-anaesthesie: Xylazine (2,2 mg/kg) i.m. en hierna ketamine (12-20 mg/kg) i.m. Deze anaesthesie kan worden verlengd door 2-4 mg/kg ketamine i.v. toe te dienen. Een van de andere mogelijkheden is: xylazine (2,2 mg/kg) i.m. met Zoletil® (4,4 mg/kg) i.m. Inhalatie anaesthesie Inhalatie anaesthesie wordt gebruikt voor onderhoud o.a. bij dieren : - jonger dan twee maanden - waarbij een snelle recovery wenselijk is - voor langdurige chirurgie - in shock - met een orgaandysfunctie Halothaan en isofluraan zijn de meest gebruikte middelen voor inhalatieanesthesie bij hangbuikzwijnen. *Inductie De inductie die vooraf gaat aan de inhalatie anaesthesie kan i.m. of i.v. worden toegediend, maar bij gesedeerde varkens kan inductie ook via een masker plaatsvinden. D.M. 53e jaargang - No. 2 blz.

deze zouden niet veel voorkomen. In zeldzame<br />

gevallen kan er sprake zijn van Demodexschurft<br />

(follicular mange) waarbij zich een<br />

pustulaire dermatitis zou ontwikkelen. De<br />

mijt die bij varkens wordt gevonden is Demodex<br />

phylloides.<br />

Endoparasieten<br />

De endoparasieten die voor kunnen komen<br />

zijn spoelwormen (Ascaris suum), zweepwormen<br />

(Trichuris suis), knobbelwormen<br />

(Oesophagostomum spp.), rode maagwormen<br />

(Hyostrongylus rubidus), aaltjeswormen<br />

(Strongyloides ransomi) en longwormen<br />

(Metastrongylus spp.).<br />

Er worden nog enkele andere wormen genoemd:<br />

nierworm (Stephanurus dentatus),<br />

Ascarops strongylina, Trichinella spiralis,<br />

Taenia hydatigena en Macracanthorhyncus<br />

hirudinaceus.<br />

Leverbotinfecties (Fasciola hepatica) kunnen<br />

ook bij het varken met weidegang voorkomen<br />

in leverbotrijke jaren. In de literatuur<br />

over <strong>hangbuikzwijnen</strong> wordt hier geen melding<br />

van gemaakt.<br />

Symptomen die voor kunnen komen bij infecties<br />

met endoparasieten zijn slechte eetlust,<br />

gewichtsverlies, diarree en een vertraagde<br />

groei en ontwikkeling. Hoesten kan voorkomen<br />

bij Ascariosis (migrerende larven) en<br />

Metastrongylosis.<br />

Trichuris suis en Strongyloides ransomi kunnen<br />

bloederige diarree veroorzaken en een<br />

oorzaak zijn van anemie. De larvale stadia<br />

van Strongyloides ransomi infecteren jonge<br />

biggen via het colostrum en/of de larven<br />

kruipen door de huid. Er kan een beeld ontstaan<br />

van neonatale diarree of een beeld dat<br />

lijkt op smeerwrang.<br />

De therapie, die gebaseerd moet zijn op het<br />

resultaat van coprologisch onderzoek , bestaat<br />

uit toediening van een goed werkzaam anthelminthicum.<br />

Trichuris-infecties zijn lastig<br />

te behandelen.<br />

Preventie<br />

Volwassen hobbyvarkens zouden tweemaal<br />

per jaar onderzocht moeten worden op endoparasieten<br />

d.m.v. coprologisch onderzoek en<br />

biggen vanaf 6 weken tot 6 maanden leeftijd<br />

iedere twee maanden.<br />

D.M. 53e jaargang - No. 2 blz.<br />

Preventie van ecto- en endoparasieten wordt<br />

aanbevolen. Diverse middelen zijn daartoe<br />

beschikbaar. Ter preventie van Strongyloides<br />

ransomi infecties bij jonge biggen kan aan<br />

zeugen 7 dagen voor de te verwachten werpdatum<br />

ivermectine gegeven worden.<br />

Ascaris suum kan, naast de boven beschreven<br />

verschijnselen van hoest, groeivertraging en<br />

eventueel diarree, ook de mens besmetten<br />

door contact met besmette faeces maar dit<br />

komt zelden voor.<br />

Coccidiose<br />

Coccidia (Isospora suis) kunnen ook voorkomen<br />

bij <strong>hangbuikzwijnen</strong>. Eimeria spp.<br />

worden niet beschreven in de literatuur bij<br />

het hangbuikzwijn maar kunnen wel voorkomen<br />

bij varkens. Coccidiose veroorzaakt<br />

diarree met pasteuze, gele mest bij jonge biggen<br />

van 5-15 dagen oud. De dieren scheiden<br />

niet altijd oöcysten uit waardoor de diagnose<br />

bemoeilijkt wordt. In Nederland is toltrazuril<br />

geregistreerd voor de behandeling van coccidiose<br />

bij varkens.<br />

MYCOSEN<br />

Ringworm<br />

Deze schimmelziekte komt weinig voor bij<br />

varkens. De pathogene species die bij varkens<br />

het meeste voorkomen zijn Microsporum nanum<br />

en Trichophyton verrucosum; M. canis,<br />

M. gypseum en T. mentagrophytes worden<br />

ook genoemd. M. canis is erg besmettelijk<br />

voor de mens en T. mentagrophytes is een<br />

zoönose.<br />

Om de diagnose te stellen kan een schimmelkweek,<br />

een Woodse lamp (alleen M. canis),<br />

of microscopisch onderzoek van huidafkrabsels<br />

uitsluitsel geven.<br />

De therapie bestaat uit het topicaal en oraal<br />

(indien nodig) toedienen van antimycotica.<br />

Candidiase<br />

Candidiase, een gistinfectie, is gemeld bij<br />

het Vietnamese hangbuikzwijn. Candida albicans<br />

kan de huid aantasten en de tractus<br />

digestivus tot en met het oesophageale deel<br />

van de maag. Bij biggen komt een fataal verlopende<br />

infectie van de mondholte voor.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!