Wetboek van Strafrecht van Aruba - Cepal

Wetboek van Strafrecht van Aruba - Cepal Wetboek van Strafrecht van Aruba - Cepal

22.08.2013 Views

************************* AB 1991 no. GT 50 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 04 juni 2008 ************************* ====================================================================== TITEL XXI Veroorzaken van de dood of van lichamelijk letsel door schuld Artikel 320 Hij aan wiens schuld de dood van een ander te wijten is, wordt gestraft met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste negen maanden. Artikel 321 Hij aan wiens schuld te wijten is dat een ander zwaar lichamelijk letsel bekomt of zodanig lichamelijk letsel waaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening zijner ambts- of beroepsbezigheden ontstaat, wordt gestraft met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van ten hoogste driehonderd florin. Artikel 321a (vervallen) Artikel 321b De artikelen 320, tweede lid, 321, tweede lid, en 321a zijn van overeenkomstige toepassing op de bestuurder van een vaartuig als bedoeld in artikel 1 van de Landsverordening openbare wateren en stranden (AB 1987 no. 123). Artikel 322 Indien de in deze titel omschreven misdrijven worden gepleegd in de uitoefening van enig ambt of beroep, kan de straf met een derde worden verhoogd, kan ontzetting worden uitgesproken van de uitoefening van het beroep waarin het misdrijf is gepleegd, en kan de rechter de openbaarmaking van zijn uitspraak gelasten. TITEL XXII Diefstal en stroperij Artikel 323 Hij die enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, wegneemt, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, wordt, als schuldig aan diefstal, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van ten hoogste zestig florin. Artikel 324 1. Met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren wordt gestraft: a. diefstal van vee uit de weide; b. diefstal bij gelegenheid van brand, ontploffing, watersnood, schipbreuk, stranding, spoorwegongeval, oproer, muiterij of oorlogsnood; c. diefstal bij nacht in een woning of op een nabij een woning behorend erf, door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt; d. diefstal van twee of meer verenigde personen; e. diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft of het weg te nemen goed onder zijn bereik

************************* AB 1991 no. GT 50 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 04 juni 2008 ************************* ====================================================================== heeft gebracht door middel van braak, verbreking of inklimming, van valse sleutels, van een valse order of een vals kostuum; f. diefstal met het oogmerk om een terroristisch misdrijf mogelijk te maken of te vergemakkelijken. 2. Indien de in het eerste lid, onderdeel c, omschreven diefstal vergezeld gaat van een van de in het eerste lid, onderdelen d en e, vermelde omstandigheden, wordt gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren opgelegd. Artikel 325 1. Met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren wordt gestraft diefstal, voorafgegaan, vergezeld of gevolg van geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren. 2. Gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren wordt opgelegd: a. indien het feit wordt gepleegd hetzij bij nacht in een woning of op een bij een woning behorend erf, hetzij op een openbare land- of waterweg, hetzij in een spoortrein die in beweging is; b. indien het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen; c. indien de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak of inklimming, van valse sleutels, van een valse order of een vals kostuum; d. indien het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft; e. indien het feit wordt gepleegd met het oogmerk een terroristisch misdrijf voor te bereiden of te vergemakkelijken. 3. Gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren wordt opgelegd, indien het feit de dood ten gevolge heeft. Artikel 326 Bij veroordeling wegens diefstal kan ontzetting van de in artikel 32, eerste lid, onderdelen a, b en d, vermelde rechten worden uitgesproken. Artikel 327 1. Hij die zonder geweld of bedreiging met geweld tegen personen, geheel of ten dele aan een ander toebehorende klei, bagger, zand, aarde, grind, puin, mestspeciën, zoden, plaggen, heide, helm, wier, riet, biezen, maïsstokken, mos, onbewerkt en niet vervoerd hak- of sprokkelhout, ongeplukte of afgevallen boomvruchten of bladeren, te veld staand gras of te veld staande of na de oogst achtergebleven veldvruchten wegneemt, met het oogmerk om zich die voorwerpen wederrechtelijk toe te eigenen, wordt, als schuldig aan stroperij, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier maanden of geldboete van ten hoogste zestig florin. 2. Indien tijdens het plegen van het misdrijf nog geen twee jaren zijn verlopen, sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens gelijk misdrijf onherroepelijk is geworden, kan gevangenisstraf van ten hoogste acht maanden worden opgelegd. Artikel 328 1. Met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van ten hoogste zestig florin worden gestraft:

*************************<br />

AB 1991 no. GT 50 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 04 juni 2008<br />

*************************<br />

======================================================================<br />

heeft gebracht door middel <strong>van</strong> braak, verbreking of inklimming, <strong>van</strong><br />

valse sleutels, <strong>van</strong> een valse order of een vals kostuum;<br />

f. diefstal met het oogmerk om een terroristisch misdrijf mogelijk te<br />

maken of te vergemakkelijken.<br />

2. Indien de in het eerste lid, onderdeel c, omschreven diefstal<br />

vergezeld gaat <strong>van</strong> een <strong>van</strong> de in het eerste lid, onderdelen d en e,<br />

vermelde omstandigheden, wordt ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> ten hoogste negen<br />

jaren opgelegd.<br />

Artikel 325<br />

1. Met ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> ten hoogste negen jaren wordt gestraft<br />

diefstal, voorafgegaan, vergezeld of gevolg <strong>van</strong> geweld of bedreiging<br />

met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal<br />

voor te bereiden of gemakkelijk te maken of om, bij betrapping op heterdaad,<br />

aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de<br />

vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit <strong>van</strong> het gestolene te verzekeren.<br />

2. Ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> ten hoogste twaalf jaren wordt opgelegd:<br />

a. indien het feit wordt gepleegd hetzij bij nacht in een woning of op<br />

een bij een woning behorend erf, hetzij op een openbare land- of<br />

waterweg, hetzij in een spoortrein die in beweging is;<br />

b. indien het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;<br />

c. indien de schuldige zich de toegang tot de plaats <strong>van</strong> het misdrijf<br />

heeft verschaft door middel <strong>van</strong> braak of inklimming, <strong>van</strong> valse<br />

sleutels, <strong>van</strong> een valse order of een vals kostuum;<br />

d. indien het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft;<br />

e. indien het feit wordt gepleegd met het oogmerk een terroristisch<br />

misdrijf voor te bereiden of te vergemakkelijken.<br />

3. Ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> ten hoogste vijftien jaren wordt opgelegd,<br />

indien het feit de dood ten gevolge heeft.<br />

Artikel 326<br />

Bij veroordeling wegens diefstal kan ontzetting <strong>van</strong> de in artikel<br />

32, eerste lid, onderdelen a, b en d, vermelde rechten worden uitgesproken.<br />

Artikel 327<br />

1. Hij die zonder geweld of bedreiging met geweld tegen personen,<br />

geheel of ten dele aan een ander toebehorende klei, bagger, zand, aarde,<br />

grind, puin, mestspeciën, zoden, plaggen, heide, helm, wier, riet,<br />

biezen, maïsstokken, mos, onbewerkt en niet vervoerd hak- of sprokkelhout,<br />

ongeplukte of afgevallen boomvruchten of bladeren, te veld<br />

staand gras of te veld staande of na de oogst achtergebleven veldvruchten<br />

wegneemt, met het oogmerk om zich die voorwerpen wederrechtelijk<br />

toe te eigenen, wordt, als schuldig aan stroperij, gestraft met<br />

ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> ten hoogste vier maanden of geldboete <strong>van</strong> ten<br />

hoogste zestig florin.<br />

2. Indien tijdens het plegen <strong>van</strong> het misdrijf nog geen twee jaren<br />

zijn verlopen, sedert een vroegere veroordeling <strong>van</strong> de schuldige wegens<br />

gelijk misdrijf onherroepelijk is geworden, kan ge<strong>van</strong>genisstraf<br />

<strong>van</strong> ten hoogste acht maanden worden opgelegd.<br />

Artikel 328<br />

1. Met ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> ten hoogste drie jaren of geldboete<br />

<strong>van</strong> ten hoogste zestig florin worden gestraft:

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!