22.08.2013 Views

A-PDF Merger DEMO - Diergeneeskundig Memorandum

A-PDF Merger DEMO - Diergeneeskundig Memorandum

A-PDF Merger DEMO - Diergeneeskundig Memorandum

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

A-<strong>PDF</strong> <strong>Merger</strong> <strong>DEMO</strong> : Purchase from www.A-<strong>PDF</strong>.com to remove the watermark<br />

SPOnSOREn:<br />

Uniek in generiek<br />

PERIODIEK TIJDSCHRIFT<br />

ZEvEn En vIJFTIGSTE JAARGAnG<br />

FEbRuARI 2010-01<br />

AQuACuLTuuR In nEDERLAnD En bELGIË<br />

SPOnSOREn:<br />

Uniek in generiek<br />

Paling


Omslagbeeld:<br />

De foto op de omslag laat een oude manier van desinfecteren<br />

zien. Het betreft een spiritusbrander,<br />

gebruikt met formaline, om in Nederland de TBC<br />

te bestrijden (jaren ‘50 en ‘60). Veel steden hadden<br />

hun “eigen” desinfectieunit, deze is afkomstig uit<br />

Apeldoorn.<br />

De inzet is een foto van een krachtige warmtevernevelaar,<br />

zoals anno 2008 nog steeds wordt<br />

gebruikt.<br />

Beide foto's zijn beschikbaar gesteld door Rob van<br />

Veldhuijzen, de auteur van Hoofdstuk 8.<br />

EEN GEZAMENLIJKE UITGAVE VAN:<br />

Uniek in generiek<br />

Periodiek Periodiek tijdschrift<br />

zevenvijftigste vijfenvijftigste jaargang<br />

no. 1 2 - 2010 2008 ISSN 0417 - 4631<br />

De Stichting <strong>Diergeneeskundig</strong> <strong>Memorandum</strong>,<br />

opgericht in in 1953, is stelt een zich onafhankelijke ten doel aan stichting dieren-<br />

zonder artsen in winstoogmerk binnen- en buitenland en stelt zich voorlichting ten doel aan te geven<br />

dierenartsen van wetenschappelijke in binnen- en en buitenland commerciële voorlichting aard op<br />

te veterinair geven van gebied. wetenschappelijke en commerciële<br />

aard Ter uitvoering op veterinair van gebied. haar doelstelling is zij uitgeefster<br />

Ter van uitvoering het tijdschrift van “<strong>Diergeneeskundig</strong> haar doelstelling is <strong>Memorandum</strong>”.<br />

zij uitgeefster<br />

van het tijdschrift ,, <strong>Diergeneeskundig</strong> <strong>Memorandum</strong>”<br />

De exploitatie van dit tijdschrift wordt financieel<br />

De mogelijk exploitatie gemaakt van dit in tijdschrift Nederland wordt, door: naast de abonnementen,<br />

Alfasan Diergeneesmiddelen financieel mogelijk B.V. gemaakt te Woerden. door :<br />

Alfasan en Intervet Diergeneesmiddelen Nederland B.V. te B.V. Boxmeer te Woerden<br />

Janssen Animal Health Benelux te Beerse<br />

VetZ Het Tijdschrift B.V. te Sliedrecht wordt gratis beschikbaar gesteld aan<br />

de praktiserende dierenartsen in Nederland,<br />

De Postdoctorale abonnementsbijdrage veterinaire voor studenten Benelux in Utrecht wordt kun-<br />

jaarlijks nen het geïnd tegen via een een kleine automatische vergoeding incasso. verkrijgen bij<br />

Voor het Reductiebureau. het buitenland wordt Voor een anderen factuur bestaat verzonden. de moge-<br />

De lijkheid abonnementstarieven zich te abonneren; zijn de : kosten van een abon-<br />

Benelux nement bedragen: : ex BTW 6%BTW incl. BTW<br />

Automatische Voor Nederland incasso € 28,00 € per 28,30 jaargang. € 1,70 € 30,-<br />

Factuur Voor het buitenland € 39,50 € 33,02 per jaargang. € 1,98 € 35,-<br />

Buitenland Extra exemplaren : of oudere € 37,26 uitgaven € 2,24 kunnen € 39,50<br />

Extra worden exemplaren besteld d.m.v. of oudere een overschrijving uitgaven kunnen à € worden 11,50<br />

besteld per exemplaar d.m.v. een voor betaling Nederland à € 15,- of € op 14,00 onze voor rekening het<br />

onder buitenland vermelding op een van van het onze gewenste rekeningen. nummer.<br />

Redactiecommissie :<br />

J. J. Goudswaard, voorzitter<br />

J. J. Schrooyen, secretaris<br />

Mw. A. Tolkamp (Alfasan Dierengeneesmiddelen Diergeneesmiddelen) B.V.)<br />

Mw. J. Vernooij C. de Mûelenaere (Intervet Nederland) (Janssen Animal Health Benelux)<br />

J.R. Redactie- van Dongen en Administratieadres:<br />

(VetZ)<br />

J. Halderheiweg Hulsen (Vetvice) 11, 5282 SN Boxtel<br />

tel.: 0411-676822<br />

Redactie- fax: 0411-671595 en Administratieadres:<br />

Halderheiweg e-m: de.em@12move.nl 11, 5282 SN Boxtel<br />

tel.: website: 0411-676822 de-em.nl<br />

fax: Rabobank 0411-671595 Boxtel 1688.49.674<br />

e-m: BIC de.em@12move.nl<br />

RABO NL2U IBAN NL50 RABO 0168 8496 74<br />

website: de-em.nl<br />

Rabobank Verklaring: Boxtel 1688.49.674<br />

BIC De Redactie RABO NL2U en uitgeefster IBAN NL50 aanvaarden RABO geen 0168 aanspra- 8496 74<br />

kelijkheid voor schade, welke- direct of indirect- het<br />

Verklaring: gevolg mocht zijn van gebleken onjuistheden in de<br />

De inhoud Redactie van de en in uitgeefster dit tijdschrift aanvaarden opgenomen geen artikelen. aansprakelijkheid<br />

Niets uit dit voor tijdschrift schade, mag welke- worden direct verveelvoudigd<br />

of indirect- het<br />

gevolg en/of openbaar mocht zijn worden van gebleken gemaakt onjuistheden door middel in vande<br />

inhoud druk, microfilm van de in of dit op tijdschrift welke andere opgenomen wijze ook, artikelen.<br />

Niets zonder uit schriftelijke dit tijdschrift toestemming mag worden van verveelvoudigd<br />

de Redactie.<br />

en/of openbaar worden gemaakt door middel van<br />

druk, Opmaak microfilm en druk: of Bloembergen op welke andere Santee wijze bv ook, Nijmegen zonder<br />

schriftelijke toestemming van de Redactie.<br />

Opmaak en druk: Leonard Nijmegen bv


Van de Redactie<br />

Trouwe lezers van het <strong>Diergeneeskundig</strong><br />

<strong>Memorandum</strong> weten, dat de Redactie<br />

streeft naar een zo groot mogelijke veelzijdigheid<br />

in de te behandelen onderwerpen.<br />

Deze optie kan wel eens diametraal staan<br />

ten opzichte van het aantal uitgaven dat per<br />

jaar mogelijk is. Desalniettemin bewijst<br />

zelfs een lijst van de meest recente nummers<br />

al, dat aan dit redactiebeleid toch goed<br />

wordt voldaan.<br />

Aandacht is in dit decennium besteed aan<br />

gezelschapsdieren: denk aan de nummers<br />

over de behandeling van ooglidafwijkingen,<br />

cardiovasculaire aandoeningen bij de hond,<br />

haematopoietische tumoren, huidaandoeningen<br />

bij de hond en de kat ( 2 delen),<br />

tandheelkunde, en meer. Maar ook kan gedacht<br />

worden aan landbouwhuisdieren en<br />

het paard: endocrinologie van het paard,<br />

varkensfokkerij, enz. Gespecialiseerde onderwerpen<br />

kwamen eveneens ruimschoots<br />

aan de orde: klinische immunologie, veterinaire<br />

toxicologie, reiniging en desinfectie,<br />

dierfysiotherapie. De uitgaven over “bijzondere<br />

huisdieren”, zoals het hangbuikzwijn,<br />

duivenziekten en de ezel waren altijd<br />

al een succes: het aantal aanvragen voor<br />

extra nummers was meestal zo groot, dat de<br />

secretaris van het DM al snel op de verzoeken<br />

moest aangeven, dat ze “ uitverkocht”<br />

waren.<br />

Het is al weer een flink aantal jaren geleden<br />

(in 2002), dat een <strong>Diergeneeskundig</strong><br />

<strong>Memorandum</strong> gewijd werd aan de diagnostiek<br />

en therapie van siervissen. De auteurs<br />

(O. Haenen, P. Sondervan, E.Bruins en<br />

J. Van Weerd- de laatste drie auteurs zijn<br />

werkzaam bij Artis-), behandelden niet alleen<br />

bij aquariumvissen voorkomende ziekten<br />

en de diagnostiek daarvan, maar ook<br />

“zoötechnische aspecten“ met betrekking<br />

tot het houden van vissen. Extra nummers<br />

van deze uitgave zijn allang niet meer beschikbaar:<br />

de Redactie bezit nog 1 nummer...<br />

In 1984, nu dus ruim 25 jaar geleden,<br />

verscheen overigens ook al een nummer<br />

over visziekten van de hand van Professor<br />

Frankenhuis en medewerkers (“Diagnose<br />

en therapie”): de toenmalige redactie was<br />

er kennelijk toen toch ook al van doordrongen,<br />

dat dierenartsen betrokken konden<br />

worden bij de diagnostiek en behandeling<br />

van zieke siervissen. In 1993 werd in de<br />

handleiding voor Bijzondere Dieren (jubileumuitgave)<br />

een hoofdstuk gepubliceerd<br />

over tropische aquariumvissen van de hand<br />

van Dhr. Lambrechts.<br />

Collega Werkman was in de afgelopen jaren<br />

auteur van een aantal zeer interessante<br />

en fraai geillustreerde artikelen in het<br />

Tijdschrift voor Diergeneeskunde, die in<br />

gebundelde vorm ook beschikbaar zijn voor<br />

de in visziekten geïnteresseerde dierenarts.<br />

Ondanks deze, in het Nederlands verschenen,<br />

beschikbare literatuur, bleef één onderwerp,<br />

naar de mening van de Redactie,<br />

toch nog onderbelicht: de aquacultuur. Dit<br />

stond al diverse malen op de agenda (en dus<br />

op de wensenlijst van de Redactie), al direct<br />

nadat het “aquariumnummer” was uitgekomen.<br />

Gelet op het redactiebeleid, dat gestreefd<br />

moet worden naar een zo groot mogelijke<br />

verscheidenheid in de te publiceren<br />

nummers, kon echter niet op korte termijn<br />

aan deze wens gevolg gegeven worden.<br />

Het heeft al met al dus toch nog zo’n acht<br />

jaar geduurd voor een uitgave aan aquacultuur<br />

kon worden gewijd. Het was niet moeilijk<br />

om de auteurs te vinden voor dit artikel:<br />

Olga Haenen en Peter Werkman zijn bij de<br />

weinigen, die zich met recht specialisten op<br />

dit vakgebied kunnen noemen. De Redactie<br />

was derhalve zeer verheugd, dat zij tijd en<br />

energie wilden investeren in het schrijven<br />

van deze uitgave. Het toont hun inzet en betrokkenheid<br />

bij deze sector.<br />

Het is misschien ook wel goed, dat er wat<br />

meer tijd is verlopen tussen de uitgifte van<br />

het nummer over siervissen en deze uitgave<br />

over aquacultuur. Niet alleen in Nederland,<br />

maar overal ter wereld vertoont het kweken<br />

D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 1


van vissen, garnalen en molluscen in de<br />

laatste jaren een sterk stijgende lijn. Daar<br />

zijn meerdere argumenten voor te vinden:<br />

visproducten zijn gezond, iedereen is er<br />

van overtuigd dat de mens niet kan blijven<br />

overbevissen en milieu-aspecten spelen<br />

ook een rol. Het areaal voedselproducerend<br />

land raakt immers vol en uitbreiding is lastig<br />

(kap van oerwoud) en- afhankelijk van<br />

hun voeding- koudbloedigen zijn de meest<br />

efficiente levensvormen voor productie van<br />

dierlijk eiwit.<br />

Dit DM gaat hier ook op in en geeft voorts<br />

interessante oplossingen aan voor bijvoorbeeld<br />

afvalstoffen: o.a. combinatieteelt,<br />

zoals het samen telen van tomaten en het<br />

kweken van tilapia. Overigens wordt hier in<br />

tropische landen ook aandacht aan besteed:<br />

D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 2<br />

men kweekt daar soms graskarpers in delen<br />

van rijstvelden. De vis leeft voornamelijk<br />

van het “onkruid” en de boer behoeft daarom<br />

minder onkruidverdelger aan te schaffen<br />

en te gebruiken. Voorts wordt aandacht<br />

besteed aan heel andere aspecten, die met<br />

het kweken van vissen te maken hebben:<br />

de (Europese) regelgeving, waterzuivering,<br />

voeding, gebruikte therapeutica en de wijze<br />

van toediening, etc.<br />

Iedere dierenarts, die ook maar zijdelings<br />

met dit vakgebied te maken heeft, kan<br />

zijn voordeel doen met de talloze wetenswaardigheden,<br />

die in dit nummer worden<br />

gepresenteerd; de prachtige foto’s dragen<br />

er toe bij, dat dit DM tot een unieke<br />

Nederlandstalige uitgave is geworden over<br />

aquacultuur in Nederland en Vlaanderen.


Inhoudsopgave<br />

Inleiding pag. 7<br />

Organisaties pag. 7<br />

Vissoorten pag. 7<br />

Aquacultuur in Nederland en Vlaanderen pag. 11<br />

Recirculatiesysteem pag. 11<br />

Combinatieteelten pag. 12<br />

Hygiëne pag. 13<br />

Sorteren pag. 13<br />

Voeding pag. 13<br />

a. Larvale voeding pag. 13<br />

b. Productievoer pag. 14<br />

c. Voerhoeveelheid pag. 14<br />

Zagers pag. 15<br />

Waterzuivering pag. 15<br />

a. Meten pag. 16<br />

b. Afvalstoffen pag. 16<br />

Regelgeving pag. 18<br />

Hygiëne pag. 18<br />

Veterinair pag. 18<br />

Voor productie te houden vissoorten pag. 18<br />

Vergunningen bij het opzetten van een visteeltbedrijf pag. 18<br />

Handel en ziekte pag. 18<br />

Geneesmiddelen pag. 19<br />

Logboek pag. 19<br />

Gebruikte anti-bacteriële middelen pag. 20<br />

Toedieningswijze pag. 20<br />

Effecten van medicijnen pag. 21<br />

Duurzaamheid en milieu pag. 21<br />

Aflevering en verwerking pag. 21<br />

Afzwemmen pag. 21<br />

Dodingsmethoden pag. 21<br />

Diagnostiek en behandeling van de meest voorkomende ziekten pag. 23<br />

Parasieten pag. 23<br />

Bacteriën pag. 26<br />

Virussen pag. 28<br />

Ziekten per vissoort pag. 31<br />

Paling pag. 31<br />

Forel pag. 33<br />

Karper pag. 34<br />

Tilapia pag. 35<br />

Afrikaanse meerval pag. 35<br />

Zeebaars pag. 35<br />

Tarbot en tong pag. 36<br />

D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 3


Schaal- en weekdieren pag. 37<br />

Schaaldierziekten pag. 37<br />

Weekdieren pag. 37<br />

Weekdierziekten pag. 37<br />

Slotbeschouwingen pag. 39<br />

Alertheid pag. 39<br />

Onderzoek pag. 39<br />

Opleidingen pag. 39<br />

Toekomst pag. 39<br />

Contactpersonen pag. 40<br />

Aanbevolen literatuur pag. 41<br />

Nog te verkrijgen nummers pag. 43<br />

D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 4


Surolan® en Otoclean®<br />

Kampioenen in oorbescherming!<br />

O T I T I S E X T E R N A<br />

B I J H O N D E N K A T<br />

Wist u dat polymyxine B en miconazole een synergetische<br />

werking hebben bij de afbraak van de bacteriecelwand?<br />

bij Gram-positieve én Gram-negatieve bacteriën<br />

geen inductie van plasmideresistentie<br />

de beste keuze bij eerstelijnsbehandeling<br />

van otitis externa<br />

de oorreiniger met beste<br />

ceruminolytische werking<br />

SUROLAN ® Oordruppels ter behandeling van oor- en huidinfecties bij honden en katten. Samenstelling: miconazolnitraat, prednisolonacetaat, polymixine B-sulfaat. Diersoorten: hond en kat. Indicaties: *otitis met name: bacteriële otitis veroorzaakt door Staphylococcus spp., Streptococcus spp., Pseudomonas<br />

spp. Escherichia coli; mycotischeotitis veroorzaakt door Microsporum spp., Trichophyton spp., Candida spp., Malassezia pachydermatis (Pityrosporum pachydermatis); veroorzaakt door Otodectes cynotis. *huidinfecties met name: bacteriële dermatitis veroorzaakt door Staphylococcus spp., Streptococcus spp.,<br />

Pseudomonas spp. Escherichia coli; mycotische dermatitis veroorzaakt door Microsporum spp., Trichophyton spp., Candida spp., Malassezia pachydermatis. Dosering en wijze van toediening: Oren: na het reinigen van de gehoorgang, tweemaal per dag, enkele druppels Surolan in het oor aanbrengen. Om een<br />

goede verdeling van het preparaat te verkrijgen, dienen oor en gehoorgang goed gemasseerd te worden. Huid: tweemaal per dag worden enkele druppels Surolan op de letsels aangebracht en goed ingewreven. De behandeling moet zonder onderbreking gedurende enkele dagen na het verdwijnen van de symptomen<br />

voortgezet worden. In sommige gevallen kan een behandeling van 2 à 3 weken noodzakelijk zijn. De behandeling van Otodectes cynotis is 2 weken (zie indicaties). Contra-indicaties: geen. Bijwerkingen: geen. Registratienummer België: 2S78F12 - Nederland: REG NL 3153; UDA.<br />

OTOCLEAN ® Oorreinigingsmiddel voor honden en katten. Samenstelling: Salicyzuur (2,32 mg), propyleenglycol, polyglycol, ethoxydiglycol, gereinigd water, glycerine, melkzuur, cucumis sativus, cetraria islandica, mimosa tenuifl ora, oliezuur. Eigenschappen: OTOCLEAN ® bevat keratolytische, oorsmeer<br />

oplossende, verzachtende, hygiënische en hydraterende bestanddelen die het product buitengewoon geschikt maken voor de hygiëne en verzorging van de uitwendige gehoorgang van hond en kat, doordat het de gehoorgang vrijhoudt van vuil en oorsmeer. Dosering: Gebruik OTOCLEAN ® in beide<br />

gehoorgangen van de hond resp. kat. Breng voldoende aan, afhankelijk van de grootte van het dier: Bij grote dieren moet voor elk oor een fl esje (5 ml) worden gebruikt. Bij middelgrote of kleine dieren kan de inhoud van een fl esje over beide oren worden verdeeld. Voorzorgsmaatregelen: Uitsluitend<br />

voor uitwendig gebruik. Vermijd contact met de ogen. Bewaren beneden 30°C. Lees vóór gebruik eerst de bijsluiter.<br />

D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 5


De Auteurs<br />

D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 6<br />

Dr.Ir. O.L.M. Haenen<br />

CVI van Wageningen UR<br />

Postbus 65<br />

8200 AB Lelystad<br />

Drs.Ing. P.J. Werkman<br />

Henegouwen 11<br />

3831 AD Leusden<br />

Olga Haenen<br />

In 1985 ben ik afgestudeerd aan Universiteit Wageningen in de richting<br />

Biologie, nivo organisme, specialisatie visteelt. Sindsdien ben ik werkzaam<br />

als onderzoeker bij het Centraal Veterinair Instituut van WUR te<br />

Lelystad, als hoofd van het Nationaal Referentie Laboratorium voor Vis- en<br />

Schelpdierziekten (dit laatste sinds 2000), dat voor heel Nederland fungeert<br />

als 2e lijns multidisciplinair diagnostisch laboratorium voor o.a. vis- en<br />

schelpdierkwekers, dierenartsen, dierentuinen en particulieren. In 1995 ben<br />

ik aan Wageningen UR gepromoveerd op de epidemiologie, pathogenese<br />

en pathobiologie van de parasitaire zwemblaasnematode Anguillicola crassus<br />

van paling. Mijn specialisaties betreffen o.a. ISO accreditatie op visziektenlaboratoria,<br />

bacteriële en virale paling- en karperziekten en contact<br />

zoönotische infecties uit vis, in diverse (inter)nationale onderzoeksprojecten.<br />

Daarnaast geef ik veel advies in woord en geschrift, o.a. aan vishouders,<br />

dierenartsen, de overheid, EU, EFSA en internationale adviescommissies.<br />

Ik ben sinds september 2009 lid van de Aquatic Animal Health Standards<br />

Commission van de O.I.E. te Parijs. Mijn interesse voor visziekten begon met<br />

fascinatie voor stekelbaarsjes en werd verder gevoed door de colleges in visteelt<br />

en door het visziektenpracticum dat Dr. R. Bootsma tijdens mijn studie<br />

gaf. Het is en blijft een geweldig leuke baan in een goed team, met nog zoveel<br />

braakliggend terrein qua onderzoeksvragen en -antwoorden.<br />

Peter Werkman<br />

Na het behalen van het diploma van de Hogere Landbouwschool in 1962<br />

ben ik tot 1964 in Canada geweest. Eén jaar heb ik op diverse boerderijen<br />

gewerkt en het laatste jaar aan het Ontario Agricultural College in<br />

Guelph gestudeerd. Terug in Nederland ben ik met de studie diergeneeskunde<br />

begonnen en, na een onderbreking van twee jaar voor de militaire<br />

dienstplicht, in 1972 afgestudeerd. Na een jaar waarnemen in Wageningen<br />

kon ik in de grote gemengde groepspraktijk Amersfoort gaan werken.<br />

Vanaf 1978 ben ik gezelschapsdieren gaan behandelen en kreeg ook interesse<br />

in ziekten bij vissen. Extra kennis heb ik opgedaan door het bijwonen<br />

van meerdere buitenlandse vis congressen en het deelnemen aan<br />

cursussen over visziekten en aquacultuur. Vanaf 2009 behandel ik uitsluitend<br />

vissen, zowel kweekvissen voor consumptie als vissen van aquarium<br />

of vijver liefhebbers. Ik schrijf artikelen over problemen bij vissen,<br />

geef ook cursussen voor vishobbyisten en college aan studenten diergeneeskunde.<br />

Af en toe wordt ik in het buitenland om advies gevraagd en<br />

ik ben daarvoor in Malawi en Nigeria geweest en ga binnenkort naar<br />

India. In 2010 ben ik gekozen tot bestuurslid (Director at Large) van de<br />

World Aquatic Veterinary Medical Association en ben lid van de Fish<br />

Veterinary Society in Groot Brittannië.


Inleiding<br />

Naast rundvee, varkens, schapen, geiten en<br />

pluimvee worden in Nederland en België consumptievissen<br />

gehouden en gekweekt.<br />

Aquacultuur kan, mits het voldoet aan een aantal<br />

voorwaarden, een duurzaam alternatief en<br />

aanvulling zijn voor de visserij.<br />

In het begin van de jaren ’80 werd voor het eerst<br />

het kweken van vis op grotere schaal tot ontwikkeling<br />

gebracht. Dat gebeurde in bijvoorbeeld<br />

netkooien in koelwater van krachtcentrales<br />

en in bassins in schuren met waterzuivering,<br />

in plaats van vijvers. Maar omdat kweken op<br />

deze wijze toch te langzaam ging en ook niet op<br />

grote schaal kon worden uitgevoerd is men geleidelijk<br />

overgestapt op recirculatie systemen.<br />

Nu de vissen steeds schaarser worden heeft<br />

kweekvis de toekomst. En dan bij voorkeur vissen<br />

die het milieu niet belasten en waarbij tevens<br />

het welzijn van de vissen aandacht krijgt.<br />

Wereldwijd wordt meer dan 55 miljoen ton<br />

vis geproduceerd (waarvan 10% schelpdieren)<br />

en dit is 49% van alle geconsumeerde vis.<br />

Aquacultuur is wereldwijd de snelst groeiende<br />

tak van voedselproducerende dieren in de afgelopen<br />

jaren.<br />

Organisaties<br />

Nationaal zijn er verschillende organisaties actief<br />

die onder andere de belangen van visproducenten<br />

behartigen, zoals het Productschap Vis,<br />

de Nederlandse Vereniging van Viskwekers<br />

(NeVeVi) en het Ministerie van LNV, om de<br />

ontwikkelingen binnen de sector te stimuleren.<br />

Internationaal zijn er ook tal van organisaties<br />

actief in de visteeltsector. In totaal wordt bij 61<br />

bedrijven in Nederland ongeveer 9500 ton vis<br />

gekweekt, waarvan tarbot, tong, snoekbaars,<br />

barramundi en steur samen ongeveer 600 ton<br />

uitmaken. In de zomer van 2009 gingen een<br />

grote garnalenkwekerij door onjuist beleid en<br />

een barramundi kwekerij failliet.<br />

Forel wordt in een broedhuis gekweekt en<br />

daarna in buitenvijvers gehouden; de overige<br />

soorten blijven binnen in recirculatiesystemen<br />

met een biofilter.<br />

Forellen worden meestal als maatse vis geimporteerd,<br />

met gezondheidscertificaat, en in<br />

forellenvijvers gehouden voor de hengelsport.<br />

[figuur 1] Forellenfarm in Zuid-Engeland<br />

(rondstroombekken)<br />

Vissoorten<br />

De in Nederland gehouden vissen behoren tot de wat meer “luxe” soorten:<br />

Eind 2009 aantal bedrijven en tonnage<br />

Soort vis wildvang/afmest water temp bedrijven jaarproductie<br />

Paling wildvang zoet/brak/zout 25° C 19 < 3000 ton<br />

Afr. meerval kweek/afmest zoet 25-30° C 5-6 1000 ton<br />

Tilapia kweek/afmest zoet/brak 28° C 0 0 ton<br />

Forel kweek/afmest zoet/brak/zout 15-20° C 5 50 ton<br />

Tarbot kweek/afmest brak/zout 25°C 2 210 ton<br />

Tong kweek/afmest brak/zout 25°C 1 20 ton<br />

Snoekbaars kweek/afmest zoet 15-20°C 3 130 ton<br />

Barramundi kweek/afmest zoet/brak 25-31°C 0<br />

Steur kweek/afmest zoet/brak 15-21°C 1<br />

Garnalen kweek/afmest zout/zoet 30°C 0<br />

Claresse ® kweek/afmest zoet 25-30°C 2 3000 ton<br />

D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 7


[figuur 2] Rustrek voor paling [figuur 4] Tong<br />

Omdat in Nederland weinig snel stromend<br />

schoon buitenwater is, worden weinig forellen<br />

gekweekt .<br />

Paling wordt als glasaal (die dan al ongeveer 3<br />

jaar oud is sinds vertrek vanuit de paaigronden<br />

in de Sargasso zee) bij binnenzwemmen in<br />

riviermondingen van ondermeer de Gironde<br />

in Frankrijk en de Severn bij Bristol in<br />

Engeland gevangen. De naam zegt het al: de<br />

glasalen zijn doorzichtig. Paling is tot nu toe<br />

één van de weinige vissoorten waarbij kunstmatige<br />

voortplanting nog niet is gelukt. Door<br />

de afhankelijkheid van wilde glasaal bestaat<br />

een grote kans op insleep van ziekten van<br />

[figuur 3] Afrikaanse meervallen<br />

D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 8<br />

buitenaf. Helaas is het aantal binnen zwemmende<br />

glasaal de laatste paar jaar drastisch<br />

verminderd, waardoor glasaal erg schaars en<br />

duur is: voor kwekers erg duur pootgoed om<br />

af te mesten.<br />

Door succesvolle voortplantingsexperimenten<br />

aan de WUR (Wageningen Universiteit<br />

Research Centrum) wordt de Afrikaanse<br />

meerval nu ook in Nederland gekweekt. De<br />

vissen kunnen goed worden gehouden in<br />

recirculatiesystemen. Alleen blijkt de reguliere<br />

vishandel niet erg geïnteresseerd in het<br />

product, zodat kwekers, naast export naar<br />

Duitsland en Frankrijk, ook lokaal restau-


[figuur 5] Tilapia<br />

rants of koksscholen moeten zien te interesseren<br />

om hun product af te nemen. De Claresse ®<br />

is de nieuwe naam voor een vis die verkregen<br />

is uit de kruising van twee meervalsoorten.<br />

Tong en tarbot zijn twee luxe platvissoorten<br />

die in zeewaterbassins in broedhuizen worden<br />

gekweekt met succesvolle vooruitzichten.<br />

Pangasius is een tropische meervalsoort en<br />

tilapia is een tropische cichlide. Beide soorten<br />

worden massaal in het verre oosten gekweekt.<br />

In Nederland probeert men deze als verse vis<br />

zonder residuen op de markt te brengen. De<br />

vanuit het buitenland aangevoerde vis is in<br />

de regel diepgevroren en dus niet vers te noemen.<br />

Echter, door de enorme aanvoer uit Zuid<br />

Oost Azië tegen woekerprijzen is het voor<br />

Nederlandse kwekers niet mogelijk, hiermee<br />

te kunnen concurreren.<br />

Kwekers van snoekbaars (een inheemse vis)<br />

en barramundi (ook Aziatische zeebaars genoemd)<br />

zijn sinds kort actief, in recirculatiesystemen<br />

in broedhuizen.<br />

Onderzoekers van Nederlandse universiteiten,<br />

hogescholen en instituten bestuderen<br />

ondermeer nieuwe vissoorten met betrekking<br />

tot de manier van houden, het gedrag en de<br />

juiste voeding.<br />

De visteelt in Nederland heeft het zwaar te<br />

verduren de laatste paar jaar. De voornaam-<br />

ste oorzaken zijn de toegenomen concurrentie<br />

van importproducten, hoge kosten van<br />

bedrijfsvoering en gebrek aan ondernemerschap.<br />

De diepgevroren importproducten<br />

pangasius en tilapia filets worden als “verse”<br />

vis verkocht. Mogelijk dat de term “refreshed”<br />

zal moeten worden gebruikt voor deze<br />

niet verse producten.<br />

De prijs blijft bepalend voor de keuze van de<br />

consument. En met de huidige economische<br />

crisis kiest de consument eerder de goedkopere<br />

vissoorten.<br />

Ook duurzaamheid is voor de consument<br />

(nog) geen reden om een hogere prijs te betalen<br />

voor een kweekvis product.<br />

Een ander probleem blijkt de afzet naar de supermarkten<br />

te zijn vanwege de eisen waaraan<br />

een levering moet voldoen. Men eist regelmaat<br />

van aanvoer van een aantal vissen. Niet<br />

iedere viskweker kan hier aan voldoen en<br />

daardoor worden zij gedwongen eigen afnemers<br />

te vinden bij plaatselijke vishandelaren<br />

en restaurants. Eigen verkoop en distributie<br />

zijn duur.<br />

Om een economisch positief resultaat te halen<br />

moet gelet worden op kostenbesparing, maar<br />

zeker ook op een goede aansluiting van de<br />

productie bij de marktvraag.<br />

Vlaanderen telt slechts een handvol bedrijven<br />

die zich bezig houdt met aquacultuur. Er<br />

zijn bedrijven die specifiek- of in combinatie<br />

met anderen- activiteiten met paling, karper,<br />

forel, kaviaar, meerval, oesters en mosselen<br />

ontwikkelen. De laatste jaren is er een toenemende<br />

belangstelling voor aquacultuur en de<br />

overheid stimuleert dit ondermeer via subsidiepolitiek.<br />

Aquacultuur in Vlaanderen is een zeer marginale<br />

sector. Ondanks veel en duur onderzoekswerk<br />

en het subsidie ondersteuningsbeleid<br />

vanuit de Vlaamse en Europese overheid<br />

slaagt deze sector er niet in echt van de grond<br />

te komen. De Vlaamse aquacultuur bedraagt<br />

een paar honderd ton.<br />

D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 9


Uw nieuwe aanspreekpartner voor diergeneeskundige<br />

informatietechnologie in Nederland<br />

Geïntegreerd praktijkmanagement, digitale beeldverwerking en digitale röntgen:<br />

advies, installatie en service – alles onder een noemer.<br />

Vanaf nu hebben Nederlandse dierenartspraktijken en dierenklinieken een nieuwe aanspreekpartner wat betreft oplossingen aangaande<br />

IT-problemen: VetZ BV. De nieuw opgerichte dochteronderneming van de Duitse VetZ GmbH in Sliedrecht begeleidt dierenartsen en managers<br />

betrouwbaar en competent wat betreft praktijkmanagement, digitale beeldverwerking en digitale röntgen. Van concept tot toepassing.<br />

Al meer dan 15 jaar behoort VetZ tot de leidende aanbieders van informatietechnologieën<br />

in de diergeneeskunde. Wat in 1990 als idee begon,<br />

is vandaag de dag een van de succesvolste en meest toonaangevende<br />

concepten in de diergeneeskunde: effi ciënt praktijkmanagement, digitale<br />

beeldverwerking, digitale röntgen, innovatieve webtoepassingen<br />

en vakkundig advies. Alles in een. Perfect met elkaar verbonden.<br />

VetZ begeleidt dierenartspraktijken, dierenklinieken en hoge scholen<br />

in heel Europa. Met Johan Richard van Dongen, directeur van de<br />

nieuwe VetZ BV, nu ook in Nederland. Als zoon van een dierenarts<br />

en praktijkmanager kent hij de behoeften van de Nederlandse dierenartsen<br />

uit eigen ervaring en hij weet precies waar het om draait:<br />

„Wat mij het meeste aanspreekt in VetZ is het professionele niveau<br />

en de uiterste precisie waarmee gewerkt wordt. De hoge mate van toewijding<br />

van het team achter VetZ aan het bedrijf en haar producten,<br />

vormt elke dag weer een inspiratiebron.<br />

De naadloze integratie van al de diagnostische apparatuur in de<br />

dierenkliniek, van digitale röntgensystemen tot bloedcomputers en<br />

van echo tot endoscoop, is zeer indrukwekkend en geeft een unieke<br />

ervaring. Niet tevreden zijn met ‘goed<br />

genoeg’, maar verder ontwikkelen tot<br />

een perfect product en de bijbehorende<br />

perfecte service naar de klant, is het hoofduitgangspunt<br />

waarmee gewerkt wordt<br />

binnen VetZ.”<br />

Kom meer te weten over VetZ BV! Bel<br />

ons op wanneer u vragen heeft over<br />

onze producten of diensten of meer over<br />

geïntegreerd praktijkmanagement en geoptimaliseerde<br />

processen wilt weten! Wij<br />

verheugen ons op uw telefoontje!<br />

D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 10<br />

VetZ BV • Middeldiepstraat 58 • 3361 VT Sliedrecht • Telefoon: +31 (0)184 820201 • info@myvetz.nl • www.myvetz.nl


Aquacultuur in Nederland en Vlaanderen<br />

De voordelen van aquacultuur in Nederland<br />

en Vlaanderen ten opzichte van landen met<br />

een warmer klimaat zijn:<br />

- veel kennis en kunde bij viskwekers aanwezig<br />

- goede technieken om vissen te houden<br />

- goede materialen beschikbaar<br />

- goede filtertechnieken<br />

- goede infrastructuur<br />

- levering het hele jaar door<br />

- weinig ziekte-introductie vanwege het gesloten<br />

systeem<br />

- minder kans op ontsnappen van vissen<br />

Nadelen van aquacultuur in Nederland en<br />

Vlaanderen zijn:<br />

- dure energie<br />

- dure arbeid<br />

- dure grond<br />

- dure gebouwen<br />

- te koud voor teelten buiten<br />

Recirculatiesysteem<br />

De meeste vissoorten worden binnenshuis<br />

gehouden in zogenaamde recirculatie systemen<br />

omdat het klimaat te koud is voor<br />

een snelle groei van vis in buitenvijvers.<br />

Voordelen zijn de onafhankelijkheid van<br />

invloeden van het weer, overstromingen,<br />

droogte (water tekort), predatoren en de lagere<br />

kans op insleep van parasieten en andere<br />

visziekten vanuit het buitenwater. Ook<br />

kan men in recirculatie systemen de waterkwaliteit<br />

reguleren, hoeft men nauwelijks<br />

bij te verwarmen en is de kans, dat vissen<br />

ontsnappen naar het buitenwater, praktisch<br />

nihil. Deze manier van viskweek zorgt voor<br />

minder milieu vervuiling. Hier staat tegenover<br />

dat de investeringskosten hoog zijn.<br />

Een recirculatiesysteem bestaat uit meerdere<br />

ronde of rechthoekige betonnen of kunststof<br />

bassins met water. Een voordeel van een rond<br />

bassin is dat het in hoge mate zelf reinigend<br />

is, een nadeel is dat er meer oppervlakte voor<br />

nodig is. De bassins zijn vaak gekoppeld en<br />

het water uit de bassins wordt over een mechanisch<br />

en een biologisch filter gepompt om<br />

zo de afvalstoffen van de vissen te verwijderen.<br />

Door in het biologische filter aanwezige<br />

bacteriën worden de (giftige) afvalstoffen<br />

ammoniak en nitriet omgezet in nitraat dat<br />

minder schadelijk is. Ongeveer een derde van<br />

de ruimte van een kwekerij wordt ingenomen<br />

door de water zuivering.<br />

[figuur 6] Drumfilter bij Tilapia kwekerij<br />

Het is een absolute voorwaarde voor succes<br />

dat de waterkwaliteit goed wordt gehouden.<br />

Plotselinge stroomuitval, filterverstopping of<br />

niet werkende pompen kunnen binnen enkele<br />

uren grote uitval en sterfte bij de vissen veroorzaken.<br />

Veel parameters worden gecontroleerd door<br />

middel van computers en automatische alar-<br />

[figuur 7] Tilapia in recirculatie systeem met<br />

voederautomaten<br />

D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 11


[figuur 8] Tilapia in recirculatie systeem met<br />

pendel voederautomaat<br />

mering per telefoon, zoals bij voorbeeld het<br />

waterniveau, de watertoevoer, de temperatuur,<br />

het zuurstofgehalte, uitval van stroom<br />

en uitval van de lucht- of zuurstofvoorziening.<br />

De naam recirculatie zegt het al: veel van het<br />

gebruikte water wordt na reiniging opnieuw<br />

gebruikt. Hierdoor zijn de kosten voor verwarming<br />

en water laag. Kwekerijen proberen<br />

energiezuinig te zijn. Toch moet regelmatig<br />

een deel van het water worden aangevuld of<br />

ververst en dus ook opnieuw worden verwarmd.<br />

De watertemperatuur, waarbij paling<br />

en Afrikaanse meerval vaak worden gehouden,<br />

ligt tussen 23 en 26°C.<br />

De meeste gehouden vissoorten kunnen binnenshuis<br />

worden gekweekt en daardoor is<br />

wildvang niet meer nodig. Voor paling lukt<br />

kweek (nog) niet en is men aangewezen op het<br />

vangen van glasaal. De kans op insleep van<br />

ziekten en parasieten is hierdoor aanwezig.<br />

De glasaal wordt bij binnenkomst nauwkeurig<br />

onderzocht op afwijkingen en in een<br />

apart recirculatiesysteem gehouden. Glasaal<br />

is nog geen volledig ontwikkelde paling en<br />

moet wennen aan een geheel nieuwe omgeving<br />

en nieuw voedsel. Pas als de glasaal<br />

gepigmenteerd is komt het immuunsysteem<br />

tot ontwikkeling. Met kabeljauwkuit en speciaal<br />

glasaalvoer wordt geprobeerd de paling<br />

aan het eten te krijgen. Als de vissen ongeveer<br />

1 gram wegen worden ze overgezet naar<br />

een pootaal bak. Hierin verblijven ze tot een<br />

D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 12<br />

gewicht van 10-15 gram, waarna ze naar het<br />

afmest systeem verhuizen. Binnen 12-18<br />

maanden groeit de aal van glasaal naar consumptieaal<br />

van ongeveer 150 gram. In de natuur<br />

duurt het 3-4 jaar voordat een dergelijk<br />

gewicht wordt bereikt.<br />

Een nadeel bij veel palingmesterijen is dat<br />

naast het glasaalsysteem meestal slechts één<br />

biofilter systeem voor meerdere afmest bassins<br />

(6-20) aanwezig is. Wanneer een ziekte<br />

uitbreekt bij paling van bijvoorbeeld 50 gram<br />

is het onmogelijk om alleen de bassins met<br />

de zieke vissen te behandelen omdat een geneesmiddel<br />

in het water ook naar de andere<br />

bassins gaat. Een ander nadeel is dat de vissen<br />

een verschillende groeisnelheid hebben,<br />

waardoor sommige dieren na selectie snel<br />

naar andere bassins gaan, terwijl de langzame<br />

groeiers erg lang achter kunnen blijven.<br />

Er is geen all-in, all-out systeem mogelijk.<br />

Daardoor is niet meer na te gaan welke vissen<br />

nog een restant geneesmiddel bij zich<br />

kunnen hebben en welke niet, tenzij een residu<br />

test wordt uitgevoerd vòòr de aflevering.<br />

Combinatieteelten<br />

Er zijn proeven gedaan met een combinatie<br />

van visteelt en andere teelten. Eén bedrijf<br />

[figuur 9] Tilapia onder tomaten


[figuur 10] Tilapia onder net onder tomaten<br />

kweekt tilapia onder tomaten. Het water van<br />

de vissen wordt na toediening van bepaalde<br />

meststoffen als hydrocultuur voor de tomaten<br />

gebruikt. Een voordeel is dat tilapia en<br />

tomaat een zelfde optimum groeitemperatuur<br />

hebben.<br />

Hygiëne<br />

De overdracht van ziekten kan zowel horizontaal<br />

als verticaal verlopen. Bij een verticale<br />

besmetting wordt een ziekte overgedragen<br />

van een ouderdier op de nakomelingen.<br />

Ook met goede hygiëne maatregelen is deze<br />

overdracht niet te voorkomen.<br />

Horizontale besmetting is de meest voorkomende<br />

vorm van besmetting en zo kan een<br />

ziekte via het water, de vissen, netten, laarzen<br />

en ander materiaal van de ene vis naar de<br />

andere en van het ene systeem naar het andere<br />

worden overgedragen. Om dit te voorkomen<br />

is een goede hygiëne uiterst belangrijk.<br />

Desinfectie van schoeisel, netten en ander<br />

gebruikt materiaal is bij voorbeeld mogelijk<br />

met Halamid ® .<br />

Sorteren<br />

Het verschil in grootte tussen vissen onderling<br />

is een probleem binnen de productie.<br />

Concurrentie tussen de dieren kan een probleem<br />

vormen als de kleinere vissen niet bij<br />

het voer kunnen komen, daardoor achterblijven<br />

in groei, en dan soms zelf kunnen<br />

worden opgegeten (kannibalisme). Hiervoor<br />

is regelmatig sorteren van de vissen noodzakelijk.<br />

Sorteren kan met de hand of met sorteermachines<br />

gebeuren. Dit geeft stress en<br />

huidbeschadigingen bij de vis, die een basis<br />

kunnen vormen voor ziekte.<br />

Voeding<br />

Een belangrijk aspect van voer is de levering<br />

van energie voor groei. De keuze van het<br />

voer hangt sterk af van het productiedoel en<br />

het levensstadium waarin de vis zich bevindt.<br />

De commerciële voederindustrie heeft tal<br />

van visvoeders ontwikkeld. Er is voer voor<br />

vislarven, jonge vissen en volwassen dieren.<br />

Larven en jonge vissen hebben extra supplementen<br />

nodig voor optimale groei en ontwikkeling.<br />

Smaak en reuk van het voer, evenals<br />

de grootte en vorm van de pellets, spelen een<br />

rol. Sommige pellets zinken, andere blijven<br />

tijdelijk drijven.<br />

De meeste vissoorten hebben in de larvale<br />

startfase levend voer nodig. Dit bestaat<br />

[figuur 11] Machinaal paling sorteren op een<br />

palingkwekerij<br />

meestal uit Artemia (pekelkreeftjes) en bij<br />

zoutwater soorten ook kleinere rotifera (raderdiertjes).<br />

Na verloop van tijd wordt geleidelijk<br />

overgegaan op droogvoer.<br />

A. Larvale voeding<br />

Nadat vislarven uit het ei gekomen zijn wordt<br />

meestal pas na een paar dagen met de voeding<br />

gestart, vaak levend voer. Tot die tijd<br />

teren de larven op de dooierzak. Tijdens de<br />

larvale groei wordt de basisstructuur voor de<br />

vis verder vastgelegd en is de groeisnelheid<br />

hoog. Een goed startvoer is dus belangrijk.<br />

Het produceren van een pellet startvoer is<br />

moeilijk omdat de vislarven heel klein en<br />

kwetsbaar zijn en langzaam zwemmen.<br />

Verdeling van het voer over het wateroppervlak<br />

is belangrijk. Daarbij komt dat larven<br />

soms kannibalistisch zijn en het lastig is om<br />

ze droogvoer te laten opnemen.<br />

D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 13


[figuur 12] Paling bij een voeder automaat<br />

B. Productievoer<br />

Voor de meeste gekweekte vissoorten is een<br />

apart voer ontwikkeld. De samenstelling en<br />

grootte van de pellets, staafjes of bolletjes<br />

verschilt per gewichtsklasse en het productiestadium.<br />

Als richtlijn bevat productievoer ongeveer<br />

40-50% eiwit, 10-15% vetten, 20-25% stikstofvrije<br />

component, 10-12% as en 1-2%<br />

ruwe celstof. Daarbij worden ook vitamines<br />

en soms smaakstoffen en kleurstoffen toegevoegd.<br />

Vis wordt voor een deel gevoerd met voer dat<br />

vismeel en visolie bevat. Om het gebruik van<br />

[figuur 12] Hongerige bek van een koi<br />

D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 14<br />

deze bestanddelen te verminderen wordt gezocht<br />

naar vervangende plantaardige eiwitten,<br />

voor een voeder met b.v. 80% plantaardige<br />

en 20% dierlijke bestanddelen. Vooral<br />

een aantal vissoorten die omnivoor of herbivoor<br />

zijn (karpers, tilapia) is een plantaardig<br />

voer mogelijk. Voor carnivore (of piscivore)<br />

soorten als paling, forel, tong en tarbot moet<br />

nog steeds een deel dierlijk eiwit in het voer<br />

aanwezig zijn.<br />

Vitamine C-deficiëntie veroorzaakt vooral<br />

bij jonge vis irreversibele kraakbeenvergroeiingen.<br />

[figuur 14] Forel met vitamine C-deficiëntie:<br />

irreversibele kraakbeenvergroeiingen.<br />

C. Voerhoeveelheid<br />

Het voerniveau wordt uitgedrukt als percentage<br />

dagelijks gevoerd voer ten opzichte van<br />

het visgewicht. Zo kan een voedingtabel<br />

worden samengesteld. Meestal daalt het percentage<br />

voer bij een stijgende visgewichtsklasse.<br />

Jonge vis wordt vaak ad libitum gevoerd,<br />

waarna het voerpercentage van ongeveer<br />

10% tot bijna 1% daalt, afhankelijk van<br />

de vissoort en de kweektemperatuur, omdat<br />

bij hogere temperaturen de groei meestal<br />

groter is.<br />

Het doel van de productie van vissen is groei.<br />

De voederconversie bij vissen is relatief laag<br />

ten opzichte van andere productiedieren en<br />

kan in het geval van de Afrikaanse meerval<br />

zelfs bijna 1 zijn. Voor jonge vissen worden<br />

voederconversies van minder dan 1 gemeten,<br />

omdat een groot deel van de groei bestaat uit<br />

water.<br />

Voer kan met de hand worden gegeven, maar


het kan ook automatisch met een pendel automaat,<br />

een voerbandje en een voerkanon.<br />

Bij een pendelautomaat bewegen de vissen<br />

een in het water hangende staaf (pendel) die<br />

vast zit aan een plateau waarop voer ligt, in<br />

een silo. Door de beweging glijdt voer in het<br />

water. Een voordeel is dat alleen voer in het<br />

water komt wanneer de vissen daadwerkelijk<br />

willen eten. Een nadeel is dat sterkere vissen<br />

beter bij de pendel kunnen dan kleinere<br />

vissen.<br />

Een voerbandje heeft vaak een tijdklok waardoor<br />

op bepaalde tijden het bandje gaat lopen<br />

en voer in het water valt.<br />

Bijzonder belangrijk is om goed toe te zien<br />

dat de vissen al het voer opeten. Voer is duur<br />

en daarbij zorgt niet opgegeten voer snel voor<br />

watervervuiling.<br />

Zagers<br />

Zagers of zeeduizendpoten zijn bij hengelsportliefhebbers<br />

goed bekend als aas.<br />

Minder bekend is dat ze ook worden gebruikt<br />

als voerbestanddeel voor kweekvis.<br />

Een Zeeuws bedrijf levert onder meer aan<br />

kwekerijen in Vietnam, maar ook aan forel-<br />

en zalmkwekerijen in Wales en Schotland,<br />

via een eigen fabriek in Wales. Dit is een<br />

goede ontwikkeling voor de toekomst, omdat<br />

er wereldwijd een groot tekort aan vismeel<br />

en visolie aan het ontstaan is voor de<br />

productie van visvoer. Op deze wijze wordt<br />

getracht om een vismeelvrij zalm- en forelvoer<br />

te produceren.<br />

De zagers worden in grote buitenvijvers gekweekt.<br />

Water uit de Oosterschelde wordt<br />

opgepompt en continu gefilterd en over de<br />

bassins verdeeld. De vijvers hebben een bodem<br />

van folie met daarop zeezand. De zagers<br />

leven in het zand en worden met kleine pellets<br />

gevoerd.<br />

Waterzuivering<br />

Om het zwemwater vrij te maken van afvalstoffen,<br />

die door de vissen worden geproduceerd<br />

of van restanten voer, worden<br />

filterinstallaties gebruikt. Allereerst wordt<br />

het water uit de bassins naar een borstel- of<br />

zeeffilter geleid waar de grove delen worden<br />

verwijderd. Vervolgens vindt sedimentatie<br />

plaats van vaste bestanddelen. Daarna wordt<br />

het water over een groot aantal bioringen gepompt<br />

waarop zich nitrificerende bacteriën<br />

hebben afgezet, behalve bij moving bed filters.<br />

Bioringen zijn poreuze ringen van plastic of<br />

andere stoffen met een groot aanhechtingsoppervlak<br />

voor bacteriën.<br />

De voornaamste afvalstof is ammoniak dat<br />

voor ongeveer 95% via de kieuwen wordt uitgescheiden.<br />

Ammoniak wordt met zuurstof<br />

en Nitrosomas bacteriën omgezet in nitriet.<br />

Ammoniak is in evenwicht met het niet giftige<br />

ammonium (NH4+) . Dit evenwicht is<br />

afhankelijk van de pH en de temperatuur. Bij<br />

een hoge pH en een hoge temperatuur wordt<br />

meer ammoniak dan ammonium gevormd.<br />

Nitriet wordt met zuurstof en Nitrobacter<br />

bacteriën omgezet in nitraat. Ammoniak en<br />

nitriet zijn giftig voor vissen en behoren niet<br />

meer aanwezig te zijn in het schone water dat<br />

terugkomt uit het biofilter. Ammoniak zorgt<br />

voor irritatie van de huid en kieuwen en veroorzaakt<br />

extra slijmvorming en bloedingen<br />

in huid, kieuwen en vinnen. Vissen raken onder<br />

stress en proberen te schuren en weg te<br />

komen uit het water. Tenslotte kan sterfte optreden<br />

bij 0.2-0.5 mg/liter. Nitriet verdringt<br />

zuurstof van de hemoglobine waardoor methemoglobine<br />

ontstaat, dat bloed een bruine<br />

kleur geeft. Ook hier extra slijmvorming en<br />

irritatie van de vissen. Bij 10-20 mg/liter<br />

gaan vissen dood. Bij voorkeur hoort noch<br />

ammoniak noch nitriet in het water uit het<br />

biofilter aantoonbaar te zijn.<br />

Nitraat is veel minder giftig en wordt deels<br />

omgezet in stikstof dat verdwijnt uit het water<br />

en via waterverversing. Nitrificatie is een ingewikkeld<br />

proces waarbij ondermeer de watertemperatuur,<br />

de pH, het zuurstofgehalte,<br />

[figuur 15] Bioringen voor bacterie aanhechting<br />

D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 15


[figuur 16 en 17] Afrikaanse meerval met rode vinnen als gevolg van een verhoogd nitriet<br />

gehalte<br />

de voersoort en hoeveelheid en de hardheid<br />

van het water invloed op het verloop hebben.<br />

Onder invloed van de nitrificatie en koolzuurproductie<br />

daalt de pH en verzuurt het water.<br />

Verzuring is een gevolg van bacteriële omzetting<br />

van ammonium (NH4+) in het filter<br />

via nitriet naar nitraat. Door het toevoegen<br />

van een buffer als calciumcarbonaat wordt<br />

het vermogen van het water, om de pH gelijk<br />

te houden, bevorderd. De hoeveelheid calciumcarbonaat,<br />

die moet worden toegevoegd,<br />

wordt mede bepaald door de hoeveelheid<br />

voer. Het schone water wordt teruggepompt<br />

naar de bassins. Om de afvalstoffen in de<br />

lucht af te voeren uit een visteelt broedhuis<br />

(koolzuurgas, ammoniak, stikstofgas, o.a.) is<br />

een goede ventilatie van essentieel belang.<br />

A. Meten<br />

De kleur en de helderheid van het water zeggen<br />

niets over de kwaliteit. Daarom is het regelmatig<br />

meten van de pH, de temperatuur,<br />

het zuurstofgehalte ( minimaal 6 mg/liter,<br />

iets lager bij meervallen), het ammoniak gehalte<br />

(0 mg/liter), nitriet gehalte (0 mg/liter)<br />

en nitraatgehalte (maximaal 20 mg/liter) erg<br />

belangrijk.<br />

Voorbeeld: Systeem voor palingteelt<br />

De normale onderdelen van een palingmest<br />

systeem bestaan uit vistanks of bassins, een<br />

mechanisch filter, pomptank reservoirs, een<br />

D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 16<br />

biologisch filter, een ontgassings eenheid<br />

voor het verwijderen van koolzuurgas, een<br />

zuurstofkolom en UV-licht.<br />

Zuivering door middel van ultra violet licht<br />

wordt gebruikt om micro-organismen te doden.<br />

Eventueel kan een denitrificatie systeem,<br />

waarbij nitraat onder zuurstofarme omstandigheden<br />

wordt omgezet in stikstofgas, worden<br />

gebruikt. In meer uitgebreide systemen<br />

kan, afhankelijk van de lozingskosten, ook<br />

defosfatering en/of flocculatie-technologie<br />

worden geïntegreerd. In systemen met de<br />

meest uitgebreide waterbehandeling kan de<br />

waterafvoer naar het milieu beperkt worden<br />

tot 100 liter per kg voer. Mogelijk kan dit in<br />

de toekomst nog minder worden.<br />

B. Afvalstoffen<br />

Bij visteelt in een recirculatiesysteem is de<br />

vuilproductie ten opzichte van een conventioneel<br />

systeem sterk geconcentreerd. Er<br />

vindt lozing plaats van met name nitraat en<br />

afvoer van organische stof. De samenstelling<br />

en de hoeveelheid van het te lozen effluent<br />

hangen in grote mate af van het gebruikte<br />

filtersysteem en het management. Aanleg<br />

van een slibput of slibvijver, die regelmatig<br />

worden geleegd met een overloop op het<br />

riool, is soms wenselijk. Lozen van afval<br />

behoeft vaak een gemeentelijke vergunning,<br />

afhankelijk van de hoeveelheid vervuiling/<br />

biomassa.


XDR2 - De familie is compleet!<br />

XDR2-K: 45 cm x 50 cm x 26 cm (B x H x D) • 18 kg totaalgewicht • 19” capatief touchscreen<br />

(1.280 x 1.024) • volwaardig toetsenbord met touch- of balpad • trolley handvat en draagband •<br />

geïntegreerd PACS en Image Processing Software • leverbaar in alle kleuren met individueel praktijklogo<br />

GmbH<br />

Detector: 25 cm x 30 cm actief bereik • 2.040 x 2.520 pixel (5.14 megapixel) • 0,127 mm pixelgrootte<br />

3,9 lijnparen per mm • Casium-Jodide (CsI:TI) scintillator • minder geruis • hogere kwantum effectiviteit • Werbeagentur<br />

hogere gevoeligheid • revolutionaire Image Processing<br />

RpunktDESIGN<br />

D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 17<br />

VetZ BV • Middeldiepstraat 58 • 3361 VT Sliedrecht • Telefoon: +31 (0)184 820201 • info@myvetz.nl • www.myvetz.nl Gestaltung:


Regelgeving<br />

Hierbij enkele kernpunten uit de wet- en<br />

regelgeving met betrekking tot visteeltbedrijven.<br />

De Nederlandse visteeltsector is een relatief<br />

nieuwe bedrijfstak, waar nog weinig<br />

wet- en regelgeving voor bestaat. Het beleid<br />

op Europees niveau staat in een aantal<br />

richtlijnen, verordeningen en beschikkingen<br />

weergegeven. Deze worden of zijn<br />

omgezet in nationale regelgeving of zijn<br />

rechtstreeks geldend binnen de EU. Daarbij<br />

speelt het Ministerie van LNV een cruciale<br />

rol, met name de Veterinaire Dienst,<br />

Directie Visserij en VWA. Meer informatie<br />

over Europese besluiten is te vinden op de<br />

website ec.europa.eu/aoz.<br />

Hygiëne<br />

Voedselveiligheid wordt gegarandeerd door<br />

hygiënevoorschriften en regelingen op sanitair<br />

gebied.<br />

Veterinair<br />

Op veterinair gebied is relatief veel vastgelegd<br />

in wet- en regelgeving. De import<br />

van vissen (en tevens eieren en gameten<br />

hiervan) en het op de markt brengen van<br />

aquacultuur producten is gereguleerd in<br />

Europese beschikkingen en richtlijnen. Ook<br />

melding en bestrijding van ernstige ziekten<br />

in aquacultuur dieren worden in veterinaire<br />

voorschriften verwoord. Europese regelgeving<br />

over medicijngebruik in de viskweek<br />

is in Nederlandse en Belgische wetgeving<br />

geïmplementeerd.<br />

Voor productie te houden vissoorten<br />

Om welzijnsredenen mogen in Nederland<br />

en België niet alle vissoorten worden gehouden<br />

voor productiedoeleinden. Welke<br />

soorten toegestaan zijn en de procedures<br />

voor nieuw toe te laten vissoorten is in nationale<br />

regelgeving vastgelegd.<br />

Vergunningen bij het opzetten van een<br />

visteeltbedrijf<br />

Bij het opzetten van een visteeltbedrijf in<br />

Nederland moet rekening worden gehouden<br />

met provinciale en gemeentelijke wet- en<br />

D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 18<br />

regelgeving over zaken als bestemmingsplannen,<br />

afvalwater en vergunningen.<br />

Handel en ziekte<br />

De handel in levende vis en visproducten<br />

wordt geregeld in de Europese Aquacultuur<br />

richtlijn 2006/88/EC. Hierin staan artikelen<br />

gewijd aan registratie en vergunning<br />

van aquacultuur bedrijven, hygiëne,<br />

preventie van ziekten, certificering, het<br />

veilig in de handel brengen van aquacultuur<br />

dieren en – producten, zowel binnen<br />

als buiten de EU, regels ten aanzien van<br />

wilde vis en siervis, meldplicht van aangifteplichtige<br />

ziekten met de betreffende<br />

ziektenlijst, bestrijding van ziekten, verkrijgen<br />

van een ziektevrije status, zonering<br />

van landen en bedrijven qua gezondheidsstatus<br />

en eisen aan nationale referentielaboratoria<br />

(voor Nederland CVI van WUR<br />

te Lelystad, en voor België NRL voor visziekten<br />

te Marloie), en de EU referentie-<br />

laboratoria voor visziekten (Denemarken) en<br />

schelpdierziekten (Frankrijk) o.a..<br />

Daarbij worden bij de indeling naar gezondheidsstatus<br />

vijf categorieën gebruikt:<br />

1. ziektevrij,<br />

2. bedrijf met bewakingsprogramma,<br />

3. onbepaald (voor zover bekend niet besmet<br />

maar niet onderworpen aan een programma<br />

om de ziektevrije status te bereiken),<br />

4. bedrijf met uitroeiingsprogramma ten<br />

aanzien van de ziekte en<br />

5. besmet bedrijf.<br />

In landen als Denemarken en Noorwegen<br />

heeft men veel ervaring met effectieve<br />

uitroeiings- en desinfectieprogramma’s in<br />

geval van ziekteuitbraken op visteeltbedrijven.<br />

Risk assessment is daarbij van belang.<br />

Er zijn richtlijnen bekend bij de overheden,<br />

in hun rampenplannen/contingency plans,<br />

volgens de 2006/88/EG regelgeving. Op<br />

de OIE site is achtergrondinfo te vinden<br />

(www.oie.int).<br />

Meer informatie over de richtlijn, de lijsten<br />

van aangifteplichtige aquacultuurziekten en<br />

de aanverwante regelgeving is te vinden op:<br />

http://ec.europa.eu/food/animal/liveanimals/aquaculture/index_en.htm


Geneesmiddelen<br />

Het Productschap Vis heeft een protocol<br />

voor het gebruik van diergeneesmiddelen<br />

opgenomen in de gedragscode voor viskwekers<br />

in Nederland. Er is afgesproken met het<br />

ministerie van LNV dit protocol te hanteren<br />

totdat de Europese richtlijn 2004/28/EG voor<br />

diergeneesmiddelen wetgeving volledig in de<br />

Nederlandse wetgeving is ingepast. Richtlijn<br />

2004/28/EG heeft als doel het waarborgen<br />

van de volksgezondheid en het welzijn van de<br />

dieren.<br />

Zie voor 2004/28/EG de link:<br />

http://eur-lex.europa.eu/Result.do?T1=V1<br />

&T2=2004&T3=28&RechType=RECH_<br />

naturel&Submit=Zoeken<br />

De afzonderlijke lidstaten dienen zelf de<br />

richtlijn in de wetgeving aan te passen. De<br />

gedragscode van het Productschap Vis richt<br />

zich onder andere op het voorkomen en adequaat<br />

bestrijden van visziekten. Daarnaast<br />

benadrukt de code dat maatregelen genomen<br />

dienen te worden om ongewenste residuen in<br />

de vis te voorkomen en schadelijke effecten<br />

op het ecosysteem te minimaliseren. In het<br />

protocol staat hoe viskwekers om dienen te<br />

gaan met het gebruik van diergeneesmiddelen<br />

in de viskweek.<br />

Indien maatregelen, zoals bij voorbeeld het<br />

verversen van water, ontoereikend zijn om de<br />

ziekte te bestrijden, moet een (gespecialiseerde)<br />

dierenarts geraadpleegd worden. Als de<br />

dierenarts een behandeling noodzakelijk acht,<br />

mag hij/zij diergeneesmiddelen voorschrijven.<br />

Bij voorkeur worden middelen voorgeschreven<br />

die zijn beschreven in bijlage 2 van<br />

de gedragscode. In het geval van antibiotica<br />

wordt voor een effectieve genezing bij voorkeur<br />

gekozen op basis van een antibiogram<br />

tegen de vispathogene bacterie. Antibiogram<br />

en bacterietypering worden door het CVI uitgevoerd,<br />

maar het antibiogram kan soms ook<br />

door een dierenartsenpraktijk zelf worden<br />

bepaald. Bij gebruik van enig middel dient,<br />

zowel bij de dierenartsenpraktijk, als bij de<br />

viskweker een logboek (zoals weergegeven in<br />

bijlage 3 van de gedragscode) nauwkeurig te<br />

worden bijgehouden. Wanneer vissen met een<br />

gewicht van meer dan 5 gram zijn behandeld<br />

moeten deze, alvorens ze voor consumptie<br />

aan te bieden, worden getest op de aanwezigheid<br />

van eventuele residuen.<br />

Voor consumptievissen zijn in Nederland<br />

geen geregistreerde geneesmiddelen verkrijgbaar.<br />

Gezien de geringe omvang van de aquacultuur<br />

sector zullen in de nabije toekomst<br />

geen geneesmiddelen voor vissen worden geregistreerd.<br />

In de praktijk wil men het gebruik<br />

van geneesmiddelen en bestrijdingsmiddelen<br />

tegen parasieten zo veel mogelijk beperken,<br />

in verband met het voorkomen van residuen<br />

in visvlees en vanwege de kosten.<br />

Een vrij te gebruiken middel in zoet water is<br />

jodium vrij zout (1-5 gram per liter). Het remt<br />

de groei van parasieten, schimmels en bacteriën.<br />

Ook wordt het gebruikt om het effect<br />

van een te hoog nitriet gehalte te verminderen.<br />

Echter, het is niet aan te raden om permanent<br />

zout aan het systeem toe te voegen.<br />

Gebruik zout als goed en goedkoop geneesmiddel<br />

zonder residu vorming.<br />

Een ander vrij toe te passen middel is formaline<br />

of formaldehyde oplossing 36% (10-20<br />

ml op 1000 liter water gedurende 48 uur). Dit<br />

wordt gebruikt tegen ééncellige parasieten en<br />

huid- en kieuwwormen. Voorzichtigheid is<br />

geboden bij vissen met kieuwproblemen, omdat<br />

formaline zuurstof onttrekt aan het water.<br />

Controleer altijd de kieuwen voordat een<br />

behandeling wordt ingesteld. Bij zacht water<br />

met een hoge temperatuur en een lage pH is<br />

formaline meer toxisch. Niet gebruiken onder<br />

10 en boven 26°C en niet samen met zout. Bij<br />

gebruik altijd extra beluchten.<br />

Met meer zoötechnische maatregelen zoals<br />

waterverversing, een variërende zuurgraad,<br />

een aangepaste watertemperatuur en een<br />

verlaging van de visdichtheid probeert men<br />

de leefomstandigheden van de vissen zo optimaal<br />

mogelijk te maken om de kans op een<br />

ziekte uitbraak zo klein mogelijk te maken.<br />

Logboek<br />

De volgende gegevens moeten door de dierenarts<br />

worden genoteerd bij een behandeling<br />

D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 19


in het logboek van de viskweker en die van de<br />

dierenarts:<br />

- Naam van het middel, reg.NL en batchnummer<br />

- Datum van toediening<br />

- Gebruikte hoeveelheid<br />

- Afdeling en bassin nummers van de behandelde<br />

dieren<br />

- Aantal of kilogrammen behandelde dieren<br />

- Einde wachttijd na laatste toediening<br />

- Naam van de behandelend dierenarts<br />

- Leverancier van het geneesmiddel<br />

Als algemene regel wordt aangehouden slechts<br />

vis van minder dan 5 gram te behandelen met<br />

antibiotica. Bij gebruik van een medicament<br />

moet een wachttermijn van MINIMAAL 500<br />

daggraden worden aangehouden, tenzij voor<br />

dezelfde vissoort in een andere Europese lidstaat<br />

een andere wachttermijn is vastgesteld.<br />

Daggraden is het product van de watertemperatuur<br />

en het aantal dagen niet leveren. Dus<br />

bij een temperatuur van 25 graden moet een<br />

wachttermijn van 20 dagen worden aangehouden.<br />

Bij een temperatuur van 10 graden<br />

50 dagen (MINIMAAL!).<br />

Van paling is verder bekend dat zij geneesmiddelen<br />

veel langer vasthouden dan andere<br />

vissoorten, waarschijnlijk in het vet; dus hierbij<br />

is een langere wachttermijn nodig.<br />

Gebruikte anti-bacteriële middelen<br />

(doseringen voor pure stof)<br />

- OXYTETRACYCLINE<br />

In water: alleen tegen uitwendige bacteriële<br />

infecties; 20 mg/l voor 24 uur<br />

In voer: 50-80 mg/kg vis/dag voor 7-10 dagen<br />

- OXOLINEZUUR (weinig gebruikt)<br />

In water: 25 mg/l voor 3 uur<br />

In voer: 3-12 mg/kg vis/dag voor 7-10 dagen<br />

(12 mg/kg/dag in zout water)<br />

- FLUMEQUINE<br />

In water: 10-25 mg/l voor 3 uur<br />

In voer: 6-10 mg/kg vis/dag voor 7-10 dagen<br />

- TRIMETHOPRIM SULFADIAZINE<br />

(80:400)<br />

In water: 20 mg/l voor 12 uur<br />

In voer: 30-75 mg/kg vis/dag voor 5-7 dagen<br />

D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 20<br />

N.B. Bij gebruik in water: biologisch filter<br />

kortsluiten!<br />

Toedieningswijze<br />

1. Lokaal zalf aanbrengen op een ontstoken<br />

wond nadat deze eerst is schoongemaakt<br />

met bij voorbeeld waterstof peroxide 3%.<br />

2. Injectie met een antibioticum intra-musculair<br />

net achter de borstvin of intra-peritoneaal<br />

net boven en voor de anus.<br />

Methoden 1 en 2 worden veelal gebruikt voor<br />

individuele grote vissen, zoals ouderdieren of<br />

grote siervissen.<br />

3. In water als kortdurend bad: minuten tot<br />

enkele uren, of een lang werkend of permanent<br />

bad van meerdere dagen voor een<br />

behandeling tegen uitwendige parasieten of<br />

uitwendige bacteriële infecties. Een hoge<br />

concentratie wordt kort toegepast, terwijl<br />

een lagere concentratie langer wordt gebruikt.<br />

Let op: in zacht water, bij een lage<br />

pH en hoge temperatuur zijn veel stoffen<br />

meer toxisch dan normaal, bij voorbeeld<br />

formaline.<br />

Voor zover mogelijk wordt gebruik gemaakt<br />

van pure stoffen, omdat bij- of vulstoffen het<br />

water vervuilen.<br />

Met hulp van een oppervlaktespanning verlagend<br />

middel, bijvoorbeeld Tween 80 ® , kan<br />

een geschikt geneesmiddel in een zeer kort<br />

durend bad van enkele seconden worden opgenomen<br />

in het lichaam. In de praktijk wordt<br />

dit zelden toegepast.<br />

4. Door het voer gemengd. Vooral gebruikt<br />

bij systemische bacteriële aandoeningen,<br />

bijvoorbeeld een septicaemie.<br />

De behandelduur is meestal 10 tot 14 dagen<br />

achtereen.<br />

De dosering is in mg/kg vis per dag en gaat<br />

uit van pure stof.<br />

Het totale gewicht van de vissen moet daarbij<br />

berekend worden en de normale voederopname<br />

per dag moet bekend zijn (dit kan<br />

variëren van 0,5 - 5% van het lichaamsgewicht).<br />

Het geneesmiddel wordt gemengd voor een<br />

voeropname van 1% omdat zieke vissen<br />

meestal minder of niet eten. Zo krijgen zij


een voldoende hoge dosering geneesmiddel<br />

binnen. Een nadeel is dat de minst of<br />

niet zieke vissen het meeste geneesmiddel<br />

opnemen.<br />

Noteer de datum van de laatste toediening en<br />

houdt een wachttermijn voor slachten aan van<br />

MINIMAAL 500 daggraden.<br />

Effecten van medicijnen<br />

Van bepaalde antibiotica, bijvoorbeeld tetracyclines,<br />

is bekend dat zij immuno-suppressief<br />

kunnen werken. Dit betekent dat gevoelige<br />

vissen (bijvoorbeeld paairijpe vrouwelijke<br />

vissen met kuit of vissen die in water<br />

leven van een minder goede kwaliteit) een<br />

verminderde afweer hebben en dat de kans<br />

op ziek worden en langer ziek blijven groter<br />

Aflevering en verwerking<br />

Afzwemmen<br />

Om de grondsmaak van consumptievis, veroorzaakt<br />

door de stof geosmine, te voorkomen<br />

moeten de vissen voor de slacht enkele<br />

dagen in schoon water zwemmen, zonder gevoerd<br />

te worden. Het gewichtsverlies tijdens<br />

deze periode verschilt tussen vissoorten en<br />

tussen individuele vissen.<br />

Dodingsmethoden<br />

Voor het doden van vissen, die afkomstig<br />

zijn van kwekerijen, zijn meerdere methoden<br />

in gebruik. Volgens de Europese richtlijnen<br />

voldoen deze methoden niet omdat de vissen<br />

niet snel genoeg worden bedwelmd. Dit moet<br />

binnen een halve seconde voordat de dood<br />

intreedt. Ook treedt bij de huidige methoden<br />

veel stress op bij de vissen.<br />

Voor het doden van paling is de meest gebruikte<br />

methode het ontslijmen van de huid<br />

in een zoutbad. Uit analyses blijkt dat de<br />

versheid en het uiterlijk van het palingvlees<br />

negatief kan worden beïnvloed door stress<br />

wordt, zeker als er virussen op de loer liggen.<br />

Zowel de viskweker als de toezichthoudende<br />

dierenarts hebben elk hun eigen verantwoordelijkheid<br />

met betrekking tot het afleveren<br />

van een voedselveilig product. De viskweker<br />

moet zorgen voor residuvrije vis, terwijl de<br />

dierenarts een voldoende lange wachttermijn<br />

moet adviseren.<br />

Duurzaamheid en milieu<br />

Afvalwater behoort vrij te zijn van meststoffen<br />

en resten van geneesmiddelen voordat het<br />

mag worden geloosd op het riool.<br />

Meerdere viskweek bedrijven willen in aanmerking<br />

komen voor een milieu keurmerk,<br />

waaruit blijkt dat men op duurzame wijze vis<br />

kweekt en het milieu spaart.<br />

wanneer het dier niet onmiddellijk het bewustzijn<br />

verliest. Onderkoelen met ijs of ijswater<br />

is de meest gebruikte dodingsmethode<br />

voor Afrikaanse meerval en tilapia. Hierbij<br />

kan de hartslag van de vissen toenemen van<br />

70 tot 300 slagen per minuut. Direct verbloeden<br />

van paling en meerval blijkt de dieren<br />

niet onmiddellijk te bedwelmen. Ook het geven<br />

van een harde slag op de kop, zoals in het<br />

buitenland wordt gebruikt bij zalm en karper,<br />

blijkt de vissen niet meteen te bedwelmen en<br />

stress op te leveren.<br />

Hieruit blijkt dat het verantwoord slachten<br />

van de diverse soorten vis nog niet diervriendelijk<br />

genoeg gaat. Er is al veel onderzoek<br />

naar gedaan. Een elektrocutie methode<br />

is ontwikkeld, maar is duur. Toch wil de sector<br />

deze methode toepassen om tegemoet te<br />

komen aan de wensen van consumenten organisaties.<br />

Het zou goed zijn als op Europees<br />

niveau goede slachtmethodes verplicht worden<br />

gesteld. Dit onderwerp staat vol in de<br />

aandacht bij de EU, de EFSA en de OIE.<br />

D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 21


D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 22


Diagnostiek en behandeling van de meest<br />

voorkomende ziekten<br />

De meest voorkomende ziekten bij kweekvissen<br />

zijn infectieuze aantastingen door:<br />

1. parasieten<br />

2. bacteriën<br />

3. virussen<br />

Daarnaast zijn er: “4. overige aandoeningen”.<br />

1. Parasieten<br />

De meest voorkomende parasieten bij zowel<br />

wilde vissen als kweekvissen in Nederland zijn:<br />

ICHTHYOBODO (voorheen Costia)<br />

Een zeer kleine druppelvormige flagellaat<br />

ter grootte van een rode bloedcel (10 bij 6<br />

µm). Geeft veel irritatie op kieuwen en huid<br />

en kan vooral bij jonge vissen aanzienlijke<br />

sterfte geven. De parasiet kan zich vastzetten<br />

met een kleine hechtplek, maar beweegt zich<br />

meestal over de huid en kieuwen met hulp<br />

van flagellen. Vermeerdering vindt plaats<br />

door overlangse deling en soms zijn zeer<br />

grote aantallen parasieten te vinden op een<br />

kleine oppervlakte. Zonder gastheer sterft de<br />

parasiet snel.<br />

VERSCHIJNSELEN: Op de vis kan een<br />

blauwig-witte waas van extra slijm zichtbaar<br />

zijn met soms samengeknepen vinnen. Bij<br />

aantasting van de kieuwen zullen de vissen<br />

[figuur 18] Kieuwtop met druppelvormige<br />

Ichthyobodo (Costia), een parasitaire flagellaat.<br />

lusteloos worden en op de bodem liggen of<br />

aan de oppervlakte luchthappen. Vaak eet de<br />

vis niet meer.<br />

CHILODONELLA<br />

Een op de huid en kieuwen voorkomende ciliaat<br />

met een grootte van 10 bij 60 µm. Zij<br />

tuimelen door het gezichtsveld en in grote<br />

aantallen geven zij huid en kieuwirritatie.<br />

Voortplanting geschiedt door overlangse deling.<br />

Dit wordt meestal gezien bij verminderde<br />

weerstand van de vissen, mogelijk als<br />

gevolg van een minder goede waterkwaliteit.<br />

VERSCHIJNSELEN: Witte slijmvlekken op<br />

de huid en extra slijm op de kieuwlamellen.<br />

Heftig schuren, luchthappen, lusteloosheid,<br />

niet meer eten en vermagering kunnen worden<br />

gezien<br />

[figuur 19] Chilodonella<br />

TRICHODINA<br />

Een qua vorm mooie schotelvormige parasitaire<br />

ciliaat die door het beeld tolt en met<br />

meerdere rijen ciliën de huid afschraapt.<br />

Voortplanting geschiedt door overlangse deling.<br />

De parasiet wordt meestal gevonden bij<br />

minder goede omstandigheden: slechte waterkwaliteit,<br />

verzwakte vissen en in het voorjaar<br />

bij stijgende watertemperaturen.<br />

VERSCHIJNSELEN: Grauwe huid, troebeling<br />

door verhoogde slijmproductie. Door<br />

schuren kunnen kleine verwondingen in de<br />

D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 23


huid worden gezien, soms met puntbloedinkjes.<br />

Lusteloosheid, ruwe huid en kortademigheid<br />

kunnen optreden en door irritatie<br />

stopt de vis met eten.<br />

[figuur 21] Massa’s Trichodina in een huidafstrijkje<br />

van vis.<br />

ICHTHYOPHTHYRIUS MULTIFILIIS<br />

(ICH, WITTE STIP)<br />

Deze ciliaat is qua naam bij bijna iedereen<br />

bekend. De ovaalronde parasiet bevindt zich<br />

in dikke witte slijmpropjes op de huid (vandaar<br />

de naam witte stip) en beweegt zich<br />

draaiend voort door middel van ciliën op de<br />

hele celwand. Een lichte hoefijzervormige<br />

kern is goed zichtbaar. De parasiet, die in<br />

meerdere grootten te zien is, kan zich explosief<br />

vermeerderen. Vanuit de volwassen<br />

parasiet komen vrij-zwemmende trophonten<br />

los; deze gaan naar de bodem en vormen<br />

cysten waarin snel delingen plaats vinden,<br />

waarna vrije ciliosporen op zoek gaan naar<br />

een nieuwe gastheer. Alleen de vrij-zwemmende<br />

parasieten zijn te doden. Hierdoor<br />

is een herhaalde behandeling noodzakelijk.<br />

De cyclussnelheid van de parasiet is afhankelijk<br />

van de temperatuur. Bij 21-24°C 3-4<br />

dagen, bij 10°C 5 weken.<br />

VERSCHIJNSELEN: Witte stippen als<br />

kleine bolletjes zijn zichtbaar op de huid,<br />

vinnen en staart. (N.B. Niet iedere witte<br />

stip is WITTE STIP, ook andere parasieten<br />

kunnen door slijmvorming wittige stippen<br />

vormen). De vissen worden rusteloos, gaan<br />

schuren en knijpen met de vinnen. Door de<br />

D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 24<br />

[figuur 22] Paling met zware witte stip infectie<br />

door Ichthyophthirius multifiliis.<br />

[figuur 23] Giemsa gekleurde Ichthyophthirius<br />

multifiliis (witte stip) van de huid van vis<br />

veelheid van parasieten worden de vissen<br />

benauwd, lusteloos, eten niet meer, vermageren<br />

en sterven, soms aan secundaire bacteriële<br />

infecties.<br />

HEXAMITA<br />

Een eencellige flagellaat (7-12 µm) met 2x3<br />

flagellen aan de voorzijde en twee lange<br />

zweepdraden aan de achterzijde. Hexamita<br />

bewegen zich snel door het water en kunnen<br />

in grote aantallen worden aangetroffen.<br />

Meestal komen ze voor bij wat minder<br />

goede omstandigheden zoals minder goede<br />

waterkwaliteit en vis onder stress. De parasiet<br />

kan zowel op de huid maar vooral in<br />

de darm (feces) worden gevonden. Deling<br />

vindt plaats in de lengte richting. In het<br />

cyste stadium kan de parasiet dagen tot we-


ken overleven. Besmetting treedt op door<br />

opname via de bek van besmette cysten.<br />

VERSCHIJNSELEN: Vooral jonge dieren<br />

zijn gevoelig en worden lusteloos, weigeren<br />

voedsel, vermageren, hebben soms<br />

rode darmen en krijgen slijmige dunne ontlasting.<br />

Bij oudere dieren ziet men dezelfde<br />

verschijnselen met voortplantings-stoornissen.<br />

Vooral bij cichliden ziet men ronde<br />

gaten in de huid van de kop (hole in the<br />

head) en propjes vervallen weefsel. In een<br />

afkrabsel kan de parasiet zeer plaatselijk in<br />

grote aantallen worden gevonden.<br />

Meercellige organismen<br />

(PSEUDO-)DACTYLOGYRUS (kieuwworm,<br />

trematode)<br />

Een zeer beweeglijke zuigworm van 0.3-1<br />

mm groot vindt men op de kieuwen en op de<br />

huid. Typisch zijn haken waarmee zij zich<br />

vasthechten, een vierlobbige voorzijde en 4<br />

[figuur 24] De eileggende kieuwworm (Pseudo-)Dactylogyrus<br />

(trematode) op de kieuwen<br />

van paling<br />

zwarte pigment vlekken (ogen). Deze parasiet<br />

legt eieren en een behandeling hiertegen<br />

moet worden herhaald omdat eieren niet worden<br />

gedood door anti-parasitaire middelen.<br />

De parasiet kan hooguit 10 uur overleven<br />

zonder gastheer (bij 23°C).<br />

GYRODACTYLUS (huidworm, trematode)<br />

Deze zuigworm houdt zich ook met haken<br />

vast aan de huid, maar is ook op de kieuwen<br />

te vinden. Vaak is in het volwassen dier (0,3-<br />

0,5 mm) al een embryo met haken zichtbaar.<br />

VERSCHIJNSELEN: Bij Gyrodactylus<br />

en Pseudodactylogyrus treedt huidirritatie,<br />

slijmvorming en jeuk op. Bij aangetaste kieu-<br />

[figuur 25] Gyrodactylus, een kieuwworm, die<br />

levendbarend is: de haken van de nakomeling<br />

zijn al in het ouderdier te zien.<br />

wen wordt een versnelde ademhaling gezien<br />

en slijmvorming op de kieuwlamellen, bloedingen<br />

en mogelijk secundaire bacteriële infecties.<br />

ANGUILLICOLA CRASSUS (zwemblaasworm<br />

bij paling)<br />

Een nematode waarvan de volwassen<br />

worm zich voedt met bloed. Hun ontwikkeling<br />

loopt via een of twee tussengastheren,<br />

waarvan de essentiële tussengastheer een<br />

copepode is (vele mogelijke soorten, aanwezig<br />

in het zoöplankton) die door de paling<br />

wordt opgegeten. Na het opeten kruipt<br />

de wormlarve dwars door het lichaam van<br />

de paling naar de zwemblaas, vervelt daar<br />

enige malen en wordt volwassen. Dan gaat<br />

de parasiet bloed zuigen. In de zwemblaas<br />

vindt geslachtelijke voortplanting plaats<br />

en jongen gaan via de ductus pneumaticus<br />

naar de slokdarm en verlaten de paling via<br />

de darm. Afdoden van de volwassen parasiet<br />

is lastig, o.a. omdat de wormen niet<br />

steeds bloed zuigen. Preventie is mogelijk<br />

door glasaal te kopen die niet besmet<br />

is met de zwemblaasworm, dat wil zeggen<br />

glasalen die nog niet in het zoete water zijn<br />

geweest.<br />

D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 25


[figuur 26] Anguillicola crassus, de zwemblaasnematode<br />

van paling: mannetje<br />

[figuur 27] Anguillicola crassus, de zwemblaasnematode<br />

van paling: vrouwtje<br />

DIAGNOSE van de meeste (uitwendige) parasieten<br />

kan door de kweker zelf of door de<br />

begeleidende dierenarts gebeuren. Voor onderzoek<br />

op inwendige parasieten kan dit na<br />

sectie op locatie worden uitgevoerd, of vissen<br />

kunnen (levend) naar een visziektenlaboratorium<br />

worden gebracht (voor NL CVI te<br />

Lelystad, voor België het NRL voor visziekten<br />

in Marloie).<br />

Voor de behandeling van uitwendige parasieten<br />

kunnen ondermeer de vrije middelen<br />

zout (jodium-vrij) en formaline worden gebruikt.<br />

Als u minder bekend bent met het gebruik<br />

van geneesmiddelen bij vissen is aan te<br />

raden om het middel eerst bij een klein aantal<br />

vissen te gebruiken en dan ook de vissen<br />

goed te observeren.<br />

De meeste parasieten zijn gevoelig voor<br />

zout en formaline. De zout (NaCl) dosering<br />

varieert van 1-3 gram per liter water gedurende<br />

1-2 dagen, tot 10 of soms 20 gram per<br />

liter water gedurende 30 minuten. Gebruik<br />

zout als geneesmiddel en niet als permanent<br />

bad. Zout remt nitriet opname in vissen en<br />

D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 26<br />

zorgt voor minder vochtverlies uit wonden.<br />

Daarnaast heeft het een remmende werking<br />

op bacteriegroei en remt de cyclus van parasieten.<br />

Advies is om dit niet te gebruiken bij<br />

de aanwezigheid van zeoliet in het filter. Zout<br />

maakt giftig ammoniak vrij uit zeoliet.<br />

Formaline (formaldehyde 36%) is een vloeistof<br />

die carcinogeen is en irriterend op slijmvliezen<br />

werkt. Vissen met kieuwproblemen<br />

zijn erg gevoelig voor formaline. Gebruik alleen<br />

heldere vloeistof; neerslagen zijn giftig.<br />

De dosering is 0,01 – 0,02 ml/liter water voor<br />

48 uur, of 0,1 – 0,2 ml/l voor 30 minuten in<br />

een aparte bak.<br />

Altijd extra beluchten! De laagste dosering<br />

aanhouden bij zacht water, een lage pH en<br />

een hoge temperatuur. Niet gebruiken in water<br />

van 26°C of hoger.<br />

Praziquantel wordt gebruikt tegen<br />

Dactylogyrus, Gyrodactylus en andere trematoden<br />

en mag alleen op voorschrift van een<br />

dierenarts worden verstrekt. De dosering is<br />

2-3 mg/liter. Zo nodig na 3-4 dagen herhalen.<br />

Maak eerst een suspensie.<br />

2. Bacteriën<br />

Symptomen van een bacteriële infectie kunnen<br />

zijn: bloedingen in vinnen, huid, kop,<br />

kieuwen en anus, een opgezette buik en ulcera<br />

in de huid. We zien een langzaam opkomende<br />

sterfte, maar meer chronisch dan<br />

bij een virus infectie. Bij een opgezette buik<br />

denken we aan ascites (helder vocht). Verder<br />

ziet men bloedingen in de inwendige organen,<br />

een bleke stevige lever en een opgezette<br />

milt die normaal of donkerder van kleur is.<br />

Onderzoek van een bacteriële huidontsteking<br />

kan door vanuit de rand van het aangetaste<br />

weefsel van een ulcus een uitstrijk<br />

te maken op een bloedagar-plaat. De definitieve<br />

diagnose en gevoeligheidstest kan door<br />

een op visziekten gespecialiseerd laboratorium<br />

(bijvoorbeeld CVI van Wageningen UR<br />

te Lelystad en het NRL voor visziekten van<br />

België in Marloie) worden uitgevoerd.<br />

Ook is het mogelijk om bij vage aandoeningen<br />

aangetaste levende vissen (na overleg)<br />

naar het laboratorium te brengen. Na een<br />

uitslag van het laboratorium met een antibioticum-gevoeligheidstest<br />

is het zinvol om met<br />

de viskweker te overleggen of een behandeling<br />

moet worden ingesteld, waarmee en op<br />

welke wijze.


[figuur 28] Ziehl- Neelsen positief: Mycobacterium<br />

marinum<br />

[figuur 29] Afenten van een rog in de sectiezaal<br />

van het CVI<br />

[figuur 30] Koi met gatenziekte (erythrodermatitis)<br />

door atypische Aeromonas salmonicida.<br />

De belangrijkste vispathogene bacteriën in<br />

Nederlandse (sier)vis:<br />

• Aeromonas salmonicida<br />

atypische stammen:<br />

“karper erythrodermatitis”<br />

“gatenziekte” van koi karpers o.a. diepe<br />

huidwonden met haemorrhagische randzone<br />

(regelmatig gevonden)<br />

Typische stam: subs. salmonicida: “furunculose”<br />

bij forel, uitbrekende abcessen,<br />

sepsis (zelden gevonden)<br />

• Aeromonas sobria, Aer. hydrophila:<br />

secundaire bacterie-infecties bij allerlei<br />

vissoorten, zowel uitwendig als inwendig<br />

(regelmatig gevonden)<br />

• Vibrio-soorten: V.anguillarum, V.vulnificus<br />

(zoönotisch, bij de mens ontsteking van<br />

huidwondjes die zelfs tot een systemische<br />

infectie kan leiden) o.a. vibriose bij brakwatervissoorten<br />

(regelmatig gevonden):<br />

zowel uitwendig als inwendig (regelmatig<br />

gevonden)<br />

[figuur 31] Een glasaal met een systemische<br />

Pseudomonas anguilliseptica infectie: opgezette<br />

nier.<br />

• Edwardsiella tarda: (zoönotisch, bij de<br />

mens ontsteking van huidwondjes) bij<br />

paling, tarbot en cichliden o.a. (enkele<br />

malen gevonden): diepe huidulcers, later<br />

systemisch<br />

• Pseudomonas anguilliseptica:<br />

“Red spot disease” bij glasaal, witte waas<br />

over hele glasaal; Bacterie is te vinden op<br />

en in de glasaal<br />

D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 27


[figuur 32] Myxobacterie-infectie door Flavobacteria.<br />

• Flavobacterium/Flexibacter species:<br />

Myxobacteriën op allerlei vissoorten, oppervlakkige<br />

huidlaesies (regelmatig gevonden)<br />

• Yersinia ruckeri:<br />

Enteric Redmouth Disease van salmoniden,<br />

systemisch, zie bij forel (sporadisch<br />

gevonden)<br />

• Streptococcus agalactiae: ziekte bij tilapia<br />

(zoönotisch); zie bij tilapia (af en toe gevonden)<br />

• Mycobacterium marinum: (zoönotisch)<br />

Vissen-TBC van allerlei warmwatervissoorten,<br />

Zoönotisch: veroorzaakt zgn.<br />

zwemmersgranuloom, dus met handschoenen<br />

werken en goed de handen wassen.<br />

(regelmatig gevonden)<br />

Er is voor visbacteriën in het algemeen niet<br />

een lijstje te maken van werkzame antibiotica<br />

per bacteriële aandoening: gevoeligheden<br />

kunnen sterk variëren. Een uitzondering<br />

hierop vormen myxobacteriële huidinfecties<br />

(Flavobacterium columnare o.a.) die doorgaans<br />

goed te behandelen zijn met tetracycline<br />

in een bad of trimethosulfmix per os.<br />

Een ziekte kan ook optreden bij een verminderde<br />

weerstand, bijvoorbeeld door een slechte<br />

waterkwaliteit. In de uitslag van het laboratorium<br />

staat niets vermeld over de waterkwaliteit<br />

op het moment van insturen van zieke<br />

D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 28<br />

vis, want deze moet op het bedrijf worden<br />

bepaald door de viskweker zelf. Soms worden<br />

meerdere bacterie soorten bij vissen gevonden<br />

die vaak niet specifiek pathogeen zijn. In een<br />

dergelijk geval kan het beter zijn om meteen<br />

de waterkwaliteit te verbeteren en te zien of de<br />

vissen hierdoor in een betere conditie komen<br />

en de infectie zelf de baas kunnen worden<br />

zonder het gebruik van antibiotica.<br />

Een behandeling met zeezout (bijvoorbeeld<br />

3 gram per liter) remt bacterie- en parasiet<br />

groei en zorgt voor minder vochtverlies uit<br />

open wonden, waardoor vissen sneller kunnen<br />

herstellen.<br />

Soms is met technische maatregelen (bijvoorbeeld<br />

temperatuur verhoging of -verlaging,<br />

visdichtheid verlaging of minder voeren) ook<br />

een verbetering te verkrijgen, maar dit is afhankelijk<br />

van de aandoening (enkele of alle<br />

vissen ziek) en de heftigheid van de infectie.<br />

Vaccins: Tegen sommige bacteriële infecties<br />

is enten mogelijk. In landen buiten Nederland<br />

en België worden commerciële vaccins verkocht<br />

tegen Yersinia ruckeri, Vibrio stammen,<br />

Aeromonas salmonicida en tegen streptococcen<br />

(wordt ook in Nederland bij tilapia toegepast).<br />

3. Virussen<br />

Symptomen van een virus infectie zijn weinig<br />

specifiek: donker worden van de vis,<br />

minder actief gedrag, soms exophthalmus<br />

met bloedingen in het oog, bloedingen aan de<br />

vinbases, snelle en vaak hoge sterfte. Bij sectie:<br />

bleke organen met puntbloedingen, bleke<br />

milt en anemie, bloedige ascites.<br />

Overdracht van virussen gebeurt meestal<br />

horizontaal, dat wil zeggen via contact met<br />

andere vissen, water, netten. Bij sommige virussen<br />

is ook verticale transmissie via eieren<br />

naar nakomelingen mogelijk.<br />

In veel gevallen blijkt stress door welke oorzaak<br />

dan ook (mindere waterkwaliteit, sorteren,<br />

nieuwe vissen, etc.) een basis te vormen<br />

voor een virusuitbraak. Stress is o.a. te zien<br />

aan gedragsverandering: schichtige vis, door<br />

de bak schieten, aan oppervlak hangen etc.<br />

Het is dan ook zaak, stress te voorkomen, dat<br />

wil zeggen, de houderij-omstandigheden zo<br />

gunstig mogelijk te maken voor de vis.


[figuur 33] Paling met European Virus of Eel<br />

(EVE): opgezette kop en bloedingen.<br />

De diagnose van een virusinfectie wordt uitgevoerd<br />

met lever, nier en milt-materiaal en kieuwen<br />

of met de totale (kleinere) vis. Hiervan wordt<br />

een suspensie gemaakt die op een vissencellijn<br />

wordt gebracht. Na bebroeding vermeerdert een<br />

eventueel aanwezig virus zich en maakt de aanwezige<br />

cellen kapot (cyto-pathogeen effect). De<br />

virussuspensie wordt daarna met serologische<br />

testen of met de PCR nader getypeerd tot een<br />

virusnaam.<br />

Een snellere test dan virusisolatie is de PCR<br />

(Polymerase Chain Reaction) waarbij DNA<br />

of RNA van een virus, na binding aan stukjes<br />

nagemaakt genetisch materiaal zich gaat vermeerderen<br />

in een thermocycler tot een meetbare<br />

hoeveelheid. Via gel-electroforese wordt het<br />

gewicht van het verkregen DNA-bandje vergeleken<br />

met dat van een bekend referentievirus.<br />

Voor onderzoek op visvirussen is een gespecialiseerd<br />

laboratorium nodig: levende vissen<br />

kunnen naar een visziektenlaboratorium worden<br />

gebracht (voor NL CVI te Lelystad, voor<br />

België het NRL voor visziekten in Marloie),<br />

De belangrijkste vispathogene virussen in<br />

Nederlandse (sier)vis:<br />

• IPNV (Infectious Pancreatic Necrosis<br />

Virus) in salmoniden (type Sp), zie bij forel,<br />

heel soms in paling vaak (typen VR 299 en<br />

Ab = EVE ( European Virus of Eel))<br />

• VHSV (Viral Haemorrhagic Septicaemia<br />

Virus) (lijst 2006/88/EG EU) in salmoniden,<br />

zie bij forel, o.a.: sporadisch<br />

• IHNV (Infectious Haematopoietic Necrosis<br />

Virus)(lijst 2006/88/EG EU) In salmoni-<br />

[figuur 34] Spring Viraemia of Carp virus<br />

(SVCV), een rhabodovirus, gezien met de<br />

electronenmicroscoop.<br />

den, zie bij forel: in NL sinds 2008: 3 uitbraken.<br />

• SVCV (Spring Viraemia of Carp Virus) in<br />

karperachtigen: zie onder karper; eens in de<br />

ca. 7 jaar een uitbraak<br />

• EVEX (European Virus of Eel X) bij paling,<br />

zie onder paling, af en toe gevonden<br />

• HVA (Herpesvirus van de paling) Bij paling,<br />

niet schadelijk voor de mens; zie onder<br />

paling; vaak gevonden<br />

• KHV (Koi Herpesvirus)(lijst EU) Bij koi<br />

en karper Cyprinus carpio, zie onder karper,<br />

vaak in koi gevonden<br />

Vaccins: Virale vaccins voor vis zijn schaars.<br />

Commercieel zijn IPNV- en ISA vaccins op<br />

de markt. ISA is een aangifteplichtige exotische<br />

zalmziekte, zie de OIE Manual. Tevens<br />

werkt men aan een veilig KHV vaccin. Tegen<br />

de andere virussen zijn nog geen werkzame<br />

vaccins voorhanden.<br />

[figuur 35] Koi met Koi Herpes Virus (KHV)<br />

ziekte: enophthalmus, kieuwnecrose, dik<br />

slijm.<br />

D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 29


D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 30


Ziekten per vissoort<br />

PALING<br />

Parasieten<br />

De meest voorkomende uitwendige parasieten<br />

zijn Trichodina, Ichthyobodo en Pseudodactylogyrus<br />

(kieuwworm). Daarnaast worden<br />

Chilodonella, Ichthyophthirius multifillis<br />

(witte stip) en Gyrodactylus (huidworm) regelmatig<br />

aangetroffen.<br />

De in de zwemblaas voorkomende Anguillicola<br />

crassus wordt steeds minder aangetroffen<br />

in kweekpaling omdat de meeste glasaal<br />

wordt gevangen voordat deze besmet raakt in<br />

zoetwater en de kweker dus A.crassus-vrije<br />

glasaal als pootvis aankoopt.<br />

Het is zinvol om de levenscyclus van de verschillende<br />

parasieten te kennen. Zo is het<br />

mogelijk om een cyclus te versnellen door<br />

de watertemperatuur te verhogen. Sommige<br />

parasieten gaan dood bij een hoge watertemperatuur.<br />

Behandeling van bijvoorbeeld witte stip moet<br />

worden herhaald (hoe frequent is afhankelijk<br />

van de watertemperatuur) omdat alleen de<br />

vrij zwemmende stadia worden gedood met<br />

medicijnen. Een behandeling tegen ei-leggende<br />

parasieten (Pseudodactylogyrus) moet<br />

worden herhaald omdat eieren niet worden<br />

gedood door anti-parasitica.<br />

Op de meeste vissen zijn een of enkele parasieten<br />

te vinden. Deze hoeven niet allemaal<br />

gedood te worden. Door een verminderde<br />

weerstand van de vissen bijvoorbeeld als<br />

gevolg van een minder goede waterkwaliteit<br />

kunnen aanwezige parasieten, maar ook bacteriën<br />

zich explosief vermeerderen en vissen<br />

ziek maken.<br />

Bacteriën<br />

Een bacterie, bekend bij glasaal is<br />

Pseudomonas anguilliseptica. Deze bacterie<br />

veroorzaakt een opgezette nier en een witte<br />

waas op de huid. Bij grotere vissen zijn rode<br />

vlekken op de huid te zien. Bestrijding bij<br />

glasaal is mogelijk door de watertemperatuur<br />

te verhogen naar 27°C gedurende minimaal 2<br />

weken. Andere bacteriën die soms secundair,<br />

bij stress bijvoorbeeld na sorteren, worden<br />

gevonden zijn Aeromonas hydrophila en A.<br />

sobria.<br />

[figuur 36] Trichodina (een parasitaire ciliaat)<br />

in een huidafstrijkje van vis. [figuur 37] Paling met huidlaesies door o.a.<br />

Aeromonas hydrophila<br />

Myxobacteriën en Edwardsiella tarda werden<br />

bij kweekaal aangetroffen, soms in combinatie<br />

met een virus. Edwardsiella tarda<br />

(potentieel zoönotisch) wordt aangetroffen<br />

in huidzweertjes die overgaan in stinkende<br />

abcessen, waarbij ook ontstekingshaardjes in<br />

lever, milt en nieren zijn te vinden. De sterfte<br />

is relatief laag (10%), maar kan oplopen tot<br />

wel 50%. Vibrio vulnificus (potentieel zoönotisch)<br />

en V. fluvialis zijn beide zout-minnende<br />

bacteriën en komen voor bij paling die in<br />

zout of brak (bron) water worden gehouden.<br />

Bestrijding van Vibrio kan soms ook door een<br />

D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 31


water wisseling van brak of zout water naar<br />

zoet water.<br />

Indien behandeling van bacteriële ziekten<br />

nodig is moet dit op geleide van een antibiogram<br />

en op voorschrift van de behandelende<br />

dierenarts gebeuren.<br />

Virussen<br />

Het virus EVEX (Eel Virus European X)<br />

is een rhabdovirus en komt weinig voor in<br />

Nederland en daarbuiten. Het kan bij kweekaal<br />

een sterfte van 10% veroorzaken indien<br />

er een stressfactor meespeelt.<br />

Daarnaast komt HVA (Herpes Virus<br />

Anguillae) algemeen voor bij palingkwekerijen<br />

en wilde paling in Nederland en andere<br />

landen van West-Europa. De paling vertoont<br />

fijne huidbloedingen in een soort tijgerpatroon,<br />

rode vinnen en lichte sterfte.<br />

[figuur 38] Paling met vibriose.<br />

[figuur 39] Paling met ziekte door herpesvirus<br />

anguillae (HVA), met specifieke bloedingen.<br />

Verder komt EVE (Eel Virus European, een<br />

IPNV-achtig bi-RNA = dubbel strengig<br />

RNA virus) soms voor bij kweekaal, waar-<br />

D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 32<br />

[figuur 40] Een vissenkieuw met stikstof<br />

gasbellen in de bloedvaten: gas bubble<br />

disease.<br />

bij de paling anemie, een opgezette kop en<br />

kieuwdeksels en knalrode vinnen vertoont<br />

met vele fijne huidbloedingen. De hoogte van<br />

de sterfte varieert en is mede afhankelijk van<br />

o.a. de waterkwaliteit.<br />

Een acute infectie van HVA kan worden afgeremd<br />

door de watertemperatuur drastisch<br />

te verlagen naar ongeveer 20°C. Bij EVE en<br />

EVEX moet de watertemperatuur juist vaak<br />

omhoog richting 26°C. Een andere ondersteunende<br />

maatregel is water verversen en<br />

veel minder voeren. Een medicinale behandeling<br />

is niet mogelijk.<br />

Overige aandoeningen<br />

Overige ziekten die kunnen worden gezien<br />

bij paling zijn gasbellenziekte (GBD = Gas<br />

Bubble Disease) waarbij stikstof-luchtbelletjes<br />

in de huid, in de vinnen en kieuwen en<br />

soms zelfs in het oog worden aangetroffen,<br />

een soort caissonziekte. De oorzaak ligt bij<br />

bijvoorbeeld een defecte waterpomp (lucht<br />

aanzuigen) of door een te forse beluchting of<br />

water instroom in de bassins.<br />

Een verhoogd nitriet-, ammoniak- of nitraatgehalte<br />

in het water kan huid- en kieuwirritatie<br />

veroorzaken, met als gevolg onrust, schuren,<br />

springen, luchthappen, het oplopen van<br />

huidverwondingen, en soms zelfs huidlbloedinkjes.<br />

Nitriet geeft door vorming van methemoglobine<br />

bruinkleuring van het bloed.<br />

Frequente controle van de waterwaarden is<br />

nodig. Helder water zegt niets over de kwaliteit.<br />

Bij recirculatiesystemen kan een ver-


hoogd koolzuurgehalte in de lucht (als gevolg<br />

van te weinig ventilatie) het zwemgedrag van<br />

de vissen beïnvloeden.<br />

Ook de medewerkers in het bedrijf kunnen<br />

last van ademhalingsproblemen krijgen.<br />

Goede ventilatie is dus noodzakelijk.<br />

FOREL<br />

Parasieten<br />

Bij forellen worden veelal dezelfde huidparasieten<br />

als bij de andere vissoorten aangetroffen,<br />

n.l. Trichodina, Chilodonella, Witte Stip,<br />

Gyrodactylus, Hexamita (in de darm en op de<br />

huid) en inwendig Diplostomum spathaceum,<br />

een trematode met slakken als tussengastheer<br />

en meeuwen als eindgastheer. Vissen<br />

vermageren sterk door een infectie met deze<br />

trematode. Hiertegen is geen behandeling<br />

mogelijk.<br />

Preventie: door vogels te weren (de mest kan<br />

besmet zijn met eieren van de parasiet) en zo<br />

veel mogelijk slak-vrij te werken. De kans<br />

op besmetting van forellen is groter omdat<br />

zij veelal in open water worden gehouden, in<br />

bassins of in (netten in) vijvers. Behandeling:<br />

zie paling.<br />

Preventie: koop parasiet- en virusvrije vissen<br />

en probeer eventuele tussengastheren uit te<br />

schakelen.<br />

Bacteriën<br />

Aeromonas salmonicida salmonicida veroorzaakt<br />

furunculose bij forel, Yersinia ruckeri<br />

veroorzaakt zgn. enteric redmouth disease<br />

waarbij naast een soms rode bek ook bloedingen<br />

in huid en spieren worden gevonden. De<br />

[figuur 41] Regenboogforel met enteric redmouth<br />

disease door Yersinia ruckeri, met als<br />

specifiek kenmerk een gele ontlasting.<br />

buik is dik door vochtophoping in de maag<br />

en de darminhoud kan geel zijn. De milt is<br />

opgezet en donker van kleur.<br />

Myxobacteriën zoals b.v. Flavobacterium<br />

columnare worden in relatief oppervlakkige<br />

huidinfecties aangetroffen.<br />

[figuur 42] Myxobacteriën (Flavobacterium<br />

groep) in een afstrijkje van de huid van een<br />

vis: lange staafjes met een zgn. gliding motility.<br />

Vibrio salmonicida komt met name voor bij<br />

zalm.<br />

Behandeling: zie paling, afhankelijk van het<br />

antibiogram. Badbehandelingen in vijvers<br />

kunnen een groot effect op het milieu hebben.<br />

Beter is, als een badbehandeling noodzakelijk<br />

is, om dit in een apart bassin uit te<br />

voeren. Een behandeling via het voer heeft<br />

de voorkeur bij de behandeling van zieke vijvervissen.<br />

Virussen<br />

In Nederland is bij forel meerdere malen<br />

VHS (Viral Haemorrhagic Septicaemia),<br />

een ziekte met bloedingen in de spieren, geconstateerd.<br />

Sterfte kan tot 100% oplopen.<br />

Deze ziekte is aangifteplichtig in de EU.<br />

Symptomen kunnen variëren van acuut:<br />

sloom worden, exophthalmus, bloedingen<br />

in de ogen en bij de vinbases en hoge<br />

sterfte tot subacuut: draaiend zwemmen,<br />

donkere huid, en anemie tot de eindfase,<br />

waarin abnormaal nerveus zwemgedrag als<br />

voornaamste afwijking wordt gezien en er<br />

veel minder sterfte optreedt. Boven 16 graden<br />

wordt de ziekte geremd, maar het virus<br />

blijft wel aanwezig.<br />

D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 33


[figuur 43] Regenboogforel met VHS.<br />

Preventie: aankoop van virusvrije vissen<br />

met gezondheidscertificaat, bijvoorbeeld<br />

vanuit forellenkwekerijen in Denemarken of<br />

Duitsland.<br />

Sinds 2008 en 2009 is tevens de aan VHS<br />

sterk verwante aangifteplichtige virus- ziekte<br />

IHN (Infectious Haematopoietic Necrosis)<br />

in Nederland aangetoond. Verschijnselen:<br />

dezelfde als die van VHS, met eveneens hoge<br />

vissterfte. Isolatie en typering dienen door<br />

een gespecialiseerd laboratorium plaats te<br />

vinden<br />

Ziet men verschijnselen van een aangifteplichtige<br />

ziekte, dan dient men de Algemene<br />

Inspectie Dienst (AID) meldkamer in te lichten:<br />

telefoon 045-5466230. (Nederland)<br />

IPN (Infectieuze Pancreatische Necrose) is<br />

niet aangifteplichtig en is enkele malen bij<br />

forel in Nederland gevonden, soms zonder<br />

ziekteverschijnselen. Op andere bedrijven<br />

was de sterfte tussen 15 en 80%. Symptomen:<br />

plotselinge sterfte bij jonge vissen, ongeveer<br />

6 weken na de eerste voedselopname. Vissen<br />

zwemmen in spiralen door het water en kunnen<br />

een opgezette buik hebben door aantasting<br />

van darmen en pancreas. In de darmen<br />

is slijm te zien, maar geen voedsel. Het virus<br />

wordt via meeuwen, feces en hom overgebracht.<br />

Preventie: door het aankopen van<br />

jonge vissen met een gezondheidscertificaat.<br />

Er is geen behandeling mogelijk.<br />

KARPER<br />

Parasieten<br />

Ook bij karpers worden de volgende parasieten<br />

regelmatig gevonden: Trichodina,<br />

Chilodonella, Ichthyobodo, Dactylogyrus,<br />

D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 34<br />

Gyrodactylus, en Hexamita.<br />

Behandeling: zie paling. Omdat karpers in<br />

vijvers worden gehouden, dient men uiterst<br />

terughoudend te zijn met badbehandelingen<br />

en deze zo nodig in een aparte behandeltank<br />

uit te voeren.<br />

Bacteriën<br />

Erythrodermatitis is een huidontsteking met<br />

diepe wonden veroorzaakt door een atypische<br />

Aeromonas salmonicida. De ziekte<br />

wordt ook wel gatenziekte genoemd. Ook<br />

Flavobacterium columnare kan worden<br />

aangetroffen in ulcera van de huid. Omdat<br />

de laatste jaren de houderij van de Japanse<br />

karper (KOI) erg populair is, vinden we helaas<br />

ook steeds meer bacteriën, die resistent<br />

blijken te zijn tegen de gangbare antibiotica.<br />

Blijkbaar wordt hier, maar vaak ook in de<br />

landen van herkomst, erg gemakkelijk met<br />

bacterieremmende stoffen omgesprongen.<br />

Hieruit blijkt, dat een antibiogram voor de<br />

correcte behandeling van deze vissen onmisbaar<br />

is.<br />

Virussen<br />

SVC (Spring Viraemia of Carp) veroorzaakt<br />

ziekte in het voorjaar, vooral bij karpers<br />

waarvan de conditie na de winter minder<br />

goed is. Zieke vissen zonderen zich af, kleuren<br />

donker, krijgen exophthalmus, een dikke<br />

buik door bloederige ascites, puntbloedingen<br />

in de huid, kieuwen, spieren en inwendige<br />

organen, anemie en sterfte (kan meer dan<br />

30% zijn). Overdracht geschiedt via water,<br />

netten en direct contact tussen vissen. De incubatietijd<br />

is ongeveer 10-14 dagen bij 12°C.<br />

Boven 18°C verdwijnen de ziekteverschijnselen.<br />

Behandeling: niet mogelijk. Ziekte is<br />

te stoppen door de temperatuur te verhogen<br />

naar 18°C, maar dit blijkt niet altijd praktisch<br />

uitvoerbaar.<br />

Een andere virusinfectie wordt veroorzaakt<br />

door het KHV (Koi Herpes Virus),<br />

bij Cyprinus carpio (karper en koi), waarbij<br />

sterfte tot 100% kan oplopen. Aangetaste<br />

vissen vertonen afwijkend gedrag, ingevallen<br />

ogen, overmatige slijmproductie en huid-<br />

en kieuw-necrose. Een behandeling, door<br />

de aangetaste vissen gedurende minimaal<br />

7 dagen bij een temperatuur van minimaal<br />

27°C te houden, zou de ziekte onderdruk-


ken, maar kan ook net teveel stress voor<br />

de zieke vissen geven. Echter, overlevende<br />

vissen zijn in principe drager van KHV en<br />

vormen daardoor nog steeds een groot risico<br />

voor andere vissen. Diagnostiek gebeurt met<br />

een PCR test van koi- nier en –kieuw bij een<br />

visziekten laboratorium. Het virus zou ook in<br />

de ontlasting zijn aan te tonen. Het opsporen<br />

van dragers is nog niet mogelijk.<br />

OVERIGE VISSOORTEN<br />

TILAPIA<br />

Parasieten<br />

De “normale” huidparasieten zoals die bij de<br />

eerder genoemde soorten voorkomen, worden<br />

ook bij tilapia aangetroffen.<br />

Bacteriën<br />

Bacterieel gezien kan tilapia besmet worden<br />

met allerlei opportuun pathogene bacteriën<br />

als Aeromonas hydrophyla, net als dat kan gebeuren<br />

bij andere vissoorten. Mycobacterium<br />

fortuitum is bij tilapia wel eens gevonden.<br />

Bij de mens kan de bacterie met name via<br />

wondjes abcessen of postoperatieve infecties<br />

veroorzaken. Dit is derhalve een zoönotische<br />

bacterie.<br />

Bij wat grotere tilapia zijn wel eens<br />

Piscirickettsia-achtige bacteriën gevonden<br />

en deze zijn volgens de literatuur gevoelig<br />

voor tetracycline, met grote granulomen<br />

in de inwendige organen. Daarnaast<br />

is Streptococcus agalactiae (een potentieel<br />

zoönotische bacterie) een enkele keer gevonden.<br />

Deze veroorzaakt bij tilapia anorexia,<br />

blindheid door exophthalmus en de<br />

vis vertoont een C-vormig verkrampt lichaam<br />

en derhalve een draaiend zwemgedrag<br />

aan het oppervlak, waarbij er feces uit<br />

de anus kan hangen.<br />

Virussen<br />

Er zijn nog geen soortspecifieke virussen gevonden<br />

bij tilapia.<br />

Overige aandoeningen<br />

Tilapia is verhoogd gevoelig voor oververzadiging<br />

van water met stikstof gas. Gas bubble<br />

disease werd dan ook regelmatig waargenomen<br />

bij deze vissen.<br />

AFRIKAANSE MEERVAL<br />

Parasieten<br />

De “normale” huidparasieten zoals die bij de<br />

eerder genoemde soorten voorkomen, worden<br />

ook bij Afrikaanse meerval wel eens<br />

aangetroffen.<br />

Bacteriën<br />

Er zijn geen strikte Afrikaanse meerval<br />

bacterieziekten en deze soort staat bekend<br />

als ziekteresistent. Afrikaanse meerval is<br />

sterk kannibalistisch en de daardoor ontstane<br />

wonden kunnen met opportuun pathogene<br />

bacteriën, als Aeromonas hydrophyla,<br />

gaan ontsteken, Daarnaast komt heel soms<br />

Mycobacterium marinum, vissen-TBC, voor<br />

bij de meerval.<br />

Virussen<br />

Er zijn nog geen soortspecifieke virussen gevonden<br />

bij de Afrikaanse meerval.<br />

ZEEBAARS<br />

Zeebaars kan infecties met de zoutminnende<br />

Vibrio bacteriën oplopen. In mediterrane<br />

gebieden, waar veel zeebaars en zeebrasem<br />

wordt gekweekt, heeft men problemen<br />

door het noda virus, dat Viral Erythrocytic<br />

Necrosis (VER) of Viral Nervous Necrosis<br />

(VNN) veroorzaakt, in Nederland nog niet.<br />

De vissen vertonen nerveuze verschijnse-<br />

[figuur 44] Tarbot met Vibrio infectie<br />

D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 35


len en schieten door het water. Het virus is<br />

daarbij onder andere te vinden in de hersenen<br />

van de vis.<br />

TARBOT en TONG<br />

Bij tarbot zijn tot op heden enkele Vibrio soorten<br />

en Edwardsiella tarda gevonden. Bij tong<br />

D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 36<br />

Vibrio anguillarum o.a., te zien als rode huidlaesies,<br />

huidbloedinkjes en inwendig opgezette<br />

organen (milt, lever en nieren) met sterfte.<br />

Omdat deze laatste vissoorten nog maar kort<br />

in Nederland worden gekweekt voor consumptie,<br />

is de verwachting dat er meer ziekten<br />

zullen opduiken.<br />

[figuur 45] Sexen van tong<br />

met echo<br />

[figuur 46]<br />

Tarbot met ooglaesie door<br />

Edwarsiella tarda infectie


Schaal- en weekdieren<br />

Schaaldierziekten<br />

In Nederland en België is het aantal bedrijven,<br />

dat schaaldieren kweekt, op één hand<br />

te tellen. Er spelen bij schaaldieren voornamelijk<br />

virusziekten een rol. In de 2006/88/<br />

EC richtlijn worden er drie genoemd: de<br />

exotische ziekten Yellow Head Disease,<br />

Taura Syndrome en de niet-exotische<br />

ziekte White Spot. Gaffkemia is daarnaast<br />

een bekende bacteriële schaaldierziekte,<br />

veroorzaakt door Aerococcus viridans.<br />

Inheemse zoetwaterkreeften kunnen daarnaast<br />

lijden aan kreeftenpest, veroorzaakt<br />

door de schimmel Aphanomyces astaci.<br />

Bij verhoogde sterfte van schaaldieren is<br />

het zaak direct dieren naar het gespecialiseerde<br />

laboratorium (CVI) te brengen voor<br />

diagnostiek.<br />

Weekdieren<br />

Tot de weekdieren behoren onder andere<br />

de slakken, inktvissen en tweekleppigen.<br />

[figuur 47] Oesters vangen in Zeeland<br />

[figuur 48] Bonamia ostreae in de platte oester<br />

(HE-kleuring)<br />

Onder de tweekleppigen zijn een aantal<br />

soorten (oesters en mosselen) die een belangrijk<br />

deel uitmaken van de wereldwijde<br />

aquacultuur productie. Tweekleppigen<br />

verzamelen hun voedsel door het water te<br />

filteren en voedseldeeltjes met trilharen op<br />

hun kieuwen uit het water te zeven. De belangrijkste<br />

voedselbron bestaat uit de microscopisch<br />

kleine algen die in het water<br />

zweven (fytoplankton). In Nederland worden<br />

oesters (de inheemse platte oester en<br />

de Japanse oester) en mosselen gekweekt<br />

op de kweekpercelen in de Waddenzee,<br />

Oosterschelde en het Grevelingenmeer.<br />

Deze extensieve kweek is grotendeels afhankelijk<br />

van de natuurlijke zaad of broedval.<br />

Het broed wordt ingevangen op lege<br />

schelpen op de percelen of met kunstmatige<br />

collectoren of wordt opgevist van natuurlijk<br />

ontstane banken en overgebracht<br />

naar de percelen voor verdere groei. De<br />

extensieve kweek houdt ook in dat de sector<br />

sterk afhankelijk is van de natuurlijke<br />

omstandigheden. Het opzetten van kweekstations,<br />

“hatcheries”, die met geselecteerde<br />

ouderdieren, die voor het broed zorgen,<br />

is één van de gebruikte methoden om deze<br />

afhankelijkheid te verminderen.<br />

Weekdierziekten<br />

Ziekteproblemen in schelpdieren uiten<br />

D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 37


zich vooral als verhoogde sterfte in de<br />

populatie, zonder specifieke kliniek. De<br />

populatie van de platte oester, Ostrea edulis<br />

in West Europa is gedecimeerd door<br />

achtereenvolgende uitbraken van de ééncellige<br />

parasieten Marteilia refringens<br />

en Bonamia ostreae. Beide zijn aangifteplichtig<br />

volgens de Aquacultuurrichtlijn<br />

2006/88/EG. In Nederland is Bonamia ostreae<br />

endemisch in de platte oesterbestanden<br />

van de Oosterschelde en Grevelingen.<br />

Marteilia refringens, was aanwezig in<br />

Nederlandse oesters en mosselen, maar is<br />

sinds ca. 1978 niet meer waargenomen bij<br />

de jaarlijkse monitoring.<br />

De afgelopen twee zomers (2008 en 2009)<br />

heeft er massale sterfte plaatsgevonden<br />

onder oesters in alle belangrijke kweekgebieden<br />

in Frankrijk en Ierland. Hierbij<br />

lijkt voornamelijk een nieuwe variant<br />

van het oesterherpesvirus betrokken te<br />

zijn. Diagnostiek van oesterziekten wordt<br />

aan een specialist overgelaten en gebeurt<br />

voornamelijk door middel van histopatho-<br />

D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 38<br />

[figuur 49] Marteilia refringens in oester (HEkleuring)<br />

logie door het CVI van WUR te Lelystad.<br />

Daarbij worden moleculaire technieken<br />

steeds belangrijker. Met uitzondering van<br />

de “hatcheries” is behandeling van weekdierziekten<br />

onhaalbaar door dat de kweek<br />

zich voornamelijk in het buitenwater afspeelt<br />

tussen de wilde populatie schelpdieren.


Slotbeschouwingen<br />

Alertheid<br />

Vissen, schaal- en schelpdieren worden<br />

door een steeds grotere behoefte aan aquacultuur<br />

en –verscheidenheid en door de<br />

globalisering levend, soms illegaal, over<br />

de gehele wereld vervoerd. Hierdoor bestaat<br />

een redelijke kans dat nieuwe ziekten<br />

en parasieten binnenkomen. Daarom moeten<br />

we voortdurend alert zijn en binnenkomende<br />

dieren preventief blijven controleren<br />

op ziekten, waarbij de vis de eerste<br />

weken bij voorkeur in quarantaine wordt<br />

geplaatst.<br />

Onderzoek<br />

De aquacultuur is een relatief jonge primaire<br />

productiesector die in de afgelopen<br />

dertig jaar explosief is gegroeid. Deze situatie<br />

zal op korte termijn niet veranderen.<br />

Het succes van deze groei ligt onder andere<br />

in “verwetenschappelijking” van het<br />

productieproces in de visteelt. Daarnaast<br />

is er in de schelpdiersector sprake van<br />

sterke kennisvergaring met betrekking<br />

tot het duurzaam oogsten van bestanden.<br />

Opleiding en onderzoek is van wezenlijk<br />

belang in de aquacultuursector.<br />

Omdat steeds nieuwe aquatische organismen<br />

in productie worden genomen, blijft<br />

de vraag naar basale biologische kennis<br />

met betrekking tot de voortplanting, de<br />

opkweek van het broed, de voeding, de gezondheid,<br />

enz. erg groot. Daarnaast doen<br />

zich een aantal nieuwe ontwikkelingen<br />

voor in de aquacultuur, die samenhangen<br />

met de toenemende mate van industrialisatie<br />

en voortschrijdende technische mogelijkheden,<br />

zoals biotechnologie, fokkerij,<br />

veterinaire en farmaceutische toepassingen.<br />

Deze nieuwe ontwikkelingen vragen<br />

nieuwe kennis ten aanzien van moleculaire<br />

aspecten, genetica en genomics, immunologie,<br />

pathologie en biotechnologie. In<br />

de westerse- en met name in de Europese<br />

aquacultuur stijgt, onder invloed van grote<br />

maatschappelijke bewegingen, de vraag<br />

naar meer kennis over stress, gedrag en<br />

welzijn van vissen in relatie tot de huisvesting<br />

en andere houderij aspecten.<br />

De explosieve groei en industrialisatie<br />

leiden tot ecologische, ruimtelijke en<br />

economische problemen rond de aquacultuur.<br />

Innovatieve systeembenaderingen<br />

zijn nodig om tot oplossingen te komen.<br />

Voorbeelden hiervan zijn de teelt in volledig<br />

gesloten systemen met een minimale<br />

uitstoot van afval, integratie van milieutechnische<br />

oplossingen in de productiesystemen,<br />

combinatie van aquaculuur met<br />

plantenteelt en dierhouderij, ook eventueel<br />

in water (bij voorbeeld de combinatie van<br />

visteelt met schelpdierteelt, de kweek van<br />

zeekraal of wieren) teneinde de afval reststromen<br />

zoveel mogelijk te benutten.<br />

Opleidingen<br />

Kennisinstellingen<br />

• Beroepsonderwijs: Wellantcollege in<br />

Houten, IPC Barneveld<br />

• Hogescholen: Hogeschool Zeeland in<br />

Vlissingen en Terneuzen, Van Hall<br />

Instituut in Den Bosch<br />

• Universiteiten: Wageningen Universiteit,<br />

Rijksuniversiteit Groningen,Universiteit<br />

Utrecht, Radboud Universiteit Nijmegen,<br />

Universiteit Leiden, Universiteit van<br />

Amsterdam, Universiteit Antwerpen,<br />

Universiteit Gent,Universiteit Leuven<br />

• Instituten binnen Wageningen UR: CVI<br />

Lelystad, IMARES, LEI, Alterra<br />

Meer informatie over actuele onderzoekprojecten<br />

met betrekking tot aquacultuur<br />

is te vinden op de aquacultuur site van<br />

WUR, beheerd door IMARES<br />

(www.aquacultuur.nl)<br />

Toekomst<br />

We kunnen stellen dat ook deze bedrijfstak<br />

problemen kent, maar die mogen een<br />

toekomstige groei niet in de weg staan.<br />

Er wordt in de sector hard gewerkt aan<br />

nieuwe ontwikkelingen met betrekking tot<br />

waterzuivering, verbetering van de voersamenstelling<br />

voor de diverse soorten, het<br />

laten ontwikkelen van vaccins tegen ziekten<br />

en aandacht voor het welzijn van vissen<br />

en het milieu.<br />

D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 39


Contactpersonen<br />

• Drs.ing. Peter Werkman, dierenarts<br />

tel. 033-4943142;<br />

e-mail: werkman2@zonnet.nl<br />

• Dr.ir. Olga Haenen, hoofd NRL voor<br />

Vis- en schelpdierziekten CVI;<br />

tel. 0320-238352<br />

(voor diagnostiek: tel. 0320-238373);<br />

e-mail: olga.haenen@wur.nl<br />

• Dr.ir. Marc Engelsma, vis- schelpdierziektekundige<br />

o.a., CVI;<br />

tel. 0320-238729;<br />

e-mail: marc.engelsma@wur.nl<br />

• AID Meldkamer voor melding verdenking<br />

aangifteplichtige dierziekten in NL<br />

Ministerie van LNV;<br />

tel. 045-5466230.<br />

• Dr. F. Lieffrig, NRL voor Visziekten<br />

van België: CER Groupe, Division<br />

Pisciculture, Marloie (B);<br />

tel. +32-(0)84-220239;<br />

e-mail: f.lieffrig@cergroupe.be<br />

De volgende foto’s in dit DM zijn door<br />

Olga Haenen (CVI) geleverd: 1, 11, 14, 18,<br />

21-43, 48 en 49.<br />

De door Peter Werkman geleverde foto’s<br />

zijn: 2-10, 15, 16, 17, 19, 44-47.<br />

D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 40


Aanbevolen literatuur<br />

Branson, E.J. editor. Fish welfare. 2008.<br />

Blackwell publishing. Fish Veterinary<br />

Society. ISBN 978-14051-4629-6<br />

Brown,L. editor. Aquaculture for veterinarians.<br />

1993. Disease in aquaculture: 91-129,<br />

Therapy in aquaculture: 131-167<br />

Haenen,O.L.M. and A.Davidse, 2001 First<br />

isolation and pathogenicity studies with<br />

Pseudomonas anguilliseptica from diseased<br />

European eel Anguilla anguilla L. in The<br />

Netherlands.Aquaculture 196: 27-36<br />

Haenen, O.L.M., S.G.Dijkstra, P.W.van<br />

Tulden, A.Davidse, A.P. vanNieuwstadt,<br />

F.Wagenaar, G.J.Wellenberg, 2002.<br />

Herpesvvirus anguillae (HVA) isolations<br />

from disease outbreaks in cultured<br />

European eel, Anguilla anguilla in The<br />

Netherlands since 1996. Bull.Eur.Ass.Fish<br />

Pathol. 22(4): 247-257<br />

Haenen, O.L.M., L.Grisez, D.De<br />

Charleroy, C. Belpaire and F. Ollevier,<br />

1989. Experimentally induced infections<br />

of European eel Anguilla anguilla<br />

with Anguillicola crassus (Nematoda,<br />

Dracunculoida) and subsequent migration of<br />

larvae. Dis.aquat.Org. 97-101<br />

Haenen, O.L.M., Way, K., Bergmann S.M.<br />

and Ariel, E., 2004 The emergence of Koi<br />

herpesvirus and its significance to European<br />

aquaculture. Bull.Eur.Ass.Fish Pathol. 24(6):<br />

293-307<br />

Haenen, O.L.M., 2005 Visziekten in<br />

Nederland, een terugblik: 20 jaar diagnoses<br />

bij het visziektenlaboratorium. Aquacultuur<br />

6/2005: 37-45<br />

Noga, E.J., 1995. Fish disease, diagnosis and<br />

treatment. Mosby. St. Louis. USA.<br />

1-55664-374-8.<br />

OIE, 2009. Manual of Diagnostic Tests for<br />

Aquatic Animals, 6th edition. OIE Int, Paris,<br />

France, www.oie.int. 383 pag.<br />

Werkman, P.J., 2007 Gezondheidszorg voor<br />

vissen, uitgave KNMvD Houten<br />

Oostenbrugge, H. van, A.P. van Duijn, O.<br />

Schneider, M. Poelman, H. van der Veen<br />

en R. Beukers, 2010. Oorzaken van de<br />

achteruitgang in de Nederlandse Visteelt.<br />

Aquacultuur 2010/1: 15-18<br />

Wildgoose, William H. Editor, 2001 BSAVA<br />

Manual of Ornamental Fish, 2d edition<br />

ISBN: 0 905214 57 9<br />

Wageningen UR, 2009. Informatiesite voor<br />

en over Aquacultuur in Nederland. Ed. W.<br />

Abbink & O. Schneider.<br />

http://www.aquacultuur.wur.nl/NL/<br />

D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 41


© Janssen Animal Health. Nov. 2009/Veto. BNL 09-001<br />

Meloxivet®<br />

Meer fl exibiliteit<br />

voor een comfortabele pijnbestrijding<br />

UW FLEXIBILITEIT<br />

• Nieuwe 0,5 mg/ml suspensie in 10 ml fl esje<br />

voor laagste gewichtsklasse<br />

• 1,5 mg/ml suspensie in 10 ml fl esje voor kortdurende<br />

behandeling en kleine honden<br />

• 1,5 mg/ml suspensie in 30 ml fl esje voor middelgrote honden<br />

• 1,5 mg /ml suspensie in 150 ml fl esje voor langdurige<br />

behandeling en grote honden<br />

ONZE KWALITEIT<br />

• Gebruikersvriendelijke glazen fl esjes voor<br />

optimale zichtbaarheid<br />

• Krachtige en preferentiële COX-2 inhibitor<br />

• Zeer smakelijk<br />

®<br />

Meloxivet<br />

Meloxivet ® 0,5 mg/ml suspensie voor oraal gebruik voor honden<br />

Meloxivet ® 1,5 mg/ml suspensie voor oraal gebruik voor honden<br />

■ Samenstelling: elke ml bevat resp.: meloxicam 0,5mg en meloxicam 1,5 mg, natriumbenzoaat 1 mg ■ Indicaties:Verlichting van ontsteking en pijn in zowel acute als chronische aandoeningen<br />

van het bewegingsapparaat. ■ Doeldier: Hond. ■ Dosering en wijze van toediening: Voor oraal gebruik. Dient te worden toegediend met voer. De suspensie moet worden toegediend met de<br />

spuit met dosisaanduiding die wordt meegeleverd met de verpakking. De aanvangsbehandelingis een éénmalige dosis van 0,2 mg meloxicam per kg lichaamsgewicht op de eerste dag. De dagelijkse<br />

behandeling dient, met een interval van 24 uur, te worden voortgezet met een orale onderhoudsdosis van 0,1 mg meloxicam per kg lichaamsgewicht, éénmaal per dag. Een klinisch effect wordt<br />

meestal binnen 3-4 dagen waargenomen. De behandeling dient na uiterlijk 10 dagen te worden gestaakt wanneer er geen klinische verbetering optreedt. ■ Contra-indicaties: Dien Meloxivet<br />

niet toe: ■ als uw hond drachtig is of tijdens het zogen; ■ als uw hond lijdt aan maagdarmstoornissen, zoals irritatie en bloeding, verstoorde lever-, hart- of nierfunctie en bloedingsstoornissen; ■ als<br />

uw hond allergisch (overgevoelig) is voor de actieve stof of één van de andere bestanddelen; ■ als uw hond jonger is dan 6 weken. ■ Bijwerkingen: Typische bijwerkingen van niet-steroïde antiinfl<br />

ammatoire geneesmiddelen (NSAID’s) zoals vermindering van de eetlust, braken, diarree, occult faecaal bloed en apathie werden af en toe gemeld. Deze bijwerkingen komen gewoonlijk in de eerste<br />

behandelingsweek voor en zijn in de meeste gevallen van voorbijgaande aard en verdwijnen na het staken van de behandeling, maar kunnen in zeer zeldzame gevallen ernstig of fataal zijn. Indien u andere<br />

bijwerkingen vaststelt, gelieve uw dierenarts hiervan in kennis te stellen. ■ Speciale waarschuwingen: De behandeling dient gestaakt te worden, als er bijwerkingen voorkomen en een dierenarts<br />

dient te worden geraadpleegd. Vermijd het gebruik bij gedehydrateerde, hypovolemische of hypotensieve dieren; in deze gevallen is er een potentieel verhoogd risico van nefrotoxiciteit. Andere<br />

NSAID’s, diuretica, anticoagulantia, aminoglycoside antibiotica en stoffen met een hoge eiwitbinding kunnen concurreren voor die binding en dit kan derhalve leiden tot toxische effecten. Meloxivet<br />

mag niet samen met andere NSAID’s of glucocorticosteroïden worden toegediend. Vóórbehandeling met ontstekingsremmende stoffen kan bijkomende of toegenomen bijwerkingen veroorzaken. Met<br />

zulke geneesmiddelen moet een behandelingsvrije periode van tenminste 24 uur voor aanvang van de behandeling in acht worden genomen. Echter, voor het bepalen van de behandelingsvrije periode<br />

dient rekening te worden gehouden met de farmacokinetische eigenschappen van de eerder gebruikte producten. In geval van overdosering is een symptomatische behandeling aangewezen. Personen<br />

met een bekende overgevoeligheid voor NSAID’s moeten contact met het diergeneesmiddel vermijden. In geval van accidentele ingestie, dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en hem<br />

de bijsluiter of het etiket te worden getoond. ■ Registratie: Janssen Pharmaceutica NV, Turnhoutseweg 30, B-2340 Beerse, België. EU/2/07/077/001; EU/07/077/003; EU/07/077/004; EU/07/077/005;<br />

NL: REG NL 101532, REG NL 101540, UDA; B: uitsluitend op voorschrift.<br />

D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 42<br />

NIEUW:<br />

NU OOK IN LAGE<br />

CONCENTRATIE VAN<br />

0,5 MG/ML<br />

een www.janssenanimalhealth.com<br />

divisie van<br />

Janssen-Cilag BV


Nog te verkrijgen nummers<br />

Jaar en nummer Titel<br />

1991-1/2 Huidaandoening van het rund<br />

1991-4 Pijnbestrijding bij kleine huisdieren<br />

1992-2 Teken en door teken overgebrachte ziekten<br />

1992-3 Cae, paratuberculose en cl bij de geit<br />

1993-1/2 Interne markt : uitdaging of challenge?<br />

1994-1 Herpesvirussen bij gezelschapsdieren<br />

1994-2 Hertenhouderij<br />

1995-1 Herpesvirussen bij rund en varken<br />

1995-2 Toegepaste epidemiologie voor de dierenartsenpraktijk<br />

1997-1 Overdraagbare encephalopathien bij mens en dier<br />

1997-2 Neonatologie v.h. veulen I<br />

1998-1 Neonatologie v.h. veulen II<br />

1999-1 Contr. van melk en vlees op antimicrobiele geneesmiddelen<br />

1999-3 Acupunctuur: een complementaire geneeswijze<br />

2000-2 Dierenarts-diergeneesmiddelen en GVP<br />

2000-3 <strong>Diergeneeskundig</strong>e en zootechnische aspecten van de geitenhouderij<br />

2001-3 In het gezelschap van dieren<br />

2002-1 Klinische immunologie<br />

2002-3 Locomotiestoornissen bij de kip<br />

2003-1 Cardiologie bij de Hond<br />

2003-3 Farmacovigilantie<br />

2004-1 Haematopoietische tumoren<br />

2004-2 Egel<br />

2004-3 Veterinaire Volksgezondheid<br />

2005-1 Varkensfokkerij<br />

2005-3 Endocrinologie Paard<br />

2006-1 Huidaandoeningen II Hond en Kat<br />

2006-2 Hangbuikzwijn<br />

2006-3 Dierfysiotherapie<br />

2007-1 Afwijkingen tanden H + K<br />

2007-2 Duivenziekten<br />

2007-3 Diarrhee bij de kat<br />

D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 43


2008-1 Toxicologie<br />

2008-2 Reiniging en desinfectie<br />

2009-1 Chirurgische behandeling van ooglidafwijkingen<br />

2009-2 Microbiol. Lab. Diagnostiek bij Hond,Kat en Paard<br />

2009-3 De Ezel<br />

2010-1 Aquacultuur<br />

Opmerking: van sommige nummers zijn nog slechts enkele exemplaren voorradig.<br />

D.M. nummers kunnen besteld worden door het totaal bedrag op onze Rabo bank rekening<br />

over te maken, onder vermelding van jaar en nummer van het D.M. dat men wenst.<br />

Voor bestellingen vanuit het buitenland en bij internet betalingen dienen naam, adres en<br />

woonplaats apart aan het secretariaat te worden doorgegeven via e-mail of fax.<br />

Per 1 Januari 2010 worden de tarieven als volgt gewijzigd: Benelux Buitenland<br />

Abonnementen : automatische incasso: € 30,00<br />

Abonnementen : op factuur: € 35,00 € 39,50<br />

Nazendingen : € 15,00 € 15,00<br />

D.M. 57e jaargang - No. 1 blz. 44

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!