Merovingers in een villa - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Merovingers in een villa - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Merovingers in een villa - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
7 Resultaten archeologisch onderzoek<br />
7.1 Inleid<strong>in</strong>g<br />
Tijdens de twee veldwerkcampagnes van 2008 en 2009 is <strong>een</strong> areaal<br />
onderzocht van circa 900 m 2 . Hierb<strong>in</strong>nen liggen de oude proefsleuven<br />
van de onderzoeken uit 1995 en 1999 (<strong>in</strong> totaal 350 m 2 ).<br />
Dus ongeveer 550 m 2 van de v<strong>in</strong>dplaats is nu <strong>voor</strong> <strong>het</strong> eerst bloot<br />
gelegd. Ongeveer de helft van de vondstlaag is gezeefd. Onder de<br />
vondstlaag is <strong>een</strong> sporenvlak aangelegd. Hier<strong>in</strong> zijn <strong>in</strong> totaal 71<br />
verkleur<strong>in</strong>gen aangemerkt als grondspoor (afb . 18). Van deze 71<br />
sporen zijn er zestien geïnterpreteerd als grafk uil. Vijf daarvan zijn<br />
volledig onderzocht, waarvan er één na werktijd is beroofd; <strong>een</strong><br />
kon b<strong>in</strong>nen de beschikbare tijd niet geheel worden opgegraven.<br />
Van <strong>een</strong> zevende graf is slechts <strong>het</strong> bovenste deel van de vull<strong>in</strong>g<br />
onderzocht. De geborgen vondsten komen of uit de gezeefde<br />
vondstlaag (4 mm) of uit de gezeefde segmenten van de onderzochte<br />
grafk uilen (2 mm).<br />
7.2 Sporen en structuren 1<br />
A. Müller en D.E. Smal<br />
7.2.1 Inleid<strong>in</strong>g<br />
De sporen werden herkend op <strong>het</strong> sporenvlak dat gemiddeld rond<br />
44,1 m NAP was aangelegd. Het maaiveld ligt gemiddeld op <strong>een</strong><br />
hoogte van 44,6 m NAP.<br />
De sporen waren door <strong>het</strong> droge weer en de slecht gesorteerde<br />
ondergrond zeer moeilijk leesbaar en lastig te duiden. Om zoveel<br />
mogelijk tijd aan de grafcontexten te kunnen besteden, zijn<br />
zoveel mogelijk sporen onderzocht waarvan duidelijk was dat<br />
<strong>het</strong> Merov<strong>in</strong>gische <strong>in</strong>humatiegraven betrof. Dit betekent dat veel<br />
onduidelijke sporen niet zijn verdiept en/of gecoupeerd. Hoewel<br />
<strong>het</strong> hierdoor lastig is deze sporen te duiden, is hieronder wel<br />
<strong>een</strong> pog<strong>in</strong>g gedaan om deze sporen te <strong>in</strong>terpreteren en te dateren.<br />
De zes <strong>in</strong> 2008 en 2009 (deels) opgegraven grafcontexten<br />
worden <strong>in</strong> paragraaf 7.2.3 beschreven. Daar worden ook twee<br />
sporen besproken waarvan all<strong>een</strong> de bovengrond en <strong>het</strong> eerste<br />
vlak is onderzocht en die mogelijk ook begrav<strong>in</strong>gen bevatt en<br />
(afb . 19).<br />
7 RESULTATEN ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK<br />
De sporen die niet direct met zekerheid als graf konden worden<br />
geïdentifi ceerd zijn <strong>in</strong> vier groepen onderverdeeld: rechthoekige<br />
sporen (lengte < 3 breedte), langwerpige sporen (lengte > 3<br />
breedte), ronde tot vierkante sporen en (vondst)lagen.<br />
7.2.2 Diverse sporen<br />
Rechthoekige sporen<br />
De rechthoekige sporen vormen de enige groep grondsporen waarvan<br />
<strong>een</strong> selectie nader is onderzocht. Naast de onderzochte sporen<br />
die als graven werden herkend, zijn <strong>in</strong> <strong>het</strong> werkvlak negen andere<br />
rechthoekige sporen aangetroff en (2008-7, 10, 13, 45, 48, 52, 53,<br />
54, 66; afb . 18). De afmet<strong>in</strong>gen van de sporen variëren aanzienlijk.<br />
Er zijn bijna vierkante, grote sporen, zoals de comb<strong>in</strong>atie van spoor<br />
9 en 13 (2,6 x 2,1 m), grote rechthoekige sporen zoals spoor 49 (3,4<br />
x 1,6 m), en kle<strong>in</strong>e rechthoekige sporen zoals spoor 45 (1,9 x 1,0 m).<br />
De kuilen werden pas duidelijk zichtbaar nadat <strong>het</strong> vlak ca. 0,5 m<br />
was verdiept ten opzichte van <strong>het</strong> maaiveld. De rechthoekige kuilen<br />
zijn met de korte kant naar <strong>het</strong> noordoosten georiënteerd.<br />
Uitzonder<strong>in</strong>g zijn de sporen 16 en 18. Deze kuilen van ca. 2 x 1 m<br />
zijn noordwest-zuidoost georiënteerd.<br />
De vull<strong>in</strong>g van de kuilen bestaan uit donkergrijs, slecht gesorteerd<br />
sediment. Naast zand, leem en kiezels is veel Rome<strong>in</strong>se bouwmateriaal<br />
(mortel en bakst<strong>een</strong>) aanwezig. Het grootste deel van de<br />
noordoost georiënteerde rechthoekige kuilen wordt geïnterpreteerd<br />
als grafk uil (afb . 20). Zeer waarschijnlijk zijn <strong>het</strong> <strong>in</strong>humatiegraven.<br />
Van spoor 13 is vastgesteld dat hier<strong>in</strong> <strong>een</strong> paard is begraven<br />
en dat er mogelijk g<strong>een</strong> menselijke resten aanwezig zijn.<br />
In spoor 16 is even<strong>een</strong>s dierlijk skelet materiaal aangetroff en. Naast<br />
gearticuleerde bott en van <strong>een</strong> deel van <strong>een</strong> paard zijn er losse fragmenten<br />
van schaap en varken gevonden. Deze kuil wordt daarom<br />
niet als grafcontext geïnterpreteerd maar als kuil. Dit spoor is niet<br />
opgegraven, <strong>een</strong> <strong>in</strong>terpretatie van dit spoor blijft dan ook zeer<br />
speculatief.<br />
Langwerpige sporen<br />
Er zijn tien langwerpige sporen aangetroff en, waarvan vijf langwerpige<br />
gr<strong>in</strong>dbanen zijn (sporen 7, 23, 11, 33 en 35; afb . 18; 20). De vull<strong>in</strong>g<br />
van deze sporen bestaat uit grof gr<strong>in</strong>d. Het is niet duidelijk of<br />
deze gr<strong>in</strong>dbanen geïnterpreteerd moeten worden als antropogene<br />
45