hangbuikzwijnen - Diergeneeskundig Memorandum

hangbuikzwijnen - Diergeneeskundig Memorandum hangbuikzwijnen - Diergeneeskundig Memorandum

22.08.2013 Views

*Vast voedsel voor niet-gespeende biggen Vanaf de eerste levensweek kan begonnen worden met het aanbieden van vast voedsel aan biggen. In de Amerikaanse literatuur wordt hiervoor steeds ’starter’ aangegeven hetgeen 18-22% eiwit bevat. Dit wordt ad libitum verstrekt. ’Starter’ moet een hoog percentage wei, melkpoeder en/of vismeel bevatten en weinig maïs/soja-eiwit, omdat de verteerbaarheid hiervan bij jonge biggen slecht is zodat er diarree kan optreden. Alle voerovergangen moeten geleidelijk plaatsvinden vanwege de grote kans op diarree. Overgaan op vast voer kan tijdens de zoogperiode plaatsvinden ongeveer één tot twee weken voor het spenen. *Vast voedsel De meeste in de handel verkrijgbare varkensvoeders zijn goed voor hangbuikzwijnen. Hangbuikzwijnen hebben, vanwege hun grote maaginhoud, een hoog vezelgehalte in hun dieet nodig voor voldoende bulk. Het toevoegen van vezels aan het dieet kan daarom nuttig zijn. Men kan ”gewoon” varkensvoer mengen met (luzerne) hooi in de verhouding 80%-20%. In het verleden werden aan varkensvoer anti-microbiële groeibevorderaars toegevoegd. Sinds januari 2006 is dit niet meer toegestaan. Voeding na spenen tot volwassenheid De biggen moeten op 4 tot 8 weken leeftijd ongeveer 272-635 gram ’starter’ per dag eten. Na ’starter’ gaan ze over op ’grower’ dat een lager eiwitgehalte (14-18%), een lager energiegehalte en een hoger vezelgehalte bevat en gemaakt is op maïs/soja-eiwitbasis. Er wordt 3 tot 5% van het lichaamsgewicht ’grower’ per dag gevoerd, verdeeld over twee maaltijden tot de biggen volwassen zijn. Op 4 maanden leeftijd kan naar een voer met 12% eiwit over worden gegaan omdat een snelle groei niet wenselijk is voor hobbyvarkens. *Voeding volwassen dieren / zeugen Ieder hangbuikzwijn is een individu met een individuele voedingsbehoefte. Daarom dient gevoerd te worden aan de hand van de conditiescore van het dier. De ideale conditie van een hangbuikzwijn is als je de ribben kunt voelen maar niet kunt zien. Het is handig om een streefgewicht van het hangbuikzwijn vast te stellen en aan de hand hiervan de voergift bij te stellen. D.M. 53e jaargang - No. 2 blz. 22 De hoeveelheid voer die per dag gegeven mag worden aan een volwassen hangbuikzwijn (niet drachtig, niet lacterend) bedraagt ongeveer 2-3% van het lichaamsgewicht. Hieraan kan nog extra vezel worden toegevoegd voor een goede maagvulling en ter preventie van obstipatie. De hoeveelheid voer kan worden verdeeld over twee maaltijden per dag en er moet niet meer gegeven worden dan wat het hangbuikzwijn in één keer opeet. Het eiwitgehalte dient maximaal 12% te zijn. Hangbuikzwijnen die kunnen grazen en wroeten kunnen hiermee voorzien in hun behoeften maar er moet wel een mineralen/vitaminen supplement gegeven worden. Grazen de varkens de hele dag dan is één portie van een compleet varkensvoer per dag bijvoeren voldoende. Voeding van de drachtige zeug Zeugen en gelten volgen hierbij hetzelfde voederregime. Een zeug moet ongeveer 20% in lichaamsgewicht toenemen tijdens de dracht, waarvan de helft in de laatste 5 weken van de dracht. De eerste 12 weken van de dracht wordt er 2-2,5% van het lichaamsgewicht drachtige zeugenvoer of “breeder” gevoerd. Na 12 weken dracht wordt dit verhoogd naar 3% tot het einde van de dracht. 3-4 dagen voor de uitgerekende werpdatum wordt dit weer verlaagd tot 2% van het lichaamsgewicht. Op de dag dat de zeug werpt kan het voer weggehaald worden en alleen water worden verstrekt. Voeding van de lacterende zeug Er kan een speciaal voer voor lacterende zeugen gegeven worden. De eerste dag na het werpen krijgt de zeug vaak kleine beetjes voer aangeboden, maar in totaal niet meer dan wat ze tijdens de dracht at. Na de eerste dag van de lactatie wordt de voergift geleidelijk verhoogd zodat de zeug haar gewicht op peil kan houden. Dit betekent in principe ad libitum voeren. Op de top van de lactatie, ± 2-4 weken post partum, kan de zeug tweemaal de hoeveelheid voer eten die ze at voor onderhoud. Twee dagen voor het spenen kan de voergift beperkt worden tot onderhoud om de melkproductie te laten dalen en zo uierproblemen na het spenen te voorkomen. Voeding van gecastreerde beer/borg Aan de gecastreerde beer/borg kan, evenals

aan een volwassen zeug, 2-2,5% van het lichaamsgewicht van een ’maintenance’ dieet worden gevoerd. Voeding van een beer Een voedingsrichtlijn voor een volwassen beer is 2-3% van zijn lichaamsgewicht van een voer met 12% eiwit of ’maintenance’ voer. Er kan aan beren ook voer voor drachtige zeugen gegeven worden. *Beloningen / snacks Als mensen voedsel als beloning willen geven bij trainen of als tussendoortje dan kunnen ze het beste stukjes fruit, groente of rozijnen geven. Foto : Varkensvoer: een mengsel van varkensvoer plus fruit VOEDINGSDEFICIËNTIES EN VOEDINGS-ZIEKTEN Voedingsproblemen bij hangbuikzwijnen kunnen samenhangen met de hoeveelheid en de kwaliteit van het voer. Indien voer verkeerd of te lang wordt bewaard kan de kwaliteit achteruit gaan. Ook is een onbalans van nutriënten door het voeren van afval, snacks of zelfgemaakte diëten mogelijk. Voor de meeste ziekten die kunnen ontstaan door deficiënties van vitaminen, mineralen en essentiële vetzuren wordt verwezen naar de varkenshandboeken omdat de symptomen bij hangbuikzwijnen overeenkomen met die van gangbare varkens. De symptomen die veel gezien worden bij deficiënties zijn: huidproblemen zoals een droge, schilferige huid, verminderde fertiliteit en dode of zwakke biggen, langzame groei, minder eetlust, diarree, zwakke botten, kreupelheid en stijfheid. Obesitas Hét probleem van hangbuikzwijnen is obesitas. Veel van deze varkentjes zijn te dik. Vooral zeugjes hebben de neiging om te dik te worden en zetten overbodige extra energie om in dikke lagen subcutaan vet. Zeugjes kunnen hierdoor problemen krijgen met de fertiliteit. Ze worden moeilijk drachtig, hebben problemen bij het werpen en de lactatie is vaak onvoldoende of komt helemaal niet op gang. Andere problemen die worden gezien bij te dikke hangbuikzwijnen zijn: entropion en/of trichiasis , huidplooidermatitis en locomotieproblemen. Verder verergert obesitas osteoarthritis, kan het tot hartfalen lijden en kan het respiratoire problemen geven omdat vet vooral ophoopt in de keelstreek. De staartbasis is ook een predilectieplaats voor vetdepots. De preventie van obesitas bestaat uit het geven van goed voer met voldoende vezels en een niet te hoge energiewaarde; dit mag dus beslist geen voer zijn dat bedoeld is voor een vleesvarken. Ook beweging is essentieel voor een gezond hangbuikzwijn en het voorkomt obesitas, hoefproblemen en obstipatie. Foto 9: Entropion en/of trichiasis huidplooidermatitis bij obesitas D.M. 53e jaargang - No. 2 blz. 23

aan een volwassen zeug, 2-2,5% van het lichaamsgewicht<br />

van een ’maintenance’ dieet<br />

worden gevoerd.<br />

Voeding van een beer<br />

Een voedingsrichtlijn voor een volwassen<br />

beer is 2-3% van zijn lichaamsgewicht van<br />

een voer met 12% eiwit of ’maintenance’<br />

voer.<br />

Er kan aan beren ook voer voor drachtige<br />

zeugen gegeven worden.<br />

*Beloningen / snacks<br />

Als mensen voedsel als beloning willen geven<br />

bij trainen of als tussendoortje dan kunnen<br />

ze het beste stukjes fruit, groente of rozijnen<br />

geven.<br />

Foto : Varkensvoer: een mengsel van varkensvoer<br />

plus fruit<br />

VOEDINGSDEFICIËNTIES EN<br />

VOEDINGS-ZIEKTEN<br />

Voedingsproblemen bij <strong>hangbuikzwijnen</strong><br />

kunnen samenhangen met de hoeveelheid<br />

en de kwaliteit van het voer. Indien voer verkeerd<br />

of te lang wordt bewaard kan de kwaliteit<br />

achteruit gaan. Ook is een onbalans van<br />

nutriënten door het voeren van afval, snacks<br />

of zelfgemaakte diëten mogelijk.<br />

Voor de meeste ziekten die kunnen ontstaan<br />

door deficiënties van vitaminen, mineralen<br />

en essentiële vetzuren wordt verwezen naar<br />

de varkenshandboeken omdat de symptomen<br />

bij <strong>hangbuikzwijnen</strong> overeenkomen met die<br />

van gangbare varkens. De symptomen die<br />

veel gezien worden bij deficiënties zijn: huidproblemen<br />

zoals een droge, schilferige huid,<br />

verminderde fertiliteit en dode of zwakke<br />

biggen, langzame groei, minder eetlust, diarree,<br />

zwakke botten, kreupelheid en stijfheid.<br />

Obesitas<br />

Hét probleem van <strong>hangbuikzwijnen</strong> is obesitas.<br />

Veel van deze varkentjes zijn te dik.<br />

Vooral zeugjes hebben de neiging om te dik<br />

te worden en zetten overbodige extra energie<br />

om in dikke lagen subcutaan vet. Zeugjes<br />

kunnen hierdoor problemen krijgen met de<br />

fertiliteit. Ze worden moeilijk drachtig, hebben<br />

problemen bij het werpen en de lactatie is<br />

vaak onvoldoende of komt helemaal niet op<br />

gang. Andere problemen die worden gezien<br />

bij te dikke <strong>hangbuikzwijnen</strong> zijn: entropion<br />

en/of trichiasis , huidplooidermatitis en locomotieproblemen.<br />

Verder verergert obesitas<br />

osteoarthritis, kan het tot hartfalen lijden en<br />

kan het respiratoire problemen geven omdat<br />

vet vooral ophoopt in de keelstreek. De<br />

staartbasis is ook een predilectieplaats voor<br />

vetdepots.<br />

De preventie van obesitas bestaat uit het geven<br />

van goed voer met voldoende vezels en<br />

een niet te hoge energiewaarde; dit mag dus<br />

beslist geen voer zijn dat bedoeld is voor een<br />

vleesvarken. Ook beweging is essentieel voor<br />

een gezond hangbuikzwijn en het voorkomt<br />

obesitas, hoefproblemen en obstipatie.<br />

Foto 9: Entropion en/of trichiasis huidplooidermatitis<br />

bij obesitas<br />

D.M. 53e jaargang - No. 2 blz. 23

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!