Merovingers in een villa - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Merovingers in een villa - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Merovingers in een villa - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
wel de sporen van oxidatie, maar zijn redelijk goed bewaard gebleven<br />
met <strong>een</strong> mooie pat<strong>in</strong>a. G<strong>een</strong> van de geselecteerde koperhoudende<br />
<strong>voor</strong>werpen is ernstig aangetast.<br />
Oxidatie van metalen is <strong>een</strong> proces dat gestaag door zal gaan zolang<br />
de bodem zuurstofh oudend blijft . De snelheid van aantast<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />
Borgharen is relatief laag doordat de bodem slecht doorlatend en<br />
kalkhoudend is.<br />
De op de metalen <strong>voor</strong>werpen waargenomen corrosie is <strong>het</strong> resultaat<br />
van 1400-1900 jaar blootstell<strong>in</strong>g. Deze gestage corrosie zal<br />
doorgaan; mogelijk m<strong>in</strong>der snel als de bodem natt er wordt door<br />
<strong>in</strong>grepen. De eff ecten van deze corrosie zullen echter pas op zeer<br />
lange tijdschalen (naar schatt <strong>in</strong>g na honderden tot duizenden<br />
jaren) merkbaar <strong>in</strong>vloed hebben op de archeologische <strong>in</strong>formatiewaarde<br />
van <strong>het</strong> materiaal vergeleken met de huidige situatie.<br />
Grondsporen<br />
Grondsporen zijn redelijk goed herkenbaar door duidelijke verschillen<br />
<strong>in</strong> de bodemsamenstell<strong>in</strong>g. Bioturbatie door ongewervelden<br />
heeft g<strong>een</strong> <strong>in</strong>vloed gehad op de grafk uil als spoor en is<br />
op dit moment waarschijnlijk zeer beperkt. Als de bodemcondities<br />
natt er worden, zal deze vorm van bioturbatie mogelijk<br />
afnemen.<br />
8.3.3 Verstor<strong>in</strong>g<br />
In tegenstell<strong>in</strong>g tot de ger<strong>in</strong>ge eff ecten van bioturbatie door ongewervelden<br />
kan er aanzienlijke verstor<strong>in</strong>g zijn door onder andere<br />
mollen, vossen en muizen en kikkers. In spoor 6 zijn nog open<br />
mollengangen waargenomen. Resten van <strong>in</strong>trusieve dieren zijn<br />
tot op de diepste vlakken van alle graven aangetroff en. Deze vorm<br />
van bioturbatie kan verstor<strong>in</strong>gen hebben veroorzaakt <strong>in</strong> alle tot<br />
nu toe opgegraven grafk uilen. Deze dieren hebben weliswaar g<strong>een</strong><br />
grote <strong>in</strong>vloed gehad op de grafk uil als spoor. Wel kunnen mede<br />
Afb . 105 Verpakk<strong>in</strong>g van papieren zakdoekjes met productiejaar 1999 onder uit<br />
<strong>het</strong> graf met spoornummer 47.<br />
door hun graafactiviteiten <strong>voor</strong>werpen zoals botfragmenten en<br />
kralen zijn verplaatst.<br />
De verschillende mate van conserver<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> bot van <strong>in</strong>trusieve<br />
dieren zou op <strong>een</strong> herkomst uit verschillende perioden kunnen<br />
duiden. De vondst van konijn (spoor 6) stamt <strong>in</strong> ieder geval uit de<br />
13de eeuw of later. Dat er ook sprake is van activiteiten uit <strong>het</strong> meer<br />
recente verleden tonen de nauwelijks verweerde onverkoolde<br />
botanische resten uit de graven met spoornummer 2008-2 en 51,<br />
aardewerk uit de Nieuwe tijd uit vlak 5 van spoor 51, maar ook de<br />
resten van <strong>een</strong> plastic verpakk<strong>in</strong>g van papieren zakdoekjes uit <strong>het</strong><br />
ogenschijnlijk ongestoorde laagste vlak van <strong>het</strong> graf met spoornummer<br />
47 (afb . 105). Deze vondsten zijn mogelijk via de diergangen<br />
<strong>in</strong> de graven terecht gekomen.<br />
Toch blijkt de rol van bioturbatie m<strong>in</strong>der dan verwacht op grond<br />
van de botvondsten. 14 C-dater<strong>in</strong>g van bott en van mollen en vossen<br />
laten zien dat deze dieren stammen uit de tijd van de graven of zelfs<br />
van vóór die tijd. In ieder geval <strong>een</strong> deel van de resten van <strong>in</strong>trusieven<br />
is waarschijnlijk bij <strong>het</strong> dichtgooien van de grafk uilen vanuit<br />
de bovengrond <strong>in</strong> de grafk uilen terecht gekomen. De goede conserver<strong>in</strong>g<br />
van sommige van deze bott en versterkt de conclusie uit<br />
<strong>het</strong> degradatieonderzoek dat de omstandigheden rond de graven<br />
gunstig zijn <strong>voor</strong> behoud van bot en versterkt <strong>het</strong> argument dat de<br />
slechte conserver<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> menselijke bot is ontstaan <strong>in</strong> <strong>een</strong> relatief<br />
korte periode na begrav<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de nog <strong>in</strong>tacte grafconta<strong>in</strong>er.<br />
Een andere mogelijkheid bij de verstor<strong>in</strong>gen is dat de mens hier<br />
recent <strong>een</strong> rol heeft gespeeld. Uiteraard zijn sporen <strong>in</strong> <strong>het</strong> verleden<br />
verstoord door de mens. De sporen van bewon<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>het</strong> Neolithicum<br />
zijn deels verstoord door de Rome<strong>in</strong>se bewon<strong>in</strong>g en <strong>het</strong><br />
latere gebruik, de Rome<strong>in</strong>se bewon<strong>in</strong>g door <strong>het</strong> Merov<strong>in</strong>gisch<br />
grafveld, en <strong>het</strong> grafveld deels door agrarische activiteiten vanaf<br />
de Middeleeuwen tot heden. Ook kunnen de Merov<strong>in</strong>gische graven<br />
al ver <strong>in</strong> <strong>het</strong> verleden object van rituele heropen<strong>in</strong>g, roof of hergebruik<br />
van materiaal zijn geweest. Maar recent vormen wellicht<br />
illegale activiteiten van de 20e- en 21e-eeuwse mens de grootste<br />
bedreig<strong>in</strong>g op korte en middellange termijn <strong>voor</strong> <strong>het</strong> grafveld.<br />
Tijdens de opgrav<strong>in</strong>g is één van de graven (spoor 6) ernstig beroofd.<br />
De vondsten van recent materiaal zoals de verpakk<strong>in</strong>g met productiedatum<br />
1999 uit spoor 47 kunnen behalve door graafwerk door<br />
dieren ook <strong>het</strong> resultaat zijn van recente grafroof.<br />
8.3.4 Confrontatie met eerder onderzoek<br />
De resultaten van <strong>het</strong> degradatieonderzoek geven aan dat <strong>het</strong><br />
bodemmilieu we<strong>in</strong>ig agressief is. Voor niet-waterverzadigde v<strong>in</strong>dplaatsen<br />
kan <strong>het</strong> zelfs bijna niet beter. Dat v<strong>in</strong>dt ook zijn weerslag<br />
<strong>in</strong> de staat van <strong>het</strong> archeologisch materiaal: De aantast<strong>in</strong>g van de<br />
metalen is beperkt, waarbij de meeste archeologische <strong>in</strong>formatie<br />
nog steeds goed te herleiden is. Er zijn g<strong>een</strong> aanwijz<strong>in</strong>gen dat de<br />
corrosiesnelheid recent is toegenomen, bij<strong>voor</strong>beeld door mestgift<br />
of verander<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de (bodem)waterdynamiek. De microbiele<br />
aantast<strong>in</strong>g van botmateriaal stamt uit <strong>het</strong> verleden – waar-<br />
8 DISCUSSIE 125