22.08.2013 Views

Verslag bijeenkomst Bergen op Zoom, 28 oktober 2010

Verslag bijeenkomst Bergen op Zoom, 28 oktober 2010

Verslag bijeenkomst Bergen op Zoom, 28 oktober 2010

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Verslag</strong> contact<strong>bijeenkomst</strong> ‘Naar een Herzien Molenbeleid’<br />

<strong>Bergen</strong> <strong>op</strong> <strong>Zoom</strong>, <strong>28</strong> <strong>oktober</strong> <strong>2010</strong><br />

Vertegenwoordiging namens de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed<br />

Jan van ’t Hof (hoofd Instandhouding), Tjeu Otten (hoofd Monumentenregistratie),<br />

Gerard Troost (specialist molens), Wouter Pfeiffer (specialist molens), Mark van<br />

Nieuwstadt (notulist).<br />

Aanwezigen: C. Bakker, D.L.M. van Beers, J.W. Van Beers, M. Bloem, D.A. Bommeljé,<br />

C.H. Bovekerk, J.F.J. Brosens, J. Bruining, C. Damen, M. Dellebeke, A.J Dingemans, J.<br />

Eeland, J. van Elteren, A.J. Emmen, J.L.H. Gerrits, A. van der Goes van Naters, J. van<br />

Gorsel, P. Hazelager, I.J. Herman, D. van Jole, Th.J.M.A. van Jole, B. Kamp, J.R.<br />

Koedam, K. K<strong>op</strong>penol, B.H.G. van der Laan, A. de Laater, C. Langenberg, J. Ligtvoet, M.<br />

Lindenbergh, R. Louwet, K. Malcorps, T. Meesters, J.J. Oele, G. Ottevanger, M.<br />

Polderman, B.A. Quist, M.H. Remmerts, K. van Rossum, C. Sinke, J.W.B. Smeenk, R.<br />

Smit, M. J. Snel, L. van der Torren, P.J. Vasseur, T.R. Veenstra, A. de Vos, A. van<br />

Weenen, A. Wisse, H. Wybenga.<br />

1. Opening. Jan van ’t Hof <strong>op</strong>ent de <strong>bijeenkomst</strong>.<br />

2. Introductie door Jan van ’t Hof waarin hij de contouren van de herziening van het<br />

molenbeleid schetst (e.e.a. onder het voorbehoud dat de nieuwe regering het beleid<br />

onveranderd zal steunen). De beleidsnota dient als basis voor de adviezen die de RCE zal<br />

doen.<br />

a. Korte samenvatting van de voorafgaande discussie. Deze serie <strong>bijeenkomst</strong>en is geen<br />

blanco start: de herziening is al geruime tijd in voorbereiding. Het huidige beleid<br />

(stammend uit 1966) is aan herziening toe. Een uitgangspunt daarbij is aansluiting van<br />

het molenbeleid <strong>op</strong> de beleidsbrief ‘Modernisering Monumentenzorg’ (MoMo, 2009). Een<br />

van de pijlers daarin is het meewegen van cultuurhistorische belangen in de ruimtelijke<br />

ordening.<br />

b. In het huidige beleid is het Rijk volgend. In het perspectief van de tijd geplaatst is er<br />

veel mee bereikt: het aantal werkende molens is sterk uitgebreid, ambachten werden<br />

levend gehouden, er werden geen vreemde functies in molens toegelaten. Er zijn de<br />

afgel<strong>op</strong>en jaren zo’n 800 instandhoudingsplannen gehonoreerd en 200 restauraties<br />

uitgevoerd. Maar de wens om molens tot werkend instrument te restaureren was te<br />

overheersend. Dit leidde tot het afbreken van jongere monumenten ten dienste van<br />

molenreconstructies, en tot verplaatsingen en <strong>op</strong>hogingen. Uitgangspunt voor het<br />

herziene beleid is om geen successen weg te gooien, maar wel tot een verbreding te<br />

komen en doorslaan te vermijden (zoals een molen verplaatsen vanwege hoge bomen –<br />

want heeft behoud <strong>op</strong> de originele plek <strong>op</strong> de lange termijn niet meer waarde?).<br />

c. Waarom een herziening? Er is behoefte aan verbreding van het beleid, waarbij diverse<br />

aspecten in overweging worden genomen: de bouwhistorie, de evolutie van een molen<br />

(bv. later toegevoegde industriële bebouwing en interieur), het molenlandschap<br />

(‘molenbioto<strong>op</strong>’), verhalen, gastheerschap, het besef dat molens van iedereen zijn. (Het<br />

Rijk heeft niet <strong>op</strong> al deze punten invloed; molenbescherming doen we met zijn allen.)<br />

Kern van de herziening zijn de vragen: Wat is de monumentale waarde van een molen en<br />

zijn plek, waarom is een molen een monument? Het doel is om molens een toekomst te<br />

geven.<br />

d. Voorbereiding door de Rijksdienst <strong>op</strong> de herziening: er zijn gesprekken en discussies<br />

gevoerd, er is een reader samengesteld (te vinden <strong>op</strong> de site van de RCE), er is<br />

buitenlandse oriëntatie geweest om het Nederlands beleid in perspectief te kunnen<br />

plaatsen. Nu vindt raadpleging plaats via een vijftal regionale <strong>bijeenkomst</strong>en, te volgen<br />

door een raadpleging van bestuurders en specialisten (molenmakers, vertegenwoordigers


van verenigingen en stichtingen, waterschappen, etc.). De buitenlandse oriëntatie leidde<br />

naar Polen, waar molens geen enkele prioriteit hebben, waardoor ze wegkwijnen maar<br />

het interieur vaak nog <strong>op</strong>vallend intact is. Alleen – uit hun oorspronkelijke omgeving<br />

‘weggerukte’ – museummolens worden goed onderhouden. Werkende molens zijn er niet<br />

en worden ook niet wenselijk geacht. In het Verenigd Koninkrijk zijn molens minder in<br />

beeld dan bijvoorbeeld landhuizen, kastelen, kathedralen. Er worden in molens veel meer<br />

functies toegelaten. Er zijn wel impulssubsidies (loterij), maar geen structurele subsidies.<br />

En een voorbeeld uit Duitsland, de discussie rondom de molen van Werth. Dit is een 17 e<br />

eeuwse torenmolen die deskundigen onveranderd willen laten omdat hij nog in originele<br />

staat verkeert (waar nodig vindt wel conserverend herstel plaats) terwijl omwonenden<br />

voorstander zijn van een ingrijpende restauratie zodat hij kan draaien, waarbij echter<br />

zo’n 70% van de authentieke onderdelen zou worden vervangen.<br />

e. Speerpunten en bespreekpunten: aandacht voor watermolens (i.e. molens<br />

aangedreven door water) en voor de bioto<strong>op</strong> - zowel wind als water; verplaatsen: nee,<br />

tenzij; verhogen: nee, tenzij; complementeren: nee, tenzij; bij restauraties dient<br />

waardering voor wat er nu is het uitgangspunt te zijn; aandacht voor het immateriële<br />

erfgoed; instandhouding en beheer; bouwkundig en historisch onderzoek; veranderingen<br />

documenteren; informatie verzamelen en ontsluiten (bijvoorbeeld via de website<br />

allemolens.nl, die door vereniging De Hollandsche Molen is <strong>op</strong>gericht); authenticiteit is<br />

een belangrijk criterium. Aandacht voor de rol van molenaars, moleneigenaren,<br />

molenmakers, -adviseurs, -besturen, koepelorganisaties, etc.<br />

f. Hoe verder? <strong>Verslag</strong>en van de vijf contact<strong>bijeenkomst</strong>en zullen <strong>op</strong> de website van de<br />

RCE beschikbaar zijn. Vervolgens doet de RCE een voorstel voor de beleidsnota, waarna<br />

er terugk<strong>op</strong>peling met het veld is tijdens de expert<strong>bijeenkomst</strong>. Hier<strong>op</strong> volgt de<br />

bestuurlijke (politieke) besluitvorming. Voormalig minister Plasterk was erg betrokken;<br />

het standpunt van de nieuwe Staatssecretaris van Cultuur, Halbe Zijlstra, moet nog<br />

blijken. De planning is dat het herziene beleid in het voorjaar van 2011 van kracht zal<br />

zijn. We h<strong>op</strong>en dat het breed gedragen zal worden.<br />

3. Discussie. Tjeu Otten neemt als voorzitter het woord over: We willen dus graag<br />

behouden wat we hebben en daar in de toekomst nieuwe aspecten bij betrekken. We<br />

willen graag uw mening hierover horen. Het woord is aan de zaal.<br />

- Spreker: Er wordt door u gesproken over de waarden van molens. Zijn er hulpmiddelen<br />

om die objectief vast te stellen? Gerard Troost: Aan de basis van een waardebepaling<br />

staat de redengevende omschrijving in het monumentenregister. Daarnaast kan<br />

bouwhistorisch onderzoek worden gedaan, dat kan leiden tot de vaststelling van<br />

aanvullende waarden. Ook wordt er gewerkt aan een richtlijn, voortbouwend <strong>op</strong> de<br />

Richtlijnen bouwhistorisch onderzoek. Dit zal helder omkaderd onderzoek mogelijk<br />

maken waaruit een waardestelling zou kunnen volgen. Spreker: Welke andere waarden<br />

zijn naast de bouwhistorische van belang? (Te denken valt aan de omgeving, toerisme,<br />

zeldzaamheid, authenticiteit). Gerard Troost: Sommige dingen zijn lastig te meten. Er<br />

komt een pilotstudie met de Rijnlandse Molenstichting om de bouwhistorische waarde<br />

van hun molens te beoordelen. We werken zo aan richtlijnen voor een goede<br />

beschrijving. Spreker: Voor een inventarisatie en waardebepaling zou je <strong>op</strong> basis van een<br />

lijst van kenmerken een puntentelling kunnen <strong>op</strong>stellen.<br />

- Spreker: Ik heb een maalvaardige molen waarbij toerisme een logische bron van<br />

inkomsten vormt om hem veilig te stellen. Zulke dingen bepaal je niet zelf; die worden<br />

voor je bepaald. De restauratie heeft veel hoofdbrekens gekost. Een bouwhistorisch<br />

onderzoek had kunnen helpen, maar ook als dat wordt uitgevoerd zullen er altijd dingen<br />

misgaan.<br />

- Spreker: Welke invloed heeft de RCE <strong>op</strong> het provinciale en gemeentelijk beleid als het<br />

gaat om het behoud van de oorspronkelijke plek? Jan van ’t Hof: Momenteel wordt de


Rijksstructuurvisie voor cultuurhistorie ontwikkeld. Die geeft aan wat het Rijk belangrijk<br />

vindt in de relatie tussen erfgoed en de ruimtelijke ordening. De visie zal een aantal<br />

thematische invalshoeken bevatten die aangeven wat in het Nederlandse landschap<br />

waardevol is (denk aan het thema ‘water’). Maar via hun bestemmingsplan hebben<br />

gemeenten bij de ruimtelijke ordening uiteindelijk het laatste woord. In het kader van de<br />

Modernisering Monumentenzorg (MoMo) zijn gemeenten voortaan verplicht om<br />

cultuurhistorische waarden in het bestemmingsplan <strong>op</strong> te nemen. Daarbij maken ze een<br />

belangenafweging waar u als lokale bevolking invloed <strong>op</strong> kunt uitoefenen. In Nederland<br />

wordt zo’n 80% van de bestemmingsplannen door ruim tien adviesbureaus <strong>op</strong>gesteld. De<br />

RCE legt daarmee contact om te zorgen dat ze goed geïnformeerd zijn. Spreker: Maar<br />

bestemmingplannen moeten toch worden getoetst aan de visies van hogere overheden?<br />

Jan van ’t Hof: Dat is veel minder het geval dan vroeger. Dat is de decentralisatie. Wel<br />

geeft het Rijk in de rijksvisie de waardevolle zaken en gebieden aan. Tjeu Otten: Heeft<br />

een verplaatste molen minder historische waarde? Spreker: Soms gaat de waarde door<br />

verplaatsing juist omhoog omdat hij dan kan draaien en goed zichtbaar is. Spreker:<br />

Neem nu de molen bij Breukelen: het is een aanfluiting, de plek waar die staat.<br />

- Spreker: Het feel-good-effect dat een molen bij de lokale bevolking kan hebben zou<br />

zwaarder moeten wegen dan de molen als ‘speeltje van de molenaar’ en dan het museale<br />

aspect. Zichtbaarheid in dorp of landschap moet een belangrijke factor zijn; daarmee<br />

creëer je draagkracht. Dan is authenticiteit van minder belang. En stel dat er<br />

bijvoorbeeld oude industriële werktuigen in zitten: die zou je moeten bewaren om de<br />

ontwikkeling te vertellen. Maar het belangrijkst is een mooie plek in het landschap; dat,<br />

en het feit dat hij mooi is gerestaureerd. Spreker: Je kunt die twee dingen met elkaar<br />

verbinden. Om een molen toekomst te geven heb je waardering van de ‘consument’<br />

nodig. Bouwhistorie en authenticiteit zijn prima, maar als de consument er niets van<br />

vindt schiet je je doel voorbij. Daarom is er veel promotie nodig: niet alleen draaien,<br />

maar ook verhalen vertellen, mensen meenemen. Dat kan alleen als de molen een<br />

werkend monument is.<br />

- Spreker: Wij hebben talrijke molens in restauratie. Ik wil mijn waardering uitspreken<br />

voor het restauratiebeleid van de RCE. Mij is nog niet duidelijk wat het herziene beleid<br />

gaat inhouden. Ook in de huidige situatie worden bestekken door de RCE beoordeeld; dat<br />

gaat heel verantwoord. Bouwhistorisch onderzoek is overigens prima. Kan een<br />

waardetoekenning ook betekenen dat sommige molens geslo<strong>op</strong>t kunnen worden?<br />

Kortom, wat gaat de herziening inhouden? Spreker: En wordt de subsidiestroom aan zo’n<br />

waardebepaling gek<strong>op</strong>peld? Jan van ’t Hof: Door de discussie van de afgel<strong>op</strong>en jaren zijn<br />

zaken als authenticiteit en bouwhistorisch onderzoek al veel belangrijker geworden en is<br />

het molenbeleid dus al aan het veranderen. De RCE wil het beleid bijstellen; we willen<br />

geen breuk met het verleden. Op sommige punten willen we echter wel echt een<br />

ombuiging. Zo hebben er de afgel<strong>op</strong>en jaren zo’n 20 molenverplaatsingen gespeeld.<br />

Sommige waren nodig, andere hadden een nogal banale, <strong>op</strong>portunistische aanleiding.<br />

Daar wil ik dus wel een trendbreuk zien. Wat betreft de tweede vraag: er is geen sprake<br />

van dat de waardebepaling tot het sl<strong>op</strong>en van molens zou leiden. Wel is het waardevol<br />

om de dingen in kaart te brengen. Een herziening van het subsidiebeleid is in dit verband<br />

niet ter sprake; MoMo sluit dat zelfs uit. Misschien kunnen er wel enkele objecten aan het<br />

monumentenbestand worden toegevoegd waarvan voorheen de waarde over het hoofd is<br />

gezien.<br />

- Spreker: Gaat het herziene beleid om een bewustwordingsproces, een<br />

mentaliteitsverandering, of wordt het in nieuwe richtlijnen en voorschriften vervat? Hoe<br />

vrijblijvend is het? Jan van ’t Hof: We willen inderdaad een mentaliteitsverandering – of<br />

liever gezegd een bijstelling – tot stand brengen. De voorschriften in de herziene nota<br />

zullen helderheid verschaffen over hoe de RCE over bepaalde dingen denkt en hoe ze zal<br />

handelen. En h<strong>op</strong>elijk zal de nota dusdanig goed onderbouwd zijn dat hij ook voor nietrijksmonumenten<br />

zal worden gebruikt. Spreker: Waar vinden wij de kennis die voor het<br />

herziene beleid nodig is? Die zit toch vooral bij de RCE. Jan van ’t Hof: Dank voor het


compliment, maar er is ook veel kennis bij molenadviseurs en andere deskundigen, en<br />

die is bovendien groeiende. De RCE wil nadrukkelijk niet alles zelf doen; er zullen meer<br />

mensen met de bepaling van de monumentale waarde aan de slag gaan. De RCE kan wel<br />

bouwstenen aanleveren.<br />

- Spreker: Wat gaan wij merken van het nieuwe beleid? Spreker: Een aantal dingen blijft<br />

gelijk; wel pr<strong>op</strong>ageert u nieuwe inzichten. Zijn daar dan ook andere, nieuwe middelen<br />

voor beschikbaar (financieel en anderszins)? Jan van ’t Hof: Als uw molen in goede staat<br />

verkeert en u niet aan een verplaatsing denkt, zult u in dat <strong>op</strong>zicht weinig van de<br />

herziening merken. Maar iemand die wil verplaatsen mogelijk wel. Wat heeft meer<br />

duurzame waarde: een burenruzie of het feit dat de molen <strong>op</strong> zijn oorspronkelijke plek<br />

staat? Er is geen nieuwe zak met geld; wel gaat het plafond van de Brimonderhoudssubsidie<br />

omhoog. Het gaat ons om een mentaliteitsverandering, niet om een<br />

ander subsidiebeleid. Wouter Pfeiffer: Het plafond van € 50.000 zoals dat bestond was<br />

niet genoeg <strong>op</strong> individuele gevallen toegesneden en wordt verhoogd naar € 100.000.<br />

Daarmee stijgt ook het eigenarenaandeel naar € 40.000. De regeling gaat in 2011 in.<br />

Omdat ook andere soorten monumenten meedingen is het zaak om aanvragen snel na<br />

<strong>op</strong>ening van een inschrijving in te dienen, d.w.z. <strong>op</strong> 15 januari 2011. L<strong>op</strong>ende<br />

zesjarenplannen worden uiteraard eerst afgemaakt dus voor de meeste moleneigenaren<br />

is 15 januari 2012 waar<strong>op</strong> zij een nieuwe aanvraag voor de Brim kunnen indienen.<br />

- Spreker: Er bestaat een groot verschil tussen de financiële positie van molens van<br />

gemeenten en stichtingen en die van particulieren. Die laatste groep heeft het steeds<br />

moeilijker. Dat komt niet door de rijksregelingen, die zijn proceduregericht en<br />

transparant, maar bij gemeenten, provincies en particuliere fondsen is het voor<br />

particuliere eigenaren moeilijk om ertussen te komen, onder andere omdat de grotere<br />

spelers zoals stichtingen vaak een adviserende rol spelen. Is de beoogde waardering van<br />

molens ook bedoeld om particulieren te steunen? Jan van ’t Hof: Ik vind het een<br />

toegevoegde waarde als een molen in particulier eigendom is. Maar ik ben vooral<br />

benieuwd wat u daarvan vindt. Spreker: Naar mijn ervaring zijn molens in een stichting<br />

doorgaans beter af dan bij particuliere eigenaren (waarvan er drie in de zaal zijn). Gerard<br />

Troost: Als RCE hebben we een landelijk beeld. Wij zien ook dat particuliere met RCEsubsidie<br />

gerestaureerde molens soms worden doorverkocht (het gaat om zo’n drie<br />

gevallen in de afgel<strong>op</strong>en vijf jaar). Die keerzijde bestaat dus ook. Een spreker vertelt<br />

over de financiële en verzekeringstechnische perikelen na het afbranden van een<br />

gerestaureerde kap. Juist tijdens de restauratie is het geld hard nodig, maar omdat de<br />

molen nu niet kan malen derft hij de draaipremie. Zou die niet <strong>op</strong> basis van de prestaties<br />

over meerdere jaren kunnen worden toegekend? Tjeu Otten: Het signaal is duidelijk: er<br />

moet meer aandacht komen voor de particuliere eigenaar, vooral <strong>op</strong> provinciaal en<br />

gemeentelijk niveau.<br />

- Spreker: De brandverzekering kost zeer veel geld. Is daar iets aan te doen? Spreker:<br />

vereniging De Hollandsche Molen heeft een adviescommissie ingesteld om de<br />

brandverzekeringsproblematiek te onderzoeken. Over veertien dagen wordt het advies<br />

gepresenteerd. De belangrijkste van de drie <strong>op</strong>ties is het verzoek aan de RCE om binnen<br />

het kader van de Brim de verzekeringspremie subsidiabel te maken. Door de hoge<br />

brandbaarheid is er overigens een verschil in de brandpremie tussen molens (ongeveer<br />

2‰) en andere monumenten (1‰). Tjeu Otten: Ik zie daar een tegenstrijdigheid met<br />

het herziene molenbeleid. Bij het afbranden van een molen gaat immers de<br />

monumentale waarde verloren. Een herbouwde molen is dus feitelijk geen monument<br />

meer. Spreker: Maar <strong>op</strong> dit moment behoudt een afgebrande molen na herbouw toch zijn<br />

monumentale status? Jan van ’t Hof: Na brand zullen we eerst moeten nagaan wat de<br />

resterende erfgoedwaarde is alvorens te besluiten tot herbouw en behoud van de<br />

monumentale status. Overigens ben ik wel benieuwd naar de andere twee <strong>op</strong>ties die de<br />

adviescommissie voorstelt. Spreker: De andere twee <strong>op</strong>ties betreffen een waarborgfonds.


- Spreker: De RCE spreekt over waardebepaling en differentiatie. Maar wat heeft dat<br />

voor zin als er geen gevolgen aan vastzitten? Jan van ’t Hof: Er zijn wel zeker gevolgen,<br />

al zijn die niet direct van financiële aard. Als je bijvoorbeeld hebt vastgesteld dat een<br />

bepaalde molen een grote monumentale waarde heeft, moet je die dan een miljoen<br />

omwentelingen per jaar laten maken, of beperken we de bedrijvigheid tot zeg 50.000<br />

omwentelingen, om zo het instrument minder te belasten? Een andere molen staat<br />

misschien zonder wieken maar met een karakteristieke woning in de romp. Soms is juist<br />

zoiets waardevol. Spreker: Hoe kan de RCE afdwingen dat een toestand behouden blijft?<br />

En hoe zit het met projecten die onder het oude beleid in gang werden gezet? Jan van ’t<br />

Hof: Onder het oude beleid gemaakte afspraken zullen worden nagekomen. Het herziene<br />

beleid concentreert zich <strong>op</strong> een mentaliteitsverandering. Je kunt een molen <strong>op</strong><br />

verschillende manieren bekijken. We nemen niet een werkende molen als einddoel, maar<br />

de monumentale waarde als uitgangspunt. De RCE is daarbij één van de raderen;<br />

gemeenten, eigenaren, enzovoort spelen ook een rol.<br />

- Spreker: We zijn vooral benieuwd wat dit alles voor ónze molens te betekenen heeft. Ik<br />

hoor een nogal academische verhandeling over waarden. Jan van ’t Hof: Voor een<br />

ordentelijk onderhouden, goed draaiende molen verandert er weinig. Spreker: Mijn<br />

molen is in 1981 gerestaureerd, het oude binnenwerk eruit en een nieuw erin. Wat is dan<br />

nog de waarde ervan binnen het herziene beleid? Wouter Pfeiffer: De discussie is precies<br />

bedoeld om onnodig verlies zoals in situaties als de uwe kan <strong>op</strong>treden te voorkomen.<br />

Voor uw molen zullen de herziene inzichten vermoedelijk weinig gevolgen meer hebben.<br />

- Spreker: Over de instandhouding van vakmanschap. Is u gebleken of molenmakers<br />

voldoende investeren in de <strong>op</strong>leiding van jonge molenmakers? Ik maak me zorgen dat er<br />

weinig instroom lijkt te zijn. Opleiding kan alleen in de praktijk. Gaat u uw beleid daar<strong>op</strong><br />

inrichten? Gerard Troost: Vanwege de piek in de achterstandsregelingen hebben<br />

aannemers voor korte tijd mensen aangetrokken. Wij als RCE vragen altijd of er in<br />

<strong>op</strong>leidingen wordt geïnvesteerd en dringen er<strong>op</strong> aan dat klussen aan jonge molenmakers<br />

worden gegeven. Maar we kunnen dit niet alleen. U kunt daar als moleneigenaren ook<br />

om vragen. Spreker: Zou er een structurele <strong>op</strong>leiding kunnen komen? Gerard Troost: Dat<br />

kan ook weer snel leiden tot een teveel aan vakmensen, die we vervolgens niet aan het<br />

werk kunnen houden. Door de <strong>op</strong>hoging van de Brim-subsidie naar € 100.000 zal het<br />

werk wel gelijkmatiger verdeeld worden. Spreker: Grote, gecertificeerde bedrijven<br />

krijgen vaak voorrang boven kleine bedrijfjes die voor meer vernieuwing zorgen. Gerard<br />

Troost: We zijn bezig met een project ter certificering en erkenning van vakmensen in de<br />

restauratiebranche.<br />

4. Sluiting. Tjeu Otten sluit de <strong>bijeenkomst</strong>: Dank voor uw komst en voor uw<br />

waardevolle <strong>op</strong>merkingen en discussie. Mocht u nog nadere punten hebben, dan kunt u<br />

altijd contact met ons leggen door te bellen of via info@cultureelerfgoed.nl.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!