Merovingers in een villa - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Merovingers in een villa - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Merovingers in een villa - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
trekken <strong>in</strong> <strong>een</strong> dassenburcht waaraan ze niets hoeven te veranderen.<br />
De tunnels van zo’n dassenhol zijn wat anders van vorm:<br />
17-25 cm hoog en 25-35 cm breed. De kamers zijn met <strong>een</strong> hoogte<br />
van 42 cm en <strong>een</strong> diameter van 57 cm vrij groot en altijd bekleed<br />
met droog gras of ander plantaardig materiaal. 100 Het voedsel van<br />
de vos bestaat onder andere uit muizen, hazen, vogels, vissen,<br />
reptielen en slakken. Als er jongen zijn, wordt dit voedsel naar <strong>het</strong><br />
hol gebracht. De meeste resten worden later echter weer weggebracht<br />
en elders gedropt.<br />
De resten van muizen, spitsmuizen en mollen zijn vrijwel zeker<br />
zonder bemoeienis van de mens <strong>in</strong> de sporen terecht gekomen<br />
(afb . 102). Muizen en mollen graven zich zelf <strong>in</strong> en worden zo<br />
onderdeel van veel oudere contexten. En ook spitsmuizen kunnen<br />
zich <strong>in</strong>graven of <strong>voor</strong> hun verblijf gebruik maken van muizenholen<br />
en mollengangen en zo <strong>in</strong> de bodem terechtkomen. Andere mogelijkheden<br />
zijn dat, zeker de muizen en spitsmuizen, als prooidieren<br />
van de vos <strong>in</strong> de grond terecht zijn gekomen.<br />
Een overduidelijke <strong>in</strong>trusie is <strong>het</strong> konijn (Oryctolagus cuniculus). Dit<br />
dier wordt pas <strong>in</strong> de 13e eeuw via kloosters en adellijke uitwissel<strong>in</strong>gsnetwerken<br />
<strong>in</strong> <strong>het</strong> huidige Nederlandse grondgebied geïntroduceerd.<br />
101 Resten van <strong>het</strong> konijn zijn op vlak 1 van spoor 6 aangetroff en,<br />
Afb . 102 Resten van mollen, spitsmuizen en wezels. L<strong>in</strong>ks van boven naar beneden:<br />
twee onderkaken van wezels, twee van <strong>een</strong> spitsmuis en <strong>een</strong> van <strong>een</strong> mol;<br />
rechts: opperarmb<strong>een</strong>, ellepijp en spaakb<strong>een</strong> van <strong>een</strong> mol.<br />
116<br />
maar stammen dus zeker van ver na <strong>het</strong> dichtgooien van de grafk uil.<br />
Ze moeten door eigen graafwerk of als prooi van bij<strong>voor</strong>beeld de vos<br />
of de hieronder genoemde wezel <strong>in</strong> de bodem terecht zijn gekomen.<br />
Gangen van konijnen zijn ongeveer 15 cm hoog en 10 cm breed.<br />
In de graven met spoornummer 6 en 47 zijn enkele resten van de<br />
wezel (Mustela nivalis) aangetroff en. Deze dieren nestelen vaak <strong>in</strong> holen<br />
van andere dieren. Dit kan de aanwezigheid van dit dier <strong>in</strong> de ondergrond<br />
verklaren. Het dier eet <strong>voor</strong>al woelmuizen, maar ook andere<br />
muizen, spitsmuizen en soms zelfs konijnen staan op zijn menu.<br />
Hoewel de mol (Talpa europaea) niet zo van <strong>een</strong> stenige ondergrond<br />
houdt, komen we hem <strong>in</strong> alle bestudeerde graven tegen. Ook zijn<br />
tijdens de opgrav<strong>in</strong>g mollengangen aangetroff en (zie bij<strong>voor</strong>beeld<br />
de met vnr. 9997 aangegeven sporen <strong>in</strong> vlak 6 van spoor 6 (afb . 34).<br />
Dit dier brengt <strong>het</strong> grootste deel van zijn tijd onder de grond door <strong>in</strong><br />
zijn uitgebreid stelsel van gangen en <strong>het</strong> ondergrondse nest van 10<br />
bij 20 cm waar<strong>in</strong> hij zijn jongen grootbrengt. 102 De gangen, 4 tot 5 cm<br />
<strong>in</strong> doorsnee, liggen meestal 10 tot 25 cm onder <strong>het</strong> maaiveld, maar<br />
<strong>in</strong> de w<strong>in</strong>ter en bij droogte wordt er dieper gegraven. De diepere<br />
gangen (tot 100 cm diep) worden <strong>voor</strong>zien van luchtkokers. Het nest<br />
zit over <strong>het</strong> algem<strong>een</strong> 35 tot 60 cm onder de grond. Het territorium<br />
van <strong>een</strong> mol heeft <strong>een</strong> gemiddeld oppervlak van ongeveer 400 m2.<br />
In <strong>een</strong> stenige ondergrond, zoals <strong>in</strong> Borgharen, is <strong>het</strong> territorium<br />
echter aanzienlijk groter. De aanleg en onderhoud van <strong>het</strong> gangenstelsel<br />
gaat gepaard met <strong>een</strong> aanzienlijk verplaats<strong>in</strong>g van grond. Een<br />
molshoop bevat gemiddeld 5 liter uit <strong>het</strong> gangenstelsel naar buiten<br />
gebrachte grond. Bij de aanleg van <strong>een</strong> nieuw gangenstelsel worden<br />
30 tot 60 molshopen per maand opgeworpen, waarbij dus 150 tot<br />
300 liter grond wordt verplaatst. Het hoofdvoedsel van de mol is de<br />
regenworm, maar er worden onder andere ook emelten, jonge muizen,<br />
kikkers en slakken gegeten. Natuurlijke vijanden van <strong>het</strong> dier<br />
zijn, naast de mens, onder andere de rat, wezel en vos.<br />
In alle graven zijn fl <strong>in</strong>ke hoeveelheden ‘kle<strong>in</strong>e knagers’ aangetroffen.<br />
In deze groep zitt en cultuurvolgers als de zwarte rat (Ratt us rattus)<br />
maar ook allerlei andere ware muizen en woelmuizen. Bij de<br />
determ<strong>in</strong>atie zijn ook resten van spitsmuizen tot deze groep gerekend,<br />
hoewel deze tot <strong>een</strong> andere orde (Insectivora) behoren.<br />
De resten van deze dieren zullen <strong>in</strong> de graven terecht zijn gekomen<br />
doordat ze zich zelf <strong>een</strong> toegang hebben graven of gebruik hebben<br />
gemaakt van bij<strong>voor</strong>beeld reeds aanwezige mollengangen, of omdat<br />
ze de prooi waren van andere ondergronds vertoevende dieren.<br />
Afb . 103 Wervels van r<strong>in</strong>gslangen uit spoor 46 (vnrs. 501, 702) en spoor 51 (vnr.<br />
856).<br />
MEROVINGERS IN EEN VILLA