Merovingers in een villa - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Merovingers in een villa - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Merovingers in een villa - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
natuurlijke afzett <strong>in</strong>gen aan zuidkant van de put. De laag bestaat<br />
uit <strong>een</strong> pakket grijs gr<strong>in</strong>d. Dit gr<strong>in</strong>dpakket was iets beter gesorteerd<br />
dan de dagzomende lagen <strong>in</strong> <strong>het</strong> noorden van de put. Ook hier is<br />
<strong>een</strong> <strong>in</strong>terpretatie zeer lastig omdat de laag zelf niet verder is onderzocht.<br />
Het zou de onderkant van <strong>een</strong> geëgaliseerde laag kunnen<br />
zijn waarop <strong>een</strong> vloerniveau heeft gelegen. In <strong>een</strong> diepe uitgrav<strong>in</strong>g<br />
bij spoor 47 is gebleken dat <strong>het</strong> pakket gr<strong>in</strong>d <strong>een</strong> dikte had van ca.<br />
0,5 m. Wellicht is <strong>het</strong> ook te <strong>in</strong>terpreteren als <strong>een</strong> natuurlijke gr<strong>in</strong>dlaag<br />
waarop <strong>een</strong> dun pakket beter gesorteerd materiaal ligt. Dit<br />
verschil is <strong>in</strong> <strong>het</strong> kle<strong>in</strong>e profi el bij de uitgrav<strong>in</strong>g bij spoor 47 niet<br />
vastgesteld.<br />
Natuurlijke fenomenen<br />
Tot slot zijn er enkele verkleur<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>het</strong> vlak waargenomen die<br />
<strong>een</strong> natuurlijke oorsprong hebben. De sporen 27, 42, 43, en 44<br />
hebben <strong>een</strong> lichtbru<strong>in</strong>grijze vull<strong>in</strong>g van zwak zandig leem. In de<br />
vull<strong>in</strong>g van spoor 42 zijn de schelpen van stroommossels aangetroff<br />
en. Het <strong>voor</strong>komen van deze schelpen laat zien dat <strong>het</strong> g<strong>een</strong><br />
oude sporen kunnen zijn. Normaliter degraderen deze schelpen<br />
zeer snel. Het zijn waarschijnlijk natuurlijke geultjes en kolkgaten<br />
die zijn ontstaan bij de meest recente overstrom<strong>in</strong>gen.<br />
7.2.3 Onderzochte grafk uilen<br />
Van <strong>het</strong> totaal aan rechthoekige sporen zijn er zes onderzocht.<br />
Op basis van de <strong>in</strong>houd van de sporen is vastgesteld dat <strong>het</strong> allemaal<br />
grafk uilen zijn. Een hiervan is tijdens de campagne zodanig<br />
beroofd (spoor 6) dat de relatie tussen kuil en vondsten en de vorm<br />
van de kuil niet meer is vast te stellen. Een andere kuil is door tijdgebrek<br />
niet afgewerkt (spoor 47), waardoor de <strong>in</strong>formatie over de<br />
relatie tussen kuil en vondsten alsmede de vorm van de kuil nog<br />
niet <strong>voor</strong>handen is. De andere vier sporen zijn volledig onderzocht.<br />
Vermeld moet worden dat de grondsporen zeer moeilijk leesbaar<br />
waren. Dit werd <strong>voor</strong>al veroorzaakt door de aard van de natuurlijke<br />
afzett <strong>in</strong>gen en de vull<strong>in</strong>g van de grafk uilen. Omdat deze <strong>een</strong><br />
bijzonder slecht contrast opleveren, was vaak all<strong>een</strong> de aan- of<br />
afwezigheid van Rome<strong>in</strong>s bouwpu<strong>in</strong> <strong>een</strong> aanwijz<strong>in</strong>g of <strong>het</strong> vull<strong>in</strong>g<br />
of natuurlijke rivierafzett <strong>in</strong>gen betrof. Ook droogden de vlakken<br />
bijzonder snel uit door <strong>het</strong> droge en warme weer, waardoor <strong>het</strong><br />
contrast tussen rivierafzett <strong>in</strong>gen en grondspoor nog slechter zichtbaar<br />
werd.<br />
De kuilen zijn <strong>in</strong>gegraven <strong>in</strong> <strong>een</strong> verlaten en (deels) afgebroken<br />
<strong>villa</strong>. De vull<strong>in</strong>g van de kuilen is dan ook afk omstig uit de afb raaklaag<br />
van <strong>het</strong> <strong>villa</strong>terre<strong>in</strong>, waardoor er veel Rome<strong>in</strong>s vondstmateriaal<br />
aanwezig is.<br />
Behalve de zes graven die hieronder worden beschreven, zijn er<br />
twee sporen waarvan <strong>het</strong> eerste vlak is schoon gemaakt met de<br />
troff el en de bovengrond is gezeefd. De <strong>in</strong>terpretatie van deze kuilen<br />
is nog niet geheel duidelijk, maar er is wel meer <strong>in</strong>formatie<br />
beschikbaar dan de overige kuilen die all<strong>een</strong> zijn geregistreerd en<br />
<strong>in</strong>gemeten.<br />
50<br />
In 2008 is ten oosten van spoor 6 <strong>een</strong> rechthoekig spoor herkend<br />
(spoor 2008-7; afb . 21; 22). Door de beperk<strong>in</strong>gen van de kle<strong>in</strong>e<br />
opgrav<strong>in</strong>gsput was <strong>het</strong> niet duidelijk of dit spoor <strong>een</strong> grafk uil<br />
betrof, <strong>een</strong> afvalkuil of <strong>een</strong> wat dikker deel van de vondstlaag. Hoog<br />
<strong>in</strong> <strong>het</strong> spoor is <strong>een</strong> menselijke schedel aangetroff en op <strong>een</strong> hoogte<br />
van 44,18 m NAP, ca. 40 cm onder <strong>het</strong> maaiveld. In 2008 is wegens<br />
tijdgebrek gekozen om dit spoor niet verder te onderzoeken.<br />
De laatste week van de campagne <strong>in</strong> 2009 is <strong>het</strong> spoor nog wel iets<br />
verdiept zodat duidelijk werd dat <strong>het</strong> <strong>in</strong>derdaad <strong>een</strong> rechthoekige<br />
kuil betreft . Het ligt <strong>voor</strong> de hand om dit spoor te duiden als <strong>een</strong><br />
<strong>in</strong>humatiegraf. De schedel ligt echter waarschijnlijk niet meer <strong>in</strong><br />
situ, maar is, wellicht door al dan niet oudtijdse open<strong>in</strong>g van <strong>het</strong><br />
graf of andere verstor<strong>in</strong>g, boven<strong>in</strong> de vull<strong>in</strong>g van de grafk uil<br />
terechtgekomen. De geborgen vondsten uit dit spoor zijn waarschijnlijk<br />
Rome<strong>in</strong>s materiaal dat bij <strong>het</strong> sluiten van de grafk uil is<br />
teruggeworpen en/of door verstor<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>het</strong> graf is geraakt.<br />
De tweede kuil waar <strong>het</strong> eerste vlak van is onderzocht, is de comb<strong>in</strong>atie<br />
van spoor 9 en 13. Deze twee sporen vormen <strong>in</strong> wezen één<br />
spoor waarbij spoor 13 de centrale vull<strong>in</strong>g betreft (1,3 x1,6 m) en<br />
spoor 9 de ca. 0,6 m brede buitenrand vormt. In de vull<strong>in</strong>g (van<br />
zowel 9 als 13) zijn de resten van <strong>een</strong> paard <strong>in</strong> anatomisch verband<br />
aangetroff en. Dat <strong>het</strong> om <strong>een</strong> <strong>in</strong>tentionele begrav<strong>in</strong>g gaat en niet<br />
om slachtafval, is mogelijk af te leiden aan <strong>het</strong> aangetroff en bronzen<br />
artefact dat bij de schedel lag. Deze vondst is mogelijk deel van<br />
<strong>het</strong> paardentuig. Omdat de vraagstell<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> onderzoek tijdens<br />
de tweede campagne gefocust was op de degradatie van menselijk<br />
botmateriaal is er <strong>voor</strong> gekozen om dit graf <strong>voor</strong>lopig niet verder<br />
te onderzoeken.<br />
Spoor 2008-2 (afb . 23-29)<br />
Dit spoor is <strong>in</strong> 1999 als eerste gelokaliseerd (<strong>in</strong> 1999 heeft dit spoor<br />
nummer 12 gekregen). De onderzoekers hebben destijds deze context<br />
all<strong>een</strong> <strong>in</strong>gemeten en niet verder onderzocht. In 2008 is begonnen<br />
met <strong>het</strong> opgraven van deze kuil. De bovenkant van de vull<strong>in</strong>g<br />
is niet onderzocht, omdat deze <strong>in</strong> 1999 al was opgegraven. Op <strong>een</strong><br />
diepte van 43,92 m NAP is de onverstoorde context <strong>in</strong> segmenten<br />
verdeeld en gezeefd. Het is <strong>een</strong> rechthoekige lange en brede kuil<br />
met afgeronde hoeken. De kuil meet 2,70 x 1,60 m en is noordoostzuidwest<br />
georiënteerd. De onderkant van de kuil ligt op 43,74 m NAP.<br />
Er resteerden dus nog 18 cm van de kuilvull<strong>in</strong>g. Er van uitgaande<br />
dat <strong>het</strong> oorspronkelijk maaiveld rond de 44,6 m NAP lag, is de kuil<br />
ruim 1,1 m diep. De kuil is <strong>in</strong> <strong>het</strong> gr<strong>in</strong>d <strong>in</strong>gegraven. Op de bodem<br />
is <strong>een</strong> compacte 2-3 cm dikke, oranje-gele, zandige laag van verspoelde<br />
löss met fi jne stukjes bakst<strong>een</strong>pu<strong>in</strong> aangetroff en. Mogelijk<br />
is laag als vlijlaag aangelegd. Op deze vlijlaag lag <strong>een</strong> 3-5 cm dikke<br />
laag met gr<strong>in</strong>d en zowel fi jn als grof pu<strong>in</strong>, met <strong>in</strong>gespoelde kle<strong>in</strong>ere<br />
fragmenten. De vondsten uit <strong>het</strong> graf liggen boven dit niveau,<br />
<strong>in</strong> <strong>een</strong> bru<strong>in</strong>ere, m<strong>in</strong>der zandige en kalkrijkere vull<strong>in</strong>g. Dit is dus<br />
aanzienlijk hoger dan de kuilbodem, en valt waarschijnlijk samen<br />
met de bodem van <strong>een</strong> houten conta<strong>in</strong>er. Onder <strong>een</strong> bronzen<br />
schaal zijn resten gevonden van de plank waar deze schaal op stond.<br />
Door de corrosie van <strong>het</strong> brons is <strong>een</strong> kle<strong>in</strong> restant hout bewaard<br />
gebleven. Enkele gevonden spijkers zouden onderdeel kunnen<br />
MEROVINGERS IN EEN VILLA