Schrijven leren: ambacht, vorming of kunst - Cultuurnetwerk.nl
Schrijven leren: ambacht, vorming of kunst - Cultuurnetwerk.nl
Schrijven leren: ambacht, vorming of kunst - Cultuurnetwerk.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
40<br />
Tmeysken nam haren mantel<br />
Ende si ghinc eenen<br />
ghanck<br />
Al totter linde groene, daer<br />
si den dooden vant.<br />
‘Och, ligdy hier verslaghen,<br />
Versmoort in al u bloet?<br />
dat heeft gedaen u roemen<br />
Ende uwen hooghen<br />
moet.<br />
Och, lichdy hier verslaghen,<br />
die mi te troosten plach?<br />
Wat hebdy mi ghelaten? So<br />
menighen droeven dach.’<br />
Tmeysken nam haren mantel<br />
Ende sie ghinc eenen<br />
ghanck<br />
Al voor haers vaders poorte,<br />
die si ontsloten vant.<br />
‘Och, is hier eenich heere<br />
Oft eenich edel man,<br />
die mi mijnen dooden<br />
Begraven helpen can?’<br />
Die heeren sweghen stille, Si<br />
en maecten gheen geluyt.<br />
dat meysken keerde haer<br />
omme, Sie ghinc al<br />
weenende uut.<br />
Si nam hem in harer armen,<br />
Si custe hem voor den<br />
mont<br />
In eender corten wijlen Tot<br />
also menigher stont.<br />
Met sinen blancken swaerde<br />
dat si die aerde op groef;<br />
Met haer snee witten armen<br />
Ten grave dat si hem<br />
droech,<br />
‘Nu wil ie mi gaen begeven<br />
In een cleyn cloosterkijn<br />
Ende draghen swarte wijlen<br />
Ende worden een<br />
nonnekijn.’<br />
Met haer claer stemme Die<br />
misse dat si sanck,<br />
Met haer snee witten<br />
handen dat si dat<br />
belleken clanck.<br />
Bron: Antwerps Liedboek, 1544<br />
Jonas Een van mijn lievelingsverhalen is<br />
Jonas in de walvis. Ik heb dat als kind alleen<br />
maar beleefd als: er zit een mannetje in de<br />
walvis en dan komt-ie eruit en dan gaan we<br />
hem jonassen. Ik heb geen bijbelse opvoeding<br />
gehad, maar toen ik eindelijk het<br />
Jonasverhaal las (dat had ik veel eerder<br />
moeten doen), dacht ik: dat ben ik zelf,<br />
absoluut zelf. Zo’n man denkt: ik wil niet<br />
regeren, ik doe niet mee, ik vlucht het paleis<br />
uit, ik kom aan het strand, ik laat me<br />
opslokken door een schip, ik laat me meevoeren.<br />
Dan breekt er een noodweer los.<br />
Nou jongens, het is mijn schuld niet, gooi<br />
me maar in het water. Dat wilden die matrozen<br />
eerst niet, en hij laat zich zakken in het<br />
water en komt dan in de binnenste ruimte<br />
van een walvis en denkt: dit is mijn bestemming.<br />
En dan krijgt hij het benauwd. Dan<br />
wil hij iets. Wat, dat weet hij nog niet. Hij<br />
wil er in ieder geval uit, <strong>of</strong> dat nu de stem<br />
van zijn geweten is <strong>of</strong> die benauwdheid. Hij<br />
wil daar niet kapot, het is zijn tijd nog niet,<br />
hij gaat eruit! Hij verbreekt de boeien en<br />
gaat ook maar meteen in zijn eentje regeren.<br />
Dat is een grondslag van ons bestaan:<br />
meedoen, maar tegelijktijd er in hemelsnaam<br />
voor zorgen dat je binnenste intact<br />
blijft.<br />
Willem Jan Otten schreef een gedicht over<br />
dit dilemma van binnen en buiten: Pluk de<br />
dag.<br />
Carpe diem<br />
Licht als een wimper een lip<br />
tilt iets me op.<br />
Het leven draagt aan niets<br />
nog schuld.