22.08.2013 Views

Merovingers in een villa - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Merovingers in een villa - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Merovingers in een villa - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Zee is moet dit <strong>voor</strong>werp door handel, ruil of andersz<strong>in</strong>s van ver<br />

zijn aangevoerd.<br />

De resten van de grotere zoogdieren, van vogels en vissen zijn<br />

Rome<strong>in</strong>s nederzett <strong>in</strong>gsruis. Veel van <strong>het</strong> bot heeft de typische<br />

kenmerken van slacht- en etensafval: slacht- en snijsporen en hoge<br />

mate van fragmentatie. Deze resten zijn waarschijnlijk bij <strong>het</strong><br />

dichtgooien van de grafk uilen <strong>in</strong> de graven gekomen.<br />

Het overgrote deel van de dierlijke resten is van <strong>in</strong>trusieve dieren:<br />

vossen, mollen, muizen etc. Deze dieren kunnen, eventueel<br />

gebruikmakend van gangen van andere dieren, zich zelf toegang<br />

hebben verschaft tot de graven. Ook kunnen ze als prooi van andere<br />

<strong>in</strong>trusieve dieren <strong>in</strong> de graven terecht zijn gekomen. De activiteiten<br />

van deze dieren kunnen daarmee veroorzakers zijn van<br />

aanzienlijke bioturbatie: zo verzet <strong>een</strong> mol per molshoop gemiddeld<br />

5 l grond. Vooral kle<strong>in</strong>e objecten tot enkele centimeters groot,<br />

zoals kralen en door degradatie uit<strong>een</strong>gevallen stukken glas, brons<br />

en bot, kunnen hierdoor verplaatst worden. Gezien de waarnem<strong>in</strong>g<br />

Noten<br />

1 Met dank aan Ellen Edens en Henriett e Doornwaard (Saxion Next) die na <strong>het</strong><br />

vertrek van Axel Müller onder de bezielende leid<strong>in</strong>g van Jan-Willem de Kort<br />

(RCE) alle teken<strong>in</strong>gen hebben gedigitaliseerd en gecorrigeerd en de vondstadm<strong>in</strong>istratie<br />

op orde hebben gebracht. Met dank aan Ellen Vr<strong>een</strong>egoor (RCE)<br />

<strong>voor</strong> de hulp bij <strong>het</strong> controleren van de teken<strong>in</strong>gen en vondstnummers.<br />

2 Uit <strong>een</strong> hernieuwd onderzoek van <strong>een</strong> aantal st<strong>een</strong>tijd sites te Geldrop waarbij<br />

de stort van <strong>een</strong> eerdere, met <strong>een</strong> schop uitgevoerde, opgrav<strong>in</strong>g steekproefsgewijs<br />

is gezeefd, blijkt dat wanneer <strong>een</strong> opgrav<strong>in</strong>g met de schop is<br />

uitgevoerd vondsten tot <strong>een</strong> bepaalde lengte worden gemist. In Geldrop 3-1<br />

waren dit <strong>voor</strong>al vondsten met <strong>een</strong> gemiddelde lengte tot 13,9 mm (s=7,09<br />

mm) (Deeben 1995, 25). In de site Geldrop 3-2 werden de artefacten met <strong>een</strong><br />

gemiddelde lengte van 13,6 mm (s=6,05 mm) niet gevonden (Deeben 1996,<br />

6).<br />

3 Crabtree 1982; Beuker 1983; Oakley 1972; Smith 1932.<br />

4 Voor <strong>een</strong> nadere beschrijv<strong>in</strong>g van de kenmerken van vuurst<strong>een</strong> die gedurende<br />

<strong>het</strong> Neolithicum <strong>in</strong> uit Zuid-Limburg en <strong>het</strong> aangrenzende Duitse en<br />

Belgische gebied werd geëxploiteerd zie De Grooth, <strong>in</strong> druk en De Warrimont<br />

& Groenendijk 1993.<br />

5 Purdy 1974; Purdy & Brooks 1971. Calc<strong>in</strong>er<strong>in</strong>g is <strong>een</strong> proces waarbij door<br />

verhitt <strong>in</strong>g de verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g wordt gezuiverd van opgesloten stoff en zoals koolstofdioxide<br />

en kristalwater.<br />

6 Lant<strong>in</strong>g & Van der Waals 1976, 68-70.<br />

7 Bij<strong>voor</strong>beeld <strong>in</strong> <strong>het</strong> Merov<strong>in</strong>gische grafveld van Wijchen (Houkes 2010, 129-<br />

30).<br />

8 Archeologen noemen tot en met de Vroege Middeleeuwen de vuurst<strong>een</strong><br />

vuurslag, daarna krijgt <strong>het</strong> ijzeren onderdeel deze benam<strong>in</strong>g. Vermoedelijk<br />

hangt dat samen met de vormgev<strong>in</strong>g. Tot aan de Vroege Middeleeuwen wordt<br />

<strong>het</strong> vuurstenen artefact vormgegeven (zie onder andere Stapert & Johansen<br />

1997). In de Middeleeuwen en later staat <strong>het</strong> ijzeren <strong>voor</strong>werp centraal en<br />

bestaat de vuurst<strong>een</strong> uit niet meer dan <strong>een</strong> onbewerkte brok (zie onder<br />

andere Gijsbers, Koehler & Morel 2010).<br />

9 Van der Graaf & De Kramer 2005.<br />

van recente mollengangen zijn deze dieren nog steeds actief. Dater<strong>in</strong>g<br />

van enkele bott en van vossen en mollen doet echter vermoeden<br />

dat de resten van de meeste <strong>in</strong>trusieven al bij <strong>het</strong> dichtgooien van<br />

de graven <strong>in</strong> de grafk uil terecht zijn gekomen. Dat hier ook bott en<br />

met <strong>een</strong> goede conserver<strong>in</strong>g bij zitt en versterkt de conclusie uit <strong>het</strong><br />

degradatieonderzoek dat de omstandigheden rond de graven gunstig<br />

zijn <strong>voor</strong> behoud van bot en versterkt <strong>het</strong> argument dat de<br />

slechte conserver<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> menselijke bot is ontstaan <strong>in</strong> <strong>een</strong> relatief<br />

korte periode na begrav<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de nog <strong>in</strong>tacte grafconta<strong>in</strong>er.<br />

Voor vervolgcampagnes dient nader overwogen te worden of <strong>het</strong><br />

nog z<strong>in</strong>vol is alle <strong>in</strong>trusieve dieren ten volle te bestuderen. All<strong>een</strong><br />

als er <strong>een</strong> duidelijke tafonomische vraag is (bij bepaalde sporen),<br />

is dat eff ectief. Anders kan worden volstaan met all<strong>een</strong> de waarschijnlijk<br />

niet-<strong>in</strong>trusieve elementen bij <strong>het</strong> onderzoek te betrekken<br />

en is <strong>een</strong> beschrijv<strong>in</strong>g van <strong>een</strong> globale <strong>in</strong>druk van <strong>het</strong> <strong>voor</strong>komen<br />

van <strong>in</strong>trusieve dieren <strong>in</strong> de verschillende sporen voldoende.<br />

10 In recente perioden wordt de vuurst<strong>een</strong> uit de kalk verwijderd door zogenoemde<br />

wasmolens (washmills). In grote bakken wordt de kalk met vuurst<strong>een</strong><br />

vermengd met water en vervolgens geroerd. De brokken kalk vallen uit<strong>een</strong><br />

tot <strong>een</strong> brij die wordt gezeefd waarbij de vuurst<strong>een</strong> op de zeef blijft liggen. De<br />

zogenoemde ‘washmill fl <strong>in</strong>ts’ worden vervolgens verkocht aan de keramische<br />

<strong>in</strong>dustrie (Shepherd 1972, 204).<br />

11 Dietens & Ritzen 1965; Koehler 1994. Met dank aan H. van Enckevort (gem.<br />

Nijmegen) die mij <strong>in</strong>wijdde <strong>in</strong> de wonderbaarlijke wereld van <strong>het</strong> kalkbranden<br />

<strong>in</strong> de Rome<strong>in</strong>se tijd.<br />

12 Brodribb 1979, 140-142; Lammers 1994, 165.<br />

13 De genoemde laagdiktes zijn afgemeten aan <strong>het</strong> fragment genummerd met<br />

vnr. 221-XRF5127. In de dikte van de lagen bestaat enige variatie; zo is bij <strong>het</strong><br />

fragment met vnr. 170-XRF5027, de tweede laag 9 mm dik en de derde<br />

tenm<strong>in</strong>ste 8 mm; bij vnr. 166-XRF5009, zijn ze 9 mm respectievelijk 17 mm,<br />

terwijl <strong>voor</strong> fragment met vnr. 162-XRF5123, de dikte van de tweede laag wel<br />

13 mm bedraagt (met <strong>een</strong> bewaarde dikte van 11 mm <strong>voor</strong> de derde laag).<br />

Bij vnr. 211-XRF5151, (type A4) ontbreekt de derde laag; de tweede is m<strong>in</strong>imaal<br />

18 mm.<br />

14 Afgemeten aan <strong>het</strong> fragment met vnr. 167-XRF5040.<br />

15 Vnr. 221-XRF5127; vnr. 170-XRF5027-5029 etc.<br />

16 Vnr. 94-XRF5150; vnr. 162-XRF5121.<br />

17 Vnr. 79-XRF5153.<br />

18 Vnr. 202-XRF5037.<br />

19 Vnr. 255-XRF5120, vnr. 211-XRF5151, vnr. 130-XRF5136 etc.<br />

20 Het fragment met vnr. 211-XRF5151, heeft <strong>een</strong> dikkere laag 2 van m<strong>in</strong>imaal<br />

18 mm; de derde laag ontbreekt geheel bij dit fragment.<br />

21 Vnr. 157-XRF5022 (en 5020 verm.); vnr. 159-XRF5063 (en 5066 verm.); vnr.<br />

202-XRF5132; en vermoedelijk vnr. 130-XRF5140.<br />

22 Vnr. 211-XRF5035 en vnr. 157-XRF5023.<br />

7 RESULTATEN ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK 119

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!